NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Zaterdag 11 Juli 1891
No. *2458.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTED TIÉN:
NABETRACHTING
STADSNIEUWS.
Bevordering van Nijverheid.
FEUILLETON,
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05,
Dit blad verachjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bnrean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122,
▼an 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatiruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiera.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale dt Fublicité Etrcngèrt O. L. BAVBE j' Co., JOHN F. JONE8Succ., Par ijl 3\bit Faubourg Moutmartre
uit den
GEMEENTERAAD.
XXVIII.
Wanneer men nieuwe wetten ziet
worden, dan doet het zich vaak voor
dat men na met schrik de inwerking
stelling tegemoet gezien te hebben,
zichzelf uitlacht over zijn angst, wanneer
de wet een tijdlang in werking is. En
dit verschijnsel doet zich zoo vaak voor,
dat men over het algemeen zeggen kan
men behoeft geen vrees te koesteren
voor de wetten, maar wel voor de wijze,
waarop zij worden uitgevoerd.
Dit zeer ware gezegde schoot mij
Woensdag te binnen, toen de gemeen
teraad de wijziging, voorgesteld door
Bi en W., in de politieverordening had
aangenomen. Voortaan, zoo zegt het
artikel, zullen de tapperijen des avonds
tel elf uur gesloten en niet voor des
morgens zeven uur weer geopend mogen
worden, op boete van zoo en zooveel.
Dat is vrij kras, want tot dusver moch
ten de tapperijen bij zonsopgang worden
geopend en al maakte niet elke her
bergier daarvan in den zomertijd ge
bruik, voor sommigen schijnt de nieuwe
maatregel wel nadeelig te kunnen wor
den, met het oog op zeer matineuse
klanten.
Maar terwijl het nieuwe artikel in de
politievoorschriften aldus wonden slaat,
levert het terzelfder tijd de zalt erbij.
De burgemeester kan vergunning ver-
leenen, om hiervan af te wijken, kan
aan den lapper toestaan een uur later
te. sluiten, of een uur vroeger te openen.
En nu is de groote vraagzal de Bur
gemeester van dat recht een beperkt
of een ruim gebruik maken? Voordat
de belanghebbenden dit hebben onder
vonden, zullen zij wel doen met zich
over den nieuwen maatregel nog niet
dan alleen in hun binnenkamer, te be
klagen.
Geen der Raadsleden heeft het gezegd,
maar ieder, die even nadenkt, zal het
hebben gevoeld, dat de maatregel niet
maar bij toeval vóór de kermisdagen
aanvangen, is in het leven geroepen.
Be maatregel ten vorigen jare genomen,
om in den kermisnacht bij uitnemend
heid, den laatsten Zondagnacht, de tap
perijen te 2 uur te sluiten, was belache
lijk gemaakt door de handige manier
ïvaarop de tappers, hunne inrichtingen
te ruim 4 uur heropenende, dien wisten
te ontduiken. Nu behooren er iu eene
verordening geen wassen neuzen voor
te komen, die de belanghebbenden
kunnen gebruiken als lange neuzen tegen
een regeerend college. Een voorschrift
moet goed zijn of het moet er niet zijn
en< daarom eischt het prestige, dat de
beperking die geen beperking was, niet
werd bestendigd Men kan dan ook op
zijn vingers natellen, dat al wordt op
den laatsten kermiszondag het sluitings
uur iets verlaat, het openingsuur op
Maandag zeer zeker niet zal worden
vervroegd.
Ik geloof ook daarom niet, dat de
nieuwe bepaling zoo barbaarsch is
als zij er uitziet, omdat ik niet kan
denken, dat de Raad zou goedkeuren,
dat de tappers opnieuw een offer
zouden moeten brengen. Ik zeg op
nieuw want iedereen weetdat nog
niet lang geleden de meeste tap
pers niet onbeduidende geldelijke schade
hebben geleden door de onverwachte,
plotselinge verhooging van het vergun
ningsrecht hier ter stede. Het is voor
niemand een geheim, dat velen onder
hen plotseling veertig, vijftig, ja hon
derd percent meer vergunningsrecht
hebben moeten betalen, dan ten vorigen
jare en wanneer nu de nieuwe bepaling
in de politie verordering hun belangrijke
schade deed, zou het mes hen (de
tappers) van twee kanten snijden. Te
gen zulk eene pijnlijke operatie van
zijne medeburgers, zal ieder regeerend
college moeten opzien.
