Bij goed weder zal des namiddags een vaartocht worden ondernomen. Het eerst wordt het IJ bezocht en een tochtje langs de Handelskade gemaakt. Door de Nieuwe Heerengracht en den Binnenamstel wordt de tocht tot in den Buitenamstel voortgezet. In een Maandagnamiddag ten stadhuize gehouden samenkomst van den burgemeester met bestuursleden van de hier bestaande roei en zeil- vereenigingen is o. a. vastgesteld, dat des namiddags van 2 Juli e. k. een wedstrijd op den Ainstel zal worden gehouden van zes- en vierriemsgieken, die door den keizer van Duitschland vermoedelijk in de koninklijke sloep der marine zal worden bijgewoond. De wedstrijd zal hoogstens twee nummers bevatten. Voor die gelegenheid zullen de gebouwen van de Hoopde Am stel, de Her ens en Neptunus met vlaggen en wimpels en groen gedecoreerd worden. Met de inrichting eener feestelij ke ont vangst heeft zich belast de president dei- roei- en zeilvereeniging (T Avis tel, de heer W. Holtzer. Ter gelegenheid van het eeuwfeest der geboorte van Faraday, heeft het Kon. Genootschap van We tenschappen te Londen onze landge noot, prof. dr. Van der Waals, hoog leeraar in de natuurkunde te Amsterdam, tot zijn eerelid benoemd. Men meldt uit Amsterdam: Door het hoofdbestuur der vereeni ging „Vergunning" werd per adres aan den gemeenteraad aangedrongen i°. op scherper toezicht op de inrichtingen, waar zonder vergunning sterke drank in het klein wordt verkocht; 20. op be noeming van betere deskundigen tot schatters van localiteiten waar drank verkoop plaats heeft; 30. op het niet meer vasthouden aan de opvatting, dat, bij verkoop van eene affaire binnen het vergunningsjaar, de opvolgende kooper telkens voor de nog volgende kwartalen vergunningsrecht moet betalen; 4°. op verlenging van den termijn van reclame tegen den aanslag in het vergunnings recht In een door B. en W. op dit adres uitgebracht preadvies wordt ad i°. ge wezen op de schromelijke overdrijving van adressant, waar deze beweert, dat ongeveer 600 personen in deze gemeente het bedrijf van kleinhandelaar in ster ken drank uitoefenen, zonder in het bezit te zijn van de daartoe vereischte vergunning. Wel zullen de bepalingen in deze overtreden worden, maar dan wordt of niet tegen de letter der wet of op zoo geheimzinnige en bedekte wijze gehandeld, dat het voor de politie uiterst moeielijk is om met geoorloofde veelheden van minder dan 2 liter) van bijna 1500 neringen in gedistilleerd te bepalen zijn. Wat het derde punt be treft, dat de opvolgende kooper eener affaire, telkens voor de nog volgende kwartalen vergunningsrecht moet beta len geschiedt conform de wet, welke zegt: „Hij die sterken drank in het klein veekoopen wil, moet vergunning aanvragen" (art. 1) en „Geen vergun ning is van kracht vóór de betaling van het vergunningsrecht" (art. 6). Ver andert dus de persoon van 'hem die sterken drank verkoopt in eene locali- teit, waarvoor reeds vergunning gege ven is, dan moeten de tweede en vol gende houders der affaire telkens op nieuw vergunning aanvragen en het vergunningsrecht voldoen. Intusschen erkennen B. en W. dat de wet niet verbiedt in deze gevallen aan den ver- kooper evenredige restitutie van het be taalde vergunningsrecht te verleenen en stellen zij voor, het beginsel dier resti tutie in de verordening op te nemen. Eindelijk punt 4, betreffende den ter mijn van reclame. De daarvoor gestel de 5 dagen vindt men terug in nage noeg alle plaatselijke verordeningen. Evenwel bestaat er bij Burg. en Weth. geen bezwaar, den termijn te verlengen en op 14 dagen te bepalen. De laatste dagen werd