MerlaiMfi SdMtterpaderlMfl.
INGEZONDEN.
POLITIEK OVERZICHT.
Bij een kortstondig onwe-
der is Vrijdagavond de bliksem geslagen
in de woning van den herbergier Van
Haperen, aan den Teteringschen dijk
bij Breda. Een aantal dakpannen wer
den naar beneden geslagen Een kind
van den herbergier viel bewusteloos
tegen den grond, kwam na eenigen tijd
weder bij, doch bleek erge brandwonden
aan de beenen te hebben bekomen.
Mea meldt uit Utrecht: Zondag is de zesde
jaarlijkscke algemeene vergadering gehouden, met
herdenking van het vijfjarig bestaan van den
Bond, bij welke gelegenheid tevens korpswed-
strijden plaats hebben.
Des voormiddags te 11% uur vereenigden zich
de deelnemers aan deze feestviering in de lo
kalen van i#Buitcnlust". Het was vooral aan de
krachtige medewerking van de afdeeling Utrecht
te danken, dat het vijfjarig bestaan van dezen
Bond op recht feestelijke wijze kon worden her
dacht. Tal van leden waren te zamen gekomen
om elkaar kameraadschappelijk de hand te druk
ken en de vriendschap te vernieuwen die onder
de leden van Nederlands Schutterijkaderbond zoo
oprecht bestaat, en om aan don door alle leden
zoo hooggeachtou voorzitter, d*.a lieer D.unui,
en den secretaris, den heer Van Embden, per
soonlijk de verzekering te komen geven, dat hoe
onzejeer de toekomst van Ncèrlands schutterij
ook zijn mege, men in het kader der acnutterij
trouw "blijft tot de laatste levensvonk, dat men
zich niet laat ontmoedigen, maar pal staat en
zich steeds oefent om als tliuke kaderledeu voor
den dag te komen.
De aangename en gezellige stemming die men
onder de deelnemers opmerkte, was zeker wel
een bewijs van ingenomenheid met deze feest
viering.
De regelingscommissie bestond uitmajoor A.
M. Trom]) van Holst, te Amersfoort, eere-voor-
z:tter; adj.-onderoff. lï. Damm, te Arnhem, voor
zitter; adj. ondcroff. J. A. Pijselman, te Tiel,
onder-voorzitterserg.-maj. D. G. van Embden
jr., te Arnhem, secretaris; adj.-onderoff. I. Boll,
te 'sHage, penningm.sergeant A. G. van Mou-
rik, te Nijmegen, le commissarissergeant-ma
joor J. C. W. Dieterick, te Utrecht, 2e commis
saris.
De Bond kon zich ook nu weder verheugen
met een rijkssubsidie van 150 beuevens steun
met rijksmunitie en tenten vanwege het depar
tement van Oorlog, terwijl verscheidene korps
commandanten en officieren fraaie medailles aan
boden. De gemeente Utrecht schonk twee ver
guld zilveren medailles.
Al hadden er ook dit jaar geen personeele
wedstrijden plaats, toch was de opkomst vau do
nateurs en leden hoven verwachting. Bijna al
de 31 afdeelingen waren vertegenwoordigd en
overal zag men het van schniterijuniformen
wemelen. Het schntterijkader mag tegenwoordig
gezien worden. Op enkele uitzonderingen na zijn
het allen flinke mannen, in de kracht van het
leven, met goede militaire houding en uiterlijk.
De Bond heeft, dat is zeker, tot de bruikbaarheid
van het schutterijkader veel bijgebracht, en er
veel toe bijgedragen dat, wat er ook van de
schutterijen moge gezegd worden, verscheidene
onderofficieren geschikt zullen zijn, zoo het zijn
moet, eene eere-plaats in onze toekomstige land
weer in te nemen.
Vóór de opening der vergadering, werd het
hoofdbestuur door den heer mr. A. H. Melcler-
kamp, eere-voorzitter der Utrechtsche feestcom
missie, iu welsprekende bewoordingen het welkom
toegeroepen en de eerewijn aangeboden.
