NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
8e Jaargang.
Maandag 29 Juni 1891*
No. 2447.
A BOKNEM EUTSPRIJS
ADVERTEN TIEN:
Dit nummer Tbestaat uit
twee bladen.
Ons Stedelijk Muziekkorps.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijt, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke- nummers. 0,05.
Dit blad w.hvjr.t dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kieine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12%.
van 1—5 regels 50 Cents; ieders regel meer '10 Cent®.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Ad verten tïë» worde» aangwaomexx door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantïora.
Directeuren-Uitgevers J. C. PE3BEBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland' Compagnie Générale de PubliciU SCirangère DhOBF Ou.. JOHjV F. JON.flS, SuccParijs SlMi Faubourg Monintartrt-
EERSTE BLAD.
Hier ter stede loopt het gerucht, dat
de directeur van ons Stedelijk Muziek
korps, de heer C. P W. Kriens, we
gens vertrek naar elders, weldra zal op
houden die betrekking te vervullen.
Dit gerucht is onjuist, minstens voor
barig. Het College van Commissarissen
van het Muziekkorps heeft van den
heer Kriens geenerlei officieele mede-
deeling ontvangen, die het gerucht be
vestigt, terwijl bovendien diens contract
loopt tot i Januari 1892.
Een andere vraag is dezeKan die
officieele mededeeling niet nóg komen?
zal zij niet komen Vóór wij die vraag
beantwoorden, volgen eenige opmeikin
gen over het Muziekkorps zelf.
Wat was ons Stedelijk Muziekkorps
toen de heer Kriens hier kwam en wat
het nu Toeneen troepje, zonder
eenheid, wat enkelen betreft zelfs zonder
de noodige geoetendheidthans een
flinke troep, tweemaal zoo talrijk als
voorheen, duchtig geoefend, met een
sdlr>AStelajk .-eBsem.hl&r .WiJ-wet@ri-.bei
allen welhet voormalige Muziekkorps
was eene bespotting van zijn eigen
naam, dien van harmonie kapel; ons
Stedelijk Muziekkorps van thans oogst
niet alleen in Haarlem, maar overal
waar het komt, den lof van ieder die
iets weet van, iets voelt voor muziek.
Er is nóg een verschil tusschen het
oude en het nieuwe muziekkorpshet
eerste was goedkoop en het tweede is
duur, niet te duur, maar het kost veel
geld. En dat kan ook niet anders wezen.
Muziek is kunst, geen koopwaar, maar
toch weer wèl is zij als koopwaar wat
betreft den prijs, dien men voor de
kwaliteiten heeft te betalen. Alles wat
goed is, is duur. Daarover kan men
zuchten, maar er is niets aan te ver
anderen.
Omdat dat nu zóo is en niet anders,
daarom is het gekomen dat allengs het
tekort in de kas van het Stedelijk Mu -
ziekkorps van jaar tot jaar is gestegen.
De uitgaven noodzakelijk voor de vor
ming van een goed en deugdelijk korps,
voor goede artisten, instrumenten, mu
ziek, schoten groote bressen in de toch
al niet dikke wanden van de geldkist,
door allerlei omstandigheden, -de groote
concurrentie, de ongunstige zomers ver-
diende het korps buitenaf niet zooveel
als men had mogen verwachten en
ziedaar thans het College van Com
missarissen geplaatst voor dezen toestand:
dat het tekort zóódanig is geworden,
dat het moet worden aangezuiverd. En
niet alleen dat, maar dat ook de finan-
cieele positie voor de toekomst op minder
losse schroeven worde gesteld
Ingezetenen van Haarlem, er is geld
noodigGe zult daarover zuchten en
zeggen„dat ook alweervoor alles
wordt tegenwoordig gevraagdMaar
wat goed is, is immers duurEn dat
ons tegenwoordig Muziekkorps góed is,
daarvan behoeven wij elkander toch niet
meer te overtuigen I
Er is geld noodig. Aan den Gemeen
teraad zal worden verzocht om verhoo
ging der subsidie en wij hopen, ja wij
vertrouwen, dat dit verzoek niet zal
worden afgewezen. De subsidie voor dit
korps van 45 man is even groot als
die van het vroegere korps van 26 man.
Een goed muziekkorps in eene gemeente
is geen genot voor enkelen, het is als
een bezit van allen. Voor de Leden van
„Trou moet Blijcken," voor die van de
„Vereeniging", voor de groote schare, die
van de concerten in den Hout genieten,
zittende voor de koffiehuizen of wan
delende bij en om de muziektent
voor die allen is het Muziekkorps een
ontspanning, een genot van niet gering
te achten waarde.