her haaldelijk bij de politie te Amsterdam aangifte gedaan van het in omloop brengen van valsch geld, waarop ter stond door de politie een gestreng on derzoek werd ingesteld naar de ver vaardigers en verspreiders der valsche munt. Bij dit onderzoek had men al dadelijk een aanwijzing dat de schuldi gen vermoedelijk in de buurt van de Vijzelgracht woonden omdat daar o. a. bij een brooddepothouder en bij een tapper de eerste valsche stukken ont vangen waren. Het toeval was der po litie Zaterdag behulpzaam daar in de onmiddellijke nabijheid van den poli tiepost in de Ferdinand Bolstraat een vischkooper van een man een rijksdaal der ontving, die hem verdacht voorkwam. De man werd, teneinde zich over de herkomst van dat muntstuk te verant woorden, naar den politiepost geleid, waar meer valsche munt in zijn bezit werd gevonden. Eenmaal dezen draad in handen heb bende, werd het onderzoek met kracht hervat. Nog denzelfden dag werden twee personen, een man en eene vrouw gearresteerd, die verdacht werden zich aan het vervaardigen van het valsche geld te hebben schuldig gemaakt. De verdachten, die woonachtig waren de Jacob van Campenstraat en op de Vijzelgracht, werden ter beschikking vertrekken. Daar aangekomen,'zouden zij elkaar wel vinden en gezamenlijk de reis doorzetten naar Antwerpen. De vrouw van De L. was echter omtrent het voorgenomen plan door anderen ingelicht. Ook zij ging naar Breda, alwaar zij op het perron het verliefde paar aantrof. De vluchtelingen stonden verbluft te kijken, doch vrouw L. liet hun niet veel tijd tot denken, had dadelijk de liefelijkste woorden bij de hand, scheurde de japon stuk'van hare mededingster en ontnam haar een gouden horloge, dat zij zooeven van haren nieuwen minnaar had gekregen. Daar klonk het„Breda, Roozendaal, Esschen, Antwerpen", over het perron, de laatste waarschuwing van den portier. De vrouw stapt in den gereedstaanden trein, met het kaartje in de hand. Doch de man wordt door de ijzersterlce vuist van zijne echtgenoote bij de berst ge pakt en moest, ondanks alle pogingen, het aanzien, dat zijne geliefde alleen vertrok. Dit heeft echter niet plaats gehad, zonder krachtig protest van de zijde des mans, die in een vloed van scheldwoor den zijn meesterschap in dit vak be wees. Alles was echter tevergeefs. De politie verwijderde het paar van het perron, dat een oogenblik later, vroo- lijk keuvelende, de Willemstraat in stapte. Voor enkele dagen werden door een ingezetene van Breda gelds waardige papieren gevonden tot een bedrag van ƒ12,500. De stukken wer den gedeponeerd ten bureele van de politie. Een eigenaar heeft zich tot heden nog niet opgedaan. Uit Broek-Sittard wordt gemeldMen kan hier maar niet tot de verkiezing van een nieuw ge meenteraadslid komen. Eenigen in den laatsten tijd daarvoor gekozenen be dankten. Vrijdag had opnieuw eene stemming plaats. Slechts één kiezer van de 19 was eenige minuten vóór 5 uur komén opdagen, doch toen hij op zijne vraag of er al iemand was komen stem men, een ontkennend antwoord kreeg, verwijderde ook deze zich zonder zijn stembiljet in te leveren. Bij de opening den volgenden dag bevatte de bus vijf biljetten, zijnde de drie briefjes van de leden van het stembureau, nog een van een vierde lid van den gemeenteraad, benevens dat van den gemeente-secre taris. De biljetten waren echter alle blanco. middelen de overtreders op heeterdaad van de justitie gesteld en naar de cel- te betrappen. In elk geval zijn sedertgevangenis overgebracht, het in werking treden der drankwetl Verschillende aanwijzingen doen ver van 150 