Hem werd echter door den burge meester van Gulpen spoedig het woord ontnomen, terwijl aan de marechausséés werd last gegeven het lokaal te doen ontruimen. De hoorders, meest nieuws gierigen, verlieten zonder minste oppo sitie het lokaal, ofschoon V. hiertegen luide protesteerde. Eene emigranten-lijdens-, geschiedenis. Voor ongeveer vijf weken vertrok uit het Friesche dorp St.-Anna-Parochie de 31-jarige smids gezel D. Sleefstra met zijne vrouw en drie kinderen naar Noord-Amerika. Een aldaar wonende zwager had in het westen alles voor hen in gereedheid, j een gemeubeld huis wachtte op de aankomst van het gezin, terwijl aan Sleefstra passende arbeid verzekerd werd. De overtocht zou plaats hebben met eene der booten van de „White Star Line"; doch het bleek, dat deze boot te veel passagiers had. waarom velen waaronder ook Sleefstra en de zijnen zouden oversteken met het stoom schip Rotterdam der Cunard Line. Aan boord van dit schip was de be handeling slecht, gezinnen moesten ïn één verblijf wonen, de slaapplaatsen waren veel te klein, bedden en dekens waren er niet, men moest op ruwe planken slapen. Het gezin van Sleefstra moest slapen in een verblijf, lang 2, breed 1.50 en hoog 0.80 M. Het voedsel was slecht, men moest ongeschilde aardappelen eten zonder vet. Alleen het wittebrood was goed. Gelukkig ging de reis voorspoedig, het oog straalde van blijdschap, toen men hoorde spoedig de Amerikaansche kust bereikt te hebben. Men stapte te New-York aan wal en ging naar Castle-Garden, om zich door twee doctoren te laten onderzoeken. Ging dit schijnbaar bij velen opper vlakkig, voor Sleefstra was dit onderzoek noodlottig. Hij werd afgekeurd. De doctoren oordeelden dat hij te mager was en zijn lichaam niet geschikt voor het Amerikaansche klimaat. Aan vrouw en kinderen werd vrijheid verleend de reis voort te zetten, doch deze wenschten bij man en vader te blijven. Het gezin werd eene plaats aange wezen in de ziekenzaal op Castle-Gar den en den volgenden dag werd het weder aan boord gebracht van het stoomschip Rotterdam Zeker uit vrees voor ontvluchting, liet de kapitein het gezin in een donker verblijf opsluiten, waarin het drie dagen vertoefde. In volle zee gekomen, werd hun eene hut aangewezen. Door al dit wedervaren was de vrouw van Sleefstra ziek geworden. Te Liverpool werd het gezin aan wal gezet, toen de agent der „White Star" zich zijner ontfermde. Hij zorgde voor logies en liet een dokter bij de vrouw komen, die het wensche- lijk oordeelde haar in het hospitaal aldaar te laten opnemen. Men gaf er echter de voorkeur aan naar het moederland door te reizen; per spoor ging het tot Huil, om van daar per Swasiland naar Harlingen over te steken. De eerste nacht aan boord sliep het gezin in de kolenbergplaats achter de machine, doch toen den volgenden morgen de kapitein een Harlinger aan boord kwam, werd voor het ongelukkige gezin uitstekend gezorgd. Te Harlingen liet de agent der „White Star Line", de heer Van Slooten, het gezin per wagen naar St. Anna-Parochie brengen, waar het in huis genomen werd door het echtpaar J. De Groot. De vrouw is nog ernstig ziek, het gezin is van alles beroofd en eet het genade brood. Pogingen worden in het werk gesteld dit arme huisgezin uit zijn slechten toe stand op te heffen, waarvoor bijdragen in ontvangst genomen worden. Asser Cr.) RECHTSZAKEN. Maandagmorgen was er eene bizon dere belangstelling bij de zitting der rechtbank te Utrecht, aangezien daarin behandeld werd de indertijd zooveel besproken zaak van „het duel." Terecht stonden F. B. A. M. H. en H. C. J. t. B., beiden