TWEEDE IILA»
Regeling &er Scheepvaart
UIT INSULINDE.
Eene grahana.
BINNENLAND.
BEHOORENDE BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD
YAN
Maandag 29 Juni 1891.
up hei Noordzeekanaal, bij gelegen
heid der komst van Hunne Majes
teiten den Keizer en de Keizerin
van ©nitschlande
De Commissaris des Konings in Noord
holland,
Overwegende dat het noodig is eenige
regelen te Btellen, die in aeht genomen
zullen moeten worden op het Noord-
zeekanaal tijdens de komst van Hunne
Majesteiten den Keizer en de Keizerin
van Duitschland te ÏJmuiden en ge
durende H. D, 'feis naar Amsterdam
Heeft besloten de volgende voorschriften
te geven
Buitenhaven.
1. Van af het oogenblik dat het Kei
zerlijk jacht in het gezicht va» ÏJmuiden
is, hetgeen door het hijsohen van eer:
blauwe vlag bij het gebouw van den
Kustpostdienst Zt-.l worden aangegeven,
tot dat het vaartuig aan boord waarvan
Hunne Majesteiten de Keizer en de
Keizerin zich bevinden, geschut is, mogen
vaartuigen, die niet tot de Hunne Ma
jesteiten onmiddellijk begeleidende flotille
behooren, de buitenhaven niet in- of uit
varen.
Vaartuigen die zich alsdan in de bui
tenhaven of het buitenkanaal bevin len,
nemen, zoodra bedoelde vlag gehescben
is, of vroeger, zoodra de Havenmeester
dit gelast, ligplaats op de door of van
wege den Havenmeester aan te wijzen
plaatsen en mogen zich daarvan niet
verwijderen voor dat de schutting van
het vaartuig aan boord waarvan Hunne
Majesteiten zich bevinden, is af'geloopen.
2. De vischsteigers buiten de sluizen
worden voor het publiek buiten gebruik
gesteld van middernacht tussehen 30 Juni
en 1 Juli aanstaande totdat het Keizer
lijk jacht deze steigers heeft verlaten.
Zoo lang de vischsteigers buiten ge
bruik van het publiek zijn gesteld, mag
de visch door sloepen of vletten aan land
gebracht worden alleen op daarvoor aan
te wyzen plaatsen.
3. Van middernacht tusschen 30 Juni
en 1 Juli aanstaande totdat de Hunne
Majesteiten onmiddellijk begeleidende flo
tille geschut is, mogen visschorsvaar
tuigen in de haven nergens dan buiten
de tonnen ankeren.
Noordzeesluizen.
4. Het schutten van gewone vaartui
gen door de Noordzeesluizen wordt ge
staakt, zoodra het Keizerlijk jacht te
ÏJmuiden in het gezicht is, en eerst her
vat, wanneer het vaartuig aan boord
waarvan zich Hunne Majesteiten bevin
den is opgevaren.
Zoo lang de tot de flotille behoorohde
schepen zich voor schutting aanmelden,
worden door den grooten kolk der
Noordzeesluizen geen andere vaartuigen
geschut.
5. Van af middernacht tusschen 30
Juni en 1 Juli aanstaande tot het laat
ste schip der flotille gesehut is, zijn de
groote schutsluis en een gedeelte van het
terrein nabij de Noordzeesluizen voor het
publiek afgesloten.
6. Het verkeer van voetgangers over
de Noordzeesluizen tusschen de Noord
en Zuidzijde van het kanaai kan als ge
woonlijk plaats hebben tot het oogenblik
dat het Keizerlijk jacht te ÏJmuiden in
het gezicht isalsdan wordt dit ver
keer gestremd tot het vaartuig aan boord
waarvan Hunne Majesteiten zich bevin
den is opgevaren.
Het stilstaan op de deuren en brug
gen, die den verkeersweg tusschen de
Noord- en de Zuidzijde van het kanaal
vormen, is op 1 Juli a. s. verboden.