Omstreeks 12 uur opende de eere-voorzitter,
majoor Tromp v. Holst, de zesde algemeene ver
gadering. Spr. wees op het belangrijke jaar, dat
aohter den rug is, op het betreurde verlies van
Z. M, den Koning, maar hoe nu geheel het land
en in de eerste plaats de Kaderbond van trouw
en liefde vervuld is voor de heide hooge Vorstinnen.
Onder daverend applans werd besloten een
telegram aan HH. MM. Majesteiten de Koningin
en de Koningin-Regentes te zenden van den vol
genden inhoud: «Do Ned. Schuttcrijkaderhond,
vergaderd te Utrecht, biedt Uwe Majesteiten haar
hulde en trouw aan.»
Verder heette spreker allen welkom te Utrecht.
zij, die niet3 doen dan de schutterijen aanvallen
en er Diet op letten, dat alleen in de wet de
schuld ligt, maar niet bij de personen, hebben
veel op hun geweten, daar zij bij velen de am
bitie zouden hebben kannen uitdooven. Vindt
men het dan zoo afkeurenswaardig dat wij doen,
wat er nog gedaan kaa worden, om het kader
zoo bruikbaar mogelijk te makeu en een Bond
te vormen die alle schutterijen ia ons land
vriendschappelijk en eens van wil aan elkaar
verbindt? Laten wij dan ook door onze daden
een waardig protest aanteekenen tegen alle be
schuldigingen (Daverend applaus).
Na voorstelling der afgevaardigden werd het
woord gegeven aan dea heer P. D. Mourik,
voorzitter der sabcommissie voor de feestviering,
die in hartelijke kameraadschappelijke woor
den namens alle afdeelingen aan de heeren
II. Damm te Arnhem, J. Boll te 's Hage en J.
A. Peselraan tc Tiel, oprichters van den Bond
en oudste leden van het hoofdbestuur, ieder eene
fraiie zilveren medaille aanbiedt, welke dankbaar
eu onder algemeene toejuiching aangenomen
wordt.
Het door den secretaris opgemaakte jaarver
slag werd op voorstel van den voorzitter niet
voorgelezen, maar zal in hot Bondsorgaan ver-
schijaeu. Alleen worut melding gemaakt, dat de
Boud op 23 Juli j.l. 31 afdeeliugeu telde, met
494 leden, 230 otficieren- en i'7 burger-dona
teurs, beueveu 42 oudleden.
De aftredende leden van het hoofdbestuur
worden herkozen.
Bij acclamatie werd besloten het tere-lidmaat-
schap van den Bond aan tc bieden aanden
kolonel Blankenheijm, te Rotterdam, den luit -kol.
Band, te 's Hage, den majoor Rits, te 's-Bosch
en dön majoor Canter Cremers, te Dordrecht.
Vervolgens wordt over de plaats van bijeeu-
komst voor het volgende jaar 1892 gesproken,
maar daai omtrent geen besluit genomen.
Tc 2 aren sloot de voorzitter de ve.gadering,
na een hartelijk woord van dank aan alle aan
wezigen en ook aan de verslaggevers dtr pers
voor hunne tegenwoordigheid, en begaf men
zich in den tuin van Buitenlust«, waar door
het muziekkorps der Utrechtscbe schutterij, onder
de direc'.ic vau den le-luit. Coeijen, een concert
werd gegeven, aangeboden door hb. officieren der
schutterij te Utrecht.
Te 5% uur was er kamer >adschappclijk diner.
Te 8 uren 's avonds ving de muziekuitvoering,
aangeboden door de afdeeling Utrecht «Graal
Jan vau Nassau» aan, en duurde tot laat in
den avond. Deze uitvoering werd besloteu met
een zeer geanimeerd bal, waar onder de grootste
vroolijkheid en beste harmonie tal van bezoekers
zich tot laat in den nacht of liever vroeg in
den morgen met dansen vermaakten, en met dc
alleraangenaamste herinnering aun het feest van
het vijfjarig bestaan huiswaarts keerden.
die als aas bij de botvisscherij worden
gebruikt, wordt weinig naar bot ge-
vischt. De vangst is anders vrij goed.
RECHTSZAKEN.
De zutfensche rechtbank heett J. V.,
oud 47 jaar, gepensioneerd O. I. militair,
wegens laaghartige mishandeling van
een zeer jeugdig meisje te Deventer,
veroordeeld tot i jaar gevangenisstraf.
