BINNENLAND.
derwijs. Allen beginnen voorts met teur is de leergang ongeveer gelijk aan
teekenen. Den halven dag hebben zij die te Arnhem, Amsterdam en Rotter-
theorie, de andere helft praktijk. Be-dam. Alles wordt zooveel mogelijk op
halve kappen, trappen enz. wordt allesj ware grootte gewerkt.
op volle grootte gemaakt, terwijl de
jongens, tusschen de oefeningsstukken
door, werkstukken maken.
„Wij leveren onze producten aan
het publiek," vertelde de heer Berg-
huys. „Of de bazen ons dat niet
kwalijk nemen? Ja, voor tien jaar
was dat zoo, maar nu lachen ze daar
zichzelven om uit, en het gebeurt vaak,
dat een baas om iets vraagt te leveren,
dat hij zelf niet maken kan of maken
wil. Zoo verkoopen we veel aan wit-
werkers en timmerlieden. Onze jongens
worden knechts, geen kleine baasjes.
Natuurlijk loopt er wel eens een uit-
vlieger onder door, maar de regel is
dat zij worden datgene, waarvoor zij be
stemd zijn."
Op het portaal naast de kamer, die
deze school in gebruik heeft, vindt men
hare afdeeling decoratieteekenen en
verfwerk, en op den ruimen zolder het
smidsteekenen en machinesmidsteekenen.
Daar vonden wij onder veel meer, den
ketel voor een geheel eigengemaakte
stoommachine en een aantal fraaie tee-
keningen.
Wat het meubelvak betreft, exposeert
Arnhem niet bizonder veel, maar dat wie-
nige is goed. Op onze vraag daarnaar,
verklaarde de directeur, evenals die van
Leiden had gedaan, dat hij bereid was
om enkele daarvoor geschikte artikelen,
wanneer men zulks wenschte, aan het
einde der tentoonstelling tot matigen
prijs te verkoopen.
Uit Arnhem vertrekkende, arriveeren
we in een stap of tien te Breda. De
ambachtsschool te Breda kan, laat het
ons dadelijk zeggen, niet gelden als mo
del voor eene op te richten school in
Haarlem, en wel omdat zij onder zeer
bizondere financieele omstandigheden
verkeert. Breda's ambachtsschool, rara
avis, is rijk. Zekere dr. Van Cooth, die
den werkman een goed hart toedroeg,
heeft haar een som van f 330,000 ge
legateerd, met de bepaling dat voor
terrein en gebouw 30.000 gulden be
steed en f 235.000 belegd moest worden,
om uit de rente de kosten te bestrijden.
In 1886 pas werd die school opge
richt en ze telt reeds nu 110 leerlingen,
die f 5 betalen per jaar en ook wel
gratis worden geplaatst. De directeur,
de heer J. E. Harte, heeft acht leeraars
tot zijn hulp. Behalve de vakken
timmeren, meubelmaken, schilderen en
smeden wordt er zes uur per week aan
al de leerlingen herhalings-onderwijs
gegeven. De meeste élèves komen uit
den arbeidersstand, toch heeft de schooi
ook zoons van officieren enz., die niet
met het hoofd kunnen werken. „Wij
kennen geen heertjes," zei de directeur,
„iedereen krijgt een blauwe kiel aan
en wien dat niet bevalt, moet maar
heengaan."
Voor trouw bezoek worden aan de
drie beste leerlingen in elk vak
premiën verleend, wat ook gebeurt op
de openbare lagere scholen.
Er heerscht dan ook in Breda weinig
schoolverzuim.
Bij het begin van de school, liet de
gemeente-architect wel eens nu en dan
kleinigheden op de school maken, maar
alras kwam er een adres van 17 smids
bazen aan den Raad, om zich over deze
concurrentie te beklagen. De commissie,
belast met het toezicht op de school,
weerlegde dat adres uitvoerig, en nu is
de toestand zóo veranderd, dat de man,
die destijds de eerste onderteekenaar
was van het adres, nu zijn zoon naar
de ambachtsschool heeft gezonden.
Andere bazen dragen de schoolwerk
op, wat de jongens beter en zorgvul
diger doet werken.