Van zijne medeburgers want hoe
weinig medelijden men ook ov^-r het
algemeen met den vergunning-bezitten-
den stand pleegt aan den dag te leg
gen, hoe weinig men er ook op uit is,
om zijne belangen te bevorderen, zoo-
dra er vergunning is, zoodra het Rijk
verlof geeft om een bedrijf uit te oefe
nen, mogen zij die dat uitoefenen, zoo-
al niet op warme toegenegenheid, dan
toch op eene clemente behandeling van
de overheid aanspraak maken. Dit ge
voelt de Gemeenteraad van Haarlem
natuurlijk even goed als iedereen en
daarom ook ben ik niet zoo bang voor
de donderende bepaling, dat het den
Burgemeester geoorloofd is, wanneer
hem dit noodig voorkomt, tapperijen
te sluiten voor zoolang als dezen amb
tenaar goeddunkt, en dat nog wel zon
der opgaaf van redenen aan de eige-
.ars.
Inderdaad komt het mij voor, dat bij
de samenstelling van deze bepaling, de
aandacht hoofdzakelijk is gevestigd ge
weest op de lotingsdagen, eene periode
waarin menig goedgezind en verstandig
tapper gaarne uit eigen beweging zijn
affaire sluit.
Daarom, ik herhaal het, zal men wel
doen met niet te klagen voor men
werkelijk voelt, dat men geslagen wordt.
Wie de kracht van zijne vertoogen niet
wil prijsgeven, moet met het zenden
van gezegeld papier aan den Raad niet
al te kwistig wezen.
Men wisselde in den Raad nog even
van gedachte over de groote macht die
I aan den burgemeester werd gegeven,
de macht om tapperijen naar goedvin
den te sluiten. Toch zag men in, dat
dit niet anders kon. Noch de Raad,
noch B. en W. hebben zich met politie
zaken in te laten die blijven ter be
slissing van den burgemeester als hoofd
der politie. Het door den heer Macaré
geopperde denkbeeld, dat n. 1. de bur
gemeester telkenmale na zulk eene
sluiting, daarvan mededeeling zou doen
aan den Raad, werd dan ook zeer
terecht door den burgemeester afgewe
zen, op grond van het antecedent dat
hiermee zou worden gesteld Hadde de
burgemeester hierin toegegeven, dan
zou er geen reden zijn geweest, waar
om ZEA later geweigerd zou hebben
een verzoek, om in alle politiezaken
voortaan den Raad te kennen.
Ja, ja, onze Raadsvoorzitter moge op
den Burgelijken Stand 70 jaar tellen,
in de Raadszaal neemt men er gaarne
een tiental af. Alle zwakke punten ziet
hij en schiet daar zijne pijlen op af. Bij
de voorlezing van eene dankbetuiging
van iemand die eene gratificatie had
ontvangen, werd een verbazende nadruk
gelegd op het woord hemdat erin
voorkwam. De steller doelde daarmee op
den Raad, er had zeker Z E.A. moeten
staan. Wanneer de bedanker in kwestie
nog niet door den grond is gezonken,
zal hij er nu zeker wel niet lang meer
mee wachten.
Huiselijk kan echter ook de burge
meester zijn. Wie de kaart van 't land
niet kent, zou zeker niet weten wie
Z.E-A. wel kon bedoelen met„de
heeren van eergisteren." 't Was de com
missie van fabricage, die denkelijk
Maandag had vergaderd. In ieder geval
kunnen zich de heeren van fabricage
er op beroemen, dat zij volgens den
burgemeester, niet „van gisteren" zijn.
Huiselijk ook was de mededeeling
van den voorzitter, dat de tentoonstel
ling van Nijverheid zal worden gehou
den in den Kraton. Daar toevallig dit
huis onder dak en gevlagd was op den
dag toen de kraton was ingenomen,
heeft het ten allen tijde dien bijnaam
gehouden.
