Brieven uit de hoofdstad.
POLITIEK OVERZICHT.
GEMENGD NIEUWS.
VIII.
De gemeenteraad heeft in de jongste
zitting met 24 tegen 2 stemmen ver
worpen de volgende motie, ingediend
door mr. J N. van Hall, naar aanlei
ding van het reeds vermelde feit, dat
no 1 van een voordracht tot benoeming
van een eerste onderwijzer aan een
school werd voorbijgegaan en no. 2 is
aangesteld,
„De Raad,
Gezien het adres van den Bond voor
Nederlandsche Onderwijzers, afdeeling
Amsterdam,
Overwegende, dat het niet wenschelijk
is, dat bij benoeming of bevorderini
van onderwijzers aan de openbare lagere
scholen personen worden voorbijgegaan
op grond van hunne politieke, maat
schappelijke of godsdienstige overtui
gingen,
Gaat over tot de orde van den dag."
In de toelichting tot deze motie, zeide
de vooisteller, dat het doel daarvan
was, uit te maken dat de Raad niet de
meening van de onderwijzers aan ban
den wil leggen.
Met dat al is de betrokken persoon
een soort van beroemdheid geworden
en tot zekere hoogte tot martelaartje
gemaakt, zooals de heer Van Hall juist
opmerkte. Het is te hopen, dat deze
zaak nu eindelijk van de baan is.
De hoofden en minderen der openbare
kostelooze scholen gaan anders nogal
eens raar om met de aan hun zorg toe
vertrouwde kinderen. Dit bewees een
mededeeling van den heer Hovy, dat
aan de kinderen van een school verbo
den werd, tijdens het verblijf der Ko
ningigen, op de school oranje te dra
gen. Gaat dat nu niet wat &1 te ver,
of zou de meester het eenvoudig ver
boden hebben, omdat het bedoelde kind
tijdens de les er mede zat te spelen?
Hoe het zij, moge de verzekering
van den wethouder van onderwijs, dat
deze zaak zeer gestreng zou u orden
onderzocht, eens meer blijken dan de
gewone phrase, waarmede het Dage-
lijksch Bestuur zich van een klacht af
maakt. Immers wanneer iemand zich
tot een gemeentebestuur richt, met ver
zoek aan een of ander misbruik een
einde te maken, kome bijna geregeld
het antwoord dat „de zaak zal worden
onderzocht", al kan ook iedereen zich
dagelijks met eigen oogen van de waar
heid van een en ander overtuigen.
Zoo schijnt het nu echter eenmaal
in de officieele wereld te behooren!
Onder de „ingekomen stukken" was
er een, dat door ieder met groot genoe
gen zal zijn ontvangen, n. 1. de mede
deeling dat de heer J. Borski niet min
der dan een half millioen aan de ge
meente heeft vermaakt. Met leedwezen
daarentegen werd de mededeeling aan
gehoord, dat de heer mr. J. A. Sillem,
tengevolge zijner benoeming tot lid van
Ged. Staten, zijn ontslag nam als raadslid.
De nieuw verkozen leden, Hugo Mul
ler en P Nolting, namen zitting, en....
zwegen, zooals het gebruik of liever de
gewoonte medebrengt. Eenigen tijd ge
leden had een nieuw gekozen raadslid
deze gewoonte niet gevolgd, maar ge
sproken over een zaak waarvan hij vol
komen op dé hoogte was, maar deze
moest het duur betalen, daar hij door
een blad beschuldigd werd van.... on
bescheidenheidMen moet het maar
weten.
doen voor de werklieden, evenmin als
de Arbëidsbeurs van den Werkenden
Stand, door de werklieden met den naam
Armoedsbeurs genoemd.
Het gevolg is dan ook geweest, dat
de afdeeling Amsterdam van den Bond
is opgeheven. De werkman klaagt over
het algemeen, en als men hem wil te
gemoet komen, wordt er geen gebruik
;emaakt van de toegereikte hand.
