NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
PSYCHE.
9e Jaargang.
Donderdag 23 Juli 1891.
No. 24 (>N
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVEKTENTIËN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON,
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad veracfcjjnt dagelijks, behalve op Zon- ea Feestdagen.
Mnroan Kleine Hontstrant No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertenties wordea aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
voor het Buitenlands Comuagnie Générale de FuhliciU Strengere Ga L. DAUBS A Co., JOHN F. JONFB, Bucc,, .F ar ij t 812w Faubourg Montmarire
Haarlem, 22 Juli 1891.
De uitslag der verkiezing voor leden
van den Gemeenteraad is als volgt
Stand der stemming te 5 uur.
Wit stembiljet.
A. van der Steur Jr., 662 st.
W. Stolp, 714
R, L. Janssen van Raaij, 382
Dr. H. D. Kruseman, 624
A. H. Poortman, 303
G. C. C. Reeser Jr., 394
J. van der Wijde .129
L. Modoo Jr. 78
Groen stembiljet.
Dr. H. D. Tjeenk Willink, 355
J. van der Wijde, .217
D. André de la Porte, 289
P. Heijting, 229
D. Emrik, 257
G. E. L. Hij mans, .216
H. van den Berg Art, 326
Ch. Binger, 109
J. Leupen, 171
C. G. Loomeyer Jr., 399
F. M. baron van Lijnden, 141
J. J. F. Beijnes, -339
A. van Huizen, 262
J. Klein288
D. de Clercq, 308
Verkozen zijn aldus:
Mr. I-Ï. Enschedé, 1066
Th. Figee1105
J. J. Sneltjes, 1069
Jhr. mr. F. "W. van Sty rum. 1078
Mr. Th. de Haan Hugenholtz, 812
Volstrekte meerderheid is 778 st.
Het depouilleeren gaat voort, op 2
bureaux van groene, op 1 van witte
briefjes- Eerst laat in den avond zal
men gereed zijn.
Naar wij vernemen is Haarlem thans
naar den zin der wet op de personeele
belasting geplaatst in de 2e klasse, be
rekend naar eene bevolking van de kom
der gemeente van 36 tot 48.000 inwo
ners.
Tot onderwijzeres aan eene bizondere
school alhier is benoemd mej. J. C. M,
Verzijden, te Rotterdam.
Aan het toelatingsexamen tot de kweek
school voor machinisten is o. a. voldaan
door J. C. Andriessen en H. G. W.
Nahuijs, beide te Haarlem.
Hedenmorgen te 12 uur had op het
terrein aan den Schotersingel de eerste
steenlegging plaats voor de kapel van
het gesticht van de Broeders van den
H. Johannes de Deo, thans in de
Jansstraat alhier gevestigd. In het vol
gend nummer komen wij hierop terug.
De tentoonstelling van Ambachts
scholen gehouden in den „Kraton," werd
heden door 63 personen bezocht.
In de zaak van P. C. M. Walter (het
plaatsen van twee valsche endossemen
ten op een hem ter acceptatie toege
zonden en door hem geaccepteerd,
doch door den trekker niet ondertee
kend wisselformulier)die door de
arrond.-rechtbank alhier op 2 April
was veroordeeld, welk vonnis bij arrest
van het Hof van Amsterdam van 13
Mei 11. was bevestigd, ofschoon op
andere gronden, deed Maandag de
Hooge Raad uitspraak. De H. R. ver
nietigde het arrest, vereenigde zich met
het gevoelen van den verdediger mr.
H. J. D. D. Enschedé bij memorie van
cassatie ontwikkeldontsloeg den
requirant van alle rechtsvervolging en
beval zijne onmiddellijke invrijheids-
stelling.
Bij de heden gehouden Gemeente-
raads-verkiezing te Heemstede, zijn her
kozen de heerenH. Peeperkorn Jr.,
G. Milatz en W. Vesten en gekozen
de heer jhr. J. B. van Merlen.
Tot leden van den gemeenteraad te
Haarlemmerliede en Spaarnwoude zijn
gekozen de heeren A. van Rossum
en B. P. Vink.
Gekozen te Spaarndam tot lid van
den gemeenteraad, de heer J. A. Val-
lentgoed Sr. Herstemming tusschen de
heeren M. J. Meijjer en C. Prins.