7. Geen vaartuigen mogen liggen of
aanleggen tegen den Zuidelijken muur
der apuisluis of den Noordelijken muur
der kleine schutsluis.
Noordzeckaiiaal,
8. Uitgezonderd de in geregelden dienst
varende binnenstoomschepen, mogën van
af middernacht tusschen 29 on 30 Juni
a. s. tot dat het laatste schip der Hunne
Majesteiten onmiddellijk begeleidende
flotille gepasseerd is, geen schepen lig
plaats hebben of nemen binnen den af
stand van 500 M. van het binnenfroot
der Noordzeesluizen.
9. Van af middernacht tusschen 30
Juni eu 1 Juli a. e. mogen tot twee uren
na het vertrek vbd li muiden van het
laatste schio der Hunne Majesteiten on
middellijk begeleidende flotille geen zee
schepen opvaren van ÏJmuiden in de
richting van Amsterdam.
10. Van at het vertrek van Hunne
Majesteiten den Keizer en de Keizerin
uit ÏJmuiden, dat nabij de brugwachters-
woningen te Velsen, t Buitenhuizen en
aan de Hembrug door het hijschen van
blauwe vlaggen zal worden bekend ge
maakt, is alle vaart op die gedeelten
van het NoordzeekaDaal bewesten Am
sterdam, waar het Keizerlijk vaartuig
met de daarbij behoorende onmiddellijk
volgende flotille nog passeeren moet,
verboden.
Door het neerhalen der genoemde
vlaggen, zal het oogenblik wordeD aan
gegeven dat het laatste schfp dezer flotille
Velsen, Buitenhuizen of de Hembrug is
voorbijgevaren.
11. De vaartuigen nemen, tijdens het
tijdperk dat de vaart verboden is, lig
plaats naast het vaarwater zoo dicht mo
gelijk tegen den wal.
Wanneer het laatste schip der het
Keizerlijk vaartuig onmiddellijk volgende
flotille de in de vorige alinea bedoelde
vaartuigen is gepasseerd, kunnen de
ligplaatsen worden verlaten met dien
verstande dat medevarende vaartuigen
steeds blijven op een afstand van minstens
50 M. achter het laatste schip der flotille.
12. Van het verbod der vaart zyn uit
gezonderd de in geregelden dienst varende
binnenstoomschepen, met dien verstande,
dat de gezagvoerders zorgdragen dat het
Keizerlijk vaartuig en die der onmiddel
lijk volgende flotille noch in tegen- noeh
in medeliggende richting gepasseerd
worden, maar hunne schepen bij de na
dering van het Keizerlijk vaartuig tijdig
ligplaats innemen zoo dicht mogelijk
langs den wal, terwijl daarop vervolgens
de onder No 11 genoemde bepalingen
toepasselijk zijn.
13. Het vervoeren van zandbakken op
het Noordzeekanaal is op den 30en Juni
en den len Juli a. 8. geheel verboden.
Oranjesluizen.
14. Wanneer door Hunne Majesteiten
een tocht naar Zeeburg of Schelling-
woude mocht worden gemaakt, worden,
zoo lang die tocht duurt, aan de Oran
jesluizen alleen de in geregelden dienst
varende binnenstoomschepen naar binnen
geschutoverigens heeft geen schutting
naar binnen plaats.
De niet geschut wordende vaartuigen
moeten buiten de remmingen blijven en
de ligplaatsen innemen die door of van
wege den Sluismeester zeilen worden
aangewezen.
De groote schutkolk wordt tevens bui
ten gebruik gesteld.
Voor ingeregelden dienst varende bin
nenstoomschepen gelden overigens de
onder No 12 genoemde bepalingen.
Algemeen© Bepalingen.
15. Van stoom- en andere vaartuigen
moeten de vuren zoodanig zijn geregeld,
dat tijdens het passeeren van het Keizer
lijk vaartuig, zoo min mogelijk rook uit
den schoorsteen komt.
