TWEEDE IILA» Regeling &er Scheepvaart UIT INSULINDE. Eene grahana. BINNENLAND. BEHOORENDE BIJ HAARLEM'S DAGBLAD YAN Maandag 29 Juni 1891. up hei Noordzeekanaal, bij gelegen heid der komst van Hunne Majes teiten den Keizer en de Keizerin van ©nitschlande De Commissaris des Konings in Noord holland, Overwegende dat het noodig is eenige regelen te Btellen, die in aeht genomen zullen moeten worden op het Noord- zeekanaal tijdens de komst van Hunne Majesteiten den Keizer en de Keizerin van Duitschland te ÏJmuiden en ge durende H. D, 'feis naar Amsterdam Heeft besloten de volgende voorschriften te geven Buitenhaven. 1. Van af het oogenblik dat het Kei zerlijk jacht in het gezicht va» ÏJmuiden is, hetgeen door het hijsohen van eer: blauwe vlag bij het gebouw van den Kustpostdienst Zt-.l worden aangegeven, tot dat het vaartuig aan boord waarvan Hunne Majesteiten de Keizer en de Keizerin zich bevinden, geschut is, mogen vaartuigen, die niet tot de Hunne Ma jesteiten onmiddellijk begeleidende flotille behooren, de buitenhaven niet in- of uit varen. Vaartuigen die zich alsdan in de bui tenhaven of het buitenkanaal bevin len, nemen, zoodra bedoelde vlag gehescben is, of vroeger, zoodra de Havenmeester dit gelast, ligplaats op de door of van wege den Havenmeester aan te wijzen plaatsen en mogen zich daarvan niet verwijderen voor dat de schutting van het vaartuig aan boord waarvan Hunne Majesteiten zich bevinden, is af'geloopen. 2. De vischsteigers buiten de sluizen worden voor het publiek buiten gebruik gesteld van middernacht tussehen 30 Juni en 1 Juli aanstaande totdat het Keizer lijk jacht deze steigers heeft verlaten. Zoo lang de vischsteigers buiten ge bruik van het publiek zijn gesteld, mag de visch door sloepen of vletten aan land gebracht worden alleen op daarvoor aan te wyzen plaatsen. 3. Van middernacht tusschen 30 Juni en 1 Juli aanstaande totdat de Hunne Majesteiten onmiddellijk begeleidende flo tille geschut is, mogen visschorsvaar tuigen in de haven nergens dan buiten de tonnen ankeren. Noordzeesluizen. 4. Het schutten van gewone vaartui gen door de Noordzeesluizen wordt ge staakt, zoodra het Keizerlijk jacht te ÏJmuiden in het gezicht is, en eerst her vat, wanneer het vaartuig aan boord waarvan zich Hunne Majesteiten bevin den is opgevaren. Zoo lang de tot de flotille behoorohde schepen zich voor schutting aanmelden, worden door den grooten kolk der Noordzeesluizen geen andere vaartuigen geschut. 5. Van af middernacht tusschen 30 Juni en 1 Juli aanstaande tot het laat ste schip der flotille gesehut is, zijn de groote schutsluis en een gedeelte van het terrein nabij de Noordzeesluizen voor het publiek afgesloten. 6. Het verkeer van voetgangers over de Noordzeesluizen tusschen de Noord en Zuidzijde van het kanaai kan als ge woonlijk plaats hebben tot het oogenblik dat het Keizerlijk jacht te ÏJmuiden in het gezicht isalsdan wordt dit ver keer gestremd tot het vaartuig aan boord waarvan Hunne Majesteiten zich bevin den is opgevaren. Het stilstaan op de deuren en brug gen, die den verkeersweg tusschen de Noord- en de Zuidzijde van het kanaal vormen, is op 1 Juli a. s. verboden. 7. Geen vaartuigen mogen liggen of aanleggen tegen den Zuidelijken muur der apuisluis of den Noordelijken muur der kleine schutsluis. Noordzeckaiiaal, 8. Uitgezonderd de in geregelden dienst varende binnenstoomschepen, mogën van af middernacht tusschen 29 on 30 Juni a. s. tot dat het laatste schip der Hunne Majesteiten onmiddellijk begeleidende flotille gepasseerd is, geen schepen lig plaats hebben of nemen binnen den af stand van 500 M. van het binnenfroot der Noordzeesluizen. 9. Van af middernacht tusschen 30 Juni eu 1 Juli a. e. mogen tot twee uren na het vertrek vbd li muiden van het laatste schio der Hunne Majesteiten on middellijk begeleidende flotille geen zee schepen opvaren van ÏJmuiden in de richting van Amsterdam. 