NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
PSYCHE.
Woensdag 12 Augustus 1891.
No 2485
A BON N EM EN TSPPJ JS
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON,
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door liet g-eheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
DiE blad verschynt dageljike, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hereon Kieio« Hontotraot No. 9, Haarlem. Teleroiinnommer 12E.
ran 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer lOCent».
Groote letter» naar plaatiruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentie? worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantiors.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Comvagnie Oinéralt de. Fublidié Firangbi X. BAl/EM Co., JOHN F. JOHB8Succ.t Parigt 3lbit Faubourg Montiuarirt.
Haarlem, ii Augustus 1891.
Heden heeft de heer mr E. A.
Iordens voor den tijd van drie weken
de gemeente verlaten.
Naar wij vernemen, is door dezelfden,
die 1. 1. Woensdag tegen de herstem
ming voor den Gemeenteraad hebben
geprotesteerd, datzelfde protest in een
rekest aan den Gemeenteraad neer
gelegd.
Dat rekest zal waarschijnlijk Woens-
dag (morgen) in den Raad worden be
handeld, daar dan toch ook de geloofs
brieven der nieuw gekozen Raadsleden
I worden onderzocht.
1 '-i De tentoonstelling van Ambachts
scholen gehouden in den „Kraton," werd
heden door 27 personen bezocht.
Maandagavond gaf de kon. vereen.
„Het Nederlandsch Tooneel" „de Fa
brieksbaas", tooneelspei in 4 bedrijven
naar het engelsch „The Middleman"
van. Henry Arthur Jones. Reeds vroeger
mochten wij het voorrecht smaken dit
bizonder schoone, aangrijpende drama
door het N. T. alhier te zien opvoeren
en gaven wij toen den inhoud weerde
geestdrift, waarmede het destijds werd
ontvangen, was ook zeker thans oorzaak
dat onze schouwburg propvol was. De
hoofdrollen werden door de volgenden
vertolktCyrus Blenkarn (de Fabrieks
baas) de heer Louis Bouwmeester, Jo
seph Chandler, de heer Spoor, Batty
Todd, van Schoonhoven, Mary en Nancy
Blenkarn, de dames de Leur en Lorjé,
Jesse Pegg, Schulze, Julian Chandler,
SmitsMistress Chandler en Maude
Chandler, de dames Fuch6 en Bos, de
overige kleine rollen waren eveneens in
handen van goede bekenden.
De heer Bouwmeester speelde de
schoone rol van den Fabrieksbaas met
zijn ongeëvenaard talent en had heer
lijke oogenblikken van samenspel met
zijn dochter Mary (mej. de Leur).
Herhaalde terugroepingen vielen hem
ten deel. Het mag gezegd worden, dat
de overige genoemden zich bij uitstek
beijverden om zijn majestueus spel in
het volle licht te doen treden. De heer
JSchulze wist door zijn komisch talent
in den tragischen kern nu en dan een
grappig moment te scheppen, zeer juist
yféb het gezien om de rol van Jesse
Bg> aldus op te vatten. De scène
van de ovens maakte een diepen indruk.
De avond van Maandag was voor het
N. T. hier weder een groot succes.
In den afgeloopen nacht is alhier in
gebroken bij den goud- en zilverkast-
houder S. J. de Vries in de Groote
Houtstraat. Na het stukslaan van een
spiegelruit in de winkelkast zijn daaruit
eenige gouden en zilveren voorwerpen
ontvreemd. De dief is eenigen tijd daarna
door de politie aangehouden in het be
zit van bijna al de gestolen voorwerpen
en is genaamd Willem Dolleman, oud
25 jaren, smid, woonachtig te Amster
dam, die meermalen is veroordeeld ge
weest.
In den nacht van Zondag op Maan
dag is onder Haarlemmerliede afgebrand
de woning van en bewoond door H.
