NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
VALSCHE kaarten.
8e Jaargang:.
Zaterdag 6 Juni 1891
ADVERTENTIES:
NABETRACHTING-
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
"*430.
HAARLEM'S DAGBLAD
A BON N 'KM K.N TOPHIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1.85.
Afzonderlijke nummers. 0.05.
Dit blad verechynt dagelijks, behalve op Zon- en Feeatdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Tsn 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer 10Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk ^bat.
Abonnementen en Advertenties wordsa aaugeïiomea door
onze agenton on doos* alle boekhandelaren en conrantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOffi en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandC'owt-oguit Gent-rak de Pvblmti JStrmgtet G, }>jf li JOHN I. JQKMS, 8ucc.t Parijs 31 lis
Montmarire.
Wegens nog' laat ontvangen
ingezonden stukken, welke
geen uitstel konden lijden, verschijnt
dit nummer iets later dan gewoonlijk.
Onze lezer» zullen het ons. naar wij
vertrouwen, voor ditmaal wel ten
goede houden.
BE DIRECTIE.
uit den
GEMEENTERAAD.
XXVI.
Nu de Tweede Kamer veel meer de
aandacht trekt dan de Raad, moet ook
in dit blad de voorrang worden gegund
aan verslagen van politieke vergaderin
gen en aan ingezonden stukken. Met
een treurig gezicht komt de gemeente-
raads-nabetrachting achteraan.
Men had het in de laatste Raads
zitting weer over het onderwijstrou
wens, een raadsvergadering zonder on
derwijs mag wel met een roode streep
aan den balk worden herdacht. Een
onderwijzer benoemen, leerplan vast
stellen, schoolgeld verhoogen, scholen
bouwen, dat laatste niet al te vaak ge
lukkig, al die kostelijke en kostbare
dingen geven doorloopend werk.
Het hoofd van de kpstelooze school
B is .slecht af. Men gaat zijn school
uitbreiden, neemt daartoe een stuk van
zijn tuin en zal vermoedelijk het licht
in riju grootste kamer gedeeltelijk en
derscheppen. De heeren 't Hooft en van
der Mersch kwamen daartegen op, en
de heer 't Hooft vond, dat nü het huis
van dat schoolhoofd lang geen 500
gulden meer waard was en dat men
hem het verschil in geld behoorde te
vergoeden.
Nu is de burgemeester op onder
wijsgebied nog ietwat, hoe zal ik het
zeggen, nog ietwatantiek.
Onze Raadsvoorzitter spreekt nog al
tijd van „Meester" de Vries, van „Mees
ter" Graaff, alsof die titel al niet lang
onder het stof der vergetelheid begraven
lag. Maar wat erger is, de burgemeester
meent (zoo nu en dan blijkt dat dui
delijk) dat de „meesters" eigenlijk wel
wat veel geld verdienen, en daarom
antwoordde Z.E.A. dan ook den heer't
Hooft, dat het huis aan de Spaarn-
womderstraat nooit op 500 was ge
schat (dat wil ik wel geloovenen dat
onze hoofden geen 500 huishuur
plegen te betalen. Op een paar uit
zonderingen na, is dat ook waar, maar
waar blijft de billijkheid, die dan toch
wel meebrengen zal, dat de belooning
van de hoofden voor gelijke diensten
ook gelijk zij
't Heeft mij wel wat verwonderd,
dat de heer 't Hooft geen voorstel; te zinken.
maakte van zijn wensch tot het geven Bommen en granaten, 't gaat in den
van schadevergoeding aan bedoeld'Raad maar niet zoo familiaar toeDaar
schoolhoofd. Waar is eigenlijk het nut had men nu den heer Sn eitjes, die
van dergelijke opmerkingen, zoo ze; vroeg of bij de overname van een stuk
niet in een voorstel of amendement grond, de grootte daarvan niet in het
worden belichaamd? Mij dunkt, het j besluit zou worden opgenomen. Ja, dat
hoofd van school B zal eene gewaar- i moest eigenlijk wel, maar men had het
wording hebben gekregen, alsof men de j contract niet bij de hand: dat was bij
hem geslagen wonden wèl bekijken, j den contractant ter andere zijde. Ge
maar niet verbinden wou.
