NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
PSYCHE.
9e Jaargang.
Donderdag 13 Augustus 3 893.
No. 2486.
ADVERTENTIËN
11
STADSNIEUWS.
32 De tentoonstelling van Ambachts
scholen gehouden in den „Kraton," werd
heden door 16 personen bezocht.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DAGBLAD
A BON NEMENTSPKIJS
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Hontotraot No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12$,
y»d 15 regelt 50 Cent»; iedere regel meer 10 Cent».
Groote letters naar plaatsruimte;
Bij Abonnement aanzienlijk rabat;
Direeteuren-tTitgevers J. C. P.EEREBOOM en J. E. AVIS.
Abonnementen ea Advertenties woman aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en eonrantierf.
Hoofdagenten voor hei BuitenlandComr-aqnie Générale de Publiciié Mrangbe G, X. DAV3J& CoJOHN F. J0N38, $ucc.9 Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Haarlem, 12 Augustus 1891.
r.| De teekenschool van kunstnijverheid
heeft per rekest aan den Raad omver-
hooging van subsidie gevraagd, ten einde
den cursus in beeldhouwen te kunnen
v#lbouden. Een zelfde verzoek is ge
daan aan de provincie en aan het Rijk.
De minister van Justitie,
jhr. Ruys van Beerenbroek, heeft het
voornemen aangekondigd om met den
aanvang van het volgende jaar te doen
vervallen de premiën voor het consta
teeren van jacht- en visscherijovertre
dingen, omdat de beambten, te wier
behoeve aanvankelijk de premiën werden
ingesteld, niet meer er door gebaat wor
den als schadeloosstelling voor het ge
mis van een deel der opbrengst van de
geldboeten, hetwelk zij vroeger genoten
en daarentegen voor de bezoldigde rijks
veldwachters sedert herhaaldelijk ver
hooging van jaarwedde is toegestaan.
OFFICIEELS?- BBMCEITEjV.
Bij kon. besluit zijn J. Paukert, hans-,
hof- und staatsarchivar bij het K. K.
haus-, hof- und staatsarchiv te Ween en,
en A. de Györy, archivsconcipist bij
gemeld archief, benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
De gewone audiëntie van den min.
van Koloniën zal Vrijdag niet plaats
hebben.
Maandag en Dinsdag werd
de residentie bezocht door eenige adel
borsten van het fransche oorlogsschip
Le Bougainvilledat Zondag jl. te
IJmuiden is binnengeloopen en thans
te Amsterdam gemeerd ligt.
In de legerplaats bij Olde-
broek is Dinsdag de navolgende kamp
order aan de troepen bekend gemaadt
„Van HH. MM. de Koningin en de
Koningin-Weduwe-Regentes heb ik de
zeer vereerende opdracht ontvangen aan
onderofficieren en minderen, in de leger
plaats bij Oldebroek vereenigd, hoogst-
derzelver tevredenheid en dank te be
tuigen voor de ontvangst, HH. MM.
bij hun bezoek aan de legerplaats op
gisteren bereid, terwijl mij tevens namens
H. M. de Koningin-Weduwe-Regentes
een aanzienlijk geldelijk bedrag is ter
hand gesteldmet bestemming voor
onderofficieren en minderen, tiet is mij
hoogst aangenaam aan deze opdracht
van HH. MM. gevolg te geven. Was
het vorstelijk bezoek reeds op hoogen
prijs te schatten als een vernieuwd be
wijs van de belangstelling van HH.
MM. in het leger in het algemeen, in
het wapen der artillerie in het biznnder,
zoo is de waarde van dat bezoek door
deze tevredenheid en dankbetuiging van
HH. MM. zeer zeker nog verhoogd.
De herinnering aan den dag, door
HH. MM. in de legerplaats bij Olde
broek doorgebracht, zal altijd bij ons
levendig blijven.