Haarlem, 10 Juli 1891.
Door den minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid is ingetrokken de
concessie ten vorigen jare verleend aan
een ingezetene van Sandpoort, tot den
aanleg van een tram van Haarlem over
Schooten enz. naar Beverwijk.
Gedurende de maand Juni is in de
Stuivers Spaarbank van den Volksbond
ingebracht in 435 posten J 1162.02;
terugbetaald in 56 posten f 294.43^.
Er zijn 19 nieuwe boekjes afgegeven.
Na gehouden overgangs-examens aan
het Gynasium alhier, op S en 9 Juli 11.,
zijn door heeren curatoren bevorderd
van de i« tot de 2e klasseH. G. P.
Duyfjes, A. A. Kooi, F. L. E. de Veije,
PI. F. R. Dubois, J. G. Haselager, J.
F. Herbschleb, K. W. Boogaard, C. F.
Bierens de Haan, P. A. van der Laan
voorwaardelijk W. J. J. C. Bijleveld,
J. Rookmaaker, P. H. M. Travaglino,
C. Loeff en D. Seppvan de 2* naar
de 30 klaseeH. W. Melchior, Joh.
Mulder, H. J. Canter Visscher, W. E.
Merens, J. J. C, Eschauzier, H. F. G.
Lijnkamp, J. F. Th van Valkenburg
en E. H. E. Teding van Berkhout
voorwaardelijkG. L. Bertram en C.
Ph. F. Abbing van de 3e naai de
4« klasse J. J. Duyljes, A. C. de Koek,
R. Mulder, C. B. M. Grijseels, G. A.
Hulshof, R. Grün. H. G. A. Broers,
E H. van Lier en H. C. Schouwen
burg; voorwaardelijk: J. D. van Calcar
en P. S. Gerlings; Fan de af naar
de 5e klasse G. Heidenrijk, J. N. van
der Ley, M. van der Hoeve, G. W.
Schultz, H. C. van der Wijck, N. J. L.
Brantjes, H. A. Cornelissen, S. W.
Tromp, W. Middelberg en F. A. Heek;
Van de 50 klasse A naar 6e klasee
AA. Moens, K. Pies, R. S. Bakels,
Ph F. W. de Kanter, D. J. Leepel,
A. J. Mulder, F. C. Boogaard, W. F.
van Slooten, L. P. J, Michielsen, P.
Groot, J. V. Dahlberg, P. J. du Pui,
J. H. Meijer en C. Bakker; Pan de
5e klasse B naar 6e klasse B J. Mink
Schol, B. Swaab en J. J. Maats.
De Soc. de „Phoenix" belooft haren
leden op Zaterdag en Zondag a. s. een
eigenaardig genot. Zij zal namelijk de
grammophon doen hooren, eene uitvin
ding van den heer Berliner, ingenieur
der Bell Telephon Cy., te Washington.
Het werktuigje is een zeer vereenvoa
digde phonograaf en geeft de er in
gesproken klanken terug, zonder de
onaangename bijgeluiden, die men in
een phonograaf hoort. Het kan met een
electrische batterij of met de hand
worden gedreven, al naar verkiezing.
De horizontaal werkende stift der pho
nograaf, is hier vervangen door een verti-
kale, en in de plaats van de wasplaat be
vindt er zich een plaatje zink in, bestreken
met een harde zelfstandigheid, waarvan
alleen de uitvinder de samenstelling
weet.
Zoo hoort men verschillende zang
nummers, gesprekken enzalle zeer
duidelijk verstaanbaar.
Zie verder achterst, advertentie.
Programma van de 114de Algemeene Verga
dering en het Congres, te houden van 1317
Juli, in de voor-bovenaaal der sociëteit «Verec-
uigingn, Lange Bagijnestraat te Haarlem.
Maandag IE Juli, 's namiddags 2 uur. Opening
der Ambachtsschool tentoonstelling, te houden
door het departement ri aarlem der Maatschappij,
in het huis genaamd «de Kraton» Pie n no. 2,
in tegenwoordigheid van directeuren, afgevaar
digden, donatrices, donateurs en verdere genoo-
digden (toegang aan den Raamsingel).