De cursus duurt drie jaar, en zes
maanden lang volgen de jongens de
avondteekenschool. Volgens den direc
Behalve vele fraaie teekeningen, trok
ken ook tal van keurig uitgevoerde
werkstukken de aandacht. Bezoekers der
tentoonstelling raden wij aan, eens te
kijken naar een groot uithangbord
waarop staat „Charles Lefel" enz. en
dat van het begin tot het einde op de
school is gemaakt. Dit werkstuk, dat
geen magazijn oneer zou aandoen, heeft
met inbegrip van de provisie aan den
baas, door wiens tusschenkomst het is
geleverd, slechts vijf en dertig gulden
gekost.
Wij zien hier verder eenige tafeltjes,
waaronder een in renaissance-stijl, keu
rig marmergeschilderde kolommen, een
gesmeed ijzeren parapluie-standaard en
gesmeed ijzeren bloemen en bladen,
waarvan men nauwelijk kan gelooven
dat het jongenswerk is. Kinderwerk, in
den ongunstigen zin, is het zeker niet!
En hiermede nemen wij voor heden
van de tentoonstelling afscheid, orn over
morgen met den belangstellenden lezer
op reis te gaan naar Bodegraven, Goes,
Leeuwarden en Rotterdam.
Hedenmiddag te 2 uur werd in den
tuin van het tentoonstellingsgebouw de
tentoonstelling door de commissie bij
monde van haren voorzitter, den heer
Hk. Figée, overgedragen aan het depar
tement der Maats, van Nijverheid, er
door den heer J. H.Krelage, voorzitter
der afdde tentoonstelling geopend.
De heer Figée zeide o. a., datdebe-
teekenis dezer tentoonstelling niet te
hoog kan worden geschat. Ze is niet
alleen een gewichtige zaak voor allen,
die een ambacht beoefenen, maar ook
voor geheel Nederland. Tot nu toch
heeft het ambachtsonder wijs niet
gestaan op de hoogte, die het van na
ture toekomt. Bij den steeds wassenden
stroom der theorie zijn de belangen
van het ambacht niet vooruitgegaan.
Het getal goede werklieden is te klein.
Verdienstelijke mannen hebben getracht
daarin verbetering te brengen en op vele
plaatsen zijn scholen verrezen, waar de
ambachten onderwezen worden. Maar
voeling, wisseling van gedachten tussehen
die scholen was er niet en de vruchten
die zij afwierpen kwamen niet onder de
oogen van het publiek.
Deze tentoonstelling wil toenadering
brengen tusschen de scholen onderling,
wil het publiek doen zien wat het am-
bachtsonderwijs kan doen. Dit tijdstip,
nu er een congres van de nijveren in
den lande wordt gehouden, is daarvoor
gunstig.
Bevordering van het ambachtsonder-
wijs dat ishet vormen van men-
schen, die in staat zijn hun eigen
welvaart te scheppen. Nimmer zijn er
teveel goede werklieden en een goed
werkman vindt altijd ruim zijn brood.
Bij de vele volksvergaderingen, in den
laatsten tijd gehouden en waar soms de
werkman tot verzet werd geprikkeld, is
nimmer geleeraard„kenc gij uw
ambacht wel
Het is bekend, dat ten allen tijde
uit den werkmansstand eminente man
nen zijn voortgesproten. Nergens in het
buitenland vindt men zooveel gehecht
heid aan den patroon als in ons land.
Spreker brengt een woord van dank
aan het departement, dat de zaak aan de
orde bracht, aan de exposanten en aan
de pers, en draagt daarmede de ten
toonstelling over.
De heer Krelage, antwoordende, dankt
de commissie voor hare toewijding aan
de zaak en verzoekt haar, hare bemoei
ingen wel te willen uitstrekken tot het
volgende congres van Nijverheid, over
ambachtsonderwijs, in Augustus e. k.
Spreker merkt op, welk een belang-
:ijke zaak deze tentoonstelling is in de
stelling voor geopend, met uitnoodiging
aan de aanwezigen, om de expositie te
gaan bezichtigen.
Onder de genoodigden merken wij op
den heer Commissaris des Konings van
deze provincie, jhr. mr. J. W. M.