Door een uitvarend engelsch stoom
schip is gisteren in het Noordzeeka
naal een met hout beladen vlot aange
varen, dat spoedig daarna, doch uit den
vaargeul zonk. De opvarenden wisten
zich in een roeibootje te redden.
kanton Tolen, W. F. J. Wagtho, cand.
in de rechtswetenschap te Tolen;
j op zijn verzoek aan mr. J. G. Tadema
j eervol ontslag verleend -als notaris te
I OosterwoldeH.. A. Mol benoemd
tot burgemeester der gem. Oudelande;
benoemd bij het personeel der mil.
adm., en wel bij de kwartiermeesters
tot eerste luit.-kwart, bij het 3e reg.
inf, de tweede luit.-kwart. N. J. L.
Epkema, van het korps tot kapt.-kwart.
bij het 7e reg. inf, de eerste luit.-
kwart. B. J. Holsheimer, van het ie
reg. inf.
Z. D. B. de erfprins Waldeck
Pyrmont, die Zaterdag op het Loo is
aangekomen, is Zondag te 12.50 weer
vertrokken. De Koningin-Regentes deed
haren broeder uitgeleide tot het station.
Zondag was aan de koninklijke talel
genoodigd baron Van Heeckeren van
Keil, minister-resident te Lissabon.
Zaterdag jl. is voor Koningin Wil-
helmina de vacantie aangevangen.
OFFICIEELS KEKICHTEX.
Bij kon. besluit is benoemd tot
kantonrechter - plaatsvervanger in het
Zoo goed als alle nieuws
nopens den ministerieelen crisis ontbreekt.
Wij moeten ons bepalen tot de ver
melding dat, volgens de Zuid- Hollander
de heer L. M. De Laat de Kanter,
burgemeester van Leiden, zou aange
wezen zijn om minibter van Marine te
worden. In welke combinatie dat zou
geschieden, meldt het blad niet. Nog
deelde het Centrum mede, dat de heer
Heemskerk nagenoeg gereed is met zijn
ministerie, in 't welk echter de heer
Van Tienhoven niet zou zitten.
In de Frankfurter H er a l d
van 11. Vrijdag komt weer een van die
ploertige, onware arrikeltjes voor, waar
aan Nederland van duitsche zijde ge
woon is geraakt. Nu is de aanleiding
ertoe ontleend aan het bezoek van den
duitschen keizer.
HeJ> las* cns do hatelijkheden
te bespreken, die het blad goedvindt
tegen de „mynheers en mylrouws" te
richten. Zij zijn geen tegenspraak waard.
Van welk gehalte deze studie over
ons land is, mag blijken uit de mede-
deeling, dat onze militairen, wanneer
zij niet in dienst zijn, nooit voor hun
meerderen aanslaan öp dat een schild
wacht, als het regent, een parapluie op
steekt
Ofschoon wij in de waarheid der slot-
mededeelingen ook niet het nfinste ver
trouwen stellen, laten wij die hier toch
volgen, zij het als anekdote, die in een
duitsch blad vreemd klinkt
„Holland is een sterke, weerbare
Staat. Toen na den slag bij Königgratz
vrees voor Pruisen het geheele buiten
land aantastte, zeide een hofdame in
Den Haag met een angstig hart tot
Willem III
„Sire, de pruisische soldaten moeten
gemiddeld zes voet lang zijn."
„En onze rivieren zijn meer dan zeven
voet diep", was het antwoord."
De mondelinge eindexa
mens voor de leerlingen der H. B.
scholen met 5-j. cursus in Noord-
Holland zijn den i6*n dezer te Hoorn
aangevangen en zullen, daar het aantal
candidaten 82 bedraagt, vier weken
duren. In de vroeger meegedeelde com
missie is deze wijziging gekomen, dat
de benoeming van den heer A. Pelt,
directeur der H. B. S. met 4 j. cursus
te Zaandam, op verzoek wegens onge
steldheid is ingetrokken, terwijl in diens
plaats benoemd is dr. C. A. v. Rijn
van Alkemade, leeraar aan de H. B. S.
met 5-j. cursus te Hoorn.
Men meldt: Door de Expl.
maatschappij is op het door de amb
tenaren en beambten tot haar gericht
verzoek om lotsverbetering afwijzend
beschikt.
In de D in s d ag t e A 1 k m a a r
bijeengeroepen buitengewone raadszit
ting deelde de burgemeester mede dat
hij officieel kennis gekregen heeft, dat
de cadettenschool te Alkmaar wordt ge
vestigd. In de geheele stad wordt dien
tengevolge gevlagd.
Bij deGemeenteraads-ver-
kiezing te Brielle doet zich een niet
alledaagsch geval voor; daar treedt dr.