Er wordt echter ook wel eens wat
gedaan voor den werkman', dat zijn
volle goedkeuring wegdraagt. Zoo zal
b.v. het personeel van een der voor
naamste drukkerijen hier ter stede, tel
kens bij vier man te gelijk, in den
stillen tijd, de eerste twee dagen der
week vrijaf hebben, met behoud van
het loon, terwijl tevens nog een extra
toelage van f 2 50 per man wordt toe
gekend voor reiskosten en vertering.
Waarlijk, het doet goed, waar zoo
kunstmatig ontevredenheid wordt op
gewekt, eens melding te kunnen maken
van een daad, die getuigt, dat de goede
verstandhouding tusschen patroon en
werkman niet slechts een ij dele klank is
woordig doel geschikt is.
Reeds vroeger deelde ik een en ander
mede over de voorgenomen opvoering
van De Poppenfee door het gezelschap-
Van Lier. Thans is dit voornemen ver
wezenlijkt en wordt het ballet na de
vertooning van een grappige klucht
vertoond.
Zelden nog is iets dergelijks door
niet-balletdansers zoo goed vertolkt. De
monteering is bizonder fraai, terwijl ook
nu weder duidelijk blijkt, hoe verkieslijk
electrische verlichting voor een tooneel
is boveD die met gewoon gaslicht. De
effecten met het eerste verkregen waren
inderdaad verrassend De voorstellingen
worden dan ook druk bezocht.
Meer mag ik er niet van zeggen, want
de heeren Van Lier zijn voornemens
ook uwe stadgenooten gedurende de
e. k. kermisdagen in de gelegenheid te
stellen met een en ander kennis te ma
ken. Ik geloof dat het de eerste maal
zal zijn, dat ten uwent een tooneel elec
trisch verlicht wordt.
UNUS.
De leening ten behoeve van het Con
certgebouw is, zooals trouwens verwacht
werd, niet volteekend. De gelegenheid
tot inschrijving is alsnog opengesteld
tot 15 dezer, en nu worden alle zeilen
bijgezet om het ontbrekende bijeen te
garen.
Evenals gewoonlijk weet iedereen een
middel daarvoor, en men leest de groot
ste dwaasheden in den vorm van in
gezonden stukken in de dagbladen. De
een wil de jaarlijksche bijdragen der
leden verhoogen, een ander daarentegen
juist het tegenovergestelde, een derde
weet er wat anders op, wat door een
vierde weder wordt tegengesproken, en
zoo gaat het maar door. Met dat al
komt echter het geld er niet!
Dit heeft mij toch verwonderd.
Daargelaten, dat het bijna schande is
voor de hoofdstad, dat eene dergelijke in
richting niet voldoende gesteund wordt,
verbaast menigeen zich er over dat het
vereischte bedrag nog niet gevonden is
immers de bewondering der Amster
dammers voor alles wat van buiten
land komt is algemeen bekend, en het
orkest van het gebouw bestaat voor
drie vierde gedeelte uit duitsche toon
kunstenaren, hoewel velen onzer musici
niet voor hunne vreemde kunstbroeders
in bekwaamheid behoeven onder te doen.
Er wordt dan ook ontzaglijk veel
moeite gedaan den boel staande te hou
den, en in de bladen wordt ieder aan
gespoord, toch vooral daartoe bij te
dragen.
Het „Paleis" schijnt minder algemeen
in de sympathie te deelen, ten minste
nu en dan komt een aandeelhouder de
lieden eens wakker porren om deze
stichting te helpen. Hier komt een be
langhebbende nog eens openlijk voor
den dag, terwijl men het ginds cloet
voorkomen also! het een zuiver philan-
thropisch beginsel is.