Op die manier iets in het midden bren
gen doet ook dikwijls de heer Van der
Mersch. In de Raadsvergadering van
22 April verklaarde dit Raadslid
"zich voor verhooging van de traktë
inenten der onderwijzers, maar voegde
daar onmiddellijk bij „een voorstel
daartoe zal van mij niet komen." Bij de
bespreking over de vergrooting van
school B blijkt, dat de heer van der
Mersch vele bezwaren heeft en zelfs
een ander plan met zich omdraagt
afbreking van het huis en daardoor
betere uitbreiding. Toch worden deze op
merkingen niet door een voorstel ge
volgd. Bij de behandeling van de adres
sen tot afschaffing van de kermis, blijkt
de heer van der Mersch veel te gevoelen
voor die afschaffing en doet toch daar
toe het voorstel niet.
Wellicht acht de heer van der Mersch
als nieuw lid, het gewenscht, zijne opi-
nieën langzamerhand te doen kennen
I en wacht hij zich, wegens zijn jeugdi
gen leeftijd als raadslid, voorloopig nog
voor het doen van belangrijke voorstellen.
In dat geval kan ra er, met dat voort
durend „motiveeren zijner opinie" (zoo
luidt immers de term) vrede hebben.
Over die kermisafschaffing zal ik niet
veel zeggen. De adressanten hebben
van hun standpunt volkomen gelijk,
maar. men kan ook van een ander
standpunt uitgaan. Zoo had bijvoorbeeld
de poffertjesbakker Louman van zijn
standpunt gelijk, toen hij vroeg de kermis
toch vooral in stand te houden. Alleen was
zijn motief wel wat vermakelijk
„opdat niet, ter wille van enkelen, velen
in hun bestaan zouden worden getroffen."
Men zou haast zeggen, dat de woorden
„enkelen" en „velen" van plaats be
hoorden te verwisselen.
O, wat is dat Raadsledenpad toch
glibberigVooral voor die jonge
Raadsleden, die nog niet weten„zoo
zijn onze manieren". Noemde- de heer
de Breuk de Ruysdaelstraat niet Maar-
tenspiesstraat Verbeeld u, die Maarten
Spies, van wie de gemeente altijd nog
geld moet hebbenNu, de voorzitter
bracht den heer de Breuk zijn schrik-
kelijken misstap dan ook zeer ernstig
onder het oog. „Be Ruysdaelstraat, die
meneer de Breuk Maarten Spiesstraat
noemt....,, 't Moet voor den heer de
Breuk zijn geweest om door den grond
lukkig was de heer Van der Steur er
nog met zijn duimstok: door zijne wel
willendheid kwam men, met hulp der
situatieteekenirig, te weten, hoe groot
het stuk was.
We ademden allemaal weer vrij, die
duimstok redde ons. Verbeeld u, wat
zou er van de officieele manieren van
den Raad geworden zijn, als men zoo
maar gewoon weg tot den bode gezegd
hadJCoper, ga jij eens naar het St.
Jozefsgesticht en vraag aan de heeren,
met de complimenten van den Raad,
of de heeren het contract even willen
meegeven
Neen? daar moeten behoorlijk offici-
cieele missives over worden geschreven
Ziet u, mijnheer de Breuk, „zóo zijn
onze manieren
Haarlem 5 Juni 1891.
Mag men de daaromtrent loopende
geruchten gelooven, dan zou de Min.
van Financiën v oornemens zijn, binnen
kort de gemecr -o Haarlem te brengen
in eene hoogAo' klassq der persoueele
belasting. V
Reeds weken geleden kwam ons dit
ter oore. Nu de geruchten echter
aanhouden, achten wij ons verplicht,
onze lezers hiervan in kennis te stellen,
zij het dan ook onder de grootste
reserve.