wonende te Utrecht, bekl. van deelneming aan een tweegevecht, waarvan de voorwaarden vooraf waren geregeld, en waarbij geen van beiden lichamelijk letsel bekomen heeft, onder de gemeente Houten op 26 Maart jl gepleegd. Verschenen waren 9 getuigen, terwijl de mede gedagvaarde Sevenster zonder eenige opgaaf van reden niet was op gekomen Tot de in beslag genomen stukken behoorden 0. a. een drietal brieven, de voorwaarden van het tweegevecht en de bij dat tweegevecht gebruikte pisto len, die geladen waren geweest met kruit en kogel. De bekl., waarvan de eerste student is in de medicijnen, geb. te 's-Bosch, de tweede 2. luit. bij de inf., geb. te Bergen-op-Zoomhadden in „Tivoli" eene woordenwisseling gekregen, waaruit zich twee partijen vormden, en die ten slotte leidde tot eene uitdaging. Niet dadelijk na de eerste ontmoeting was de uitdaging gevolgd, want daarna had den zij nog samen gesproken, waarna H nog is gaan biljartentoen hij onder dit spel hoorde, dat t. B. zich ongunstig over hem uitliet, ging hij naar hem toe, en nu volgde de uitdaging, nadat de eerste bekl. den tweede een slag in het gezicht had gegeven. Het duel heeft plaats gehad achter de Lunetten, in den vroegen ochtend van 26 Maart. De officier, bekend als goed schutter, had aangelegd met het doel om den student te treffen. Het on gunstige weder was oorzaak, dat het schot miste. H. had excuses willen maken, doch de officier meende, dat hij die niet kon aannemen- Daarom was het duel door gegaan. De subs. off. van just, meende, dat hec sarrend optreden van t. B. hoofdoorzaak van het gebeurde was geweest, en zeide vervolgens „Welke straf moet hier gesteld wor den Er zijn termen om eene niet zeer zware straf te eischen. Ten spijt van de invoering van het nieuwe strafwetboek, weet men in de militaire kringen van straf tegen het duel blijkbaar nog zoo weinig, dat er zelfs boekjes in den handel zijn, die aangeven hoe in zulke gevallen tot handhaving der eer moet gehandeld worden." Nu het eerste feit hier voor de rechtbank komt, acht spr. geen hooge straf wenschelijk, en waar hij tot de conclusie zou kunnen komen om voor bekl. t. B. meer straf te eischen dan voor bekl. H., wilde spr. niet tot die conclusie komen, maar wel tot deze, dat beiden een gelijke straf zal worden opgelegd, en wel eene gevangenisstraf van veertien dagen. Uitspraak over 14 dagen. KOLONIËN. Aan het verslag der voornaamste ge beurtenissen in het goevernement Atjeh en onderhoorigheden, loopende van 14 tot en met 27 April jl., wordt het vol gende ontleend A. Groot-Atjeh. Van Groot-Atjeh valt gedurende den verslagtijd weinig belangrijks te melden. Niettegenstaande in de vastenmaand gewoonlijk meer volk heen en weer trekt, werden onze versterkingen niet noemenswaardig beschotende rond zwervende benden bepaalden zich bijna uitsluitend tot het berooven der lieden die te Kota-Radja en Oleh leh goederen en levensmiddelen hadden ingekocht en daarmede huiswaarts wilden keeren. De civiel en militair goevemeur H. K. F. van Teijn gal den 23011 April het bestuur tijdelijk aan den adsistent- resident van Groot Atjeh over en zou den 2Sen dier maand het gewest ver laten. B. Onderhoorigheden. Noordkust. Omtrent den politieken toestand in de landschappen ter Noord kust zijn geene bizonderheden te ver melden; onze vestiging te Segli werd nog steeds, doch zonder ons verliezen toe te brengen, beschoten. Oostkust. Omtrent de geheimzinnige reis van Toekoe Tjihiq Pasangan naar Soengei raja, waarvan in het vorig ver slag werd melding gemaakt en die de gemoederen ter Oostkust zeer in