NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. OVERWERKT. 9e Jaargang. Vrijdag 17 Juli 1891 No. *2463. STADSNIEUWS. Examens H. B. S. 3-j. c. Algemeene Vergadering FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden f 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,85. Afzonderlijke nummers. 0,05. Dit blad verschijnt dagelyko, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. ApVERTENTIEN: van 15 reg-ela 50 Cents; iedere regel in«e? 10Cent*. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertenties» worde» aangeiGomp/ïi dom 0B3D agenten en door allb boekhandelaren e» eonraritisr®. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland Comwaqnie GhièraU de PubliciU Mtrmghe Ge L, BAVBM §r Coaj JOHN F, JO.NJS8, Suce.Par%8 315t# Faubourg MontmarSrs, BpijjisiL Haarlem, i6 Juli 1891. Bij beschikking van den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid is aan I den rijksopziener op de spoorwegdien sten J. H. A. Hanckar alhier, mede I opgedragen het dagelijksch toezicht op den dienst van het spoorweggedeelte SchiedamMaassluis, met ingang van den dag, waarop die sectie voor het verkeer zal worden geopend. De tentoonstelling van Ambachts scholen gehouden in den „Kraton," werd héden door 91 personen bezocht. De uitslag der examens aan de H. B. I School ter opleiding voor Handel en .Nijverheid is geweest als volgt Aan het eindexamen werd deelgeno- f men door 21 leerlingen, van'welke 18 het diploma verkregen. Naar volgorde I van het behaalde aantal punten, zijn hunne namen: KI. IIIA J. W. v. d. Willigen, G. Cramer, G. Heijting, P. van Huizen, W. H. Voet, G. du Perron, P. Best, F. Benkemper, P. Charbon, L. Klokke van 'Steenwij k en P. Liser de Morsain. KI. IIIB W. A. Blits, J. Vis, H. A. I Ruygrok, W. Warnier, J. K. F. Weber, G. Gerlach en W. v. d. Velde. Van de 2e klasse gingen over tot de 3®; Uit II A onvoorwaardelijk T. C. de Vogel én J. H. Martens. VoorwaardelijkD. Bertoen, W. J. Cramêr, H. Koning en V. de Wilde, terwijl één leerling niet werd bevorderd. Uit II B voorwaardelijkH. Gerth van Wijk, J. de ICock, C. Pufkus, D. Lagerwerf!, A. J. P. v. d. Broek en H. C Louwerse. Uit kl, I gingen over naar kl. II: Onvoorwaardelijk C. F. G. Metsch, P. van Tiel, L. C. van Royen, M. Dalmeyer, J. I. van Citters, G. M. Philippeau, J. G. P. Sabel, H. Dijkman, G. J. Holtz, B. A. Blits, J. Jansen, A. E. Dolleman, G. H. C. W. Kaufmann, L. A. M. Philippeau, H. v. d. Griendt, A, R. Kuipers, J. F. Lamp en J. P. Clifford. VoorwaardelijkW. F. van Wave- ren, A. G. Mörser Bruijns, J. G. Gel dorp, J. de Vries en T. G. Tiemens, terwijl 8 leerlingen de lessen ten tweeden male zullen moeten volgen. Aan het eerste toelatingsexamen werd deelgenomen door 25 candidaten, van welke 23 voor kb I, 1 voor kl. II en 1 voor kl. III. Van dezen slaagden, voor kl I: Onvoorwaardelijk H. de Wilde, A. Mörser Bruyns, P. v. d. Steen, H. L. van Waveren, I. A. van Royen, H. H, Koopman, W. ten Wolde, G. F. Lou werse, J. N. Bouwman, D. A. Flier en S. Cats. Voorwaardelijk J. B. BromsN. Verschuur, L. Hofstede, Ch. F. Heynen, C. Blokhuys, G. A. C. van Dobben, C. Wüst, terwijl 5 candidaten moesten worden, afgewezen. Voor kl. II voorw.B. H. Grijseels en voor kl. III voorw,-. C. M. Pleyte. Het 2 e toel. examen vangt aan op 1 Sept. a. s. Door de architecten Roog en van den Ban is heden bij publieke inschrij ving aanbesteed het bouwen van een heerenhuis aan de Nieuwe Gracht bij de Kinderhuisvest alhier. Van de 13 ingekomen biljetten was het hoogste dat van G. Hulsebosch alhier, f 19270, en het laagste dat van P. Jung alhier, f 14989. Toewijzing over 8 dagen. ZONDAGSRUST. Dinsdagavond werd, daartoe bijeen geroepen door de Vereeniging „Volks belang", eene druk bezochte vergadering gehouden van de dépöthouders en knechts