NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Ds AflMt&MrieitcoiiMiiif.
VALSÖHR KAARTEN.
9e Jaargang.
Donderdag 16 Juli 1891
No. *2462.
A BOK NEMEN TSPRIJS
AD VERTENTIËN:
s. PSYCHE,
STADSNIEUWS.
GYMNASTIEK.
FEUILLETON,
AARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheeie Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bnraan Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regel* 50 Cent»; iedere regel meer lOCenti.
Groote letters naar plaatiruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
or.ze agenten en door alle boekhandelaren en courantiero.
Directeuren-Uitgevers J. C. FEEREBOOM en J, B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de PubliciU Mrangère Go L. DJ UB it <f- loo? J OEN I'. JOKtSS, SuccParijn Sliis Faubourg Montmartn,
Hoe moeilijk het is, steeds romans
te vinden, die geschikt zijn om als
Feuilleton te dienen, zoo meenen wij
thaüs er een te hebben gevonden, dat
Ï1 bizonder de aandacht onzer Geabon-
neerden zal trekken. Het is getiteld
1en geschreven door
FRANK BARRETT,
een der meest bekende engelsche
I .auteurs.
Over een paar dagen zal met dit
Feuilleton een aanvang worden gemaakt.
Directeuren- Uitgevers
Haarlem, 15 Juli 1891.
De statuten van den onlangs hier
stede opgerichten Nederlandschen
herinbond zijn door H. M. de Ko
ningin goedgekeurd en bezit deze ver-
inging dientengevolge de rechtsper-
lonlijkheid.
De tentoonstelling van Ambachts
cholen gehouden in den „Kraton," werd
héden door 117 personen bezocht.
I a Na gehouden toelatingsexamen op de Hoogere
Burgerschool met 5 j. c. zijn bevorderd;
j Tot de 1ste klasse A. F. Avis, A. C. Baas,
C. Bakker, H. Roosegaard Bisschop, J. van
Braam Houckgeest, E. Broms, J. C. J. de Bruyn,
S. W. de Clercq, D. M. G. H. Putman Cramer,
L. Drooglever Fortuyn, J. Enschedé, G. Hagen,
J. A. Heringa, A. Th. A. Heyting, K. W. rlout-
mr.u, J. A. Hijmans, P. H. Jacques, T. A.
Janssen v. Raaij, A. de Kanter, W. C. de Koek,
C. H. Kramer, T. Kremer, IJ. J. J. Kuipers,
L. W. J. Larive, B. J. O. Menten, L. Mirandolle,
G. H. Möller, C. K. A. van Oosterzce, J. Pottinga,
J. H, Roog, H. J. Reerink, A. Al. Scheffcr, J. T.
D. Scheltema. J. Schuijt, N. Stoel, A. D. J.
Stoutjesdijk, W. H. Timmerman Tkijssen, E.
Waller.
I Voorwaardelijk: C. Avis, H. B. Beaufort, Th.
A. Klinkhamer, Th. D. Kremer, H. Th. R. Loo-
1 meijer, H. Martin, H. Mouod de Froideville,
J. M. Verfaille, J. P Wiemer.
j Tot de 2e klasse: Voorwaardelijk: W. H. Klerk
de Reus, G. Hoeffelman, W. Hoeffelman.
'!t\ Tot de 8e klasse; C. 8. van Manen.
Voorwaardelijk: G. Gerlach, H. A. Ruigrok,
A. A. Barendregt, H. M. Bernelot Moens.
Tot de 4e klasse: E. W. F. Gerth v. Wijk,
W. L. A. Warnier.
Voorwaardelijk: R. E. Heijting.
Wij vestigen de aandacht op de in
dit blad voorkomende annonce betref
fende het Groot Paviljoen-Feest op
Vrijdag 17 Juli e. k.
Toegangskaarten zijn tot en met
Donderdag 16 Juli kf 1.daarna k
1.50 verkrijgbaar bij de aangewezen
adressen.
Aan de oefeningen in en Ijij de leger
plaats bij Zeist zal worden deelgenomen
door het ie, 2e, 4e en 5e bataljon v h
regt. gr. en jagers4 veld-bataljons van
het 4e en 4 idem van het 7e regiment
infanterie; voorts ten dienste van de i« di
visie infanterie door detachementen v d
treincompagniën, v h escadron orclon-
nancen, van het 3e regt. huzaren, het
2e regt. veld-artillerie, van de hospitaal
compagnieën, een veld compagnie v h
korps genietroepen, en een detachement
marechaussées.
Van de 2e div. inf. zal aan gemelde
oefeningen worden deelgenomen door
het i«t. enm. 4 bataljons van het ie en
5e reg. inf, en het ie, 3c, en 4e bat.
v/h 8« regiment inf. en detachementen
als boven, doch van het ie reg'. hu
zaren en 1. reg. veldartillerie.