Schorer, den afgevaardigde ter Tweede
Kamer voor Haarlem, mr. A. J. W.
Farncombe Sanders, den burgemeester
van Haarlem, eenige leden van den
Gemeenteraad, benevens den gemeente
secretaris, het hoofdbestuur van de
Maats. v. Nijverheid, het bestuur van
het departement den heer hoofdinge
nieur Conrad, den heer inspecteur voor
den arbeid Struve en meer andere
autoriteiten
Hedenavond te halfacht worden het
hoofdbestuur en de afgevaardigden ten
congresse door B. en W. officieel op
het stadhuis ontvangen, en daarna door
de recipieerende afdeeling in de groote
zaal van de soc. „Vereeniging", waarop
een gezellig samenzijn zal volgen.
Tusschen 1.1. Zaterdag en heden mor
gen is uit de in aanbouw zijnde school
in de Schoterstraat een partij timmer
mansgereedschap ontvreemd.
teit Wilhelmina aan wettelijk vastgestelde
voorschriften betreffende formulieren
ambtstitels en officieele benamingen
gegeven, maakt het geen onderscheid
of daarbij het woord „Koning" dan
wel het woord „Koningin", met inacht
neming van de daarvoor noodzakelijk
geworden taalkundige veraderingen,
gebezigd is." Volgens artikel 3 is deze
wet ook verbindend voor koloniën en
bezittingen in andere werelddeelen. Zij
treedt in werking op den in September
1891.
Bij kon. besluit van 10 Juli is be
noemd tot notaris binnen het arron
dissement Tiel, ter standplaats Tiel, T.
J. W. van Everdingen, thans notaris te
Eek en -Wiel.
Bij kon. besluit van '10 Juli is be
noemd tot griffier bij het kantongerecht
Goor, mr. P. H. Smits, advocaat,
tevens eerste-klerk op het parket van
den procureur generaal bij den Hoogen
Raad der Nederlanden.
Bij den Raad van State, afdeeling voor
de geschillen van bestuur, was de vorige
week o. a. ingekomen een kon. besluit,
dd. 20 Juni jl., stekkende: tot vernie
tiging van het besluit van Ged. Staten
van Noord-Holland van 25 Maart 1891,
waarbij voor de school te Nieuw Ven
nep van de Vereeniging voor Gerefor
meerd Schoolonderwijs te Haarlemmer
meer, eene rijksbijdrage over 1890 was
toegekend van ƒ633.32.
Het bedrag dezer bijdrage is thans
nader vastgesteld op ƒ600.
De minister van Staat mr.
J. Heemskerk Azn. en de heer Tak
van Poortvliet hebben zich Zaterdag naar
Het Loo begeven, naar men vermoed^
op uitnoodiging van H. M. de Konin
gin-Regentes, ten einde over de minis,
terieele crisis geraadpleegd te worden
OFFICIEELE BERICHTEN.
Stbl. n°. 119 bevat de wet van den
2211 Juni, houdende: i°. goedkeuring
eener met de gemeente Haarlem ge
sloten overeenkomst betreffende ruiling
van gebouwen aldaar; 20. verhooging
van het negende hoofdstuk der staats
begrooting voor het dienstjaar 1890.
Staatsblad n°. 121 bevat de wet van
den 22° Juni tot verhooging van het
achtste hoofdstuk der staatsbegrooting.
voor het dienstjaar 1891Stbln°. 123
de wet van dienzelfden datum tot wij
ziging en verhooging van het vierde
hoofdstuk der staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1891; en Stbl. n°. 124 even
eens van den 2211 Juni, en verhocging
van het tweede hoofdstuk der staatsbe
grooting voor het dienstjaar 1890
Stbl. n®. 125 bevat de wet van den
22tt Juni 1891, betreffende de wettelijk
vastgestelde formulieren, ambstitels en
officieele benamingen in verband met
het overgaan van de Kroon op eene
Koningin. Van deze wet luidt het eer
ste artikel:
Zoolang eene Koningin de Kroon
draagt, wordt bij vastgestelde formulie
ren, ambtstitels, officieele benamingen,
waarin het woord „Koning" voorkomt,
in plaats daarvan het woord „Koningin"
gebezigd, met inachtneming van de
daardoor noodzakelijk wordende taal
kundige veranderingen."