Hoenderdosvan den inboedel is niets
gered kunnen worden. Alles was ver
zekerd.
van het bestuur der Vereeniging tot
instandhouding eener christelijke school
te Beverwijk om de rijksbijdrage, be
doeld bij art. 54bis der wet tot rege
ling van het lager onderwijs, over 1890,
het daartegen ingesteld beroep onge
grond wordt verklaard: Staatsblad
n°. 157 bevat een kon. besluit van "8
Augustus, houdende machtiging tot uit
gifte van 5,000,000 in schatkistpro
messen, volgens de wet van 5 Decem
ber 1881 Staatsblad n°. 185).
De crisis duurt nog voort.
Zondag was er weder een conferentie
ten huize van den heer Tak van Poort
vliet, die werd bijgewoond door den
heer Pierson. Men wil weten, dat een
combinatie in overweging zou zijn om den
heer Tak te doen optreden als Minister
van Binnenlandsche Zaken, in welk ge
val de heer Van Tienhoven Buitenland-
sche Zaken voor zijn rekening zou ne
men Dit zou zeker de weg zijn om tot
de meest bevredigende oplossing te ge
raken. Een ander Minister van Water
staat ware wel te vinden. Voor Oorlog
blijft men zoeken de portefeuille moet
thans aan generaal Van der Beek zijn
(Vad.)
ÜFFIEIEELK BERICHTEN.
Bij kon. besluit is de luit.-kol. jhr.
C. Janssens, van het 3e rég. huzaren,
op pensioen gesteld en het bedrag van
het pensioen bepaald op 1800's jaars.
Bij kon. besluit is benoemd bij het
wapen der cavalerie, bij het 3e reg. hu
zaren, tot luit.-kol., de majoor W. J.
H. Romer, van het 2e reg. huzaren,
thans belast met de functien van chef
van den staf bij de inspectie der ca
valerie.
De gewone audiëntie van den minis
ter van oorlog zal op Donderdag den
130 dezer, en die van den minister van
marine op Vrijdag 14 dezer niet plaats
hebben.
Slbl. n°. 154 bevat een kon. besluit
van den 25en Juli 1891, waarbij, met
handhaving van het besluit van Gede
puteerde Staten van Noord-Holland van
1 April 1891, n°. 1, op de aanvrage
Omtrent het bezoek door
H.H. M.M. Maandag aan het leger
kamp te Oldenbroek gebracht, deelt
men van daar mede
Des morgens te 11 kwamen H.H.
M.M. in het kamp aan. De in het kamp
verblijf houdende troepen waren opge
steld, ten einde door H.H. M.M. te
worden geïnspecteerd.
Zes batterijen veld artillerie stonden
in bataille geschaard onder de bevelen
van den regiments commandant, kolonel
Doorman. De Koninginnen reden langs
het front der troepen in een met 4
paarden a la Daumont bespannen rij
tuig, gevolgd door twee hofrijtuigen,
waarin de adjudanten en hofdames ge
zeten waren.
Na afloop der inspectie werd door
het regiment in het vuur geëxerceerd,
alles in draf en galop. Het was een
trotsch schouwspel, die 6 batterijen over
de heide te zien rennen, plotseling stil
staande en uit 24 kanonnen het vuur
te zien openen op een denkbeeldigen
vijand, dan weder snel te paard en in
ren weggaande om opnieuw in batterij
te komen onder daverend kanongebul
der. Onze jeugdige Koningin had blijk
baar veel genoegen in deze snelle be
wegingen en stond opgetogen alles aan
te zien. Nadat nog in galop voor
H.H. M.M. was gedefileerd over de
hobbelige heide en cloor de schietschool
uit zware kanonnen en met mitrailleurs
was gevuurd, werd aan de beide Ko
ninginnen in de officiers-eetzaal een
„collation" aangeboden door de artil
lerie-officieren, die daarbij aan H.H.
M.M. persoonlijk werden voorgesteld.