's Namiddags van S tot 5 uur is de Ambacht
school-tentoonstelling geopend uitsluitend voor
de leden der Nederlandsche Maatschappij ter be
vordering van Nijverheid en de bestuursleden,
directeuren en heraren van de verschillende
ambachtsscholen en verdere tot de opening ge-
noodigden (toegaug aau het Plein)
'3 Avonds 7 uur worden diiectcuren, afge
vaardigden en leden verzocht h(jeen te komen in
de benedenlokalen der sociëteit «Trou Moet
Blijcken* aan de Groote Markt, om van daar
gezamenlijk te gaan naar het Stadhuis.
's Avouds 7J3 uur. Ontvangst van directeuren,
afgevaardigden en ledeu door het Dagclijksch Be
stuur der gemeente op het Stadhuis.
Daarna (ongeveer te 8 uur) outvaugst vanwege
het departement Haarlem dor Maatschappij in
de groote benedenzaal der sociëteit Verceniging».
Na afloop dei ontvangst is er gelegenheid ge
zellig hijeen te blijven, bij goed weder in den
tuin, bij ongunstig weder in de groote beueden-
zaal der sociëteit Vereeniging".
Diusdag 14 Juli, 's morgens 9 uur. Eerste
zitting der Algemeene Vergadering in de voor
bovenzaal der sociëteit Vereenigiug«.
In de pauze; déjeuner in de achter-bovenzaal,
's Namiddags 6 uur. Table d'llote in het hotel
de «Leeuwerik», Kruisstraat.
'3 Avonds 8 uur. Concert door het stedelijk
muziekkorps, kapelmeester de heer C. P. W.
Kriens, aangeboden door de sociëteit «Vereeni-
ging"-
Er zullen tot 8% uur voor directeuren en af
gevaardigden plaatsen worden gereserveerd.
Woensdag 15 Juli, 's morgens 9 uur. Eerste
bijeenkomst van het Congres.
's Middags 12 uur (in de pauze). Gelegenheid
tot dejeuneeren iu de concertzaal -Ier sociëteit
«Vereeniging».
's Namiddags 2 uur. Bezoek aan de Kookschool,
Nieuwe Graclit no. 68.
's Namiddags 6 uur. Table d'höte in liet hotel
«van den Berg» (eigenaar do heer Scholten) in
den Hout.
s Avonds 8 uur. Concert door het Stedelijk
Muziekkorps in de Buiten-Societcit, aangeboden
door «Trou Moet Blijclceu».
Plaatsen voor directeuren en afgevaardigden
worden gereserveerd.
'8 Avonds omstreeks 9 uur. (Bij gunstig weder).
Verlichting van den Dreet' en het terrein voor
de Buiten-Societeit vanwege de gemeente Haarlem.
Donderdag 16 Juli, '3 morgens 9 uur. Tweede
bijeenkomst cn sluiting van het Congres.
Tweede zitting en sluiting van de Algemeene
V ergadering.
middags 12 uur (in de pauze). Déjeuner in
de achter-bovenzaal der sociëteit Vereeuiging».
's namiddags 6 uur. Officieel diner iu het hotel
Funckler» (Kruisstraat) tegen drie gulden per
couvert.
Na afloop gelegenheid tot gezellig samenzijn
in de Vereeniging».
31)
HOOFDSTUK X.
Zij begon de séance met het voorlezen van de mooiste
gedeelten van het ernstige werk, maar reeds in het begin viel
de kapitein haar in de rede en vroeg haar naar den naam van
het andere boek, dat zij had gezocht. Toen hij den titel vernam,
verzocht hij haar hem hieruit voor te lezen, in plaats van uit
Baxton, maar het duurde slechts een paar minuten of hij had
reeds berouw over zijn stoutmoedigheid. Juffrouw Macdougal was
uit Peebles afkomstig en zij had dit met vele van hare vrou
welijke landgenooten gemeen, dat het haar nog al moeite kostte
om dadelijk de beteekenis te vatten van een verhaal, dat zij had
gelezen en dan verzocht zij den kapitein steeds om haar hierbij
te helpen. Dit was hem onmogelijk om de eenvoudige reden,
dat hij geen twee woorden gehoord had van hetgeen zij hem
had voorgelezen. Met ware schotsche volharding begon juffrouw
Macdougal, wanneer zij de beteekenis niet kon vatten, weer van
voren af aan, en wanneer zij de bladzijde had overgelezen en
nog eens overgelezen, dan scheen zij er eindelijk iets van te
begrijpen, en haar vreugde was dan zoo groot, dat zij niet
rustte, alvorens zij de beteekenis Beverley letterlijk in zijn brein
had ingeprent, daar zij het niet meer dan billijk vond, dat hij
ook zijn deel zou hebben van hare vernuftige ontdekking.