En artikel
5 ij 11
j Tvr - XT- «Voor de rechtsgeldig-
geschiedenis van de Maats, van Nijver- heid van de toepassing sedert den over-
held en verklaart daarna ae tentoon gang van de Kroon op Hare Majes-
verklaart daarna de tentoon
Door den minister van Wa
terstaat, handel en nijverheid is, na
mens H. M. de Koningin weduwe
regentes, dank betuigd aan het perso
neel van de Holl. ijzeren spoorweg
maatschappij voor de betoonde dienst
toewijding bij het bezoek van den Kei
zer en de Keizerin van Duitschland
aan ons land.
Onlangs werden de door
den minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid voor de Holl IJz. Spoor
weg-maatschappij en de Maatschappij
tot exploitatie van staatsspoorwegen
vastgestelde maxima vrachtprijzen voor
het reizigers ver voer medegedeeld
werd zelfs de invoering van nieuwe
tarieven tegen 1 September e. k. in
uitzicht gesteld.
Uit vertrouwbare bron vernemen wij,
dat van de invoering op 1 September
e. k. geen sprake is.
Onze lezers zullen waarschijnlijk
weten, dat bij de Exploitatie-maatschappij
de, zucht bestaat om het zónetarief in
te voeren, de Holl. IJz. Spoorw.-mij.
daarentegen, meent dat de toepassing
van dat stelsel op hare lijnen niet
deugt.
Naar de werking van dit tarief werd
indertijd in Hongarije een onderzoek
ingesteld door de heeren Nivel en
Engeringh van de Expl,-maatschappij
en door den heer Beelekamp van den
Holl. IJz. spoorweg.
Het verschil tusschen de beide
maatschappijen omtrent het al of niet
toepassen van het zonetarief is nog niet
opgelost.
Men meende, nu de maxima vastge
steld waren, het eens te zijn, doch dat
is niet zoo. De Staatsspoorweg-maat
schappij zal toch het zónetarief toe
passen en zal daarbij natuurlijk de door
den minister vastgestelde maxima niet
overschrijden.
Het plan bestaat hare lijnen in drie
zones te verdeelen, waarvan de 3® zone
zou loopen tot pl. m. 160 kilometer, dus
voor den boven 160 kilometer afgeleg-
den afstand, zal men niet behoeven te
betalen; zoo zal men nagenoeg even
veel betalen of men van Groningen en
Leeuwarden naar Amersfoort of via
Utrecht naar Amsterdam gaat. Dit zal
dan zeer ten nadeele van de lijn
Amersfoort Hilversum Amsterdam
komen, omdat bij de samenstooting der
tarieven, de Holl. IJz. Spoorw.-mij. na
tuurlijk om haar deel zou komen en
de reis via Hilversum dus veel duurder
wordt dan via Utrecht. UD)
Naar men verneemt is door
het tegenwoordige ministerie nog
staat van voorbereiding gebracht een
wetsontwerp tot het instellen eener
nieuwe Nederlandsche Ridderorde, aan
welke men den naam zou willen geven
van Oranje-Nassauorde, verdeeld in|
vijf klassen, in den geest van de vroe
gere orde van den Gouden Leeuw van!
Nassau. N.RCl)
Nader verneemt men, da tl
Donderdag de ministers van Oorlog,
Marine en van Justitie, en de oud-
minister van Marine, de gep. schout
bij-nacht H. Dyserinck, Muiden hebben
bezocht, tot het in oogenschouw nemen
van de buskruitfabriek aldaar.
Volgens de Kamp i 0 en zou
een Rijkswet op het wielrijden bij het'
dep. van Justitie in bewerking zijn.
Naar men verneemt,
door het comité generaal voor het 7 e
internationaal congres voor hygiëne en
demographie, in Augustus te Londen
te houden, voor Nederland benoemd
tot „additional members van het per-
manent international comittee",de heeren i
prof. Van Overbeek de Meijer, vani
Utrechtprof. Stokvis, van Amsterdam
en dr. Ruysch, van 's Hage.