Een andere lijderes. die ongetwijfeld
het meeste nut heeft gesticht, wordt,
omdat zij slechts in stilte lijdt, bijna
onopgemerkt voorbijgegaan. De „Maat
schappij voor den Werkenden Stand,"
die door haar vele afdeelingen menig
werkman aan een middel heeft gehol
pen in zijn onderhoud te voorzien, en
ook een paar volksgaarkeukens in het
leven heeft geroepen verkeert eveneens
in geldelijke moeilijkheden. Het Bestuur
heeft zelfs in overweging gegeven het
fraaie gebouw, waarin de Maatschappij
VISSCH ERIJ.
Tessel, 8 Juni. Door de Noord-
zeevisschers van hier zijn in de afge-
loopen week elders ter markt aange
voerd15,000 tongen, 25 tarbotten.
1000 roggen, 250 manden kleine schol.
400 manden scharren, 150 manden
kleine tarbot en 400 manden diverse
kleine visch.
De prijzen waren als volgt: groote
tongen 25 38 cent, kleine en middel
soort dito 6 15 cent, tarbot j 5
roggen 45 50 cent, alles per stuk
kleine schol f 1, scharren f 1 2,
kleine tarbot 10 en diverse kleine
visch f 1 per mand.
Het gaat lastig, het ieder naar den
zin te maken. Dat ondervond ook de
afdeeling Amsterdam van den Neder-
landschen Werkgeversbond, die, wat
er ook gedaan werd, niets goed kon
Zooals reeds gisteren door ons werd
gemeld, is de opstand op Haïti door
de krasse maatregelen van den president
Hippolyte onmiddellijk gesmoord. Vol
gens Reuter-telegrammen heeft de pre
sident bevel gegeven, alle lieden die op
straat gevonden worden, aan te houden
en dood te schieten. Oe soldaten en
de politie schoten in het wilde. De
gewezen minister van Financien is als
verdacht gevangen genomen en door
de negers in den rug geschoten. Een
fransch koopman, Regant, is op bevel
van Hippolyte ter dood gebracht.
De onlusten in China zouden, indien
de autoriteiten niet doeltreffende maat
regelen nemen, wel eens een staartje
kunnen hebben, dat voor de staartjes-
dragende Chineezen minder aangenaam
zou zijn.
De Standard toch, - verneemt uit
Shanghai dat de Eransche en Ameri-
kaansche gezanten bij de Chineesche
Regeering hebben aangedrongen op
doeltreffende bescherming van de Fran-
sche enAmerikaansche ingezetenen. Eene
weigering zou eene vijandige houding
dier beide mogendheden kunnen uit
lokken. De Standard beweert dat het
fransche eskader wel eens Nankin zou
kunnen beschieten, indien er geene vol
doende schadeloosstelling mocht worden
uitgekeerd aan de slachtoffers der jongste
onlusten. De jongste daad van het ge-
haar zetel heeft opgeslagen, onder "den peupel is een aanval op het fransche
hamer te brengen. In eigen boezemzendelinghuis bij Shanghai. De manda-
tracht men de middelen te vinden ditrijnen schijnen onmachtig, de onge-
onheil te verhoeden, want hoogst waar-regeldheden te beletten,
schijnlijk zou het huis worden afgebro-j Evenmin is Frankrijk tevreden over
ken, daar het door zijn eigenaardigen de wijze, waarop de sultan het voor
bouw bijna uitsluitend voor het tegen-gevallene te Bethlehem heeft behandeld.
Blijkens een bericht uit Constantinopel
aan de Standard heeft de fransche ge
zant aldaar de nieuwe botsing tusschen
de grieksche en roomsche christenen
te Bethlehem tot eene ernstige diplo
matieke zaak gemaakt. De Porte be
loofde hem, een onderzoek in te stellen.
De nota, waarin hem dit werd mede
gedeeld, heeft hij echter teruggezonden
met de boodschap, dat hij geen genoegen
kon nemen met praatjes, en dat wan
neer de Porte tot aanstaanden Maaudag
geene voldoening heeft gegeven, hij
Constantinopel zal verlaten. De Porte
blijft onder deze bedreiging uiterst kalm
en schijnt voor geene breuk met Frank
rijk te vreezen, zoolang de goede ver
standhouding met Rusland en Duitsch-
land voortduurt.