De Regentes onderhield zich minzaam
met de officieren, terwijl de jeugdige
Koningin alles nauwkeurig opnam. De
zal was keurig met wapenschilden en
bloemen versierd, er wijl een .„boudoir"
voor toiletbenoodigdheden was. gereed
gemaakt.
Na afloop Van het collation brachten
de vorstelijke personen een bezoek aan
de verschillende gebouwen van het
kamp en de tenten, o.. a. aan de can-
tine der manschappen, waar de jeug
dige Koningin een kop koffie (prijs 1
cent) dronk.
Tot slot werd door de officieren (37)
van het ie en 3 reg. veld-artillerie met
den kolonel Doorman en beide hoofd
officieren aan het hoofd een jachtrit
gereden. Als jagermeester fungeerde de
kapitein Hinloopen, terwijl de kapiteins
Kaub en De Waal als judges en de
Jong en luitenant Schwartz als starters
optraden bij de flet-race. In flinken
galop werden de hindernissen genomen,
bestaande uit horden, sloot en aarden
wallen, terwijl ten slotte een flet-race
gereden werd om twee prijzen (een
bronzen beeld met zuil en eene pendule
door HH. MM. daarvoor aangeboden) j
De ie prijs werd behaald door Avon- j
bridgevolbloed, van den luit. Van i
Altena, de 2e prijs door Banderolei
volbloed, van den kapitein Hinlopen. I
Na de finish reed de kolonel door
zijne officieren in vlotten galop gevolgd,
naar HH. MM., en brachten zij het j
militair saluut, waarop de jeugdige Ko
ningin de prijzen uitreikte onder toe-1
voeging van eenige minzame woorden,
en waarbij zij de paarden der overwin-
naars streelde.
HH. MM. betuigden herhaaldelijk j
hare hooge ingenomenheid met alles
wat zij zagen. Zelfs informeerde de 1
jeugdige Vorstin hoelang zij nog blijven
mocht, en antwoordde toen blijkbaar j
verheugd„nog 3 uren, dat vind ik i
heerlijk".
Zeldzaam groot was de geestdrift
onder officieren en minderen der ar
tillerie ieder keek met opgetogenheid
naar de jeugdige Vorstin en men
hoorde aanhoudend spreken over het
lieve en minzame voorkomen van onze
Koningin.
Nadat HH. MM. in de kantine wa
ren teruggekeerd bedankten zij den
generaal-inspecteur Schneider, den ge
neraal commandant der bereden artille
rie Egter van Wissekerke, den majoor
directeur der artillerie schietschool Alma,
den regiments - commandant kolonel
Doorman voor alles wat zij gezien had
den, en vertrokken zij over Tongeren
weder naar Het -Loo, uitgeleide gedaan
door de generaals* en kolonels met
hunne adjudanten, en onder aanhoudend
gejubel en hoerageroep der omgewonden
artilleristen.
De dag van Maandag zal door allen
nooit vergeten worden, en menig mili
cien zal later nog met genoegen aan
zijne kinderen vertellen van de lieve
jeugdige Koningin die, zoo minzaam
tegen ieder, het kamp heeft bezocht.
Naar wij vernemen .zullen HH. MM.
250 geschonken om onderofficieren
en minderen te onthalen, en zijn HH.
hoofdofficieren! Dinsdagmiddag op het
Loo de gasten van HH. MM.
E x a jr. en franse h, lager on
derwijs, te 's Hage. Opgekomen 28 can-
didaten, afgewezen 6toegelaten de
heeren A. J. Drewes, AmsterdamC.
Huge en C. R. D. vanRuyven, Leiden;
P J. Blijdorp, J. W. 't Hart en J. J.
Schouten, KralingenM. Blommers,
Rotterdam; O.F. W. Rietveld,Utrecht;
A. C. A. M. von Eugen, 's BoschA.
Boer, Blij hamT. A Stoker, Middel
burg; J- W. van Lohuizen, Arnhem;
Th. de Groot, Wolvegaen de dames
E. Lory, Haarlem; Joh. Westerman,
Amsterdam; J. E. J. Bok, 'sHage; J.