der broodfabrieken en bakkers knechts alhier. In een vorige vergade ring was besloten nadere stappen te doen tot verkrijging van Zondagsrust in het bakkersvak en daartoe diende de vergadering van Dinsdagavond. Besloten werd om eene circulaire op groote schaal in deze gemeente te ver spreiden, waarin de toestand van de knechts en dépöthouders wordt om schreven en een dringende bede aan het publiek en de direction der beide fabrieken wordt gedaan 0111 voor den Zondag geen warm. brood te bestellen of te leveren, daar deze luxe op de zondagsrust van genoemde categorie van personen komt te staan, welke aan die rust, na een week van moeilijken en langen arbeid, alleszins behoefte hebben. Wanneer de clientèle en de directiën aan dit verzoek voldoen, zal het moge lijk zijn hun ondergeschikten althans een groot deel van den Zondag en wel tot vijf uur 's namiddags vrijaf te geven. Een ieder zal hiervan het wenschelijke en billijke inzien en men hoopt dan ook dat de broodfabrieken en de afne mers aan dezen drang zullen toegeven. Naar wij vernemen hebben de ge broeders C. en A. Gerber, ofschoon er aanvankelijk sprake van was in hooger beroep te gaan, in het tegen hen gewe zen vonnis berust. Woensdag is door de politie alhier aangehouden eene 19-jarige dienstbode, die zich had schuldig gemaakt aan diefstal van een zilveren horloge, toe behoorende aan een meisje;, dat naast het huis waar zij diende, in betrekking was. Om het horloge te bemachtigen is zij uit het dakvenster harer woning en vervolgens langs de goot geklommen en zoo op den zolder dér woning waar de bestolene diende, alwaar zij zich het horloge heeft toegeëigend. en C K R E 8 van de Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid. (2 e zitting De secretaris leest de beknopte notulen van den eersten zittingsdag van het congres. Daarop wordt, hoewel nog punten ter inleiding op tiet programma voorkomen, wegens gehrek aan tijd het congres gesloten." Thans wordt de algmeene vergadering her opend en worden de notulen gelezen. Ingevolge de opdracht der 114e algemeene vergadering stelt de commissie, henoemd om het onderwerp eener herziening vau den werkkring der Maatschappij in zijnen geheelon omvang in rijpe overweging te nemen, aan die vergadering voor zich tc vereeDigen met de navolgende be ginselen voor de in behandeling zijnde herziening van den werkkring der Maatschappij Hoofdbestuur. ■- tz. Het stelsel der verkibzïng van directeuren en van de samenstelling yan het hoofdbestuur moet gewijzigd worden. b. Het hoofdbestuur worde samengesteld uit 1°. een nader te bepalen aantal leden, verko zen door do algemeene vergadering uit drietallen, die reeds met de punten van beschrijving door liet hoofdbestuur worden aanbevolen, en daar naast 2°. een nader te bepalen aantal leden, gekozen door departementen der Maatschappij, in d:er voege, dat alle departementen in eene te bepalen volgorde, bij beurten als zoodanig in het hoofd bestuur vertegenwoordigd worden. c. Voor die vertegenwoordiging wordt geen onderscheid gemaakt tusschen groote en kleine departementen. Secre tariaat. De algemeene secretaris der Maatschappij mag slechts bij hooge uitzondering en met de hizon- dere toestemming der algemeene vergadering, eene andere betrekking bekleeden bij de Maat schappij, bij haar orgaan of hij een harer instel lingen Musea. a. ITet elfde hoofdstuk der wet moet eene zoodanige wijziging ondergaan, dat aan de musea eerst de derde of vierde plaats worde aangewe zen onder de middelen, waardoor de Maatschappij haar doel tracht te bereiken. J. De verhouding tusschen de Maatschappij en de musea, welke haar eigendom zijn, worde zoodanig geregeld, dat de wet in overeenstemming kome, met deu feitelijken toestand. c. De instandhoudingskosten moeten binnen eeu