10. Van at het vertrek van Hunne Majesteiten den Keizer en de Keizerin uit ÏJmuiden, dat nabij de brugwachters- woningen te Velsen, t Buitenhuizen en aan de Hembrug door het hijschen van blauwe vlaggen zal worden bekend ge maakt, is alle vaart op die gedeelten van het NoordzeekaDaal bewesten Am sterdam, waar het Keizerlijk vaartuig met de daarbij behoorende onmiddellijk volgende flotille nog passeeren moet, verboden. Door het neerhalen der genoemde vlaggen, zal het oogenblik wordeD aan gegeven dat het laatste schfp dezer flotille Velsen, Buitenhuizen of de Hembrug is voorbijgevaren. 11. De vaartuigen nemen, tijdens het tijdperk dat de vaart verboden is, lig plaats naast het vaarwater zoo dicht mo gelijk tegen den wal. Wanneer het laatste schip der het Keizerlijk vaartuig onmiddellijk volgende flotille de in de vorige alinea bedoelde vaartuigen is gepasseerd, kunnen de ligplaatsen worden verlaten met dien verstande dat medevarende vaartuigen steeds blijven op een afstand van minstens 50 M. achter het laatste schip der flotille. 12. Van het verbod der vaart zyn uit gezonderd de in geregelden dienst varende binnenstoomschepen, met dien verstande, dat de gezagvoerders zorgdragen dat het Keizerlijk vaartuig en die der onmiddel lijk volgende flotille noch in tegen- noeh in medeliggende richting gepasseerd worden, maar hunne schepen bij de na dering van het Keizerlijk vaartuig tijdig ligplaats innemen zoo dicht mogelijk langs den wal, terwijl daarop vervolgens de onder No 11 genoemde bepalingen toepasselijk zijn. 13. Het vervoeren van zandbakken op het Noordzeekanaal is op den 30en Juni en den len Juli a. 8. geheel verboden. Oranjesluizen. 14. Wanneer door Hunne Majesteiten een tocht naar Zeeburg of Schelling- woude mocht worden gemaakt, worden, zoo lang die tocht duurt, aan de Oran jesluizen alleen de in geregelden dienst varende binnenstoomschepen naar binnen geschutoverigens heeft geen schutting naar binnen plaats. De niet geschut wordende vaartuigen moeten buiten de remmingen blijven en de ligplaatsen innemen die door of van wege den Sluismeester zeilen worden aangewezen. De groote schutkolk wordt tevens bui ten gebruik gesteld. Voor ingeregelden dienst varende bin nenstoomschepen gelden overigens de onder No 12 genoemde bepalingen. Algemeen© Bepalingen. 15. Van stoom- en andere vaartuigen moeten de vuren zoodanig zijn geregeld, dat tijdens het passeeren van het Keizer lijk vaartuig, zoo min mogelijk rook uit den schoorsteen komt. 16. De gezagvoerders van alle zich in het Moordzeekanaal en de buitenhaven bevindende vaartuigen worden uitgenoo- digd tot bevordering der goede orde made te werken en hunne boderas zooveel mo gelijk met vlaggen te versieren. Do Commissaris des Konings in Noordholland, {get.) SCHORER. Haarlem.22 Juni 1891. {Naar een maleisch handschrift.) Het overkomt mij een 6nkele maal, geachte lezer, dat ik een geruimen tijd zoekende beD naar een juist opschrift voor mijn opstel, d. w. z. een opschrift, dat zonder omwegen den lezer vertelt, wat hij onder de oogen krijgt. Den raad van den beroemden Griek Aristoteles, om eerst het stuk te schrijven en daaruit het opschrift te bepalen, heb ik zeer dik wijls, doch tbaDS tevergeefs, opgevolgd. Eerst had ik boven dit schry ven wil len plaatsen uHet bijgeloof onder de Javanen", maar gij begrijpt wel, lezer, dat zoo'n veelomvattend onderwerp voor eene gewone bijdrage te groot is, en daardoor zou ik gevaar loopen of in te groote be knoptheid te vervallen öf het eene te vermelden on het andere niet. De orang melajoe, wiens manuscript thans voor mij ligt, heeft mij uit do verlegenheid gered en nu heb ik tot op schrift