Groot, Gouda; R. A. Tresling, Hilver
sum M. E. Dupuy en G. van Schuijlen-
borgh, Wageningen; A. P. S. Bruijn
van Rozenburg, Apeldoorn; J. Dunne-
wold, Ileiloo.
Wederom zullen de in het
vorige jaar tot stand gekomen spoor
wegovereenkomsten aanleiding tot eene
procedure geven. De heer P. H. Peters,
chef de bureau bij het tariefwezen van
de voormalige Nederlandsche Rijnspoor
weg-Maatschappij te Utrecht, heeft den
staat der Nederlanden doen dagvaarden
tot schadevergoeding, op grond dat de
Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen dien ambtenaar niet heeft
geplaatst in eene betrekking, waarop
hij krachtens artikel 6 der overeenkomst
tusschen den Staat en de Nederland
sche Rijnspoorweg-maatschappij recht
meent te hebben.
De rechter zal in deze kwestie tevens
hebben te beslissen omtrent de inrich
ting der ondersteuningsfondsen A en B
gelijk bij den N. R. S.
De W e s t er 11 Mor mug News geeft
de volgende 'beschrijving van de boot Sea Serpent:
De kleine boot is een klein model van bouw
kunst, ontworpen door den vader van kapitein
Lawlor, een ouden scheepsbouwmeester. Zij is
14 voet 11% duim over alles lang, 5 voet breed
en 2 voet bol. Zij i9 voorzien van twee metalen
luchtdichte afdeelingen, een voor en een achter,
een drijfvermogen bevattende van 600 of 700
pond. Het logies is 6 voet lang en 20 duim wijd
en overdekt met een luik of schuif Bij ruw en
regenachtig weer wordt daarover een yuttapercha
kapkleed gedaan om het water er huiten te hou
den. Een dreg, in den vorm van een parachute,
werd gebruikt. Kajpitein Lawlor's keukengereed
schap bestond uit éen oliefornuis en eenige tin
nen schotels Hij voerde geen 3terkc dranken
mede en de provisiekast bevatte vleesch in blik,
en blikjes bouillon, chocolade, gecondenseerde
koffie en melk en een goeden voorraad hescbuit-
jes. Tien gallons (45. liter) olie worden medege
voerd om hij buitengewoon slecht weder te ge
bruiken. De reis was vol wederwaardigheden.
Vier dagen echter, stuurde de boot zichzelf
onder lichte, gestadige koelte, en des nacht9,
nadat eene goede lantaarn was opgeheschen, kon
kapitein Lawlor zich ter ruste begeven. Op 1
Juli, toen hij .een touw wilde vastmaken, viel hij
overhoord, tijdens matig weer, doch dewijl hij
steeds een touw om het lijf had dat ergens aan
boord vast was gemaakt, was hij in staat weder
aan boord te komen, na een verfrisschend bad.
Op 18 Juli, toen hij voor een harde koelte
lensde, werd de Sea Serpent plat op zijde ge
worpen en was spoedig vol water; kapitein Lawlor
18;
HOOFDSTUK XIII.
Eene zwakke kreet van wanhoop herinnerde mij aan mijne
felizuchtige vergeetachtigheid, en toen ik omkeerde, zag ik
Psyche op een kleinen afstand van mij staan met de armen uit
gestrekt en tevergeefs trachtende in het licht te zien, dat haar
verblindde. Er lag eene beklagenswaardige, ontstelde uitdrukking
>p haar gelaat, die scheen te zeggenik ben verlaten. Wat
'■al ik in deze wereld doen, waar ieder zijn eigen weg gaat
En toen ik naar haar met zand bedekt haar en haar natte
urk keek, die zwaar van hare schouders afhing, verweet ik mij-
'■elf mijne ondankbaarheid. Zij had even hard gewerkt als ik,
a, Bzelfs nog harder; op elk uur van den dag of den nacht was
aj lopgeruimd gereed geweest in het natte zand te wroeten, te
paven en het te dragen zooals men haar verzocht had, zij had
Kaanden lang glimlachende allerlei leed verdragen en onbevreesd
Jaar leven gewaagd om mij genoegen te doen en nu was dit
|aS| belooning, ora in het eerste oogenblik van mijne vrijheid te
'orden vergeten.