op VISSCH ERIJ. Enkhuizen, 7 Juni. De visscherij naar ansjovis leverde gedurende de vorige week zeer goede vangsten op. Alhier werden in het geheel ongeveer 7,250,000 stuks ansjovis aangebracht, prijs f 9 en /8 per 1000. Sommige vis- schers leden een belangrijk verlies aan netten in den stormachtigen nacht van Donderdag op Vrijdag gingen voor circa f 4000 verloren. De afgeloopen week gaf matige uitkom sten. De rog werd meerendeels verzonden naar Brussel, Antwerpen en Gent en gold van 45 tot 50 c. per stuk. De Noord zeevisschers besomden van f 70 tot 130 per schuit. De palingvisschers in de binnenwateren hadden nog een zuinige vangst. De paling gold van 20 tot 50 fl' kg' der°okerijen werden, de toestand stationnairMelaboeh werd f e" SChT,eue,ip™nen een Paar mal<=n onbeduidend beseho- aangevoerd. Scharren golden 2 h 3 en j ten poonen f i a t.7 5 per mand. Voor geep werd van ƒ3 tot 2.50 per tal betaald, doch de geeptrekkerij langs deze kust is voor dit jaar geëindigd. Oun. April zijne opwachting bij den wd. assistent-resident van de Noord- en Oostkust heeft gemaakt en naar zijn land is teruggekeerd. Aangaande het doel zijner reis heeft hij verklaard, dat hij de radja's van Perlak en Soengei raja heeft willen bezoeken om hunne voorspraak bij het bestuur in te roepen om de opheffing der blokkade te ver krijgen. Hij beweerde de door hem geteekende Zoo ik goed heb vernomen, werden malen onbeduidend beseho- de hoofden bedreigd met een millioen dollars boete, wanneer die tocht van was bironrfAi- wo»-™ t> me lui-ui van Het weder was bizonder warm en Pasangan aanleiding zoude geven tot droog i verwikkelingen in het Edische. De gezondheidstoestand was over Toekoe Tjihik van Pasangan is met het algemeen minder gunstig. j een 300 tal volgelingen (ongewapend Het gemiddeld getal zieken per dag zijn zij niet) naar Perlak getoogen, om in het hospitaal opgenomen was 26 Perlak te helpen herinneren aan zijne tegen 25.1, en dat der berri-berri-lijders belofte gedaan in het vorig jaar, toen 10.1 tegen 11.2 gedurende dén vori- Pasangen hun geholpen had tegen de gen verslagtijd. De stand der berri-berri Companie blanda. is dns ift-Q orn«c*i«w Edi is daardoor niet rustig. In af wachting van nadere berichten zal hier eene compagnie van het 3e Bataljon is dus iets gunstiger. Het sterftecijfer was hooger. Te Deli is het treurig berichtcene compagnie van liet 3e Bataljon ontvangen, dat de heer Rittersberg, klaar staan, om op het eerste sein der- adsistent op de onderneming Hessa injwaarts te vertrekken. Assahan, die met een troep JavanenVeel kwaad volk werd daar in den het bosch was ingegaan, door hen is j laatsten tijd gezien. Benden van 10 vermoord. Het lijk werd in een paja.I2 man maakten de plaats onveilig, gevondende vermoedelijke dader is Deze benden zullen successivelijk aan gevat. I groeien en dan krijgen wij eene. derde In eene Particuliere Correspondentieedische expeditie van de Deti Courant wordt gemeld uitDe Westkust schijnt in kalmen toe- Kota Radja, van 23 April 1.1. stand te verkeeren. De posten werden in de laatste dagen Aan het mail-overzicht van de/ara slecht weinig beschoten. Uit de Kam- b0rfe s het volgende ontleend; pang Kaloet vielen een paar schoten, j Door de regeering is een maatregel op de trams gericht, zonder ons eenig genomen, die strekken kan tot vermeer nadeel te berokkenen. dering van de hoeveelheid en de hoe Heden trad de vijand weder op in danigheid der aan den lande te leveren groot getale en beschoot de werkers koffie, zonder grootere kosten te ver van Boekit Karang en de ben ting