Letteren en Kunst.
Naar het haagsche Dagbl. verneemt,
zal dr. H. J. A. M. Schaepman de
nederlandsche Regeering vertegenwoor
digen op het aanstaande XXIe Taai
en Letterkundig Congres te Gent.
Leger en Yloot.
De ie luit. F. C. L. Ovink, van het
6« reg. inf. te Geertruidenberg, wordt
met i Sept. overgeplaatst bij het 7e reg.
inf. te Hoorn.
- Op last van den minister van Oor
log zijn bij de korpsen der ie divisie
inf., welke den 25e!! Aug, de legerplaats
bij Zeist zullen betrekken, commission
van officieren benoemd ter voorberei
ding van de militaire feesten, bij gele
genheid van den verjaardag van H. M.
de Koningin in die legerplaats te houden.
Op die dag en zullen er behalve de groote
parade geene andere oefeningen plaats
hebben.
KOLONIËN.
Met het lichten van het te Tand"
jong-Priok gezonken ijzeren cylinderdok
vordert men goed; het is op ruim twee
derde van de lengte gebroken, en het
grootste is reeds boven water, terwijl
het kleinste deel spoedig ook gelicht
zal zijn, waarna men de beide stukken
weer aaneen zal zetten.
Volgens bericht van den resident
van Rembang zijn in de afdeelingen
Bodjonegoro, Blora en Toeban, ten
gevolge van langdurige droogte,de meeste
padi aanplantingen van Februari en
Maart misluktblijkens globale opga
ven bedroeg de uitgestrektheid daarvan
respectievelijk 11,810, 11,000 en 8000
bouws.
Een van den resident van Bantam
ontvangen rapport meldt, dat op 15
dezer, ten gevolge van onvoorzichtig
heid, brand is ontstaan in de dessa
Anjer-lor der afdeeling Anjer, waardoor
96 inlandsche woningen in de asch
werden gelegd de schade wordt be
groot op ƒ6.487.50.
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleend: een twéej. verlof naar Europa,
wegens ziekte, aan den kapt. der genie H. A.
G. vou Dentzsch; aau den kapt. der inf. H. G.
L. Frackers; aan dan off. van gez. 2e kl. J. B.
van Deventer en aan den leapt, der inf. J. H.
,T. Reiche; wegens vijftien jaren onafgebroken
dienst in Ned.-Iudië, aan dtn kapt. der art. W.
F. G. L. Kerrcoijn.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de iud. bladen van 20 tot 26 Juui.)
Geboorten M. S. J. AgerbeekBenjamins
d.J. L. van der Houtde Meij van Streef
kerk d.E. van HaastertBerkholst d-, allen
Batavia. - C. J. v. BrugHarmeijer z.
Indramajoe. - A. S. G. BertschSchmeider d.
J. BergersKlaase z., heide te Seinarang. - J.
HouptPenuij d. - W. C. BoppKloppert d.-
M. MuskettJeer d. - F. KamermanV03 z.
Paiembang. - E. Berger z. Prineondmi (Making).
TeuteiinkKravl z. Tegal. - M. W. te Winkel
Lammers Lisnet z. Blitar. - S. E. v. Haften
Dessa.uvagie d. Djombang. - D. H. L. Bijker
Tusch. d. Meuado. - UhlenheckStnten d.
Medan.
Gehuwd: H. J. Davelaaren T. M. v. Bloemen
Waanders, Gomhaog-Banjoemas. - P. Olive en
C. C. Douwes, Semarang. - H. Oldham Foster
en M. A. L. Loudon, Batavia. - Til. K. J. van
Kuijk cu J. van Ckambon, Batavia.
Overleden J. A. Marcks 67 j. Semarang. -
E. van Horn 11 m. Seinarang. - Kindje van W.
B. Oort. Mr.-Cornelis. - M. A. C. Reijneke
Gouiju 45 j. Batavia. W. O. Huizen U/2
J. K. F. Koppers 10 ra.; S. M. Dinebach 4 j.
J. C. Huizen 15 j.M. J. H. Hol S j.C.
Thetard 58 j.; C. J. H. Correljé 15 m., allen
te Soerabaia. L. W. Steevensz 22 j. Semarang.