Of het bericht juist is, zal spoedig
genoeg blijken.
Bij B. en W. is ingekomen een ver
zoekschrift: i°. van C. Ritsema, firma
Met en Meijlink, om vergunning tot
oprichting van een gasmotor in de
boek- en steendrukkerij in het perceel
aan de Lange Begijnestraat 18;
20. van A. H. Visser, om vergunning
tot oprichting van eene smederij, in het
perceel aan de Gravinnesteeg 5;
30, van E. Levert en F. L. Schudel,
firma Levert en Schudel, om vergun
ning tot oprichting van eene distilleer
derij 2e klasse, in de perceelen aan de
Dijkstraat 6 en 8.
Donderdag werd alhier door den
majoor eerstaanwezend ingenieur bij
enkele inschrijving aanbesteed het doen
van voorzieningen aan militaire gebou
wen bij en in deze gemeente onder het
beheer der genie alhier. Raming/5280.
Laagste inschrijving Koster, alhier, voor
539°-
I Men zond ons het verslag van het
Museum van Kunstnijverheid op het
Paviljoen alhier, over het jaar 189091.
j Er blijkt uit dat de boekerij en de verza-
i melingen weer flinke aanwinsten hebben
gekregen. Verschillende tentoonstellin-
I gen werden op het Museum gehouden,
het bezoek was aanzienlijk Het verslag
bevat een verslag van de Teekenschool
j en een zeer lezenswaardig opstel over
I „onze ambachtsnijverheid betreffende de
vakken, die met de bouwkunst en de
versierende kunsten in direct verband
staan", door den heer E. von Saher,
directeur van genoemde school.
Bij het verslag is gevoegd een fraai
uitgevoerde lichtdruk van een schoor
steen in de raadzaal, behoorende bij
het legaat-Vollenhoven aan het museum.
De lichtdruk werd vervaardigd door de
firma Emrik en Binger.
Gedurende de maand Mei is in de
Stuivers-Spaarnbank van den Volksbond
ingebracht in 434 posten 734.471
Terugbet. in 79 1059.75*
Er zijn 19 nieuwe boekjes afgegeven.
Het gewone concert van het S'edelijk
muziekkorps in den Hout op aanstaan
den Zondag, zal in plaats van te 2 nur,
te half 2 aanvangen en half vier eindigen.
Op den avond van dien dag geeft
dit korps concert in den Doelen te
Rotterdam, met hetzelfde programma
als dat voor het concert in de Buiten-
societeit op Zaterdag 6 Juni a. s.
De matinée ter gelegenheid van het
vijftienjarig bestaan van „Crescendo"
zal plaats hebben op Zondag 7 Juni
1891, des namiddags ten 2 ure, in de
concertzaal der sociëteit „Vereeniging",
met medewerking van den heer J. J.
Rogmans, concertzanger te Amsterdam.
Het programma luidt als volgt:
1. Vriendlijke Lente {Koor), B. J.
Visscher. 2. Aria uit Jessonda {Tenor),
Spohr. 3 a. Wenn Zweie sich gut sind
{Koor), E Kremser. b. Heimweh (Koor),
Heim. 4. a. Die Thrane (Solo kwartet),
F. Witt. b. Nacht {Solo kwartetF.
Schubert. 5. Op 't Kerkhof (Koor), N.
H. Andriessen. 6. a. Dies irae {Tenorj),
Joh. J. H. Verhulst. b. Holland {Tenor),
N. H. Andriessen. c. Haarlems liedeke
{Tenor), C. Andriessen Jr. 7. Sur les
Remparts {Koor), A. Saintis.