Naarhet D. v. JSl. verneemt,
door de belgische regeering een
.schrijven gericht tot de nederlandsche;
autoriteiten, waarin opgaaf verzocht;
wordt van de namen zoo mogelijk
met toezending der portretten van
de nederlandsche afgevaardigden voor
het socialistisch internationaal arbeiders
congres, den i6e° Augustus a.
Brussel te houden.
Bij de eind-examens der
rijks landbouwschool te Wageningen zijn
geslaagd
Eind-examen AIII. W. J. van den
Bosch, WilhelminadorpE. Cliffordt,
Hees; A. N. Costerus, Wageningen;
A. P. F. Gijsberts, Haarlem W. Ka-
kebeeke, Goes; C. C. van der Lee,
Alblasserdam C. D. Verecke, Kruinin-
gen; A. W. Visser, Batavia.
Eind-examen H. B. S- III: H. Bel
lers, Amsterdam; L. K. M. Brants,
Heerenveen; O. von Faber, Batavia;
Th. Neeb, WageningenD. J. Sanders
AmsterdamG. A. van Wageningen,
Dordrecht; H. van Warmelo, Amers
foort.
Te Utrecht is op eene ver9
gadering van deurwaarders bij de directe
belastingen een bond tot stand geko
men, ten doel hebbende de gemeen
schappelijke belangen te behartigen.
Als bestuurleden zijn gekozen de
heeren T. van Leeuwen te Apeldoorn
H. R. Juch te Veenendaal, A. J. Wit
mans te Leiden, J. M. v. d. "Berg te
Utrecht en D. W. van der Velde te
Haarlem (b. g.)
Het repareere 11 v a ?i eene
zware as op zeeEen uitmuntend
voorbeeld van machinistenbekwaamheid
werd in de Engineer beschreven
verband met de tijdelijke reparatie der
as van het aan de Nederlandsch Ameri-
kaansche stoomvaart-maatschappij toe
belioorende stoomschip Veendamop
zijn laatste reis van Rotterdam naar
New-York.
Het ongeluk, dat op Vrijdag 15 Mei
in het midden van den Oceaan plaats
had, bestond in het breken der tunnel as
het vernielen van een der metalen en
het beschadigen van het collarblok De
breuk in de as was 21 eng. duim lang
De as is 16% eng. duim in middellijn
en 22j£ voet lang en weegt ongeveer
10 ton.
Toen de breuk plaats had, bleef het ge
deelte as tusschen de breuk en de stoom
machine doordraaien en werkte als een
spie het achterste gedeelte dér as terug
waardoor een kussenblok en twee kop
pelingen braken en het collarblok be
schadigd werd.
De as werd opgestut, de gebroken
bouten der koppelingen herplaatst, en
een toestel, bekend als „Thompsons
koppeling", voor zulke gevallen in het
ruim van het schip medegevoerd, werd
aangebracht. Dit toestel bestaat uit een
Hij liet zijn hoofd op de borst vallen en durfde haar kalmen,
ernstigen blik niet trotseeren.
„Die.... die dag kan nog zeer ver in de toekomst liggen," ver
volgde zij, „ik hoop het vurig, want Studley Manor kan niet in
uw bezit komen gedurende het leven van George. In een ander
land mag het geheim, aan ons huwelijk verbonden, wel bekend
zijn, omdat ons huwelijk daar als wettig wordt beschouwd en
hier niet. Hier wordt het verboden door de bepalingen van de
kerk, waarvan wij beiden leden zijn. Wanneer het geheim bekend
is, kan ik hier niet langer blijven, want ik zou de algemeene
verachting en verwaarloozing der wereld niet kunnen trotseeren;
zij zouden mij gedood hebben, evenals zij de arme mevrouw
Osmond hebben gedood. George verlaat dus met mij en mijn
zoon dit land om een woonplaats te vinden in een ander land,
waar mijn zoon niet met den naam zal worden bestempeld,
waarmee gij hem hebt genoemd. Het is zeer smartelijk voor
George om de plaats te verlaten, die hij zoo innig liefheeft, en
de vrienden, die hem hier omringen het landgoed, waarop
de Studiey's zijn geboren; dat alles offert hij echter op voor zijn
liefde voor mij, en ik bezit niet de kracht om tot hem te zeggen
„„Gij gaat niet.""