- H. J. Lambregt3, Semarang. - O. M. W.
Biirger 34 j. Ambarawa. - II. I). Tjeenk Wil
link. Kotta Radja. - Wed. Broes Jans 93 j.
Batavia. - Wed. KeijerOhr 58 j. Semarang. -
C. P. de Bruijn 52 j Batavia.
VISSCHERIJ.
Te ss el, 26 Juli. De vangst van
paling in de binnenwateren was ook in
de afgeloopen week gering De paling
waar op 14 Msa'rt 1886 de Bond gegrondvest J gold 20 a 50 C. per kg. Eenige rog-
werd door het initiatief ven deonderoff. ver- j visschers hadden eene behoorlijke vangst;
eeniging „Arnhemsche Schutterij". Ten slotter werd meest naar België gezon-
hood spreker, als hink vau hulde aan de mannen, 0 F A r
die den stichtte. en tot heden bestaarden, den en werd hier betaald met 45 d 65
het hoofdbestuur een zeer fraaien inktkoker met i C. per stuk. Door de Noordzee Visschers
zilver gemonteerd aan. I werd van 40 tot f 80 besomd per
Hierna nam de voorzitter, de heer Damm, j schuit. Er had flinke aanvoer plaats
het woord en wees op den bloei van den Bond,
die zonder zich in politieke strijdvragen te ver
diepen, kalm zijnen weg gaat tot verhoogiog der
geoefendheid en verbetering van het gehalte van
het schutterijkader. Hij betuigde namens den
Bond dank aan de hooge regeering, de lcorps-
commandanten en allen die steun verleenden,
en hoopte, dat alle afdeelingsbesturen zullen
medewerken om op den ingeslagen weg voort te
voor de rookerijen van scharren tegen
f 3 4, en van poonen en pieterman
nen tegen 1 k 2 per mand.
Enkhuizen, 26 Juli. Gedurende
de vorige week werd alhier aangevoerd
4300 kg. bot, prijs f 0.13 a 0.16 per
kg. en 3200 kg. paling, prijs f 0.30 a
wacu urn uw uuu '"5—""fc,"" ""O0 1
En dat wel, trots alle miskenning, want1 0.43 per kg. Bij gebrek aan garnalen,
grond zijn ontbloot. De Porte is niet
toegetreden en zal niet toetreden tot de
triple alliantie. Geen enkel vroeger feit,
niets, volstrekt niets, is er voorgevallen
dat zelfs de onderstelling kan wettigen,
dat de Sultan er aan denkt om van
zijne taktiek van strikte onzijdigheid af
te zien, die hij heeft aangenomen. Wan
neer hij Kiamil pasha al aanhoudt, die
doorgaat voor een vriend van het drie
voudig verbond en van Engeland,
dan is dat omdat zijne vervan
ging door een ander staatsman
nog beteekenisvoller zou kunnen schij
nen. De benoeming van Chakir pasha bij
voorbeeld, of van een anderen ambte
naar, die eenigszins op politiek gebied
in gevoelen met Kiamil-pasha zou ver
schillen, zou een gevaarlijken indruk te
weeg brengen.
Turkije is onzijdig en staat erop on^
zjjdig te blijven, zoowel tegenover de*^
triple alliantie als tegenover Frankrijk
en Ruslanddat is een politieke
dragslijn. welke de sultan reeds g<
rende zes jaren volgt. Niets wijst er op,
dat hij die wil verlaten. Hij zou geen
ander voorwendsel daartoe hebben dan
wanneer de triple alliantie van alle hout
timmerhout makende, en ongeduldig om
hare krachten eens te meten, door een
meer krachtigen druk, Turkije wilde
dwingen zich bij haar aan te sluiten,
maar dat zou geenszins voorzichtig zijn
Want wanneer Turkije bedreigd werd,
zou het zich in de armen van Rusland
kunnen werpen en in die van Frankrijkj
en aldus zou men juist het diploma
tieke feit uitlokken, dat men wil voor
komen.