redelijk tijdsverloop verminderd worden tot een bedrag, dat de Maatschappij, zonder nadeel te doen aan al de andere takken harer bemoeiin gen, daarvoor zal kunnen beschikbaar stellen. d. De constitueering der musea tot in meer dere of mindere mate zelfstandige oudeideelen der Maatschappij, welke door het aannemen van eigene gewone leden zich eigene inkomsten kun- uen. scheppen, biedt de meest gewenschte oplos sing voor het sub 0 genoemde aan. Co ngressen. a. De verplichting worde opgeheven om con gressen te houden ter plaatse en ten tijde der algemeene vergadering. b. Ieder congres worde belegd ter bespreking van één enkel onderwex*p of van eenige, met elkaar verbandhoudende onderwerpen. c. Eene ruimere eu vrijzinnige raglementeeriug geve meerdere vrijheid omtrent de plaats, waar eeu congres zal worden gehouden en omtrent de personen, welke daar zullen mogen spreken en stemmendeze reglementeering geve tevens meerdere zekerheid omtrent eene voldoende voor bereiding en inloiding der te behandelen onder werpen. Punt a, l, 1° en 2° (Hoofdbestuur) worden aangenomen met 111 tegen 53 stemmen, punt 0 met 13 tegen 48 stemmen. Bij de behandeling van het onderwerp Secre tariaat, merkt de commissie op, dat dit niet slaat op den tegenwoordigen titularis, behoudens de redactie van het tijdschrift, en ontstaat een dis cussie over de wensohelijkheid van de uitdruk kingen «hij hooge uitzondering en met de bi- zondero toestemming der algem. vergadering.» Na een drietal moties wordt in stemming ge bracht het heginse', dat bij de algemeene verga' dering het recht berust toestemming te geven, dat de secretaris behalve het secretariaat andere betrekkingen bij de Maatschappij waarneme. Hierover staken de stemmen. De wet schrijft in zulke gevallen voor, dat het praeadvies van directeuren worde gevolgd, maar in deze is er zulk eeu praeadvies niet. Thans wordt in stemming gebracht het amen dement Utrecht-Rotterdam om te lezen"De algemeene secretaris mag slechts met toestem ming* Dit wordt aangenomen met 114 tegen 57 stemmen. Wiens toestemming nu noodig is, blijft in het midden). Afd. Musea, lett. a wordt aangenomen met 96 tegen 76 stemmen; lett. I met 89 tegen 82 stemmen verworpen. Punt c wordt aangenomen met 122 tegen 48 stemmen; punt. d, na eene uitvoerige discussie, verworpen met 104 tegen 68 stemmen. Komt aan de orde het hoofdstak congressen. Punt^ a wordt zonder hoofdelijke stemming, punt b met 148 tegen 29 stemmen en punt c zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Daarop wordt vastgesteld een door de com missie voorgesteld nieuw reglement voor het uitschrijven van prijsvragen. Aangenomen wordt nu eene motie van den her Armand Sassen, luidende: De vergadering verzoekt HH. directeuren, om gehoord de wijze waarop men zich over het rapport der commissie heeft uitgesproken, in de volgende algemeene vergadering een voorstel te doen. Na de pauze wordt de rekening over 1890 goedgekeurd tot een bedrag in ontvangst van f 12730, en in uitgaven van 13475.49; alzoo sluitende met een nadeelig saldo van 745.49. Omtrent de begrooting voor 1892 stelt de commissie tot het nazien daarvan voor, om het voorstel van het hoofdbestuur tot het eventueel verhooging van het subsidie aan de musea niet goed te keuren. De heer Montauhan van Swijndregt maakt er aanmerking op, dat directeuren een contract hebben aangegaan met de uitgevers van het tijd schrift, tot einde 1892, terwijl in de algemeene vergadering van het vorge jaar het tijdschrift voor een jaar, nl. tot eiude 1891, was bestendigd. Hoe moet het nu met ons Dinsdag genomen besluit, om 1° Januari 1892 het tijdschrift door een weekblad te vervangen P De voorz. deelt mede, dat de thans verlaagde kosten van het tijdschrift alleen voor een drie jarig contract konden worden