Leve H. M. de Koningin
Leve H. M. de Koningin-Weduwe -
Regentes
Legerplaats lij Oldebroek
11 Aug. 189t.
De majoordirecteur der artillerie-
schietschoolfungeer end plaatse
lijk commandant
H. W. Alma.
De heer H. G. Levert, inge
nieur van den waterstaatvroeger
ingenieur van den waterstaat in Ned.
Indië, zal eerstdaags met een verlof van
zes maanden derwaarts vertrekken, tot
het opmaken enz. van een plan van
waterverzorging voor Soerabaya en om -
streken.
Naar wij vernemen, zal de
goevcrnements-secretaris van Suriname,
de heer W. Tonckens J.Lz., in het
laatst dezer maand met een tweejarig
verlof in Nederland terugkeeren. Door
de in de koloniën heerschende troebe
len was hij verhinderd van het reeds
vóór eenigen tijd verleende verlof ge
bruik te maken. {N. E. C.)
De gewone jaarlijksche
zitting der centrale Rijnvaart commissie
te Mannheim is gesloten en de verte
genwoordiger der nederlandsche regee
ring in die commissie, mr. T. M. C.
Asser, te Amsterdam teruggekeerd.
Onder Let opschrift: Een nood
kreet van landgenooten in Argentinië, plaatjt
het N. v. d. B. den volgenden biief uil Kosario
van 29 Juni:
Ondergeteekeneeu, allen Nederlanders, nemen
de vrijheid u te verzoeken het volgende eene
plaats te vcrleenen in uw veelgelezen blad
Waren de vooruitzichten in do verschillende
tijdperken, dat we hier gekomen zijn, alles he-
halve gu.istig te noemenwerd er vroeger eu
later door velen reeds gebrek geleden, thans zija
wij tot het toppunt van ellende gekomen. Alle
bedrijf staat stil. Tevergeefs loopt men dagen,
weken, maanden om werk te zoeken; er is niets,
letterlijk niets te vinden. Velen zijn naar Bra
zilië vertrokken, maar berichten komen hier
weinig; en die men nog ontvangt luiden aller
treurigst.
Enkelen zijn te voet hier in Argentinië terug
gekomen, en, volgons hunne mededeelingeu, is
de toestand daar ook al even slecht als hier. En
wat het hier is? .Berichten zullen u wel niet
ontbreken, maar de ellende te schetsen, die hier
geleden wordt, is onmogelijk. Van al de Hol
landers, die hier zijn (eu dat zijn niet weinige)
hebben 3 of 4 eene goede betrekking, de re<t
loopt ledig-, Krijgt deze of gene nog eens werk
voor 3 of 4 of hoogstens 8 digon, dan is het
loon voor een dag vau 0 urea 1 peso 1.50.
Wat moet men daarmede aanvangen, bij een
koers van 400 tot 480 Naar nollandschc munt
berekend, is de verdienste 40 tot 50 ct. per dag.
Eu wal kan men voor zoo'n dagloon koopen
Een kilo aardappelen kost 5 centavos. Een kilo
koffie 3, suiker ijj» 1.15, rijst 60 centavos, meel
40 ct., boonett 8Q ct., petroleum 60 ct. de liter,
lucifers 5 ct. oen doosje euz. enz.
Lijdt men dus hij geregeld werk gebrek, vraag
dnn niet wat het is maanden lang zonder werk
te loopeu. Daarbij moet men voor een hok, waar
men in Holland geen heest iu zou stallen, hier
10 h 15 per maand betalen. Daar liggen de
menschen dan op een zak krullen of ma'wblad
op de steunen of op de klei. nis het regent loopt
hot water van buiten in of van boven door het
dak. Staat men 's morgens up, st\jf van de koude,
dan mouten de kindoren de straat op om een
brok brood te bedelen. Die nog zooveel schaamte
beeft, dat hij niet wil gaan bedelen, moet sterven
van honger. Zoodanig is hier de toestand in de
Argeutijnsche republiek, waar minstens 60 mil-
lioea menschen ruim konden bestaan, als niet
een handvol roovers de macht hadden om zich
ten koste der algemeoue welvaart te verrijken.