16. De gezagvoerders van alle zich in
het Moordzeekanaal en de buitenhaven
bevindende vaartuigen worden uitgenoo-
digd tot bevordering der goede orde made
te werken en hunne boderas zooveel mo
gelijk met vlaggen te versieren.
Do Commissaris des Konings
in Noordholland,
{get.) SCHORER.
Haarlem.22 Juni 1891.
{Naar een maleisch handschrift.)
Het overkomt mij een 6nkele maal,
geachte lezer, dat ik een geruimen tijd
zoekende beD naar een juist opschrift
voor mijn opstel, d. w. z. een opschrift,
dat zonder omwegen den lezer vertelt,
wat hij onder de oogen krijgt. Den raad
van den beroemden Griek Aristoteles,
om eerst het stuk te schrijven en daaruit
het opschrift te bepalen, heb ik zeer dik
wijls, doch tbaDS tevergeefs, opgevolgd.
Eerst had ik boven dit schry ven wil
len plaatsen uHet bijgeloof onder de
Javanen", maar gij begrijpt wel, lezer, dat
zoo'n veelomvattend onderwerp voor eene
gewone bijdrage te groot is, en daardoor
zou ik gevaar loopen of in te groote be
knoptheid te vervallen öf het eene te
vermelden on het andere niet.
De orang melajoe, wiens manuscript
thans voor mij ligt, heeft mij uit do
verlegenheid gered en nu heb ik tot op
schrift gekozen, wat ook hij boven zijn
karangan (opstel) plaatstenamelijk
het maleisohe woord grahanadat zoo
wel Zone als Maansverduistering be-
teekent.
Volgens het idéé fixe van den Javaan,
dat als onafscheidelijk attribuut van zijn
ras zijn gansche leven beheerscht, al zijn
doen en laten regelt, is het Heelal be
woomd door eene ontelbare menigte
djinsgoede en beoze geesten. Hij is tot
deze wetenschap gekomen, niet alleen
door overlevering, maar ook door het
heilige boek der Hindoeache Mythologie.
En werkelijk leest men in de irilandscbe
bladen dikwerf het bericht van een
JavaaD, die daarin verhaalt, dat hij den
een of anderen daemon, nu eens in de
gedaante van een schoone vrouw, dan
weder in die va-1 een kind, ook in dio
van een viervoetig dier (een tijgeraap
of krokodil) heeft aanschouwd.
De djins nu wonen op de bergen, in
de wouden, in holen of grotten, overal
waar de mensohelijke geest zich een
plaats kan denken. En zoo zijn er bijv.
de cholera-djin, die voortdurend er op
uit zijn den mensch te kwellen en lee-
lijke poetsen te bakken. Maar er zyn
ook djins, die zich volstrekt niet met den
menseh bemoeien, maar daarentegen het
gemunt hebben op de zon, maan en
sterren. De Hindoesehe Mythologie maakt
melding van een daemon, Lemboe tjoe-
loeng geheeten, die van af het oogenblik,
waarop hij het levenslicht aanschouwde,
de Zon en Maan een ing#kanberden haat
toedroeg. Hij kon het maar niet verkroppen,
die daemon, dat deze beide hemellichten
zoo aan het uitspansel in glorie en pracht
schitterden. Geruimen tijd had Lemboe
tjoeloeng zich krachtig bedwongen, maar
op een goeden keer, toen hy in een bi
zonder booze bui verkeerde, snelde hij
in duizelingwekkende vaart door het
luchtruim op de bovengenoemde hemel
lichamen toe en valt met zijn vreeselijke
klauwen het eerst de zon aan, met het
kennelijk doel haar te vernietigen. Maar
de machtige god Batara Wieme is op
zijn post. Hij ziet den verraderlijken
aanval van den daemon, spant fluks den
boog, en weet den gehaten geest zoodanig
te treffen, dat de monsterachtige kop
van het lichaam vliegt en het overige
gedeelte des lichaarns met een donderend
geraas op de aarde nederstort. Bijna op
hetzelfde oogenblik verandert dit ramp
zalig overschot in een lesoeog, een lang
werpig uitgehold houten blok, waarin de
Javaan de padi door stampen van het
stroo bevrijdt. Maar, wie zou meonen,
dat Lemboe tjoeloeng gedood is, dwaalt,
want de afschuwelijke kop leeffc nog en
herhaalt van tijd tot tijd zijne verrader
lijke aanvallen op Zon en Maan.