J. A. Visscher af, die drie jaar geleden
gekozen, maar nooit als Raadslid op
getreden is, omdat hij zijn geloofsbrie
ven niet heeft ingediend. Dit laatste
werd hem door de helft van den briel-
schen Raad onmogelijk gemaakt, door
dat deze niet wilde intrekken de in
structie van den gemeente-geneesheer,
om die te vervangen door een andere,
waarin uitsluitend de armenpraktijk
wordt geregeld.
Hij heeft echter niet voor de benoe
ming bedankt en, voor zoover bekend,
niet verklaard, xoor een herkiezing niet
in aanmerking te willen komenin de
locale bladen wordt hij dan ook weer
per advertentie aanbevolen.
In verschillende café's
van den derden rang te Amsterdam,
liggen lijsten ter teekening, waarin op de
weder-invoering van de kermis wordt
aangedrongen.
De Amsterdammer deelt
het volgende mede:
De moeder van een der slachtoffers
van het Amst. taptoe-schandaal, mej.
De Wit, wonende 2e Spaardammerstraat
n°. 102, heeft ons omtrent de bevindingen
van haar zoon, in den avond van den
in Juli op den Dam, het volgende
medegedeeld
Mijn zoon had een plaatsje weten te
krijgen in de eerste rij, toen de politie
een aanval deed, waarbij mijn jongen
van een agent een slag op zijn hoed
kreeg, welke afviel en terstond door
het publiek werd vertrapt. Dadelijk
daarop gaf een ander agent den jongen
een klap met den wapenstok op het
hoofd, waardoor een bloedende wond
ontstond, en vervolgens eenige slagen
op den arm, waardoor ook dit lichaams
deel gekneusd werd. De jongen viel
toen flauw. Een rechercheur bracht hem
naar het gasthuis, waar zijn wonden
werden verbonden. Uit het gasthuis
werd de jongen door denzelfden recher
cheur naar het politiebureau gebracht,
waar aanteekening werd gehouden van
zijn naam en woonplaats, waarna mijn
zoon door den rechercheur werd thuis
gebracht.
Zaterdagmorgen, 4 Juli jl., omstreeks
11 uur, aldus deelde de moeder verder
mede, meldde zich een „dikke recher
cheur" bij mij aan. Ik was alleen thuis.
Hij vroeg mij alle mogelijke inlichtingen;
hoeveel geld mijn man en hoeveel mijn
zoon verdiende, hoeveel huur ik betaalde
en nog meer dingen. Hij eindigde met
te zeggen, dat mijn zoon den volgenden
morgen bij den commissaris van politie,
Stork, werd verwacht.
Mijn jongen, die niet alleen durfde
te gaan, giDg op 't bepaalde uur met
mijn man naar den heer Stork, die hen
beiden zeer vriendelijk ontving, den
knaap tot drie keer „zijn excuus" maakte
voor het gebeurde en hem daarna vijf
gulden in de hand stopt 2, zooals hij
zeide, „voor een nieuwen hoed".
Uit Lisse schrijft men het
volgende
De bolleuoogst is afgeloopenalleen
vindt men nog een paar late gewassen.
De schade, welke veroorzaakt zou zijn
door de langdurige vorst is nu nauw
keurig te bepalen.
Over het algemeen zijn in tusschen de
kweekers zeer tevreden, ja, sommigen
moeten verklaren, dat de oogst in geen
jaren zoo goed was als nu. Hyacinten
hebben weinig, tulpen niets geleden. De
schade bij de crocussen en vooral bij
de narcissen is daarentegen zeer groot.
Droge bollen van narcissen zijn reeds
30 tot go pet. in prijs gestegen. Hier
kan men dus met recht van schade
spreken, als men ziet, dat- geheele ak
kers van dit gewas bevroren zijn.
Over den handel in droge bollen is
men tevredenuitgezonderd een paar
tulpensoorten, gaat al het leverbare
goed voor denzelfden prijs als het vorig
jaar of hooger nog van de hand.
De uitslag der bekroningen,
toegekend aan inzenders ter Poppen-
tentoonstelling te Scheveningen, is de
volgende
Eere-diploma aan Paul Girardte
Parijs (bébé bru)
Eerste prijzen aanPaul Girard, te
ParijsSteiner-Lafosse, te Parijsmej.
M. A. Schimmelpenningh, Den Haag
(voor pop in de i7^e-eeuwsche kleeder
dracht) „Arbeid Adelt", Den Haag
(Hollanasche kleederdrachten)Mon-
1)
Naar het engehch
FRANK BARRETT.
HOOFDSTUK I.
Toen ik mij op zekeren morgen naar mijn gewone plaats in
de bibliotheek begaf, zag ik een handschoen op de tafel liggen.