Die iieeren hebben het zoover gebracht, das alle
kassen totaal uitgeplunderd zijn. Soldaten, po-
litie-agenten, mindere beambten, ja zelfs straat
vegers krijgen, ongeregeld of in het geheel geen
betaling. Politie-agenten verkoopen, wegens het
niet ontvangen van hun uiterst gering salaris,
hunne paarden of stellen zich schadeloos door
hot berooven van arrestanten. Le groote dieven
houden intusschen wedrennen, dobbelen om dui
zenden, de armen verdobbelen hunne schoenen,
dat gaat dag aan dag zoo. Als de arme Argen-
ciniërs alles verdobbeld üebben, gaan ze van
diefstal leveD, gepaard met moord. Een en ander
is aan de orde van den dag. Heeft iemand een
goeden slag «reslagen of een moord gepleegd, hij
gaat naar eene andcie provincie, is daar niet
alleen straffeloos, manr wordt zelfs hij de politie
geplaatst als commissaris of zoo iets. Heeft
iemand eene politieverordening overtreden, dan
wordt hij gestraft met eene boete van 8, 12,
20, ja tot 100 peso's toe heeft hij echter een
commissaris van politie tot vriend, dan wordt
hij dadelijk vrijgelaten.
Hoeft een werkman gold to vorderen van een
patroon, dan is do patroon verplicht het te be
talen, maar stopt de patroon de handen van
den vrederechter, dan is het recht aan
zijne zijde. Heeit men dan nog het ongeluk de
taal niet machtig te zijn, dan behoeft- men in
het geheel geen kiaclit in te dienen. Iu een
civiel-proces kan hij, die het meeste geld heeft,
verzekerd zyu winuer te wezen. Goeveruements-
gronden zijn over honderde mijlen uitgestrektheid
aan eenige grooteu als 't ware weggeschonken,
en worden aan landbouwers verpacht of ver
kocht in gedeelten, op voorwaarden, die geen
mensch ter wereld met de uiterste krachtsin
spanning kan vervullen.
In den algeloopen zomer hetihen de sprink
hanen de maïs eu de groenten opgegeten, maar
de tweebeenige sprinkhanen hebben jaren lang
de welvaart des lands ondermijnd, des landmana
zweet uitgepijnigd, en nu er anders niet meer
te halen valt, zuigen zij hem en de gansche
werkende klasse het bloed uit. En nu, wat zal
er hier van ons worden in dit land, dat stoffelijk
bankroet, geestelijk gedemoraliseerd is Wij zien
geen kans om naar Nederland terug te kceren,
hetwelk wij wel niet uit weelde verlaten hebben,
maar waar toch dc honeer ons nog niet tot den
bedelstaf had gebracht. Toen voor twee jaren in
dc Echo de hier bestaande toestanden en ver
moedelijke vooruitzichten werden geschetst, heette
het in dat blad overdreven, en met op
zet te donker gekleurd. ch, wa3
dat oordeel van de redactie maar juist geweest,
maar het is, helaas nog erger geworden dan
toen gevreesd werd. Komt er in Nederland niet
op de een of andere wijze genoeg bijeen, om de
ongelukkige slachtoffers van moedwillige mislei
ding terug te doen ha'en, dan zijn zeker velen
den hongerdood gewijd. Men kan wel één of
twee dagen zonder eton, maar honger is een
scherp zwaard. E'> dan wat zal er groeien van
zulke kinderen, die daar moeten gaan bedelen
Zijn zij ook voor geheel hun leven bedorven
't Is te hopen, dat er spoedig nitkomst moge
komen.
Naar wij hooren, wordt er in verschillende
landen van Europa werk van gemaakt, om de
menschen van hier terug te halen. In Spanje
o. a. zou dit van regeeringswege geschieden. Zou
de Ned. regeering in dezen niets kunnen of
willen doen?
Zij toch was heter bekend met den toestand
hier te lande, dan wij, eenvoudige lieden, die
door valsche '.oorspiegelingen misleid zijn, en
zonder van regeeringswege gewaarschuwd te
wezen, het ongeluk in den arm zijn geloopen.