gekozen, wat ook hij boven zijn karangan (opstel) plaatstenamelijk het maleisohe woord grahanadat zoo wel Zone als Maansverduistering be- teekent. Volgens het idéé fixe van den Javaan, dat als onafscheidelijk attribuut van zijn ras zijn gansche leven beheerscht, al zijn doen en laten regelt, is het Heelal be woomd door eene ontelbare menigte djinsgoede en beoze geesten. Hij is tot deze wetenschap gekomen, niet alleen door overlevering, maar ook door het heilige boek der Hindoeache Mythologie. En werkelijk leest men in de irilandscbe bladen dikwerf het bericht van een JavaaD, die daarin verhaalt, dat hij den een of anderen daemon, nu eens in de gedaante van een schoone vrouw, dan weder in die va-1 een kind, ook in dio van een viervoetig dier (een tijgeraap of krokodil) heeft aanschouwd. De djins nu wonen op de bergen, in de wouden, in holen of grotten, overal waar de mensohelijke geest zich een plaats kan denken. En zoo zijn er bijv. de cholera-djin, die voortdurend er op uit zijn den mensch te kwellen en lee- lijke poetsen te bakken. Maar er zyn ook djins, die zich volstrekt niet met den menseh bemoeien, maar daarentegen het gemunt hebben op de zon, maan en sterren. De Hindoesehe Mythologie maakt melding van een daemon, Lemboe tjoe- loeng geheeten, die van af het oogenblik, waarop hij het levenslicht aanschouwde, de Zon en Maan een ing#kanberden haat toedroeg. Hij kon het maar niet verkroppen, die daemon, dat deze beide hemellichten zoo aan het uitspansel in glorie en pracht schitterden. Geruimen tijd had Lemboe tjoeloeng zich krachtig bedwongen, maar op een goeden keer, toen hy in een bi zonder booze bui verkeerde, snelde hij in duizelingwekkende vaart door het luchtruim op de bovengenoemde hemel lichamen toe en valt met zijn vreeselijke klauwen het eerst de zon aan, met het kennelijk doel haar te vernietigen. Maar de machtige god Batara Wieme is op zijn post. Hij ziet den verraderlijken aanval van den daemon, spant fluks den boog, en weet den gehaten geest zoodanig te treffen, dat de monsterachtige kop van het lichaam vliegt en het overige gedeelte des lichaarns met een donderend geraas op de aarde nederstort. Bijna op hetzelfde oogenblik verandert dit ramp zalig overschot in een lesoeog, een lang werpig uitgehold houten blok, waarin de Javaan de padi door stampen van het stroo bevrijdt. Maar, wie zou meonen, dat Lemboe tjoeloeng gedood is, dwaalt, want de afschuwelijke kop leeffc nog en herhaalt van tijd tot tijd zijne verrader lijke aanvallen op Zon en Maan. Wanneer de Javaan dit bemerkt, gaat hij met alle macht in de lesoeng beuken, om den geweldenaar alzoo te pijnigen en te verjagen. De lesoeng is immers feitelijk het lichaam van den reus Hoewel ir. hout veranderd zit het gevoel er nog in I Op sommige plaatsen tracht men dit zelfde doel te bereiken door een aan houdend slaan op bet alarmblok, waar van men bij groote watervloeden of banjirs gebruik maakt, dooi' het afschieten van geweren of ontsteken van vuurwerk. Welk een gedaver en gebulderMaar daar ginds zit een oude van dagen heel kalm en bedaard zijn nagels tegen elkaar te tikken. Dat helpt veel beter dan al dat geraas. Het nagelgetik klinkt den daemon schel in de ooren, hij gaat verschrikt op de vlucht. De zwarte plok op de maanschijf wordt hoe langer hoe kleiner en weldra prijkt het hemel lichaam weder mjSvjjne volle glorie aan den indischen sterrenhemel. De vijand is teruggeslagen. Be stukjes der lich tende oppervlakte, die Lemboe tjeloeng eventueel heeft weggeknaagdworden weder heel netjes bijgewerkt door de godin, die Vrouw Luna in hare bescher ming heeft genomen. Op nog andere plaatsen gaat men op de volgende wijze te werk. Zoodra de orang Djawa bemerkt, dat de glans van zon of maan vermindert en de cirkel vorm