overtredingen proces-verbaal moeden dat hunne strafbare nijverheid opgemaakt. Wat het tweede verwijt be-1 sedert kort door hen uitgeoefend werd, treft, als zou het den schatters haperenen dat nog slechts zeer weinig waarde- aan een behoorlijken, logisch gedachten looze munt in omloop is gebracht. maatstaf het is waar dat de vage omschrijving in art. 6 van den grond slag voor de berekening van het ver gunningsrecht, moeilijkheden kan ople veren, maar het bewijs is door adressant niet geleverd, dat de wijze waarop de bij de wet bedoelde maatstaf wordt aan- gelegd, in deze gemeente tot hoogere aanslagen leidt dan in andere met haar te vergelijken gemeenten. Het jaarlijks debiet van elke zaak wordt vastgesteld zoowel uit de opgaaf die van het rijk wordt ontvangen om trent de inslagen van alle neringdoen Merkwaardig is, dat terwijl in den regel valsche munters zich tot eene geldsoort bepalen, de nu betrapte bende rijksdaalders en guldens vervaar digde. Eenige werktuigen die tot het mis drijf gediend hebben, zijn door de politie in beslag genomen. {Hbl.) Zaterdagmiddag werd op het perron van het station te Breda het volgende tafereeltje algespeeld. Zekere Jan de L gehuwd en vader van 14 kinderen, vroeger te Breda woonachtig en toen al niet gunstig be- als ongebruikte in de spaarbank te doen inleggen. Wegens onvoldoende bewijzen werd bekl. daarvoor echter niet ver volgd. Daar Z.E.Achtb. de ten laste gelegde verduistering wettig en over tuigend bewezen achtte, vorderde hij 1 maand gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. M. M. Schim v. d. Loeff, achtte de ten laste gelegde verduiste ring niet bewezen omdat het doel der toeëigening niet gebleken is, wees er op dat niemand nadeel was toegebracht en concludeerde tot vrijspraak, subsi diair tot het opleggen eener lichte straf. Voor de rechtbank te Heerenveen is een drama behandeld, dat in den nacht van 27 op 28 April werd afgespeeld in de veenstreek Drachtster Compagnie. De beklaagde was de 29jarige Cor nells de Vries. Hij woonde te Dracht ster Compagnie in bij de 7ojarige wed. De Haas. Hij kreeg echter ongenoegen met haar, wijl hij zonder hare goed keuring haar schaap verkocht had. Wel werd de zaak weer bijgelegd, doch de verstandhouding werd weder slechter, toen zij kennis kreeg van zijn plan om met een meisje uit Siegerswoude te hu wen. Hij liet zelfs een huisje nabij de woning der weduwe bouwen. Op een avond deelde de weduwe mede, dat zij besloten had aan het meisje een boekje open te doen van de levenswijze van De Vries. Dit schijnt kwaad bloed ge zet te hebben. Toen zij ten minste aanstalten maakte zich te ruste te begeven, zei hij plot seling: „ik wil niet hier blijven" en vertrok. De oude vrouw liep hem na, doch hij greep haar bij de keel en wierp haar tegen den grond, zoodat zij roer loos bleef liggen, Toen hij zag welke gevolgen zijne handeling gehad had, nam hij de be zwijmde of toen reeds overleden vrouw op en sleepte haar naar het achterhuis, deed haar een touw met een lus om den hals, welk touw hij aan een der sporten van eene ladder vastmaakte, om te doen voorkomen, dat de vrouw zelf moord gepleegd had. Hij verliet daarop de woning om in zijn eigen nieuwe huis te slapen, keerde des anderen ochtends 6 uur weder naar die der weduw: klopte op de glazen. Hij kreeg natuur lijk geen gehoor en riep een buurman toe: „de oude vrouw slaapt zeker nog.' De buren kwamen naderbij, en men zag door een raampje het lijk der vrouw hangen. Men besloot den zoon der we duwe te halen, en met het overbrengen dier boodschap belastte zich De Vries. De zoon