Daarom, omdat het een genot is voor
iedereen, kan en mag de Gemeenteraad
uit de gemeentekas putten, om dat genot
ook in de toekomst mogelijk te maken.
Maar om diezelfde reden ook zal ieder
burger van Haarlem, ieder die muziek
liefheeft (en wie er niet van houdt doe
het ten genoege zijner medeburgers), zal
ieder burger van Haarlem bijdragen
wat hij kan, om ons Stedelijk Muziek
korps in stand te houden.
Op de vraag„Wat zal er gebeuren
wanneer de benoodigde gelden niet
worden bijeengebracht valt het ant
woord niet moeilijk te geven. Het korps
zal worden ingekrompen, verkleind, na
tuurlijk verslecht.
Met den tegenwoordigen directeur zal
men het contract niet kunnen vernieuwen,
wegens financieele redenen De man dus,
die in korte jaren met evenveel talent als
volharding een korps wist samen te stel
len als dit, zal Haarlem den rug toe-
keeren. En wij zullen aan ons Muziek
korps kunnen terugdenken als aan een
schoonen droom, die kort heeft geduurd.
Maar wanneer wij allen, burgers van
Haarlem, de handen ineenslaan en doen
wat wij kunnen om ons muziekkorps
in stand te houden, met de gedachte
Wij willen niet dat verloren ga, wat
met zooveel moeite werd verkregen,"
dan zal ook zeer zeker dat doel wor
den bereikt. En wanneer dan de heer
Kriens ziet, welken hoogen prijs men
stelt op hem' en op zijn korps, dan
vreezen wij niet, dat er eene officieele
mededeeling aan het College van Com
missarissen zal worden gericht, waarin
onze wakkere directeur zijn ontslag in
dient; dan durven wij er zeker van
wezen, dat het contract, den eersten
Januari vervallen, op den tweeden Ja
nuari zal zijn vernieuwd.
Doe dan ook ieder wat hij kan, en
niet minder dan dat
Haarlem, 27 Juni 1891.
De onderwijzer 2e klasse aan de Bur
gerschool alhier, C. J. O. A. Nuijs,
staat op de voordrachten voor hoofd
der school te Kedichem en te Limmen.
Wegens het bedanken van de Feest
commissie van den Volksbond, is op
voorstel van het Bestuur goedgevonden,
dat voor de regeling van het zomerfeest
een tijdelijke feestcommissie door het
Bestuur uit leden en niet-leden van den
Volksbond zal worden samengesteld.
Het bestuur van den ien Haar-
lemschen Kinderspeeltuin dankt den
vriendelijken gevers voor de toegezon
den ballen, kegels en hoepels, ten .be
hoeve van "gehóéihfenSpeeiiuin, en
hoopt, dat dit voorbeeld nog velen zal
bewegen, hetzelfde te doen.
De boekhandelaar D. J. van der
Wilk, Groote Houtstraat 105, alhier,
heeft in voorraad een in zijde geweven
portret van den Keizer van Duitsch-
land.
Behalve, dat het eens eene afwisse
ling is van de photographische portret
ten, schijnt dit afbeeldsel ons welgelij
kend toe.
Ons kwam in handen een nieuw
keurig staaltje van typographic van den
heer J H, Warnier, drukker, en wel
het diploma voor de groote vijfjaarlijk-
sche tentoonstelling van bloembollen,
in Maart van het vorige jaar gehouden.
Het is in kleurendruk en de geheele
compositie is zeer smaakvol uitgevoerd.
Van den uitgever W. H. J. vanNoo-
ten alhier, ontvingen wij eene nieuwe
uitgave, „Aliua Frank," van Claes
Lundin, door mej. Ph. Wijsman uit het
zweedsch vertaald.
Dezen roman, die voor zoover een
vluchtige inzage dat laat beoordeelen,
boeiend en aangenaam geschreven en
zeer zeker goed vertaald is, heeft de
uitgever versierd met een fraaien licht
druk uit het atelier van de firma Emrik
en Binger, en bij de firma Oostenbroek
Zoon smaakvol laten binden.
Hedenmorgen is de 35jarige werk
man Rusbach. wonende aan de Leidsche-
vaart, in de Kleine Houtstraat bij on
geluk aangereden door een slachters
wagen bespannen met een paard, waarbij
hij is beklemd geraakt tusschen een
kruiwagen, dien hij voortduwde en den
muur van het huis op den hoek van
de Patientiestraat. Hij heeft inwendig
kneuzingen bekomen en is per brancard
naar zijne woning overgebracht.