oorzaken, en tevens zeer bevorderlijk Larajong. Verliezen hebben wij niet te kan zijn aan de welvaart der iniandsche betreuren. i bevolking in de streken waar veel koffie De verdeeldheid onder de vijandige gr0eit Tot nog toe was het ieder vergund hoofden, de poeasa, doch meer nog het met de bij de koffiecultuur ingedeelde nijpend gebrek buiten de linie, door ons inlanders overeen te komen omtrent de stelsel vau afsluiting, zijn oorzaken, datkereiding van de door hen geplukte de benden huurlingen (Pedirezen) over-koffie, en deze daarna afgewerkt en liepen en ergens een goed heenkomen bereid bij de pakhuizen in te leveren, zochten om aan den kost te komen. Waarna voor de op Westindische wijze Vele heethoofden kwamen bij ons hulp bereide koffie 2 of ƒ3 boven den .CI uusumsi zeer in op-1 verzoeken om wat te mogen invoeren, j gew0nen prijs werd uitgekeerd, al naar- schudding heeft gebracht, kan thans I Panglima N/a Bintang van de 111 mate zij door die bereiding ƒ2.50 i worden medegedeeld, dat hij den 2jen Moekims Daroe, die een vijftal laren 5 0f meer opbracht dan anders. Het April zijne opwachting bij den wd. geleden zich onderworpen had, doch nagevolg hiervan was, dat voornamelijk dien tijd zich aangesloten had bij den j z{j met de afwerking van de door vijand, kwam wederom ons lastig vallen anderen geplukte koffie belastten, die en trok een wissel op onze lankmoe-1 aan dezen geld of levensmiddelen op digheid met schoone beloften, die m. i. dat product hadden voorgeschoten en niet nagekomen zullen worden. zich dat geld met woekerwinst in den 1 oehoe Moeda Daoedhet sluwwe vorm van bes-koffie lieten terugbetalen hoofd van Slimoen, die ons onder de De bevolking had van deze regeling regeering van Pruijs van der Hoevengeen voordeel, het tegendeel was waar, (zaliger nagedachtenis) een renteloos en de koffie werd eer slechter dan be- voorschot van 6000 heeft afhan-ter bereid. en beëedigde akte van verband steeds I diggemaakt om pepertuinen bij Kroeng ^Than^ is in hoofdzaak henaald dat naar behooren te hehhen na.orel#»#»fd er> iRaiia aanteleccren. rlnrh dat <re>\t\ ViaoO-1 P naar behooren te hebben nageleefd en niet aansprakelijk te kunnen worden gesteld voor de handelingen der Kema- la partij, en verzocht na de vastenmaand in de gelegenheid te worden gesteld, om zijne belangen bij den nieuwen goe- j verneur voor te dragen. Voordat de plannen van x A -jo Aiians is m nooidzaak bepaald, dat Raija aanteleggen, doch dat geld heeft j men de koffie niet voor anderen op de 1 aangewend om ous te bestoken, wistgewone iniandsche wijze bereiden en zich hier zoo prachtig voor te doen,de bes-koffie alleen ter machinale be- dat hij met een voorraad vivres en:reiding of afwerking opkoopen mag, andere benoodigdheden, ter waarde van indien men hiertoe licentie heeft beko- 2000. naar zijn negorij via Kroengmen van het hoofd van gewestelijk be- Raija terugkeerde. J stuur, de waarborgen geeft vo«r eene Toekoe i Ook Panglima Poetik, enn der roo- deugdzame verwerking van het produet irhoofdlieden onder Tn*hn* 1 - f v uuiuiti uc piauiieu van loexoej vzu*. j.