langzamerhand begint af te nemen, vult fay een grooten pot met zuiver, helder welwater en zet dien buiten. Wanneer hij nu ziet, dat het beeld der maan, in het water teruggekaatst, een licht tril lende beweging heeft aangenomen, welnu dan lijdt het geen twijfel of er heeft een grahana plaats d„ w. z. de daemon Lemboe tjeloeng is weder bezig de maan op te peuzelen. Want, zoo oordeelt hij, die trillende beweging wordt veroorzaakt door de bewegingen van den daemonischen vraat. Nu volgt de uitwerking van het met water gevuld vat. De daemon ziet namelyk in het water zyn eigen beeld, waarvan hij zoo verschrikt de Maleier voegt er bij omdat hij er zoo afsohuwe- lijk uitziet dat de djin het hazenpad kiest. Daarom houden sommige inlanders ook wel spiegels in de hoogte, opdat Lemboe tjeloeng hevig zal onstellen. Er zijn onder de bevolking knappe Javanen, die zeer goed het verschijnsel eener Zons- of Maansverduistering kun nen verklaren en die een geruimen tijd van te voren den juisten dag weten te bepalen, waarop zoo'n éelips zal plaats hebben, ook in andere landen. Maar de rest der bevolking, stellig wel het zeven achtste gedeelte, gelooft, dat de Maan wordt opgegeten. En het onwetende kind, dat zijn bygeloovigen vader vraagt, waar die reus is, krijgt ten antwoord nO, dien reus kunt gij niet zien gij zijt daartoe nog te klein. En ge moet ook niet met den vinger naar de maan wijzen, want dan wordt hij voor altijd krom I" //Habis perkara l" 1) Groote ontsteltenis en onbegrypelyke angst heer8cht onder de dessaiieden, wanneer er een eclips plaats heeft. Nie mand mag in siapemfen toestand ver- keeren. Buffels, paarden, geiten, kippen enz. enz. moeten goed wakker zijn, opdat hun geen onheil overkome! Met kolossale stokken wordt tegen do boomen geslagen, opdat deze ook op hun qui vive zijn en de vruchten niet ter aarde storten. Hoendereieren worden met vochtige asch besmeerd, opdat de kuikens welgevormd ter wereld komen. Mannen, vrouwen, kindoreD, alles loopt op een drafje naar de kali of rivier, om 1) Uitgepraat1 I een bad te nemen en daardoor steeds een jeugdig voorkomen te behouden. De jongens en meisjes bijten plompverloren in de aarde, opdat hun gebit ijzersterk worde. De gansche javaansehe wereld is in rep en roer. Een in aanbouw zynde woning wordt ©ogenblikkelijk afgebroken en na de éelips weder opgezet, opdat het den bewoner moge goed gaan. Kinderen, die voor hunne jaren wat klein zijn, worden bij het hoofd gevat en eenige keeren bijv. 5, 7, of 9 maal opgetild, opdat zij spoedig opschieten, als bet bamboe-riet in de wildernis. De lezer zal vragen en zeer terecht Waarom juist 5, 7 of 9 maal?7' Mijn antwoord luidt //Omdat een even getal sleohts ongeluk aanbrengt l" Juist het tegenovergestelde van de bijgeloovigen ten onzent. Wanneer een eclips is gepasseerd, be leggen de ouden van dagen in de dessa eene buitengewone vergadering, om na te gaan, van welken invloed de grahana zal zijn op de dagen, die nu komen zullen. Daartoe gaat men een Primbon raadplegen, d. i. een geschrift, waarin alle gunstige en ongunstige voraoderingen in de ver schijnselen der sterrenwereld staan op- geteekend, behalve nog een goede dosis tooverformulen en gebeden. Het klinkt als een klok, dat zoo'n ge~ 8chritt als bizonder heilig wordt beschouwd, en daarom is het ten strengste verboden by de wet en de Profeten, tenzij strikt noodzakelijk, zoo'n Primbon te oopiee- ren. Wanneer nu de éelips van gunstigen invloed zal gijn op de toekomende dagen, welnu, dan is de vreugde zeer groot en niets wordt gespaard, om aan dit gevoel van blijdschap zooveel mogelijk lucht te geven op duidelijk waarneembare wijze Maar o wee (wah l zegt de Inlander) wanneer de raadpleging der Primbon het tegenovergestelde aegt. Dan wordt het Hoofdstuk