De werkstaking van de omnibus
conducteurs en koetsiers te Londen
duurt voort. Ongeregeldheden hadden
niet weder plaats.
De directie der „General Omnibus-
Company" ontving eenen brief van het
werkstakers-comité, waarin de door de
directie gedane voorslagen verworpen
werden en eene tweede samenkomst
werd voorgesteld. De directie heeft ge
antwoord dat zij Donderdag dien brief
zal overwegen. Men vermoedt, dat zij
de werkstakers wil dwingen door de zaak
op de lange baan te schuiven, daar het
bekend is dat zij geen geld hebben en
velen reeds een werkstaakloon verlangen,
dat tweeduizend pond sterling in de week
beloopen zou. De Omnibus Mij. lijdt
door de staking een verlies van 6000
pd. st. in de week. De onderaardsche
spoorweg laat extra-treinen loopen. Ten
gevolge der staking zijn de ontvangsten
der beide tentoonstellingen belangrijk
minder geworden.
In Portugal schijnt men van het ko
loniseeren genoeg te krijgen. Althans
de heer Ferreira Dalmeida, lid der
Cortes, heeft het voornemen te ken
nen gegeven om bij die vergadering
een wetsontwerp in te dienen, ten doel
hebbende de koloniën te verkoopen,
met uitzondering van Angola, St. Tho
mas, Prinseneiland en de Kaapverdische
eilanden, en de opbrengst van den ver
koop te doen dienen ter vermindering
der openbare schuld. Volgens het be
richt wordt Dalmeida hierin door ver
scheidene leden der Cortes gesteund.
Volgens berichten uit Iquique hebben
de Balmacedische schepen Almirante
Lynch en Almirante Condell met twee
transportschepen en torpedobooten ge
tracht Pisagua te bombardeeeren. We
gens den afstand konden echter slechts
enkele projectielen de stad treffen.Daarop
zijn de schepen teruggestoomd, achter
volgd door stoomschepen der congres
partij
De regeering der Unie heeft aan de
agenten ter zake van robbenvangst op
de Behringzee eene instructie gezonden,
dat na de dooding van 7500 robben de
vangst moet worden gestaakt.
De Amerikaansche Regeering wil dus
blijkbaar een moordvisscherij die ge
makkelijk zou kunnen plaats hebben,
voorkomen.
In een particulier telegram aan de
N R. Ct. wordt gemeld, dat de
parijsche correspondent van de Times
breedvoerig spreekt over de veranderde
gevoelens in Frankrijk ten opzichte van
Rusland. Hij schrijft die verandering
toe aan de scheidsrechtelij ke uitspraak
van den Czaar in het geschil met
Nederland betreffende Guyana. Hij
gelooft niet dat de indruk, door deze
uitspraak bij de Franschen teweegge
bracht, zal worden uitgewischt door het
bezoek van den Czaar aan de fransche
tentoonstelling te Moskou. De Times
spreekt in een hoofdartikel ook zelf
over dat onderwerp
Men zou zeggen, dat de gehechtheid
niet groot is, wanneer die door een
enkele arbitraire uitspraak kan worden
Frankrijk meenen, dat vriendschap ook
in_ zich sluit: bevordering van des
vriends belangen door dik en dun heen
De Figaro deelt op besliste
wijze mede, dat de triple-alliantie is
vernieuwd. Er zijn slechts weinig wij
zigingen in het tractaat gemaakt, waar
van de bepalingen nauwkeuriger werden
omschreven. Wanneer een der bondge-
nooten een andere mogendheid aan
valt, zijn de beide andere bondgenooten
niet verplicht tot steun; wèl, wanneer
een der bondgenooten, zonder uittarting
van zijne zijde, wordt aangevallen.
Het Baeearat-Schandaal.