Het alhier in garnizoen liggend ba
taljon infanterie dat o. a. ook aan de
oefeningen zal deelnemen, vertrekt den
280» Aug. van hier, om tot 3 Sept. de
legerplaats bij Zeist te betrekken, en
voorts van 4 tot 9 Sept. deel uit te
maken van de veldoefeningen van de
2 divisiën tegenover elkander.
Als bevelhebber in de legerplaats is
aangewezen de generaal-majoor Hennis,
commt. der ie div. inf.
De oefeningen tijdens het kampeeren
hebben plaats under de bevelen van de
betrokken regiments commandanten, ter
wijl de oef. van de 2 divisiën tegenover
elkander, onder leiding van den generaal
majoor inspecteur der cavalerie zullen
plaats hebben.
Onze op 't gebied der gymnastiek
welbekende stadgenoot de heer A. J.
Meijerink, heeft dezer dagen in de een
en veertigste algem. vergadering der
„Vereeniging van R. K. bizondere on
derwijzers in dit bisdom," op verzoek
van het bestuur, bereid verklaard met
een getal zijner leerlingen eene proefles
te geven, waarover het Centrumin een
desbetreffend verslag een zeer waardee-
rend oordeel uitspreekt. Met een twaalftal
meisjes en daarna met een zestiental
jongens doorliep hij in betrekkelijk kor
ten tijd de drie leerkringen, waarin hij
zijn stof verdeelt, rekening houdend met
de verschillende eischen voor beide ge
slachten gesteld. Van de orde oefenin
gen tot de vrije was de geleidelijke
overgang duidelijk bemerkbaar, terwijl
de wijze waarop alles geschiedde pleitte
voor de degelijke wijze -waarop hij zijn
onderwijs geeft. Toen de leerlingen ver
trokken waren, gaf de heer M. nog veel
ten beste omtrent dit leervak, zooals het
examen program het omschrijft, terwijl
hij de meest gezochte werken over dit
vak aangaf.
Van de gelegenheid tot het maken
van opmerkingen en het vragen van
inlichtingen werd flink gebruik gemaakt
en nog lang werd er gedebatteerd over
het vraagstuk van de invoering van dit
vak op de gewone school als ver
plicht vak.
Dinsdagavond werd aan de heeren
directeuren, afgevaardigden en leden
van Nijverheid door de sociëteit „Ver
eeniging" een concert aangeboden, ge
geven door het Gemeentelijk Muziek
korps, directeur de heer Kriens. Het
weder was prachtig, zooals het totnogtoe
steeds gedurende het congres is geweest
en zooals we het nog gaarne, ook met
het oog op het bal champêtre van
Vrijdag a. s., eenige dagen hopen te
houden. Het was een van die zeldzame
avonden van dezen tijd des jaars, dat
men zich gerustelijk in zomergewaad
aan de buitenlucht kon toevertrouwen.
De tuin leverde dan ook een gezelligen
aanblik op. De talrijke dames in hunne
zomertoiletten boden een sterk contrast
met de zwartgerokte heeren, stadge-
nooten en vreemdelingen, die van het
concert, kwamen g-rLten. Het met
zorg gekozen programma werd op ver
dienstelijke wijze ten uitvoer gebracht,
de volheid en schoonheid van het
harmonie-orkest kwamen in de ver
schillende nommers ten volle uit. Onder
de nummers, waarvan een drietal voor
orkest bewerkt door den directeur, 0. a.
de zoo schoone Zwei te Polonaise, van
Liszt, kwamen twee soli voor, door den
directeur uit te voeren.
Zooals men weet is de heer Kriens
een uitstekend clarinettist en daaraan
dankt hij zijn vroegere betrekking van
koninklijk „Kammermusiker" aan 't Sak
sische Hof, toen hij uit vier en twintig
sollicitanten werd benoemd. Reeds twee
maal hadden wij het genoegen zijn ver
dienstelijk spel en groote virtuositeit op
zijn instrument te bewonderen eenmaal
toen hij hier ter stede eene uitvoering
gaf kort voor zijne aanstelling, en later
nogeens.
Hij gaf thans een concert fantasie op
motieven uit de opera de Puriteinen,
van Bellini. Het behoeft niet gezegd,
dat dit muziekstuk den uitvoerder de
hoogste eischen stelt, doch voor den
heer Kriens bestaan de moeilijkheden
ervan niet. De klarinet is een instrument
dat wij zelden alleen hooren, maar
zooals hij dit bespeelt, verheft hij het
tot een solo-instrument van den eersten
rang. De arpeggi en tremoli hoorden
wij zelden zoo schoon, zoo innig ge
voelvol voorgedragen, en het heerlijk
accompagnement van het orkest droeg
er toe bij om den indruk van zijn
onvergelijkelijk spel te verhoogen.