Eén avond aldus doorgebracht, was echter voor Beverley ge
noeg, en telkens wanneer zij hem voorstelde om de proefneming
te herhalen, wendde hij een hevige hoofdpijn voor.
Grace zag de beide boeken in de kamer, en toen zij er naar
vroeg, vernam zij voor welk doel zij daar waren gebracht; toen
den volgenden dag juffrouw Macdougal niet in de kamer aan
wezig was, vroeg zij Beverley op den vriendelijken, kalmen toon,
dien zij altijd tegen hem aannam, of zij hem ook iets zou voor
lezen. Met haperende stem gaf hij ten antwoord, dat dit hem
zeer aangenaam zou zijn. Zij vroeg hem nu oi hij voor het een
of ander boek een voorkeur had. Zijn antwoord was ontkennend
wat zij goed vond, zou hij ook wel goed vinden, en in ant
woord op haar vraag, of hij van poézie hield, zeide hij, dat hij
dit niet wist, daar hij nog bijna nooit poözie had gelezen.
Den volgenden dag bracht zij een boek mee, en toen zij
hoorde, dat hij volstrekt geen hoofdpijn had, las zij hem het
schoonste gedicht voor, dat ooit in het engelsch is geschreven,
namelijk Grafs Elegy. Toen zij geëindigd had, bedankte hij
haar in woord zoowel als in blik, en den volgenden dag ver
zocht hij haar als een gunst om hem weer voor te lezen. Den
daaropvoigenden dag begon zij aan Paradise and the Peri.
Beverley had het nooit gelezen en er zelfs nooit van gehoord,
en bij deze schoone lectuur zag hij zich als in een tooverwereld
verplaatst.
Toen dien dag het voorlezen was geëindigd, vroeg hij haar
met een zweem van een glimlach of zij De Rust der Heiligen
van Baxter en het andere boek wilde wegnemen en ze op een
plaats wilde verbergen, waar juffrouw Macdougal ze nooit zou
kunnen vinden.
lederen dag bezocht Grace Beverley's ziekenkamer, waarin het
zonnelicht nu langzamerhand mocht binnendringen en iederen
dag las zij B 2 ver ley een uurtje voor, totdat hij weer sterk ge
noeg was om zelf te lezen.
Grace had nu reeds meer dan honderd maal de kamer van
den kapitein bezocht, sedert hij daar bewusteloos en bebloed
was binnengedragen; de squire had zich echter nog niet één
keer vertoond. Beverley lag hierover te peinzen het bracht
hem in verbazing, daar hij niet kon begrijpen, dat zijn neef zijn
vrouw zou toestaan hem zoo zorgvuldig op te passen, zonder dat
hij hem zelf kwam bezoeken. Grace was, wel is waar, niet ver
trouwelijk, maar toch vriendelijk.
Ongeveer vier weken na het ongeluk van Beverley, gaf Grace
na het tweede ontbijt het bevel om het rijtuig te laten inspan
nen, daar zij een bezoek ging afleggen.
De oude Tom hielp zijn meesteres bij het instijgen, en op zijn
vraag, waar het rijtuig moest heenrijden, antwoordde zij tot groote
verbazing van den ouden bediende:
„Naar Wisbey Hall."
„Wisbey Hall herbaalde de oude man, die zijne ooren niet
wilde gelooven. „Naar Wisbey Hall? Naar het huis, waar die
Osmonds wonen I"
„Ja, ik ga een visite afleggen bij mevrouw Osmond. Zeg
den koetsier, dat hij er zoo vlug mogelijk heenrijdt," zeide Grace.