'A rijt gij nog niet weg!" riep zij uit, terwijl zij mijne hand
greep, die haar aanraakte, vastklemde. „Nog niet," voegde zij
er bij, terwijl zij poogde haar oogen te openen om mij te.^zieh.
„Ik zal u nooit verlaten, Psyche," zeide ik. „Ik vergat u maar
een oogenblik in de eerste vreugde van het wederzien .der
wereld."
,.Is zij zoo schoon?" vroeg zij. „Ik kan niets zien dan een
licht, dat mij pijn doet."
„De zon staat vlak boven onze hoofdenzij verblindt mij als
ik naar boven kijk. Als zij ondergaat zult gij in staat zijn haar
in hare kracht te zien. Maar gij voelt de heerlijke, frissche lucht,
nietwaar
„Ja, zij is heerlijk juist als een drank wanneer men dorst
heeft."
„Ja, dat is waar, en het gezicht van den blauwen hemel is
dat evenzeer."
„Ik wilde, dat ik hem kon zien," zeide zij, terwijl zij haar
bleek gelaat ophief en haar hoofd van den eenen kant naar den
andere bewoog. „Wat is het warm! Vertel mij, wat gij
zien kunt."
„Niets dan de zon en de lucht en klippen en eenige kraaien,
die heen en weder vliegen."
„Ik hoor ze, ik hoor ze," zeide zij vroolijk. „Kras, kras,
kras."
„Wij staan te midden van groote massa's gebroken rotsen
zij belemmeren het gezicht op de zee. Maar wij kunnen er over
klimmen en ons een weg banen naar het strand, zoo gauw als
het licht vermindert en gij uwe oogen kunt gebruiken
„Waarom zouden wij wachten, als gij daarheen wilt gaan? Gij
kunt mij in het licht geleiden, zooals ik het u deed in het don
ker, weet gij nog wel?" vroeg zij teeder
„Ja, ik weet het nog zeer goed, lieve. Maar ik durf het nu
niet te wagen; de vloed komt op en wij konden wel tusschen
de zee en de rotsen ingesloten worden. Het zal beter zijn, dat
wij op de eb wachten; dan hebben wij niets te vreezen en dan
kunnen wij beiden zien. Bovendien moeten wij ons nog wat op
knappen; wij zouden uitgelachen worden, als wij ons in dezen
toestand vertoonden."
„Ik zal mijne schoenen aantrekken; dan zal niemand mij meer
uitlachen."
Een golf stroomde tusschen de rotsen en raakte onze voeten;
het was tijd om terug te keer en. Wij wrongen ons weer door
het gat, daf ik zoo goed mogelijk met stukken krijt stopte om
het i^istuiveu^ van zand te voorkomen en kwamen in het hol
terug, terwijl wij den emmer met het zooeven uitgegraven zand
meenamen.
De acht uren, die toen volgden, waren de langste en meest
vervelende, die ik ooit heb doorgebracht. Ik had lang van te
voren overlegd, wat ik zou doen, als wij uit het hol kwamen,
en nu scheen er niets te doen te zijn.
Ora de verveling te verdrijven werd ik bijna verlokt ora eene
tocht naar het hol van den franschen Pieter te ondernemen ik
werd meer door het nuttelooze dan door het gevaar van het
waagstuk weerhouden. De schat was daar veiliger dan ergens
anders en het zou gevaarlijk geweest zijn om er ons in onze
vlucht mee te belasten.
Om zes uur floot mijn grootvader en liet een mand met