De deurwaarder der belastingen te
Haarlemmermeer, de heer E. J. Har-
denberg, is als zoodanig verplaatst naar
Katwijk,
Letteren en Kunst.
Op de veiling-Ledeboer te Rotterdam
deden o. a. een Bakker Korff 1050, een
Blommers 1800, een De Haas 1000,
een Heijermans 1075, drie R- C Koek-
koek's 2025, 2100 en 1925 en een
Herman Koekkoek 1425 gd.
Onze landgenoote Lydia Holm,
die zich voor ëenigën tijd te Parijs
stelde onder leiding van mevr. Marcliesi,
behaalde op de jaarlijksche auditie van
leerlingen dier beroemde zangonderwij
zeres in de Salie Erard, een groot
succes met de voordracht van een air
van Handel (uit II Allegro, met fluit).
De minister van Binnen-
landsche Zaken brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat met 1 September
te vervullen is de betrekking van leeraar
in de geschiedenis aan de rijks hoogere
burgerschool met 3jarigen cursus te
Bergen-op-Zoom. Jaarwedde f 1000. Zij,
die voor deze betrekking in aanmerking
wenschen te komen, gelieven zich vóór
4 Juli aan te melden bij den inspecteur
van het middelbaar onderwijs dr. W.
B. J. van Eyk, te 's-Hage.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij kon. besl. is benoemd tot lid van
het college van legenten over de ge
vangenissen te Groningenmr. J. de fitter,
rechter in de arr.-rechtbank aldaar.
Bij kon. besl. is aan mr. L. C. Drie
beek, ad., proc. en dispacheur te Rot
terdam, verlof verleend tot het aannemen
van de versierselen van ridder der orde
van den H. Gregorius den Groote en
van het kruis Pro Ecclesia et Pontifice
hem door Z. H. den Paus geschonken.
Bij kon. besl. zijn benoemd tot adj.
in buitg. dienst van H. M. de Koningin,
de gepens. vice-admiraal titulair jhr. F.
de Casembroot en de kol. F. A. van
Braam Houckgeest, comm. van het korps
mariniers, beiden onder eervolle ont
heffing uit hunne positie van adj. in
buiteng. dienst van wijlen Z. M. den
Koning.
Bij kon. besl.'is aan de heeren A. C.
Claessens, aartsbisschop van Sirace
apostolisch vicaris en pastoor van Ba-
tavia, en M. J. D. Claessens, pastoor
bij de R.-K. gemeente te Buitenzorg
(residentie Batavia), vergunning verleend
tot het aannemen van het ordeteeken
Pro Ecclesia et Pontifice hun door Z.
H. den Paus geschonken.
De heer J. Borski, onlangs
te Amsterdam overleden, heeft aan het
Instituut voor doofstommen te Groningen
een legaat vermaakt van vijf duizend
gulden, belast met vruchtgebruik ten
behoeve van zijne echtgenoote, die
echter daarvan afstand heeft gedaan.
De rechtsgeleerde raads-'
man van den heer Oscar Carré, mr.
v. d. Breggen te Amsterdam, is naar
Hannover en Berlijn vertrokken, ten
einde met de spoorwegdirectie in over
leg te treden over de vergoeding, die
in het algemeen en aan de verwonde
artisten in het bizonder, behoort te
worden toegekend, naar aanleiding van
't bekende spoorwegongeluk.
Tegen een nietkiezer te
Oostzaan (in het kiesdistrict Zaandam)
is procesverbaal opgemaakt wegens het
in de bus werpen van een stembiljet,
voor de commissie het kon verhinderen.
Moesten wij den vorigen
zomer herhaaldelijk melding maken van
defecten aan de machines op den elec-
trischen spoorweg Den Haag-Scheve-
ningen en was de directie ten slotte
verplicht den dienst voor onbepaalden
tijd te staken, thans na de heropening
van den dienst, gaat alles naar wensch,
en het vervoer neemt met den dag toe.
De man, die de machines verbeterde
en de geheele onderneming gered heeft,
is de heer P. van Vloten, ingenieur-
electricien te Brussel.
Onder zijn toezicht werden aan de
wagens verbeteringen aangebracht, die
blijkens de ondervinding der laatste
weken afdoende mogen heeten. Vad.)
HOOFDSTUK VI.