ging echter eerst naar den burgemeester, die politie zond en aan dr. Beintema opdroeg de lijkschouwing te doen. De dokter constateerde zelfmoord, waarop het lijk begraven werd. Later echter wérd het op last der justitie weer opgegraven en geschouwd door de doctoren Rinkes en Kijlstra, die o. a. verklaarden, dat de oorzaak van den dood verstikking was geweest, en dat deze het gevolg is geweest van worging en niet aan zelfmoord door op hanging kan worden gedacht. De beklaagde bekende zijn misdrijf. Na het hooren van 25 getuigen nam mr. E. von Baumhauer, officier van jus titie, zijn requisitoir. Strenge woorden i van afkeuring sprak hij daarbij uit over de handelwijze van dr. Beintema, die het gevolg had kunnen hebben, dat deze misdaad voor de justitie verborgen was gebleven, en hij sprak als zijne mee- geen opzet was gebleken. Volgens hem I moest art. 300 (mishandeling met doo-l delijken afloop) worden toegepast. Na dupliek werd de uitspraak bepaald op 25 dezer. - De rechtbank (kamer van straf. I zaken), te Utrecht, deed Maandagmor-1 gen uitspraak in de den 8en dezer door haar behandelde zaak, betreffende het tweegevecht, waarin hebben terechtge-1 staan de medic, student F. B. A. M. H. en de 2e luit. der inf. H. J. C. t. B.,[ beiden wonende te Utrecht. De recht' I bank veroordeelde beide beklaagden! tot gevangenisstraf van 14 dagen. V1SSCHERIJ. Enkhuizen, n Juni. Gisteren werden alhier door 160 vaartuigen van| 1000 tot 12,000, en door 24 span kuil-F visschers van 10,000 tot 20,000 stuks I ansjovis aangebracht, prijs ƒ6.50 perl 1000. Gedurende de vorige week werden het geheel ruim 2,900,000 stuks ansjovis aangevoerd, prijs ƒ6.50 per 1000, en 7500 kg. bot, prijs ƒ0,20 per kg. I den in gedistilleerd, als uit de opgaven kend, had in Tilburg, zijne tegenwoor- van belanghebbende zeiven. Jaarlijks dige verblijfplaats, liefdesbetrekkingen blijkt dus de vermeerdering of ver- aangeknoopt met eene andere, eveneens mindering van debiet uit welke oorzaak ook ontstaan. Trouwens uit een plaatselijk gebruik van pl. m. 6 millioen liter gedistilleerd zou met geene mogelijkheid de omvang gehuwde vrouw. De gelieven kwamen overeen hun ten einde geen argwaan 1 RECHTSZAKEN. Voor de arrond.-rechtbank te 's-Hage werd Maandag behandeld de zaak van E. v. Lontslagen gevangenbewaarder aldaar reeds veroordeeld wegens knoeierijen met gevangenen thans be klaagd verduistering gepleegd te hebben. Door den postzegelhandelaar C. aldaar, was aan de gevangenen daar ter stede, ter bewerking gegeven p. m. 8000 KG. papier, voorzien van afgestempelde post zegels (eenige millioeuen), om die van de papieren te verwijderen en afzonder lijk op te leveren. E. v. L., die als be waarder toezicht moest houden op dien arbeid der gevangenen zou zich hebben schuldig gemaakt aan verduistering, door eenige van die 'gebruikte postzegels achter te houden en ten eigen bate aan te wenden. De subst -officier van justitie, mr. van ButtinghaWichers, meende de aanleiding ining uit,'dat dit'feit bewezen'had, hoe tot vervolging van dezen beklaagde, voor noodig het was dat eene betere regeling een zoo luttelen diefstal, in het licht te j aangaande de lijkschouwing getroffen moeten stellen. Het feit op zich krijgtwerd. Spr. eischte, na uiteengezet te heb- een ander karakter omdat het gepleegd ben dat het misdrijf in alle opzichten werd door een ambtenaar, die krachtens wettig en overtuigend was bewezen, het I zijne ^betrekking het goed onder zichmaximum der straf in art. 287 van het w. v. S. er op gesteld, nl. eene gevan- :~-A—r -an 15 jaren. uitvoerig pleidooi