Eu van al de vreemden die hier zijn, zijn wij
er wel het ergste aan toe, daar Spanjaarden,
Italianen en zelfs Franschon nog eenigszius met
de taal op de hoogte zijn. Het weinige werk,
dat er dan ook nog is, komt voor het grootste
gedeelte in handen van Italianen, die hunne
landslieden bij voorkeur nemen.
En voor hen is de toestand zelfs zoo onhoud
baar, dat reeds duizenden vertrokken zijn, an
deren volgen en de meeston wel zouden gaan,
als ze maar kondfn.
Was het in 3razilië maar wat heter, dan
konden wij daar heengaan maar wij hebben het
nn éénmaal ondervonden wat koste-looze emigratie
is. en zullen ons voor eene tweede proef wachten.
Menschen die van daar teruggekomen zijn, hangen
een treurig tafereel op vau de vreeselijke sterfle
aan gele koorts, en het gebrek, dat ook daar
geleden wordt.
En nu, M. de R., wij willen voor dezen keer
maar eindigen, met de hoop, dat dit schrijven
algemeen heleend moge worden, en dat er zoo
mogelijk maatregelen in ons belang mogen ge
nomen worden. U bij voorbaat dankende voor
de verleende plaatsruimte in uw blad, noemen
wij ons met hoogachting.
UEdi. dvj. dienaren
F. Hamket, B. v. d. Engel, I. H. Verhagen,
J. C. v. Pocpelen, J. C. Akker, A. d. Graaf,
L. v. d. Berg, Vrouw v. d. Berg, Vrouw
Hamket, Vrouw v. d. Engel, P. Noordijk,
Vrouw Noordijk, W. H. Kouwenhovcn,
Gauwert Westdorp. I. H. Westdorp, Tjalle
F. de Wit, Pieter Wierzma, J. r. d. Stoep,
B. v. Dijk, B. G. Hund, W. Wester, R.
Bouwens, J. Westerbeke, A. Liehers, P. d.
Ren, H. Sielstra, E. v. d. Ploeg, J. v. d.
Ploeg, T. v. d. Ploeg, H. Rebel en Gerard
Baart.
Akte-examens voor hoofd
onderwijzer te Amsterdam, 10 en 11
Aug. Geëxamineerd 15 candidaten ge-
agd 5, nl de heeren H. J. Smit,
van Utrecht, R. Bakker, van Haarlem,
K. Schoorl, van Barsingerhorn, H. Bak
ker, van Haarlem, en G. Klomp, van
Eist.
Men meldt uit Amsterdam:
Dinsdagmiddag is het rapport rerschenen van de
in de raadszitting van 8 Juli benoemde «taptoe-
commissie.» De commissie verklaart hare werk
zaamheden te hebben aangevangen met het nagaan
der maatregelen van voorbereiding. Aan haar
zijn overgelegd de verschillende regelingen van
dienst, door den hoofdcommissaris gemaakt, welke
regelingen ten getale van 23 als bijlage bij het
rapport ziju gevoegd.
De commissie deelt uit de regeling, die voor
den taptoe-avond getroffen was, mede, dat te
zeven uur ter beschikking van den commissaris
dor eerste sectie zich op de binnenplaats van
het stadhuis zouden bevinden 7 inspecteurs, 12
brigadiers eu 274 agenten, en op den Dam voor
de hoofdwacht 2 brigadiers en 12 bereden agenten.
De wijze van afbakening van de open te houden
ruimte gaf aanleiding tot langdurige onderhan
delingen tusscheu de militairen en gemeentelijke
autoriteitenDe eersten wilden den geheelen
Dam tot de Beursstraat en het Damrak open
houden, de laatsten hadden daartegen het bezwaar,
dat dan voor het publiek geen ruimte zou over
blijven. Ten 3lotte werd al3 grens der af bakening
aangewezen het geasphalteerde middenplein, dat
gedeeltelijk zou worden afgerasterd.