der Voorbehoedmiddelen op geslagen en ziedaar staan al de woor den i/Het amrichten van offermaaltijden wordt aanbevolen om kwade invloeden van grahana!'s tegen te gaan De orang dessa of dorpslieden dragen nu ieder een kleine hoeveelheid geld bij, de priester wordt geconsulteerd en het duurt niet lang of een kolossaal en heer lijk einer is aangericht. Na het inleidend gebed van den priester, gaat men aau het eten, galoovïg of bijgeloovig, zoo ge 't maar hebben wilt. Lezer! de zijdjes zijn bykans gevuld en daarmede wordt mij het sein gegeven te stoppen! Stelt gij er wezenlijk belaDg in de beschrijving Tan zoo'n offermaal tijd ie, lezen? Welnu, dit zy dan het onderwerp van een volgend opstel TJAMPAKA. Haarlem Juni '91. Naar het Weekblad van het Hecht verneemt, heeft de staats-commis- sie, beiast met de samenstelling van een nieuw wetboek van strafrecht voor Ne- derlandechHndië, wetboek voor de Euro peanen, ter vervanging van het daar sedert 1 Januari 1867 geldende straf wetboek, haar voltooiden arbeid een oatwerp-wetboek met breedvoerige toe lichting der Koningin-regentes aan geboden, onder geleide van een rapport aan Hare Majesteit, waarin de wyze van werken, door de commissie gevolgd, wordt uiteengezet. De staat8-eommi88ie bestaat uit de heeren mr. D. L. F. de Pauli, presi dent mr. A. A. de Pinto, mr. L. Hovy, mr. D. J. Mom Visch en prof. mr. G. A. van Hamel. Haar werd als seeretaris toegevoegd ir.r. J. Lion. Daar m r. M. W. F. T r e u b z ij n 6 benoeming tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal niet heeft aangeno men en dientengevolge in het hoofdkies district Schoterland eene nieu^we keuze voor een lid dier Kamer moet plaats hebben, heeft de minister van Binnen- landsche Zaken bepaald, dat eene nieuwe keuze in dat hoofddistrict voor een lid der Tweeede Kamer zal plaats hebben op Donderdag 9 Juli, en dat de her stemming, is die noodig, zal geschieden op Donderdag 23 Juli. Voorts heeft de minister, overwegende dat mr. H. Goeman Borgesius, benoemd tot lid van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal in de hoofdkiesdistricten Zutfen en Veendam, heeft verklaard de benoeming voor eerstgenoemd district aan te nemen, en dientengevolge eene nieuwe verkiezing van een lid dier Kamer in laatstgemeld district moet plaats hebben, bepaald, dat ook de verkiezing in het hoofdkiesdistrict Veendam zal plaats heb ben op Donderdag 9 Juli, en de her stemming, is die noodig, op Donderdag 23 Juli. De Tilb. Ct. bericht, dat de heer W. Mutsaers voor Waalwijk heeft geopteerd, waar hij gekozen werd in plaats van het aftredend lid mr. A. F. V os de Wael. Derhalve zal ook in Eind hoven een nieuwe verkiezing moeten plaats hebben. De navolgende studenten der Polytechnische zijn tot hunne prac- tisehe vorming gedurende de zomermaan den door den minister van Waterstaat als buitengewoon opzichter aangesteld, te weten P. J. Pritzlin, bij den bouw der nieuwe Uffeltersluis op de drentsche hoofdvaartL. L. graaf van Randwijk on A. Brusse jr., by de uitbreiding der sluis en havenwerken te ÏJmuidenH. E. Gritters Doublet, bij het leggen van een dam langs het vaarwater in het IJ, buiten den afsluitdijk te Scheliingwoude W. de Hoog, J. A. Kalff, P. J. M. de Vries, W. A. F. van Geuns, S. J. H. van Embden en J. Harïnghuizen, by den aanleg van het kanaal van Amsterdam naar de MerwedeE. J. Kist en S. A. Gonsalves, bij den bouw van het stoom gemaal te AmeideA. Th. Baert en A. R. van Loon, by de normaliseerings- werken van de rivier de Waal H. C. M. Hennu8, bij de werken op den Gel- derschen IJsel, W. Oltmans, F. C. II. M. Dubbelman, S. Mulder en J. M. Stoop, bij de werken van den Rotter- damschen waterweg; J. E. C. v.Geuns bij den aaleg van den spoorweg van Rotterdam naar den Hoek van Holland R. Blok