betoogde gezm te verlaten en zich te vestigen i had Doch er was nog iets anders. Be- te Antwerpen. De reis werd bepaald j klaagde werd ook verdacht de gebruikte genisstraf van '15 jaren /aan te wekken, postzegels, welke hij zich had toege- j In een uitvo j__ 1 j van j- HIC L inugv.lljivui.iu VJ.V. will 1- I-V lig, --11, umu-. J-,O - 7 van het bedrijf (waarbij alleen geletwerd afgesproken dat zij eerst en dan j eigend, van de stempels ontdaan, enmr. A. Jonkers, ambtshalve als verde- moet worden op den verkoop bij hoe-1 hij met den trein naar Breda zouden getracht te hebben, die door zijne vrouw 1 diger aan beklaagde toegevoegd, dat KOLONIËN. (Uit de bataviasche bladen van 16 22 en de Heli Cl. van 30 Mei.) Uit Atjeh wordt aan de Heli Courant o. a. het volgende geschreven Nadat met het kekend worden van I een regeerings-telegram het civiel bestuur I door den vroegeren goeverneur aan den f adsistent-resident werd opgedragen, ver- I trok eerstgenoemde 28 April van Atjeh, per stoomer Maatsuijker. Op 4 Mei kwam de nieuwe goever-1 neur per Condor aan en debarkeerde I den 5eü ook met het voorgeschreven ceremonieel. Alle ambtenaren en officieren, die I niet door dienst verhinderd waren, waren in het goevernements-hotel aan wezig. De overname had op dienzelfden dag I plaats, omstreeks 10 uur v. m., en na I een glas champagne te hebben geledigd. verliet iedereen bet goevernements hotel I weder. De overname van het bestuur werd den volke verkondigd door 13 kanon schoten. Was er gedurende de poeasa nog al I weinig geschiet in de linie, met bet einde der poeasa gaf de vijand meer teekenen van leven. Lamjong, Boekit Karang en Tjot Iri werden in dien nacht flink beschoten. I en op nieuwjaarsdag kreeg Lampeneroet eene goede schietbeurt. Op 2 Mei vielen twee inlandse he i soldaten-vrouwen, die van Kota Pohama I naar Kroeng Tjoet gingen, in handen van twee sloebers, die zich tusschen die posten in hinderlaag gesteld hadden. Zij werden eerst van alles beroofd en I daarna getjintjangd. Op haar hulpgeschrei I kwamen van beide zijden patrouilles aan. De onverlaten hadden zich uit de voeten gemaakt, en toen de beide patrouilles bij den boschrand kwamen, werden zij door den vijand beschoten en kwamen daardoor met twee lichtgewonden te huis. Eene der vrouwen werd in vier stukken gevonden, terwijl de andere, in zeer zwaar gewonden toestand, naar het hospitaal werd gezonden. Om zijne vrienden buiten de linie van het noodige te voorzien, ging de Atjeher Amat met drie andere, binnen de linie wonende vrienden, in den nacht van den 7n op den 8n dezer naar buiten met verscheidene pakken. Hij had echter niet op de aanwezig heid van de maréchaussées gerekend, die zich tusschen Blang en Lamdjamoe in hinderlaag opgesteld hadden. Toen hij met zijne kameraads den spoordijk overtrok, werd een salvo op hen gelost, met het gevolg, dat hij ge dood werd. Zijne kameraads lieten de vrachten vallen en kozen het hazenpad. 1 Met een goeden buit keerden onze Willie vol geestdrift. „Het zal u dan misschien wel gelukken," zeide zij met een aanmoedigenden glimlach, „en nu moet ik mijn zoon zien galoppeeren," en zij verliet het vertrek. „En ik ga Lottie opzoeken," zeide Willie, „en zal haar vragen of wij het verleden maar zullen vergeten, en zij mij de vergun ning wil geven om de maat van haar vinger te nemen voor een verlovingsring." En na deze woorden gezegd te hebben verliet hij de kamer, om haar op te zoeken, die hem zoo onge lukkig had gemaakt, maar hem nu zijn levensgeluk zou kunnen teruggeven. Willie Percy bracht zijn voornemen om Lottie