Wanneer de Javaan dit bemerkt, gaat
hij met alle macht in de lesoeng beuken,
om den geweldenaar alzoo te pijnigen
en te verjagen. De lesoeng is immers
feitelijk het lichaam van den reus
Hoewel ir. hout veranderd zit het gevoel
er nog in I
Op sommige plaatsen tracht men dit
zelfde doel te bereiken door een aan
houdend slaan op bet alarmblok, waar
van men bij groote watervloeden of
banjirs gebruik maakt, dooi' het afschieten
van geweren of ontsteken van vuurwerk.
Welk een gedaver en gebulderMaar
daar ginds zit een oude van dagen heel
kalm en bedaard zijn nagels tegen
elkaar te tikken. Dat helpt veel beter
dan al dat geraas. Het nagelgetik klinkt
den daemon schel in de ooren, hij gaat
verschrikt op de vlucht. De zwarte plok
op de maanschijf wordt hoe langer hoe
kleiner en weldra prijkt het hemel
lichaam weder mjSvjjne volle glorie aan
den indischen sterrenhemel. De vijand
is teruggeslagen. Be stukjes der lich
tende oppervlakte, die Lemboe tjeloeng
eventueel heeft weggeknaagdworden
weder heel netjes bijgewerkt door de
godin, die Vrouw Luna in hare bescher
ming heeft genomen.
Op nog andere plaatsen gaat men op
de volgende wijze te werk. Zoodra de
orang Djawa bemerkt, dat de glans van
zon of maan vermindert en de cirkel
vorm langzamerhand begint af te nemen,
vult fay een grooten pot met zuiver, helder
welwater en zet dien buiten. Wanneer
hij nu ziet, dat het beeld der maan, in
het water teruggekaatst, een licht tril
lende beweging heeft aangenomen, welnu
dan lijdt het geen twijfel of er heeft een
grahana plaats d„ w. z. de daemon
Lemboe tjeloeng is weder bezig de maan
op te peuzelen. Want, zoo oordeelt hij,
die trillende beweging wordt veroorzaakt
door de bewegingen van den daemonischen
vraat. Nu volgt de uitwerking van het
met water gevuld vat. De daemon ziet
namelyk in het water zyn eigen beeld,
waarvan hij zoo verschrikt de Maleier
voegt er bij omdat hij er zoo afsohuwe-
lijk uitziet dat de djin het hazenpad
kiest. Daarom houden sommige inlanders
ook wel spiegels in de hoogte, opdat
Lemboe tjeloeng hevig zal onstellen.
Er zijn onder de bevolking knappe
Javanen, die zeer goed het verschijnsel
eener Zons- of Maansverduistering kun
nen verklaren en die een geruimen tijd
van te voren den juisten dag weten te
bepalen, waarop zoo'n éelips zal plaats
hebben, ook in andere landen. Maar de
rest der bevolking, stellig wel het zeven
achtste gedeelte, gelooft, dat de Maan
wordt opgegeten. En het onwetende
kind, dat zijn bygeloovigen vader vraagt,
waar die reus is, krijgt ten antwoord
nO, dien reus kunt gij niet zien gij
zijt daartoe nog te klein. En ge moet
ook niet met den vinger naar de maan
wijzen, want dan wordt hij voor altijd
krom I"
//Habis perkara l" 1)
Groote ontsteltenis en onbegrypelyke
angst heer8cht onder de dessaiieden,
wanneer er een eclips plaats heeft. Nie
mand mag in siapemfen toestand ver-
keeren. Buffels, paarden, geiten, kippen
enz. enz. moeten goed wakker zijn, opdat
hun geen onheil overkome! Met kolossale
stokken wordt tegen do boomen geslagen,
opdat deze ook op hun qui vive zijn en
de vruchten niet ter aarde storten.