Mijn hart klopte sneller van verrukking, toen ik dien herkende,
en ik wierp een haastigen blik door de kamer, meenende miss
Duncan in een van de gemakkelijke stoelen met een boek voor
zich te zien zitten. Ik werd evenwel teleurgesteld, buiten mij be
vond zich niemand in de kamer. Zij was hier waarschijnlijk ge-
gekoraen om een brief te schrijven, en had zeker bij ongeluk
haar handschoen laten liggen. Ik nam hem cp en bracht hem
aan mijne lippen. Hoe zacht en fijn was die handschoen en welk
een heerlijke parfumIk legde het nietige voorwerp op de palm
van mijn hand en bekeek het. Ik kon er den vorm van haar
hand in herkennen en hij was vleeschkleurig. Maar ohoe wei
nig geleek hij in kleur, vorm en zachtheid op de lieftallige hand,
die hij had bedektHij bekoorde mij alleen, omdat hij mij aan
iets oneindig schooners deed denken.
Met een zoodanige gewaarwording drukte ik den handschoen
ten tweedenmale aan mijne lippen, toen ik opgeschrikt door eenig
gerucht mij omwendde en vlak tegenover miss Duncan stond,
die teruggekomen was om haar handschoen te halen. En deze
was geen duim van mijne lippen verwijderd. Wat moest ik doen
De toestand was pijnlijk. Zou zij den handschoen terugnemen,
nu ik er zooeven een kus op had gedrukt, of zou zij mij den
rug toekeeren en in de hoogste verontwaardiging de kamer ver
laten Zij deed geen van beide, maar stond daar met een don
keren blos op het gelaat, terwijl een blik van onuitsprekelijke
teederheid den mijne ontmoette, waarna zij haar blik neersloeg,
maar in dezelfde houding bleef staan. Het was een bekentenis
van haar liefde, zooals ik nooit had durven hopen.
„Staat gij mij toe, dat ik dien handschoen bewaar, totdat
ik uw vader heb verteld, wat er gebeurd is vroeg ik.
„Ja, Bernard," antwoordde zij op vasten toon, mij aanziende.
Ik voerde haar naar de tuindeuren, die uitkwamen op het
park, en alvorens te scheiden, hielden onze handen elkadi om
klemd met een teederheid, alsof wij voor altijd van elka&r af
scheid namen.
Toen ik mij weer van de deur verwijderde, trad sir Henry
Duncan, met de vlugheid, die hem eigen was, het vertrek bin
nen. Hij wierp een achterdochtigen blik op mij, daar hij zijn
dochter het grasveld zag oversteken, en toen hij den handschoen
bemerkte, dien ik in mijn hand vasthield, stond hij als van den
donder getroffen.
„Wat ter wereld moet dat beteekenen, mijnheer Thome?4'
vroeg hij op gebiedenden toon.
Ik was er niet op voorbereid om een uitvlucht te bedenken,
zoodat ik hem geheel naar waarheid antwoordde
„Sir Henry, ik heb liefde voor uw dochter opgevat, en dit is
haar handschoen, dien zij mij heeft laten behouden."
„Zijt gij krankzinnig vroeg hij, na mij een oogenblik stil
zwijgend te hebben aangestaard.
Ik dacht; dat krankzinnigheid een verontschuldiging zou kun
nen zijn, wanneer men miss Duncan niet liefhad, maar ik sprak
deze gedachte niet uit en hij vervolgde met steeds toenemende
gramschap.
„Vergeet gij, wat gij zijt en wat mijn dochter is? Weet gij,
wat zij voor mij is? Denkt gij, dat haar geluk mij onverschillig
is, of dat ik, waar het hare belangen geldt, als een dwaas zal
handelen Antwoord mij dan toch I"
„Neen, sir llenry, ik vergeet niet wat ik ben. Ik ben uw
secretaris, uw ondergeschikte en heb niets om van te leven be
halve mijn salaris. Uw dochter bezit reeds een fortuin en is de
erfgename van een nog grooter fortuin. Ik weet, dat zij u dier
baarder is dan uw leven, en dat gij alles zoudt willen opofferen
voor haar geluk en eer. Ik kan nog meer opnoemen, wat ons
van elkaAr scheidt. Zij behoort tot een deftige, hoewel niet adel
lijke familie; mijne voorvaderen waren smokkelaars en twee hun
ner wonen geen vijf mijlen van dit huis verwijderd."
„En toch," vervolgde hij langzaam en hevig vertoornd, „durft
gij er aan denken om mijn dochter van mij weg te nemen en
haar tot uw vrouw te makenMet het bewustzijn, wat gij zijt,
hebt gij het gewaagd, haar tot u te doen afdalenWetende, wie