-ungtcma jroetinenn eter roe- deugdzame verwerking van liet produet Tjihiq ten opzichte der Oostkust nog j verhoofdlieden onder T'oekoe Ocmaren voor beter» kwaliteit dan bij inland- bekend waren, en ten einde maatrege- i heeft hier zijne onderwerping aangebo- i sche bereiding, en geen lageren prijs len vast te stellen welke eventueel j den. Ook hij zal in genade worden betaalt dan in de licentie is vastgesteld zouden moeten genomen worden, wérdaangenomen, om, na zijnen honger Zulk eene licentie geldt voor hoogstens den i6o April te Segli eene conferen- j gestild te hebben, weder sappies en vijftien jaren en voor een bepaalden tie gehouden tusschen den commandant i karbouwen van onze bevriende hoofden kring van dessa's, terwijl zij bij niet der vereenigde scheepsmacht, den sta-jte rooven, 'nakoming aan de verplichtingen kan tions commandant, den adsistent resident I Siroen heeft een schrijven ontvangen j worden ingetrokken. Hetgeen de West van Groot-Atjeh, den chef van den j van onzen deserteur Carli, waarin moet I indisch bereide koffie mear opbrengt staf en den wd. asistent-resident van; vermeld zijn, dat de Atjehers hemdan de andere komt geheel ten bate de Noord- en Oostkust en bepaald, dat j «ouden uitleveren, indien wij 1000 j van den ondernemer, die overigens den zerpn ."i- --c - - zoo Toekoe Tjihiq niet spoedig de Oostkust verliet en er gegronde vrees bleef bestaan voor vijandige bedoelin gen zijnerzijds, hem door den wd. I veciu mei zijnen uroeaer over de oude adsistent-resident zou worden aange- «aak (de dochter van den Sjahbandar). r,~„A Ar.*- ;„A:Von j__ 1 betaalden en 2 dozijn beaumontgeweren naar den vijand «onden. De Radja van Pedir is wêer in ge vecht met zijnen broeder over de oude ausistciiL-icaiuent zuu wurueu aange- j «««ha vuc. van ucu DjanDanaarj. zegd dat, indien zijn verblijf ter Oost-Tan beide zijden aijn er vele dooden kust aanleiding mocht geven tot onlus- en gewonden gevallen, 't Is jammer dat ten in het Edische, onmiddellijk zou zij elkaar niet vernietigden, worden overgegaan tot tuchtiging zijner Segli werd in den laatsten tijd nog strandkampongs, en zijn gebied evenals meer beschoten. De opgeruimde loop- de landschappen ter Oostkust in het graven van den vijand zijn weder ge- afgeloopen jaar met eene oorlogsschat- opend en door Moslims bezet, ting zou worden belast. Eenige dagen geleden werd aldaar Door zijn spoedigen terugkeer naar eene conferentie gehouden door den Pasangan is deze bedreiging echter Chef van den staf. den Assistent-Resi- achterwege kunnen blijven, en boezemt dent va° Groot Atjeh en de Kolonels de toestand ter Oostkust voorshands der Marine Stok en Broekhuizenom- geen bezorgdheid in. trent den inval van den Radja van Westkust. Ter Westkust bleef Pasangan in het Perlaksche. gewonen prijs van f 15 per picol om vangt. Deze regeling zal, wanneer er een druk gebruik van gemaakt wordt, het voordeel hebben dat er meer handen zullen vrij komen voor dén pluk en dus eene grootere hoeveelheid zal wor den ingeleverd, maar indien de kanker van den woeker zal worden uitgeroeid daa moetea de ondernemers door het geven van renteleoze voorschotten in de behoeften van de bevolking aan geld voorzien. En zij zullen dit ook kunnen doen, wanneer hun maar de noodige waarborg wordt geschonken dat het product, waarop zij voorschot geven, ook werkelijk bij hen zal wor den ingeleverd. Meer afdoend zou het zeker zijn, als de regeering zelve Osmonds zich aan zulk een algemeene verachting zouden bloot stellen." Het was echter nog zoo gemakkelijk niet om van de tegen woordigheid van Tom Peckfield te worden ontslagen. „Met hen, die tegen de wetten zondigen, zooals de vicaris zegt, moet het zoo wel gaan. O, mijnheer," zeide de oude mail en schudde van het lachen, „gij hadt mevrouw Selby en de zuster van mevrouw Selby, die lastige oude miss Midgley eens moeten hooren. Vrouwen zijn veel moeilijker te bestrijden dan mannen, wanneer hare tongen eenmaal loskomen. Ja, ik zal' zeggen, dat gij komt, mijnheer George." Want Tom had juist een blik vol ongeduld