Hoendereieren worden met vochtige asch
besmeerd, opdat de kuikens welgevormd
ter wereld komen.
Mannen, vrouwen, kindoreD, alles loopt
op een drafje naar de kali of rivier, om
1) Uitgepraat1
I een bad te nemen en daardoor steeds
een jeugdig voorkomen te behouden. De
jongens en meisjes bijten plompverloren
in de aarde, opdat hun gebit ijzersterk
worde. De gansche javaansehe wereld is
in rep en roer. Een in aanbouw zynde
woning wordt ©ogenblikkelijk afgebroken
en na de éelips weder opgezet, opdat
het den bewoner moge goed gaan.
Kinderen, die voor hunne jaren wat
klein zijn, worden bij het hoofd gevat
en eenige keeren bijv. 5, 7, of 9 maal
opgetild, opdat zij spoedig opschieten,
als bet bamboe-riet in de wildernis. De
lezer zal vragen en zeer terecht
Waarom juist 5, 7 of 9 maal?7'
Mijn antwoord luidt
//Omdat een even getal sleohts ongeluk
aanbrengt l" Juist het tegenovergestelde
van de bijgeloovigen ten onzent.
Wanneer een eclips is gepasseerd, be
leggen de ouden van dagen in de dessa
eene buitengewone vergadering, om na
te gaan, van welken invloed de grahana
zal zijn op de dagen, die nu komen zullen.
Daartoe gaat men een Primbon raadplegen,
d. i. een geschrift, waarin alle gunstige
en ongunstige voraoderingen in de ver
schijnselen der sterrenwereld staan op-
geteekend, behalve nog een goede dosis
tooverformulen en gebeden.
Het klinkt als een klok, dat zoo'n ge~
8chritt als bizonder heilig wordt beschouwd,
en daarom is het ten strengste verboden
by de wet en de Profeten, tenzij strikt
noodzakelijk, zoo'n Primbon te oopiee-
ren.
Wanneer nu de éelips van gunstigen
invloed zal gijn op de toekomende dagen,
welnu, dan is de vreugde zeer groot en
niets wordt gespaard, om aan dit gevoel
van blijdschap zooveel mogelijk lucht te
geven op duidelijk waarneembare wijze
Maar o wee (wah l zegt de Inlander)
wanneer de raadpleging der Primbon het
tegenovergestelde aegt. Dan wordt het
Hoofdstuk der Voorbehoedmiddelen op
geslagen en ziedaar staan al de woor
den
i/Het amrichten van offermaaltijden
wordt aanbevolen om kwade invloeden van
grahana!'s tegen te gaan
De orang dessa of dorpslieden dragen
nu ieder een kleine hoeveelheid geld bij,
de priester wordt geconsulteerd en het
duurt niet lang of een kolossaal en heer
lijk einer is aangericht. Na het inleidend
gebed van den priester, gaat men aau
het eten, galoovïg of bijgeloovig, zoo
ge 't maar hebben wilt.
Lezer! de zijdjes zijn bykans gevuld
en daarmede wordt mij het sein gegeven
te stoppen! Stelt gij er wezenlijk belaDg
in de beschrijving Tan zoo'n offermaal
tijd ie, lezen? Welnu, dit zy dan het
onderwerp van een volgend opstel
TJAMPAKA.
Haarlem Juni '91.
Naar het Weekblad van het
Hecht verneemt, heeft de staats-commis-
sie, beiast met de samenstelling van een
nieuw wetboek van strafrecht voor Ne-
derlandechHndië, wetboek voor de Euro
peanen, ter vervanging van het daar
sedert 1 Januari 1867 geldende straf
wetboek, haar voltooiden arbeid een
oatwerp-wetboek met breedvoerige toe
lichting der Koningin-regentes aan
geboden, onder geleide van een rapport
aan Hare Majesteit, waarin de wyze
van werken, door de commissie gevolgd,
wordt uiteengezet.