verkregen. Hierover ontspint zich eene discussie, die daar mede eindigt dat de algemeene secretaris het contract gaat halen, om te zien wanneer het afloopt. Aan de orde is thans een voorstel van direc teuren dat de Maatschappij hare medewerking verleene aan do vereeniging «Arti et Industri&e» tot het vestigen van een comité voor het afne men van proeven van bekwaamheid in het am bacht en voor dit doel .aanvankelijk een bedrag van ƒ100 beschikbaar stelle. Dit voorstel wordt, na eenig debat, goedge keurd, doch het woord «aanvankelijk» op voorstel van het departement Haarlem daar uitgelicht. Thans komen ter sprake een voorstel van het departement Utrecht tot afschaffing van tollen en een van Groningen, tot herziening der plaat selijke belastingen. Beiden worden op voorstel vau een zestal departementen van de agenda afgevoerd, omdat het eerste punt veel heter op een congres kan worden behandeld en het tweede bij de Wetg. Macht zal ter sprake komen. Eveneens wordt met de goedkeuring van het departement Haarlem, diens voorstel betreffende eeu enquête omtrent eeu nieuw handelstractaat, van do agenda afgevoerd op grond dat de Regeering deze zaak reeds aanvat op de wijze, als Haarlem dat wenscht. Aan de orde is een voorstel van het departement Haarlem, om een subsidie aan Haarlemsche Kook school toe te kennen van ƒ500. Het praeadvies van directeuren luidt gunstig. Amsterdam is tegen de subsidie aan de kook school. De heer J. H. Krelage verzoekt de mo tieven van Amsterdams afkeuring te mogen weten. In principe heeft deze vergadering uit gesproken hare meaning, dat zij zich wel degelijk met deze zaak kau bemoeien. Zoogoed aU onze Maatschappij zich bemoeit met de opleiding van den werkman (ambachtsscholen), kan zij ook steunen alle pogingen om de vrouwen op te leiden. Amsterdam antwoordt, dat het subsid:eeron van kookscholen niet op den weg ligt vau deze Maat schappij, dat de kas het niet toelaat en dat kook scholen niet 7oor keukenmeisjes zijn bestemd. Ook de afdeoiing Groningen is tegen het ver- leenen van het gevraagde subsidie, omdat zulk een zaak meer ligt op den weg b. v. van eenp Mij. tot Nut van 't Algem. en omdat de kas zoo schraal is. De afd. den Haag merkt op, dat wel degelijk op de haagsche kookschool keukenmeiden worden gevormd. De heer J. H. Krelage repliceert. Het voorstel wordt met 109 tegen 62 stemmen verworpen. Voor stemden de departementen den Haag, Broda, Arnhem, Haarlem en Utrecht. Ook de afgevaardigde voor Haarlem ter 2de Kamer der Staten Generaal, mr. A. J. W. Êarncombe Sanders, die als donateur der Maats, zijn stem kon uitbrengen, stemde voor. Aan de orde komt nu een voorstel van het departement Haarlem tot vestiging aan bet ko loniaal Museum te Haarlem van een toelichten den en heschrijvendeu cursus in de kennis van de grondstoffen en natuurvoortbrengselen der koloniën, voor jongelieden die later in verschil lende betrekkingen zich in Indië zullen vestigen. De afd. Amsterdam zou gaarne den cursus ook zien ten nutte komen van alle jongelui, die in ons land de midd. scholen bezoeken. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voor stel goedgekenrd. Omtrent een ingekomen antwoord op een Naar hel fransch A. SIENKIEWICZ. Het licht van de lamp, hoewel deze laag brandde, deed mij ontwakendikwijls zag ik des nachts om twee of drie uur den kleinen Michiel nog aan den arbeid. Met zijne kleine, tengere gestalte zat hij over zijn boek gebogen, terwijl hij in de stilte van den nacht met matte, eentonige stem geheel werktuigelijk latijnsche of grieksche verbuigingen opzegde. Wanneer ik hem toeriep, dat hij moest gaan slapendan antwoordde het kind: „Ik ken mijne lessen nog niet, mijnheer Laurent". Ik overhoorde hem echter zijne lessen van vier tot acht uur en verder van negen uur