Toen Grace uitgesproken had, hief Beverley het hoofd op;
maar de vrouw, die hij zoo ongelukkig had gemaakt, had de
kamer zachtjes verlaten.
„En dat alles is mijn schuld," mompelde Beverley. „Die ver
vloekte erfenis! Wanneer het daarvoor niet was geweest, dan
zou ik mij nooit hebben laten verleiden om te doen, wat ik nu
heb gedaan. Wanneer mijn grootvader, Martin Studley, die de
geheele bezitting erfde, alles gelijkelijk onder zijne kinderen had
verdeeld, dan zou ik nooit mijn besten vriend hebben willen
bedriegen, maar dat inkomen van achtduizend pond per jaar
heeft mij voor de verleiding doen bezwijken. Ja, ik zal nu dit
huis gaan verlaten. Wanneer ik hier blijf, wordt mijn handel
wijze steeds verfoeilijker in mijne eigen oogen. Wanneer de oogen
van die vrouw niet meer op mij rusten, dan zal ik mij niet zoo
schuldig gevoelen als nu. Zij is de vriendelijkheid en voorko
mendheid zelve, maar de beker, dien zij mij geeft te drinken,
is met gal gevuld Zal ik blijven of weggaan En Beverley zat
hierover langen tijd na te denken. Eindelijk verzocht hij zijn
bediende om hem zijn schrijfcassette te brengen en hij schreef
aan zijn kolonel, dat hij zich de volgende week weer bij zijn
regiment zou voegen, daar hij dacht, dat de zuivere lucht, welke
hij in Schotland inademde, wel het best geschikt zou zijn om
zijn herstel te bespoedigen.
Tom Peckfaeld had zeer juist geoordeeld, toen hij beweerde,
dat het de algemeene verontwaardiging zou opwekken, wanneer
de bewoners van de pastorie vernamen, dat Grace een bezoek
had afgelegd op Wisbey Hall, en de vertoornde Mathilda wist
den vicaris te bewegen om haar naar mevrouw Studley te ver
gezellen en haar te vragen, of het werkelijk waar was, dat zij me
vrouw Osmond een bezoek had gebracht.
Miss Mathilda was diep geschokt, toen Grace op kalmen toon
het praatje bevestigde en zeide, dat het haar speet, dat zij niet
genoeg geestkracht had gehad om dat bezoek wat eerder af te
leggen. Dat mevrouw Osmond geen vrouw was geweest om te
verachten, maar een vrouw, die een ieder eerbied moest afdwin
gen een goede, liefdadige vrouw, die in hare eigen oogen en
naar het oordeel van vele goede en rechtvaardige menschen
zich niets had te verwijten en zij vertelde haar levensgeschiedenis
zooals zij die van den armen echtgenoot had gehoord, en zij
besloot hare woorden met miss Midgley mede te deelen, hetgeen
deze nog niet wist, dat de arme vrouw op reis naar haar ge
boorteland was gestorven tengevolge van een gebroken hart
Natuurlijk werden er nu geen scherpe verwijtingen aan het adres
van mevrouw Osmond uitgesproken, maar Grace vernam genoeg
van haar haatdragende bezoekster om te weten, wat haar lot zou
zijn, wanneer het geheim van haar huwelijk te Barton be
kend werd.
De kapitein vernam van den kleinen George, dat het huwelijk
van Willie Percy en Lottie Preston den volgenden Zaterdag zou
plaatsvinden, en hij besloot om vóór dien dag te vertrekken,
daar hij het vroolijk klokgelui liever niet wilde aanhooren. Hij
maakte dus zijne toebereidselen 0111 éen dag voor het huwelijk
te kunnen vertrekken en deelde zijn voornemen aan Grace mee.
Dien Vrijdag gevoelde hij zich weer niet zoo goed, maar toch
bleef hij bij zijn besluit om Barton dien dag te verlaten. Hij
was nog niet in staat om regelrecht naar Schotland te reizen,
maar hij telegrafeerde naar York om aldaar kamers te bestellen}
en hij verzocht Tom Peckfield om hem des avonds per rijtuig
naar deze stad te laten brengen.
Wordt vervolga.)