van zijn meester opgevangen, en hij keerde zich om en scheen zich oogenblikkelijk in de richting van de tenten te willen verwijderen. George slaakte een zucht van verlichting, maar hij was hiermee te haastig, want de oude man keerde oogenblikkelijk weer terug en riep uit„Ja, mijnheer George, dat had ik bijna nog vergeten...." „Wel drommels wat is er nu nog zeide de squire op een allesbehalven vriendelijken toon. „Gij hebt mij gezegd, dat ik scherp moest toezien op de toe gangsbewijzen en niemand mocht binnenlaten, die niet betaald had welnu, kapitein Beverley...." „Wat, die was George's ongeduldige vraag. „Ik kon het hem onmogelijk beletten binnen te komen zonder te betalen. Gij weet, dat de kapitein, reeds toen hij nog een jongen was, wanneer hij iets wilde, zijn wil altijd doorzette." „Dat doet er volstrekt niets toe, Tom, wij zullen den kapi tein dat geld maar kwijtschelden," zeide George met een glim- j lach, want hij begreep, dat zijn neef evenals altijd den eerlijken Tom, bij wien hij nooit goed stond aangeschreven, moest ge plaagd hebben. „Dat wist ik niet," vervolgde de oude man, „en ik zeide tot hem „recht is recht" en „wanneer de een betaalt, dan moet de ander ook betalen", zoo denk ik er over." „Wel drommels, Tom riep Studley uit, wiens voorraad geduld nu geheel was uitgeput, „zult gij nu mijn boodschap aan den vicaris overbrengen, of moet ik hetzelf doen „Ja, ja, mijnheer George, het is nu gedaan," zeide de oude bediende, half brommend en half met een zucht, „gij behoeft mij niet zoo barsch toe te spreken. Ik heb nu gedaan. Ik heb u alles verteld, wat ik u te zeggen had. En als ik nu daarvoor niets dan onvriendelijke woorden ten antwoord krijg, welnu uw vader zou dat niet gedaan hebben.... nooit.... uw grootvader evenmin, toen ik hun vertrouwde bediende wasToen had ik geheel andere meesters," en met dit verwijt tot afscheid keerde de oude man zich om en verwijderde zich, ten zeerste ontstemd. „Ik heb nog nooit zulk een ouden, dwazen stijfkop gezien, maar men kan niet goed boos worden op een ouden bediende, die bij drie geslachten het brood der Studleys heeft gegeten," zeide George, terwijl hij zich omkeerde, om zich weer in zijn tête-a-tête met Grace te verdiepen. „Ik zou zeer slecht van u denken, wanneer gij dat wel kon- det," was Grace's antwoord. „Ja, maar gij weet niet, wat zulke oude bedienden al niet durven doen." „Zij zeggen dan ook, dat zij strenge meesters hebben," zeide Grace half voor zich. En nu verdiepten zij zich in een zoet gekeuvel, en vergaten de familie Osmond, de vicaris, de bloemententoonstelling en de bloemen, allen en alles, totdat uit een der tenten een hartelijke, luidruchtige lach hun oor bereikte een lach, die al het bloed uit Grace's wangen naar haar hart deed vloeien en toen weer terug. Werktuigelijk riep Grace uit: „Wie lachte daar?" „Mijn neef Charley," gaf de squire ten antwoord. „Uw neef?" riep Grace uit, hare uiterste krachten inspannende om kalmte in haar stem te leggen. „Gij noemt hem Beverley „Ja," zeide George, „kapitein Beverley. Ik geloof niet, dat hij te Studley is geweest, sedert gij in de pastorie uw intrek hebt genomen. Maar kent gij hem „Neen ik hoop ik geloof het niet. Neen, ik ben er zeker van, dat ik kapitein Bëvèrley niet ken," was het stamelend antwoord van Grace. „Dan kan ik u iets aanbieden, dat groote waarde heeft de vriendschap van een flinken man, van een trouwen vriend, zooals men er maar zelden heeft. Wat zult gij veel van hem houden De lach was weer even luid als voorheen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2