Men zal zegt de Indtp. wel
doen met dit te Berlijn, te Weenen en
vooral te Londen te overwegen.
Het is intusschen niet minder waar,
dat de voortdurende vergrooting van
de russische vloot in de Zwarte Zee
eenige ongerustheid te Constanti-
nopel wekt. Het is zeker dat Rusland
buitengewone pogingen doet om in deze
zee te overheerschen, terwijl de turksche
vloot en hare instructie nog zooveel te
wenschen overlaten. Allen, die haar
van nabij hebben gezien erkennen, dat
Turkije in ernst hoogstens slechts twee
of drie pantserschepen in 't vnur zou kun
nen brengen en dan nog niet eens ter
stond, want zij verkeeren in een slechten
toestand.
Dit is een ernstig onderwerp van
overdenking voor Turkije, wanneer de
Engelschen spreken van het forceeren
der Dardanellen, wanneer de Russen te
Sebastopol en elders reuzenpogingen
doen en ten laatste wanneer Griekenland
zich tot den laatsten druppel het bloed
afperst orn een nieuwe zeemacht te
verkrijgen, die in staat is de turksche
vloot in de Middellandsche Zee uit te
dagen.
Dit laatste gevaar is misschien het
eenige onmiddellijke. De turksche bladen
heffen telkens noodkreten aan, wanneer
zij weder hooren van eene nieuwe be
stelling van oorlogsvaartuigen door de
Grieken in Frankrijk gedaan. Volgens
hen zou Griekenland beter doen met
zich kalm en vreedzaam inwendig te
ontwikkelen en alle eerzuchtige bedoe
lingen beslist terzijde te zetten. Maar
de grieksche staatslieden zijn niet ge
woon in Constantinopel hun wachtwoord
te gaan vragen.
De groote bladen gewagen op 't
oogenblik niet van bizonder belangrijke
politieke feiten.
De jonge koning van Servië is reeds
op reis gegaan naar Petersburg en hij
trek uit Gastein, werwaarts hij gegaan
was, een langdurig gesprek heeft gehad
met den heer W. White, den gezant van
Engeland te Constantinopel. Men twij
felt er niet aan of het onderhoud heeft
geloopen over de erkenning van den
prins als bulgaarsch souverein.
Men is nog steeds druk aan 't zoeken
naar den bedrijver van den aanslag met
knalkwik op de drie in ons vorig num
mer genoemde fransche regeeringsper-
sonen, maar heeft nog niets ontdekt.
Men gelooft echter stellig dat de helsche
machines in het arsenaal van Toulon
zijn vervaardigd en gaat ernstig met
het onderzoek voort.
Foor den jgjjhoud dezer rubriek stelt de Redactie
nc/i niet aansprakelijk.)
Daar het gewoonte geworden is te
denken, dat de landen zelfs Rusland
heeft men genoemd die keizer Wilhelm
bezoekt, meteen maar toetreden tot het
groote Staten-verbond, was het geen
wonder dat er praatjes liepen, als zou
ook Turkije zich daarbij hebben aan
gesloten. Niets moet echter minder waar
zijn dan ditalthans de correspondent
van de lndé.penda?ice te Constantinopel,
die beweert uitmuntend ingelicht te zijn i werd niet een keizerlijken trein van de
(wat wij vooralsnog maar eens zullen§rens Z1JQS lands^ afgehaald. Generaal
aannemen) zegt, wat trouwens ook hetArapofi en een aide-de-camp van den
gevoelen der redactie van genoemd blad czaar werden den jeugdigen monarch toe-
is, dat deze toetreding geheel tegenge- j gevoegd. Hij mag ook zijn mama nog
steld zou zijn aan de politiek, welke deeens ontmoeten en wel op zijn land-
Porte volgt, en dat overigens alle com-;Soed Naghoni
mentaren, die men in dat opzicht heeftHet trekt zeer de aandacht dat prins
gemaakt, inde werkelijkheid van allen i Fer^nan(^ van Bulgarije, voor zijnver-
Aan
\en heer JH. W. Habemi^
Mijnheer
Toen ik in het no. van 25 Juli dezer
courant mijn stukje „een onzuivere ver
kiezing" inzond, had ik wel verwacht
en ook gehoopt, dat het tegengespro
ken zou worden. Ik had het verwacht,
omdat ik weet, dat niet iedereen „poli
tieke" zaken begrijpt en uit onwetend
heid zou tegensprekenik had het ge
hoopt, omdat ik meen, dat de aandacht
der haarlemsche kiezers niet genoeg op
zoo'n laakbare fout kan worden ge -
vestigden er dus door wrijving
van gedachten, meer op gelet zou
worden. Tot genoemde catagorie van
tegensprekers moet ik u te oordeelen
naar het ingezonden van gisteren
ook rangschikten.