De staat8-eommi88ie bestaat uit de
heeren mr. D. L. F. de Pauli, presi
dent mr. A. A. de Pinto, mr. L. Hovy,
mr. D. J. Mom Visch en prof. mr. G.
A. van Hamel. Haar werd als seeretaris
toegevoegd ir.r. J. Lion.
Daar m r. M. W. F. T r e u b z ij n 6
benoeming tot lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal niet heeft aangeno
men en dientengevolge in het hoofdkies
district Schoterland eene nieu^we keuze
voor een lid dier Kamer moet plaats
hebben, heeft de minister van Binnen-
landsche Zaken bepaald, dat eene nieuwe
keuze in dat hoofddistrict voor een lid
der Tweeede Kamer zal plaats hebben
op Donderdag 9 Juli, en dat de her
stemming, is die noodig, zal geschieden
op Donderdag 23 Juli.
Voorts heeft de minister, overwegende
dat mr. H. Goeman Borgesius, benoemd
tot lid van de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal in de hoofdkiesdistricten
Zutfen en Veendam, heeft verklaard de
benoeming voor eerstgenoemd district aan
te nemen, en dientengevolge eene nieuwe
verkiezing van een lid dier Kamer in
laatstgemeld district moet plaats hebben,
bepaald, dat ook de verkiezing in het
hoofdkiesdistrict Veendam zal plaats heb
ben op Donderdag 9 Juli, en de her
stemming, is die noodig, op Donderdag
23 Juli.
De Tilb. Ct. bericht, dat de
heer W. Mutsaers voor Waalwijk heeft
geopteerd, waar hij gekozen werd in
plaats van het aftredend lid mr. A. F.
V os de Wael. Derhalve zal ook in Eind
hoven een nieuwe verkiezing moeten
plaats hebben.
De navolgende studenten
der Polytechnische zijn tot hunne prac-
tisehe vorming gedurende de zomermaan
den door den minister van Waterstaat
als buitengewoon opzichter aangesteld,
te weten P. J. Pritzlin, bij den bouw
der nieuwe Uffeltersluis op de drentsche
hoofdvaartL. L. graaf van Randwijk
on A. Brusse jr., by de uitbreiding der
sluis en havenwerken te ÏJmuidenH.
E. Gritters Doublet, bij het leggen van
een dam langs het vaarwater in het IJ,
buiten den afsluitdijk te Scheliingwoude
W. de Hoog, J. A. Kalff, P. J. M. de
Vries, W. A. F. van Geuns, S. J. H.
van Embden en J. Harïnghuizen, by den
aanleg van het kanaal van Amsterdam
naar de MerwedeE. J. Kist en S. A.
Gonsalves, bij den bouw van het stoom
gemaal te AmeideA. Th. Baert en A.
R. van Loon, by de normaliseerings-
werken van de rivier de Waal H. C.
M. Hennu8, bij de werken op den Gel-
derschen IJsel, W. Oltmans, F. C. II.
M. Dubbelman, S. Mulder en J. M.
Stoop, bij de werken van den Rotter-
damschen waterweg; J. E. C. v.Geuns
bij den aaleg van den spoorweg van
Rotterdam naar den Hoek van Holland
R. Blok en L. C. Dumonfc, bij den bouw
van het post- en telegraafkantoor te
Amersfoort en Nijmegen.
Onder de inrichtingen te
Amsterdam, welke waarschijnlijk door
den duitschec Keizer zullen worden
bezocht, behoort ook het Burgerweeshuis.
Op de binnenplaats van het stadhuis
zal eene muziektent verrijzen met het
oog op Zijner Majesteits bezoek aldaar.