tot middernacht en legde mij nooit te rusten alvorens er mij van te hebben verzekerd, dat hij al zijne lessen kende. Maar hij moest werkelijk te veel leerenWanneer hij zijn laatste les had geleerd, dan was de arme jongen afijn eerste les weer vergeten, en de grieksche, latijnsche en duitsche verbuigingen, benevens de namen van zooveel departementen, veroorzaakten zulk een groote verwarring in zijn brein, dat hij onmogelijk kon slapen. Dan wierp hij zijne dekens van zich, stak zijn lamp weer aan, en zette zich opnieuw aan zijn klein tafeltje neer. Wanneer ik hem beknorde, smeekte hij mij onder tranen om hem zijn gang te laten gaan. Langzamerhand begon ik mij zoozeer aan die nachtelijke studiën bij het lamplicht en aan het opdreunen der verbuigingen te gewennen, dat ik ont waakte, zoodra dit ophield. Wellicht had ik het niet moeten toestaan, dat het kind zich zoo boven zijne krachten inspande, maar wat kon ik doen Hij moest wel iederen dag zijne lessen leeren, hoe moeilijk het ook ging, want anders had men hem van school gezonden, en God weet, welk een slag dit zou zijn geweest voor mevrouw Marie, die na den dood van haar echtgenoot met twee kinderen achterbleef en al haar hoop op den kleinen Michiel had gevestigd. Er was geen. uitweg, want van den anderen kant had ik wel ingezien, dat de te groote inspanning van zijn geest de gezondheid van den knaap ondermijnde en zelfs gevaarlijk kon worden voor het behoud van zijn leven Zijne lichaams krachten had men zooveel mogelijk moeten sterken door hem gymnastische bewegingen te laten maken, hem dikwijls te laten wandelen en te leeren paardrijden, maar daarvoor kon geen tijd worden gevonden. Het kind had zooveel te doen, moest iederen dag zoo ontzaglijk veel uit het hoofd leeren, dat ik met mijn hand op het hart kan herhalenhet as voor hem onmogelijk. Iedere minuut, noodzakelijk voor de opgewektheid, de gezond heiden voor het leven van den knaap, moest worden besteed aan het lalijn, griéksch en duitsch. Wanneer ik des morgens zijne boeken in zijn tasch had bijeengepakt, en ik hem den mageren rag zag krommen onder den last van dat zware pak, dan deed het mij inwendig pijn. Somtijds verzocht ik, dat men ten opzichte van hem zich wat toegevend en inschikkelijk zou betoonen, maar de duitsche leeraren gaven mij daarop slechts ten antwoord, dat de knaap door mij werd verwend, dat Michiel klaarblijkelijk niet genoeg werkte, dat hij een poolsch accent had en om onbeduidende dingen begon te schreien. Ik ben zelf ziekelijk en somber in mijne eenzaamheid, en die verwijten ergerden mij dikwijls. Ik wist zelf maar al te goed, of Michiel genoeg werkte of niet! De knaap bezat een middelmatigen aanleg, maar hij was zoo volhardend en hoewel zeer zachtzinnig bezat hij een vastheid van karakter, zooals ik die nog nooit bij een anderen knaap heb aangetroffen. De arme Michiel hield hartstochtelijk veel van zijn moeder en gehoorzaamde haar blindelings, en daar men hem had verteld, dat zij zeer ongelukkig en ziekelijk was, en dat wanneer hij slechts werkte, dit haar zou kunnen doodeD, beefde de knaap bij deze gedachte en bracht gansche nachten door over zijne boeken gebogen, om zijne moeder maar geen verdriet aan te doen. Hij barstte in tranen uit, wanneer hij een slecht cijfer kreeg; maar niemand vermoedde de oorzaak van zijne tranen, noch welke verantwoordelijkheid hem op dat oogenblik drukte. Bah! wat ging hun dat aan Hij had een slecht accent, ziedaar alles Ik bedierf, noch vertroetelde hem, maar begreep hem beter dan alle anderen, en wanneer ik in plaats van hem te berispen wegens den ongelukkigen uitslag, hem trachtte te troosten, dan was dat mijn zaak. Ik zelf heb ook hard moeten werken en heb gebrek en hpnger

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1