Op Zaterdag 13 dezer zal door de
arr. rechtbank alhier behandeld worden
de zaak van de gebr. C. en A. G.,
commissionnairs in effecten, sedert 21
Maart 11. in preventieve hechtenis, ter
zake van verduistering van hen toever
trouwde gelden.
Als verdediger zal optreden Mr. Ben
jamins, van Amsterdam.
De datum waarop H. M. Ko
ningin Wilhelmina in tegenwoordigheid
van de Koningin-regentes den eersten
steen zal leggen van de kerk der Ned.
Herv. gemeente te Apeldoorn is vast
gesteld op iS Juni e. ie.
0FFICIEELE BERICHTEN.
Bij kon. besluit van den 2en Juni
1891 zijn benoemd tot ontvanger der
directe belast, en ace. te Eindhoven,
buitengemeenten, J. Hanegraaff van der
Colff, ontvanger derzelfde middelen
te Dongen c a.tot ontvanger der dir.
belast, en acc. te Loenen c. a. J. Noë,
ontvanger der dir belast invoerrechten
en acc. te Hellevoetsluis'c. a.tot ont
vanger der directe belastingen en acc.
te Barneveld c. a. J. Mulder, ontvanger
derzelfde middelen te Bellingwolde
tot ODtvanger der dir. belast, en acc. te
Beek c. a. (Limburg) W. C. Kuijk, ont
vanger derzelfde middelen te Tiel,
buitengemeenten tot ontvanger der
invoerr. en acc. en haven en schutgel-
den op het kanaal van Walcheren te
Vlissingen J. H. Rochell, ontvanger der
dir. belast, en acc. te Buiksloot c. a.
J. J. Kok, ontv. derzelfde middelen te
Mauriktot ontv.. der dir. belast, en
acc. te Schermerhorn c. a. J. A. de
Lussan et de h S^blonRite, ontv»
zelfde middelen te Nieuwersluis c. a.
tot ontvanger der dir. belast., invoerr.
en acc. te Eijsden (station) c. a. A.
van der Vliet, surnum. uit de inspectie
Groningentot ontv. der dir. belast, en
acc te Bellingwolde, C. P. Vogelenzang,
surn. uit de inspectie Rotterdam.
Op 3 Juni zijn aan hetde-
partement van Buitenlandsche Zaken
te 's-Hage uitgewisseld de akten van
bekrachtiging van de namens Neder
land en het Duitsche Rijk op 15 Novem
ber 1889 onderteekende verklaring be
treffende maatregelen tegen den zoo-
genaamden handel in Jeugdige;vrouwen
en meisjes.
Het voornemen bestaat
om op het zegelpapier, dat aan het
algemeen zegelkantoor wordt vervaar-
"_;d, het rijkswapen zoowel als de
waardé-aanduiding voor te stellen in
wit op een gekleurd grondvlak. Aan de
stempelsnijders is de vervaardiging op
gedragen van twee stalen proefstempels,
waarin verschillende blokjes, aanwijzende
het bedrag van het zegel, kunnen aan
gebracht worden.
Onder bevel van den kapt.
Naar het engelsch, van PAUL MERITT.
HOOFDSTUK I.
Twee beminde personen
Zij was een slank, tenger meisje, met groote, bruine, glinste
rende oogen, golvend haar, een mond, die van wilskracht ge
tuigde en kleine ooren. De armen hielden veel van haar, omdat
zij altijd vriendelijk was en haar glimlach een helderen zonne
straal geleek. Den aanzienlijken boezemde zij belangstelling in,
omdat zij, wanneer zij bij hunne theevisites of muziekavonden
tegenwoordig was, steeds bescheiden was en tevens zoo schoon
kon zingen. Zij trad nooit de hut van den een of liet huis van
den ander binnen, zonder een welkomstgroet, en nam nooit af
scheid, zonder dat een blik vol leedwezen haar volgde.