Aangaande de taptoe op den
Dam te Amsterdam kan worden mede
gedeeld dat de deelnemers zich op het
Damrak opstallen. Allen, behalve de
commandant kapitein Apol, zijn te voet.
Zooals wij reeds meldden zal slechts één
ensemblestuk en wel het ,/Heil dir im
Siegerkranz" worden gespeeld. Na het
défilé zullen in het belang van de orde
de muziekkorpsen zich langs verschillen
de wegen door de stad verspreidden en
daarbij marsehen spelen. Op deze wijze
hoopt men te groote opeenhooping van
belangstellenden te vermijden. {Rb!)
De Keizer eb de Keizerin
van Duitschland zullen bij hun bezoek
aan de residentie in stoet rijden, geës
corteerd door cavalerie. In den rijtoer
door en in de buitenkom van de ge
meente is opgenomen het nieuwe sehe-
veningsche park, het Kurhaus, de rijweg
langs h6t strand en door het dorp
Scheveningen.
Ook wordt gereden rondom het monu
ment op het Plein 1813.
Eerewachten worden opgesteld aan
het Staatsspoorstation en het paleis. Het
garnizoen wordt geschaard langs den
weg van het station naar het paleis.
Er zal gereden worden met 2 galary-
tuigen, bespannen „h la Dauraont".
Dag aan dag zag men, de
laatste dagen, aan den achteringang van
het paleis op den Dam te Amsterdam
groote meubelwagens af- en aanrijden,
waaruit ameublementen, kisten met glas-
en zilverwerk uit den Haag en Het Loo
naar binnen werden gedragen. Thans
zijn in het paleis vele handen bezig om
alles in gereedheid te brengen tot ont
vangst der hooge gasten.
Voor speciaal gebruik van den keizer
is de rechtervleugel van het paleis, zijde
Nieuwe kerk en met uitzicht op den
Dam ingericht. De aoogenaarade Mozes-
zaal is tot salon ingericht, en daartegen
over ligt het slaapvertrek van Z. M.
Onder de portretten, die aldaar den wand
versieren, neemt dat van den Ouden
Frits eene eigenaardige plaats in. Het
zoogenaamde theesalon is tot des keizers
ontvangkamer aangewezen.
De Regentes en de Koningin hebben
hare gewone vertrekken aan den Dam,
tegenover Let gebouw der Groote club,
behouden, terwyl de keizerin de be
schikking heeft over het daarachter
gelegen gedeelte van het paleis. Op de
le verdieping, waar al deze vertrekken
gelegen zijn, bevindt zich ook de geza
menlijke ontbijtzaal, terwijl het gala
diner in de groote zaal zal plaats hebben,
welke met draperieën, bloemen en oos-
tersche planten weelderig versierd zal
worden. De troonzaal zal by het gala
diner voor wachtkamer dienen.
Vrydag promoveerde te
Utrecht tot doctor in de geneeskunde
de heer H. M. C. Kessler, off. van gez.
2e kl. N. O. I. L., geboren te St.
Oedenrode, met proefschrift, getiteld
z/De porichorioïdale ruimte in betrekking
tot de lymphbeweging iu het oog", en
tot idem de heer J. E. van Persijn, arts,
off. van gez. 2e kl., geboren te Bloemen-
daal, met proefschrift, getiteld //Eenige
bepalingen van den geleidingsweerstand
der huid bij den gezonden en zieken
raensch."
De //Zuidholllandsche Maat
schappij tot redding van schipbreuke
lingen" heeft haar verslag over 1890 uit
gebracht. Daaruit blykt, dat stations en
reddingsmiddelen gevestigd zijn in Ter
Heyde, 's-Gravesande, Hoek van Hollaud,
Maassluis, Brielle, Hellevoetsluis, Oud
dorp Brouwershaven, Burehsluis en
Vliseingen.
Ooder de pogingen tot redding, die in
1890 gedaan zijn, verdient in 't oizonder
vermelding die van 18 October. Het
engelsche fregat Dwnrobin strandde by
zwaar stormweer op het Nieuwe Zand