„Mij dunkt, wanneer gij hem eens pastet vroeg hij.
Lottie trok een harer zwarte handschoenen uit en trok ver
volgens den lichtgekleurden handschoen aan, dien hij haar had
gegeven. Nauwelijks was dit geschied, of zij riep uit„Ik moet
zeggen, hij past uitstekend. Hoe goed van u om hem al dien
tijd voor mij te bewaren."
„Ja, maar gij zult er mij vergoeding voor moeten geven,"
zeide Willie. „Aan het bureau van verloren goederen moet altijd
een kleine vergoeding worden betaald."
„Dat hangt er van af."
„Of ik moet den handschoen terug hebben," zeide Willie.
„Zeker, gij zult hem terug hebben," antwoordde zij en wilde
reeds den handschoen uittrekken, toen haar hand door haar
metgezel werd gegrepen en hij uitriep
„Ja, maar met de hand er in
„Werkelijk, mijnheer Percy Willie, dat is toch niet zooals
het behoort
Zij had hem evenals in die vroegere dagen van gemeenzaam
heid weer bij zijn voornaam genoemd, en zjjn hart begon luider
te kloppen, toen hij op ernstigen toon vervolgde
„Ik voor mij ben er van overtuigd, dat de bekoorlijkheid
van uw hand genoegzaam een verontschuldiging voor mij kon
zijnwanneer tenminste hiervan sprake is. Maar weiger
het mij niet. Lottie, weiger het mij niet. Zeg, dat gij
medelijden wilt hebben met een armen jongeling, die geen knappe
bol mag zijn, maar wiens hart op de rechte plaats zit, dat steeds
van u vervuld was. Wanneer er in dat hart iets niet in orde
js, dan is het uw schuld. Welnu, Lottie, zult gij dan nu mede
lijden met mij hebben!"
Hij had geen antwoord van haar noodig, want het beven van
hare lippen, de zachte blos op hare wangen en de traan, die in
haar oog opwelde, zeiden hem genoeg, maar nauwelijks was het
hem duidelijk geworden, dat dit hem zoo dierbaar wezen hem.
nu eindelijk toebehoorde, of tot hunne groote verbazing stond
de vicaris bij hen, die ongemerkt was naderbijgetreden en hij
zeide tot Lottie:
„Beste Lottie, Mathilda verkeert in hevige opgewondenheid,
zöodat ik verplicht was om dwars door het veld naar u terug
te keeren. Wat heeft u zoo lang opgehouden
„Ik ben de schuldige, doctor," antwoordde Willie, „en zij heeft
beloofd mijn vrouw te zullen worden."
Ten hoogste verbaasd sperde de vicaris zijn blauwe oogen
open.
„Is dat waar Lottie
„Willie maakte het; mij zoo lastig," antwoordde het schalksche
meisje.
„Dat is anders de gewoonte niet van Willieriep de predi
kant uit. „Welnu, dierbase kinderenik wensch u van harte
geluk, en ik geloof wel, dat het een gelukwensch waard is ook.
Ja Willie en Lottie, gij zult ongetwijfeld een zeer goed paar
vormen. Jaja I lachte de oude man. Maar plotseling zweeg hij
en keek het jonge paar ernstig aan, terwijl hij vervolgde
„Mag ik vandaag lachen, nu ik nog geen twee uur geleden mijn
besten vriend naar zijn laatste rustplaats heb vergezeld."
„Weet gij wat ik denk, doctor," zeide Willie, „ik ben van
meening, dat die arme George er zijn goedkeuring aan zou hech
ten, wanneer hij ons hoorde. Lottie," vervolgde hij en wendde
zich tot het meisje, dat hij eindelijk gewonnen had, „ik geloof
dat hij glimlachend op ons neerziet, zooals hij geglimlacht zou
hebben, wanneer hij nog hier op aarde vertoefde."
„Wat zal het die arme Grace een genoegen doen, wanneer zij
het verneemt," zeide Lottie.
„Zonder twijfel. Het bericht van onze verloving zal voor velen
een bron van vreugde zijn," zeide Wiliie. „En wat dien ouden
handschoen betreft, Lottie, zooals gij zelf reeds hebt gezegd,
past hij uitstekend."
„Ja, en wanneer wij Mathilda nu nog langer met het middag
maal laten wachten, dan zullen wij een geduchten uitbrander
krijgen." En nadat de vicaris deze woorden had uitgesproken
begaf het drietal zich met vlugge schreden, dwars door het veld
naar de pastorie.