Preston op te zoeken, ten uitvoer, maar hoewel hij verscheidene vertrekken van Studley Manor bezocht, kon hij haar niet vinden, en toén hij eindelijk stemmen hoorde in de bibliotheek, waarvan de deur op een kier stond, duwde hij deze verder open, en trad binnen, zonder echter de persoon, die hij zocht, te vinden. Hij zag daar miss Midgley met een zakdoek in haar hand en hare oogen vol tranen, terwijl haar gelaat de onmiskenbare sporen van een diepe smart droeg. De vicaris zag er bleek en onsteld uit, en Beverley, de derde van dit gezelschap, zat met zijn rug naar de deur gewend, maar toen hij Percy hoorde binnentreden, stond hij op en keek hem aan, en ook zijn gelaat was bleek en ernstig. Willie keek hen allen beurtelings zeer verbaasd aan, en zich tot den vicaris wendend, vroeg hij hem „Wel dokter, wat ziet gij er ontsteld uitMiss Midgley, hebt gij geweend? Beverley, hebt gij soms een treurige tijding mee gebracht, die hen zoo heeft doen ontstellen? Beverley knikte toestemmend. „Wat is er dan gebeurd?" vroeg Percy. De vicaris antwoordde hem in plaats van den kapitein. „Gij moet het ook weten, Willie. De arme Studley was de vriend van uw jeugd." „De arme Studley I W a s mijD vriend riep Willie uit, ter wijl hij zich reeds ongerust begon te maken. Hij was en is mijn vriend, en zal het hoop ik nog jaren lang blijven." „Vertelt gij het hem, Mathilda," zeide de vicaris op zachten toon tot zijn zuster. „Ik kan niet. Ik heb er den moed niet toe," gaf zij ten ant woord. „Voor den drommel I Zal dan niemand spreken Zeg, Beverley, wat is er dan toch gebeurd," riep hij uit, ten zeerste ontsteld over hetgeen hier voorviel. Beverley zeide met zachte stem„Het jacht de Ha?ido?n is verleden week in een storm bij de Wester-eilanden vergaan. „Het jacht vergaan! En George? Neen, zeg het toch niet, dat George iets is overkomen!" zeide Will Percy smeekend en met heesche stem. „Het antwoord van Beverley bestond slechts uit één woord: „Verdronken „Verdronken! Groote God! Maar weet gij dat wel zeker? Hoe weet gij het?" vroeg Willie gêjaagd. „Het naambord van het jacht en de rondhouten zijn met een paar lijken nabij Uig op Lewis aan land gespoeld. Ik was toen juist te Stornoway Castle en maakte daar deel uit van een jacht gezelschap," verklaarde de kapitein. „De sheriff was ook aan wezig. Ik ben met hem naar den procureur fiscaal gereden, op dat deze de lijken zou laten onderzoeken. Zij waren vreeselijk misvormd, doordat zij tegen de rotsen waren geslagen. Zij had den reeds eenige dagen in het water gelegen." „Waaraan hebt gij dan het lijk van George herkend?" vroeg Willie in angstige spanning. „Aan zijn lengte, lichaamsbouw, kleur van het haar en aan zijne kleeding. Bovendien had hij een brief van zijn vrouw in zijn zak met een portret van zijn zoontje. Ik heb dit alles mee gebracht tegelijk met het stoffelijk overschot van den squire," gaf Beverley ten antwoord. „Arme Georgearme Grace 1" mompelde de vriend van den squire. „Wie zal Grace die verschrikkelijke tijding overbrengen en toen allen het stilzwijgen bewaarden, keek hij hen beurtelings vragend aan, alsof hij een antwoord verwachtte. Eindelijk verbrak de vicaris de stilte. „Gij Willie, moest dunkt mij die taak op u nemen, als George's boezemvriend en ook als vriend van Grace. Percy ontstelde hevig bij deze woorden, want hoeveel Grace ook van hem mocht houden, wilde hij die pijnlijke taak niet vervullen, en vroeg hij dus op zijn beurt „Zou het niet beter zijn, dokter, dat gij als geestelijke, het haar mededeeldet? Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2