Nauw waren de laatste tonen wegge
storven of de toehoorders barstten in
stormachtige toejuichingen uit, maar
enkele oogenblikken later verstomden die,
want de heer F. Allan beklom de estrade
van den muziekkoepel en sprak den
heer Kriens toe. In treffende bewoor
dingen huldigde hij zijne verdiensten
èn als musicus èn als vormer van ons
bemind Gemeentelijk Muziekkorps, dat
hij ook weer, blijkens dezen avond, tot
zulk een aanzienlijke hoogte heeft ge
bracht en nog steeds voortgaat te vor
men en te volmaken.
Daarmede bood hij hem, namens een
aantal kunstvrienden een groote lauwer
krans aan. Dat deze ovatie in den
geest Jer aanwezigen viel, bewees wel
het warm applaus, dat op het gespro
kene volgde. Nog werd de directeur
gecomplimenteerd door den heer J.
Leyh en werd hem een kostbaren
metronoom (maatregelaar), een instru
ment, dat alle musici op hoogen prijs
stellen, in 't model van een miniatuur-
Eiffeltoren ten geschenke aangeboden,
alsmede een fraai album met de namen
der schenkers en waarin staat geschre
ven de opdracht:
„Aan den WelEdelGestr. Heer
C. P. W. KRIENS,
Luitenant-Kapelmeester van het
Gemeentelijk Muziekkorps
worden, als blijk van hulde aan zijne
buitengewone muzikale talenten en ijve
rig streven om der gem. Haarlem een
goed, degelijk muziekkorps te verschaffen
deze krans en métronome
1
met de meeste hoogachting en vriend-I
schap aangeboden
door zijne vereerders j
en vrienden."
Wij mogen nog niet zwijgen van de
uitvoering der verschillende nummers
door het orkest. Daaronder noemen wij
vooral die van de „Einleitung und
Brautchor" uit Lohengrin, en de „Grande
fantaisie sur des motifs de l'opéra
„Faust", van Gounod, die ons de schoone
opera nog weder eens in haar geheel
deed doorleven, en waarin de zuiver
heid der instrumenten en de geoefend
heid der uitvoerenden duidelijk spraken.
Met begeleiding van vier hoorns en
orkest voerde de heer Kriens nog uit
„l'Echo de la montagne" (chant du
berger), van Coenen. Hij plaatste zich
daartoe op een alstand en schooner en
natuurlijker zal men eene kunstmatige
echo zelden hebben gehoord.
Na de uitvoering van dit nummer
werd den directeur nog een treffende
hulde gebracht, en wel door heeren
commissarissen van het muziekkorps.
Drie hunner, de heeren Krol, Lieitinck
en Jager Gerlings, traden op hem toe
en boden hem een lauwerkrans met
bloemen aan. De heer Krol voerde
daarbij het woord. Ook hij huldigde de
groote werkzaamheid en verdiensten van
den heer Kriens, aan wie de muzikale
wereld in 't bizonder, en Haarlems in
gezetenen in 't algemeen, zooveel danken.
Hij drukte ook den wensch uit dat
heeren leden van Nijverheid dit concert
in dankbare herinnering mochten hou
den, als het beste getuigschrift van des
heeren Kriens' groote bekwaamheden,
die ze later door den wensch hem nog
maals bij eene hier te houden verga
dering te mogen hooren, het best kon
den waardeeren. Onder de fanfares der
muziek en de luide toejuichingen der
aanwezigen drukte hij den heer Kriens
de hand.
Het is ons niet ontgaan dat aan al deze
hulde, den heer Kriens en de zijnen
gebracht, een waar enthousiasme ten
grondslag heeft gelegen, een waardig
gevoel van erkentelijkheid en genegen
heid, dat den vertolkers tot eere strekt
en ons de beste verwachtingen voor de
toekomst van ons muziekkorps doet
koesteren. Moge het nog lange jaren,
met den heer Kriens aan 't hoofd onze
stad tot sieraad strekken, tot trots onzer
gemeente, die dit juweel binnen haar
groene dreven zag worden.
Na het concert werd de heer Kriens
nog afzonderlijk dank betuigd door dr.
D. de Haan, voorzitter van de Maat
schappij van Nijverheid, voor hetgeen
hij te genieten had gegeven.