Dinsdag' heeft de jury uitspraak ge
daan, kolonel (nordou Cummiotg in het
ongelijk gesteld en zijne aanklacht van
laster tegen Wilson en echtgenoote,
Lycett Green en zijne vrouw en een
paar anderen, ongegrond verklaard.
Waarschijnlijk zal nu kolonel Gordon
Cumming als oftïcier ontslag moeten
nemen.
verkeerd in antipathie. Of zou men in
Geheel nieuw op het gebied
van bedelarij, meldt De Echois zeker
wel het volgende
Toen ik eenige dagen geleden een
wandeling deed, kwam mij een vrouw
te gemoet, die mij aansprak en ver
telde, dat zij zoo moe was en gaarne
iu de tram wilde, maar zij kwam
nog cent te kortnu vroeg ze mij
of ik ook een een enkelen cent voor
haar had.
Daar dit op een half huilenden toon
werd gezegd, kreeg ik medelijden en
gaf haar het gevraagde. Spoedig daarna
kwam mij de vraag wel wat verdacht
voor, en ik besloot haar na te gaan
En wat zag ik nu
Zij herhaalde dezelfde vraag bij ver
scheidene andere personen, van welke
de meesten haar een cent gaven. Bij
ieder werd, zooals ik later vernam, ver
teld, dat zij één cont te kort kwam.
Daar ik niet twijfel, of deze manier
van bedelen zal spoedig grooten bijval
vinden, ben ik zoo vrij de lezers hier
tegen bij voorbaat te waarschuwen.
In het departement aan d
Seine inférieure is een onderzoek inge
steld naar de verspreiding der jongste
iuliueuza-epidemie. Daartoe zijn aan
alle geneeskundigen vragenboeken toe
gezonden, uit de beantwoording waar
van thans blijkt, dat de meeste genees
heeren de ziekte als besmettelijk be
schouwen, dat de eerste gevallen in de
groote centra zijn waargenomen, en dat
de ziekte van daar uit zich over het
platteland heeft verspreid. Dat de epi
demie op den 1511 dag haar toppunt
bereikt, en dat zij na 6 weken was
verdwenen, dat de verhouding der aan
getasten tot de bevolking grooter was
naarmate de besmette plaatsen meer
bevolkt waren, dat mannen meer dan
vrouwen, en volwassenen meer dan kin
deren zijn aangetast, dat er drie ver
schillende ziektevormen zijn waarge
nomen eene waar de zenuwziekten op
den voorgrond traden, een met borst
lijden en een gepaard met buikziekten,
dat de meeste complicaties waren ziekten
der luchtwegen en dat daardoor de
epidemie veel heviger in hare gevolgen
is geworden, dat bij te spoedige her
vatting van den arbeid vaak weder in
storting volgde, bij ongeveer Vs der
patiënten, dat het herstellingstijdperk
lang heeft geduurd en vaak met groote
zwakte gepaard ging, dat in het alge
meen de sterfte gering was en dat met
De kapitein boog, maar Grace bleef onbeweeglijk staan en hare
gedachten waren elders, want zij luisterde nauwelijks naar de
woorden van miss Midgley, toen deze haar in het oor fluisterde
„De neef van George Studley, lieveling. Een zeer beminnens
waardig man."
„Ik zou zeer gaarne naar huis willen terugkeeren," zeide Grace
eindelijk.
„Het rijtuig van den heer George zal zoo dadelijk hier zijn
en dan zullen wij samen terugkeeren, mijn kind, want ikzelf ben
ook vreeselijk in de war. O, mijn kindgij hadt die verschrik
kelijke mevrouw Osmond eens moeten zien, als een hertogin
gekleed, zij scheen wel een getergde, brullende leeuwin te zijn.
Ik moet echter zeggen, dat de graaf en sir Richard mij krachtig
bijstonden, en ook de vicaris was zoo opgewonden als hij maar
zelden is en hij vertelde hun zijn meening en die van anderen,
van het hoogerhuis en van het testament, betreffende hun onheilig
huwelijk, en eindelijk...."