U besteedt de helft van uw ingezon
den stuk om mij nogal meesterach
tig te vertellen, wat ik natuurlijk
wel weet en om te betoogen, dat er
verschillende stembriefjes noodig waren
met het oog op de aftredingen der te
verkiezen leden. Daargelaten nog het
dwaze van het denkbeeld, dat een kie
zer rekening zou moeten houden met
de aftreding der te kiezen raadsleden
welke leden weet de kiezer N. B. zelf
niet eens is uw betoog lang niet
schrander. Hadden B. en W., volgens
den door u aangelegden maatstaf, stem
briefjes rondgezonden, dan hadden we
gekregenvolgens uw eigen reke
ning een wit biljet dienstig voor 10
man, k 6 jaar, een groen, dienstig voor
2 man k 4 jaar en nog een u moogt
de kleur zelf kiezen voor 2 man k
2 jaar. Maar hiermede hadden de kie
zers dingen gedaan, waar ze, volgens
den gewonen gang van zaken, niet mee
te maken hebben. Ze hadden dan
vooruit bepaald meneer X behandelt
m'n zaken 6 jaar, meneer IJ 4 jaar en
meneer Z. 2 jaar. Let er op, meneer,
dat de heeren X, IJ en Z, in de
meeste gevallen bij een dergelijke ver
kiezing, onbekende grootheden zijn.
Dat deze verkiezing op verschillende
tijden had moeten plaats hebben en dus
duurder zou moeten worden, is gansch
niet noodig. Als B. en W. moet ik
dat u nu nog zeggen één briefje
hadden afgegeven, waarop 14 namen
moesten worden ingevuld, dan was de
stemming, in dat opzicht, noodzakelijk
zuiver geworden.
U wijt verder de verwarring aan de
kiesvereenigingen en vooral aan het zoo
genaamd ,;monsterverboncl". In de eerste
plaats heb ik de eer u te melden, dat
ik niet meegedaan heb aan dat „monster
verbond". De afd. Haarlem van den
Ned. Bond voor Algem. kies- en stem
recht, waarvan ik voorzitter ben, heeft
juist aan deze onzuivere verkiezing niet
willen meedoen.
Maar, meneer Habermehl, u zijt on
derwijzer, nietwaar, en misschien vader.
Welnu, wat doet ge als paedagoog en
hoofd van de klas of van 't gezin. Brengt
ge uw pupillen of kinderen geheel om
einde van het touw in mijn hand zou vasthouden. Eindelijk be
merkte ik tot mijn groote vreugde, dat ik den bodem van den
put had bereikt, terwijl ik nog een flink stuk van het touw
overhield.
Ik zag niets anders dm een flauwe schemering van het daglicht
in het waschhuis boven mijn hoofd, maar verder was ik geheel
door duisternis omringd. Rechts van mij hoorde ik een bijna
onhoorbaar geluid, zoodat ik bukte en uit den emmer een wapen
zocht om mij daarmee in geval van nood te verdedigen. Ik
greep het knipmes, opende het en stond gereed om iederen aan
val af te weren, terwijl ik terzelfdertijd uitriep met een stem,
waaraan ik zooveel mogelijk vastheid trachtte te geven:
„Wie hier ook moge zijn, ik ben een vriend."
Er kwam geen antwoord, geen enkelen weerklank, en ik ben
van meening, dat deze stilte mij meer angst aanjoeg dan het
geval zou zijn geweest, wanneer een luide, dreigende stem op
mijne woorden had geantwoord. Het was mij alsof een onzicht
bare vijand §een armlengte van mij verwijderd was en op het
punt stond om op mij los te springen. Om een einde temaken
aar» deze pijnlijke onzekerheid, hield ik het geopende mes tus-
schen mijne tanden vast en stak een lucifer aan.