Het heeft ons verbaasd hoe een
blad hier ter stede er toe heeft kunnen
komen, om van deze tentoonstelling te
beweren, dat zij niet bestemd was om
door een groot publiek te worden be
zocht. Het spreekt wel vanzelf, dat het
groote publiek voor zoover dat niet
deskundig is, weinig aandacht zal schen
ken aan den leergang, voor zoover die
in teekeningen is weergegeven, maar
even zeker is het, dat iedereen, vakman
of niet, belangstellend zal blijven staan
voor de werkstukken, de meubels, het
schilder- en smeedwerk, het timmer
werk, dat hier als het product van den
arbeid van jongens van 12 tot 16 jaar
wordt geëxposeerd.
Wel degelijk is deze tentoonstelling
35)
HOOFDSTUK XI.
{Slot.)
Het kwam hem voor alsof hij nu geheel alleen in de wereld
was. Er was niemand in zijn regiment, dien hij zijn vriend kon
noemen, het waren slechts kennissen, slechts vrienden dervroo-
lijkheid. Hij stak diep in de schulden, hoe moest hij er zich
uitredden? Nu was er geen George Studley meer om hem te
helpen. Hij stond alleen geheel alleen, en wel door eigen
schuld
In diep gepeins verzonken, had hij eenigen tijd voortgereden,
toen hij het rijtuig plotseling voelde stilhouden en achter zich
het geluid van paardenhoeven hoorde. Hij wilde juist zijn hoofd
uit het portier steken om te zien, wat de oorzaak van dit op
onthoud wa-, toen iemand te paard naast het rijtuig stilhield.
Het was squire Studley. Maar hoe veranderd!
Hoe vreeselijk veranderd De levenslust en opgewektheid
waren uit zijn gelaat verdwenen het was gerimpeld en een
droevige trek speelde om zijne lippen. De kuiltjes in zijne wan
gen waren verdwenen, en Beverley zag, dat het krullende, kas
tanjebruine haar van vroeger reeds begon te grijzen en vlak
langs zijne slapen hing. De squire sprak met zachte stem, opdat
de koetsier op den bok hem niet zou kunnen hooren.
„Zij had geen rust of ik moest u volgen om u vaarwel te
zeggen. Welnu, daar zij het meest beleedigd is en haar grooter
onrecht is aangedaan dan mij en zij toch kan zeggen „ik ver
geef het h," wil ik het ook zeggen. Vaarwel Charley, ik schenk
u vergiffenis Vaarwel, God zegene uHij drukte de hand van
den kapitein, liet ze toen los en riep tot den koetsier"Rijd
door
De ontroering van Charles Beverley is met geen woorden te
beschrijven.
Grace had vurige kolen op zijn hoofd gestapeld.
Zij had den beker tot aan den rand gevuld.
Voor de eerste maal sinds zijn kindsheid, stortte hij tranen.
Hij was overwonnen
Den volgenden morgen vroegtijdig besteeg Peter, de stalknecht
van het „Elbor Hotel", een flink paard, ditmaal niet „Rollicking
Sal", maar een paard, dat hij kon vertrouwen, en draafde uit de
oude stad naar Studley Manor, en toen hij aldaar was aange
komen, overhandigde hij een brief, geadresseerd aan „Jongeheer
George Studley."
De kleine George nam verbaasd den brief aan en bracht hem
bij zijn moeder.
Deze zat met den squire aan het ontbijt, en zij hadden be
paald, dat zoodra het huwelijk had plaatsgevonden, zij aan hunne
vele vrienden het nieuws van hun vertrek naar Canada zouden
mededeelen.
George wist, dat Willie Percy nog steeds uitzag naar een ge
schikt huis, waarin hij na zijn huwelijksreisje kon gaan wonen,
zoodat hij besloten had om Studley Manor ter zijner beschikking
te stellen. Percy was rijk, evenals Lottie, zoodat zij op geheel
onbekrompen wijze in zulk een groot huis zouden kunnen leven.
Bovendien zou het voor hem een aangename gedachte zijn om
te weten, dat een vriend en geen vreemde het landgoed zijner
voorouders bewoonde.
Hunne plannen waren dus reeds vastgesteld, en zij bespraken
ze op blijmoedigen toon, hoewel zonder geestdrift, toen de kleine
George met den brief binnentrad en dezen aan zijn moeder
overhandigde.
De squire bekeek het adres en herkende het schrift het
was dat van zijn neef!
Grace brak het zegel los en las overluid
„Beste, kleine George. Gij hebt mij twee of drie keer
gevraagd, of ik uw moeder ook weer zou kunnen doen
glimlachen. Daar gij een hoogen dunk van mijne kundig
heden schijnt te hebben, wil ik u nu niet teleurstellen. De
ingesloten brief zal, naar ik geloof, de gewenschte uitwer
king hebben, en uw mama zal weer glimlachen als voorheen.
Uw toegenegene Oom Charley."
De ingesloten brief was geadresseerd aan „Mevrouw Studley."
Grace scheurde de enveloppe open, keek den brief in en