„Ik hoop toch, dat zij de tentoonstelling niet met hunne
tegenwoordigheid hebben vereerd," aldus viel de kapitein haar
in de rede.
„Ja, zij wilden liever terugkeeren," vervolgde miss Midgley
op zegevierenden toon, „dan zich aan de algemeene verachting
blootstellen."
Het rijtuig van squire Studley werd nu zichtbaar en kwam
schielijk aanrijden door het park, en toen het de cederboomen
had bereikt, sprong George er uit en vroeg angstig of Grace
weer hersteld was; toen men hem hieromtrent had gerustgesteld,
hielp hij miss Midgley in het rijtuig en stak Grace juist zijn
hand toe, toen hij uitriep
„Ah 1 dit is mijn neef Charley, miss Dalton, over wien gij
zoo dikwijls hebt hooren spreken."
„Wij zijn reeds aan elkaar voorgesteld," gaf Grace ten ant
woord, en met een lichte buiging van het hoofd, stapte zij in
het rijtuig,
Georgé sprong er nu ook in en riep uit„Ik kom spoedig
terug, Charley."
Toen het rijtuig wegrolde, lichtte Beverley zijn hoed van zijn
hoofd en miss Midgley riep uit„Wat is kapitein Beverley toch
een knappe man
„Slechts knap is hij, die knap leeft," dacht Grace bij zichzelf,
terwijl zij achterovergeleund in het rijtuig lag, met hare oogen
gesloten en reikhalzende naar het oogenblik, dat zij alleen kon
zijn, om aan de tranen, die zij nu moest weerhouden, den vrijen
loop te geven, en kon luchtgeven aan haar hevige smart op
het oogenblik, dat zij wist, dat niemand haar droefheid kon
zien of hooren.
Tom Peckfield nam de karaf en het glas, en na een toornigen
blik te hebben geworpen op den kapitein, wien hij het niet had
vergeven, dat hij zich den toegang tot de tentoonstelling had
verschaft, zonder te betalen, keerde hij naar de tenten terug.
De kapitein keek peinzend het rijtuig na, totdat het geheel
uit het gezicht was verdwenen, stak toen een cigarette aan, die
hij uit een sierlijk geëmailleerd doosje te voorschijn haalde,
waarop zijn monogram stond, en terwijl hij telkens de lichte,
blauwe rookwolkjes uitblies, die kronkelend tusschen de donkere
bladeren van de ceders naar omhoog stegen, mompelde hij
„Natuurlijk kent zij Lottie? Zou zij mijn spel bederven?" En
daarna, na een oogenblik van stilzwijgen„Vervloekt lastig
die ontmoeting
HOOFDSTUK III.
Goud en klatergoud
„Treed mijn nederig verblijf binnen," zeide de predikant tot
den squire op den avond van de bloemententoonstelling, terwijl
hij hem binnenleidde in een klein vertrek op de pastorie half
bibliotheek, half museum, dat den eerwaarden Alfred Selby zoo
wel tot studeer- als zitkamer diende.
De vicaris draaide zijn lamp op, opende een geheimzinnig
kastje in een der hoeken in het paneel van den wand verborgen
en haalde een kistje sigaren en een kistje met geestrijke dran
ken te voorschijn. Toen beide mannen een groote, geurige
havannasigaar van een uitstekend merk hadden aangestoken,
waardoor de pastorie van St. James the-Less vermaard was en
hadden geproefd van de heerlijke, oude cognac, waarop de
vicaris zelf trotsch was, vroeg de vicaris„Wat wildet gij mij
nu zeggen, mijn jongen Hij nam tegen George meestal een
vaderlijken toon aan.
„Ik wilde u hoofdzakelijk over uw goevernante, Grace Dalton,
spreken," was het antwoord. „Ik zou gaarne willen, dat gij mij
alles verteldet, wat gij van haar weet hoe zij in haar tegen
woordige betrekking is gekomen."
Wordt vervolgd