Zooals ik verwachtte, zag ik een gemetselde opening voor mij,
maar het licht van den lucifer was niet sterk genoeg om mij
verder dan eenige voeten voor mij uit te doen zien; dieper in
heerschte een zwarte duisternis.
Ik haalde een van de kaarsen te voorschijn en stak haar aan,
terwijl ik den lucifer liet vallen.
Toen ik het volgende oogenblik uit den emmer wilde slappen,
hoorde ik een scherp gesis, en toen ik met de kaars boven mijn
hoofd naar beneden keek, zag ik, dat wanneer ik uit den emmer
was gestapt, waarschijnlijk mijn laatste uurtje zou zijn geslagen.
Ik bevond mij nog niet op den bodem van den put, maar slechts
op een plank daarboven; het sissend geluid was veroorzaakt
door den lucifer, die brandende in het water daar beneden was
gevallen. Hieruit bleek de sluwheid der oude smokkelaars, die
den put hadden gebruikt als een verborgen toegang tot de
gewelven, want als de plank werd verwijderd, dan had men
water uit den put kunnen ophalen om allen achterdocht van de
douanen te doen verdwijnen.
Deze gelukkige ontsnapping aan zulk een groot gevaar bracht
een hevigen schok toe aan mijne zenuwen, zoodat ik met nog
meer omzichtigheid te werk ging. Met de brandende kaars in
mijn linkerhand, en met het mes open in mijn rechterhand, be
woog ik mij langzaam voorwaarts door den gemetselden gang
met een zeer onaangename, angstige gewaarwording. Weldra be
vond ik mij aan den ingang van een hoog, ruim hol, hier en
daar door planken en zware balken gestut. Het licht der kaars
werd weerkaatst door dén witten kalksteen, zoodat het tamelijk
licht was in het hol. Voor mij bevond zich een massa puin, tot
aan het gewelf opgehoopt, en daar dus was de ingang van den
zeekant door de neergevallen klip geslotenik zag noch hoorde
echter een te eken van leven. Plotseling werd de stilte verbroken
door een luid gekras, en toen ik de kaars van plaats deed
veranderen, zag ik een spleet, die door de schaduw van een
balk in duisternis was gehuld met een geheel vlakken bodem,
en daarop stond de waterkruik, welke ik dien morgen in den
put had laten neerdalen, en daarnaast lag een stuk broody
waarop een kraai stond. Met hare grijze oogen keek zij mij een
oogenblik aan, en begaf zich toen weer aan den arbeid, door
heftig in het brood te pikken. Dat kon toch de gevangene
de beer, niet zijn, en toch zag ik niemand anders.
Ik begaf mij naar de nis in den rotswand; de kraai hield op
met pikken, keek mij tersluiks aan en mijn uiterlijk niet ver
trouwende, vloog zij weg en verdween in de duisternis.
Ik volgde het dier en kwam tot de ontdekking, dat die spleet
toegang verleende tot een tweede hol.
Op den bodem lagen eenige vodden netjes op een hoop, zoo
dat zij een kussen vormden. Ik twijfelde nu niet of ik zou den
werkeiijken gevangene in het tweede gewelf vinden. Dit was zeer
juist geoordeeld, maar welk een zonderlinge gevangene. Een voor
de tweedemaal herhaald krassen van de kraai deed mij den blik
naar den linkerkant van het hol wenden en daar zag ik in het
tweede hol, in een soort alkoof, met veelkleurige lappen als
sieraad om het lijf, op een legerstede van stroo, en met dekens
bedekt, een kind liggen met lang haar, dat tot ver over de schou
ders hing. De kraai zat op een van de schouders van het kind, en in
tegenstelling met de kleur van hare veeren was het haar
van dit kind bijna wit. Ik kon het gelaat niet onderscheiden
want. het kind hield de dunne, blanke handen voor het gelaat,
daar de kaarsvlam een voor mij zwak licht voor hare
oogen aan de duisternis gewend, een verblindend licht uitstraalde.
Wordt vervolgd.)