Zij was dus te Barton-on the-Brook de lieveling van allen
van dej aanzienlijken en geringen, van jong en oud, van rijken
en armen, en toch was zij slechts de goevernante van de kin
deren van den predikant. Behalve dit, en ook dat haar naam
Grace Dalton was, wist niemand in het ouderwetsche dorp in
Yorkshire iets meer van deze zoo algemeen beminde persoon
lijkheid te vertellen.
George Studley was een man, voor wien men onmogelijk iets
anders dan achting en genegenheid kon gevoelen, want hij was
een volmaakt, oprecht en degelijk engelsche gentleman. Licht
kastanje-bruin haar bedekte in kleine krullen zijn fraaigevorrad
voorhoofd; in zijne open, grijze oogen lag een vroolijke glans,
die getuigde van openhartigheid en van een rondborstig gemoed;
zijn knap, blozend gelaat was steeds met de blos der gezond
heid bedekt. Squire Studley was een waardig toonbeeld van
mannelijke kracht en opgewektheid.
Squire Studley van Barton Manor was de groote visch van
het oosten van Yorkshire, dien bijna alle meisjes in dat gedeelte
van het land wel in hare netten hadden willen vangen. Geen
wonder, want hij had een knap uiterlijk, was flink gebouwd,
nauwelijks dertig jaar, en het voornaamste van alles hij was
rijk. Met uitzondering van den Earl van Stanningley, werd zijne
familie twintig mijlen in den omtrek als de aanzienlijkste be
schouwd, Zijne voorouders, zeven geslachten achtereen, hadden
gewoond in het groote, in den stijl uit den tijd van Elizabeth
opgetrokken huis, dat door prachtige cederboomen omringd,
ongeveer een mijl van de kerk van Barton lag verwijderd.
Barton-on the-Brook wist bijna niets omtrent Grace Dalton, maar
wist alles betreffende George Studley. Dat meenden de inwoners
tenminste, maar er was toch iets, dat zij niet wisten. Een per
soon in Barton wist het slechts de Squire zelf en hij hield
het voor zich.
Het dorp Barton on the Brook had jaren lang, figuurlijk ge
sproken, rustig en v - slapen. Spoorwegen waren overal
aangelegd, en in hét distriet in gebruik gesteld, maar zij schenen
Barton te mijden; het schelle gefluit der locomotieven had de
kalme rust in deze sluimerende plaats nog niet verstoord. Door
een Noorman gesticht, had Barton reeds gedommeld onder de
regeering der Plantagenets en Tudors. Haar rust was een oogen
blik gestoord geworden onder het bewind der Stuarts en van
den protector, maar het dorp was weer in zijn vroege rust
teruggezonken onder den Hollander zoowel als onder den
Brunswijker.
De beek, aan wier beide oevers het oude dorpje lag, was ge
heel verschillend van alle beekjes in het land, want daarin
daalde noch steeg het water, zij ruischte nooit en murmelde
evenmin, maar kronkelde zich als een lange, vadzige slang door
de plaats en doorsneed de velden, zonder dat er ooit eenig ge
luid uit opsteeg, terwijl het water nauwelijks scheen te be
wegen.
Aldus lag Barton-on-the-Brook daar rustig te slapen. Bang!
Het ontwaakte met een schok. Eindelijk was Barton opgeschrikt
en wierp zich met hart en ziel in een maalstroom van wereld-
sche vermaken. Er werd besloten om in Barton-on-the-Brook
een bloemententoonstelling te houden I Vergaderingen werden
belegd in de kerkekamer van de kerk in het kerspel; men liet
lijsten rondgaan en er werd geteekend, maar wat nog beter was,
er werd ook betaald; voor alles werden prijzen aangeboden, en
zelfs Grace Dalton besteedde een gedeelte van haar geringen
geldvoorraad om zich een prijs aan te schaffen ten behoeve van
de mededingers. In minder dan éen week, van af den dag, dat
Barton on-the-Brook zoo plotseling haar mantel van onverschil-