en L. C. Dumonfc, bij den bouw van het post- en telegraafkantoor te Amersfoort en Nijmegen. Onder de inrichtingen te Amsterdam, welke waarschijnlijk door den duitschec Keizer zullen worden bezocht, behoort ook het Burgerweeshuis. Op de binnenplaats van het stadhuis zal eene muziektent verrijzen met het oog op Zijner Majesteits bezoek aldaar. Aangaande de taptoe op den Dam te Amsterdam kan worden mede gedeeld dat de deelnemers zich op het Damrak opstallen. Allen, behalve de commandant kapitein Apol, zijn te voet. Zooals wij reeds meldden zal slechts één ensemblestuk en wel het ,/Heil dir im Siegerkranz" worden gespeeld. Na het défilé zullen in het belang van de orde de muziekkorpsen zich langs verschillen de wegen door de stad verspreidden en daarbij marsehen spelen. Op deze wijze hoopt men te groote opeenhooping van belangstellenden te vermijden. {Rb!) De Keizer eb de Keizerin van Duitschland zullen bij hun bezoek aan de residentie in stoet rijden, geës corteerd door cavalerie. In den rijtoer door en in de buitenkom van de ge meente is opgenomen het nieuwe sehe- veningsche park, het Kurhaus, de rijweg langs h6t strand en door het dorp Scheveningen. Ook wordt gereden rondom het monu ment op het Plein 1813. Eerewachten worden opgesteld aan het Staatsspoorstation en het paleis. Het garnizoen wordt geschaard langs den weg van het station naar het paleis. Er zal gereden worden met 2 galary- tuigen, bespannen „h la Dauraont". Dag aan dag zag men, de laatste dagen, aan den achteringang van het paleis op den Dam te Amsterdam groote meubelwagens af- en aanrijden, waaruit ameublementen, kisten met glas- en zilverwerk uit den Haag en Het Loo naar binnen werden gedragen. Thans zijn in het paleis vele handen bezig om alles in gereedheid te brengen tot ont vangst der hooge gasten. Voor speciaal gebruik van den keizer is de rechtervleugel van het paleis, zijde Nieuwe kerk en met uitzicht op den Dam ingericht. De aoogenaarade Mozes- zaal is tot salon ingericht, en daartegen over ligt het slaapvertrek van Z. M. Onder de portretten, die aldaar den wand versieren, neemt dat van den Ouden Frits eene eigenaardige plaats in. Het zoogenaamde theesalon is tot des keizers ontvangkamer aangewezen. De Regentes en de Koningin hebben hare gewone vertrekken aan den Dam, tegenover Let gebouw der Groote club, behouden, terwyl de keizerin de be schikking heeft over het daarachter gelegen gedeelte van het paleis. Op de le verdieping, waar al deze vertrekken gelegen zijn, bevindt zich ook de geza menlijke ontbijtzaal, terwijl het gala diner in de groote zaal zal plaats hebben, welke met draperieën, bloemen en oos- tersche planten weelderig versierd zal worden. De troonzaal zal by het gala diner voor wachtkamer dienen. Vrydag promoveerde te Utrecht tot doctor in de geneeskunde de heer H. M. C. Kessler, off. van gez. 2e kl. N. O. I. L., geboren te St. Oedenrode, met proefschrift, getiteld z/De porichorioïdale ruimte in betrekking tot de lymphbeweging iu het oog", en tot idem de heer J. E. van Persijn, arts, off. van gez. 2e kl., geboren te Bloemen- daal, met proefschrift, getiteld //Eenige bepalingen van den geleidingsweerstand der huid bij den gezonden en zieken raensch." De //Zuidholllandsche Maat schappij tot redding van schipbreuke lingen" heeft haar verslag over 1890 uit gebracht. Daaruit blykt, dat stations en reddingsmiddelen gevestigd zijn in Ter Heyde, 's-Gravesande, Hoek van Hollaud, Maassluis, Brielle, Hellevoetsluis, Oud dorp Brouwershaven, Burehsluis en Vliseingen. Ooder de pogingen tot redding, die in 1890 gedaan zijn, verdient in 't oizonder vermelding die van 18 October. Het engelsche fregat Dwnrobin strandde by zwaar stormweer op het Nieuwe Zand

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 5