Verder werden bizondere voorschriften gegeven
voor het openhouden der wegen voor het komen
en gaan dor muziekkorpsen. Voor de agenten te
paard was eene bizondere regeling vastgesteld
een brigadier zou met acht agenten do rijtuigen
weren. Do burgemeester en de commissie hebben
daarna onderzocht in hoever aan de voorschriften
uitvoering is gegeven en welke omstandigheden
op die uitvoering van invloed ziju geweest.
Daartoe ziju do hoofden, inspecteurs en brigadiers
gehoord eu de door particulieren opgegeven
agenten.
Het gebeurde op den bewusten avond wordt
als volgt beschrevenDe commissio Stork is op
het stadhuis verschenen, geruimen tijd na zeven
uur, de commissie neemt aan te kwart vóór
achten. Hij monsterde de manschappen, beval
kalmte aan en verbood het gebruik van wapens
en stokken. De inspecteurs ontvingen eene schrif
telijke opgave der plaats waar zij zich te pos-
teeren hadden en van het aantal brigadiers en
manschappen, dat zij onder zich zouden hebben,
zonder dat aangewezen werd welke agenten on
brigadiers. De laatsten wisten evenmin onder
welken inspecteur zij zouden staan. Daarop rukte
men op eu kwam te 8.10 ure op don Dam. Te
zeven uur was de Dam slechts matig bezet;
toen had eene betrekkelijk geringo macht den
Dam kunnen afzetten, zonder groote moeite,
maar de menigte groeide aan. Twee agenten zijn
toen door de inspecteurs van den Dam gezonden
om bericht van don toestand te geven en assis
tentie te vragen. De eerste ageut vernam dat
de wacht reeds was uitgerukt (dat wil zeggen
naar het Stadhuis en niet naar den Dam zooals
hij begreep). Wie de tweede bode was is niet
ontdekt kunnen worden, zoodat niet is gebleken
welk gevolg zijne boodschap had.
Bij aankomst op den Dam was het plein ge
heel gevuld, zoodat de politie tot ontruiming
moest overgaan, eene veel zwaardere taak dan
de voorgenomen afzetting. Er geschiedde toen
geen nadere iudeeiing van de manschappen onder
de inspecteurs er werden geene posten naar de
verschillende uitwegen gezonden ten einde het
vorbod om op den Dam ua 8 uur to rijden te
handhaven, maar de gelieele macht maakte voor
het paleis front tegen het publiek en begon de
massa, achteruit te zetteu. Hoewel de taptoe,
gelijk den commissaris Stork bericht was, een
half uur verschoven was, werden geen maatre
gelen van beleid genomen, maar werd onmiddel-
19..
HOOFDSTUK XIII.
„Neem de sleutels, mijnheer; zij zijn er allen en gij kent ze
evengoed als ik. Gij hebt het treurige nieuws zeker nog niet
gehoord; hoe kondt gij ook, daar ik slechts een telegram heb
gekregen Die jongen daar bracht het mij en deed mij een half
uur geleden bijna mijn verstand verliezen. Mijn arme zoon is
met een hevige koorts in Southampton geland en daar ligt hij
nu in een vreemd huis, met niemand, die hem verzorgt. En nu
ben ik op weg naar den trein te Bonport, ofschoon ik hem op
deze wijze misschien niet meer kan halen. Ik zal u morgen
schrijven en u meer vertellen, en gij zult mij ook alles van u
zelf zeggen, daar ik er nu geen tijd voor heb en van nieuws
gierigheid brand om alles en alles van u te vernemen."
„Alles, ook van Psyche," wier bloot hoofd en bloote armen
haar nieuwsgierig van haar naar mij deden kijken, hoewel haar
gedachten zoo verdeeld waren tusschen haar zoon en mij. Wat
den telegraaflooper aangaat, die eene gedeelte van de haastig in
gepakte bagage van de oude juffrouw droeg, hij staarde met open
mond Psyche aan en stond nog zoo, toen juffrouw Benham
voortstapte en hem toeriep bij haar te komen.
„Met wien spraakt gij daar fluisterde Psyche, toen wij weer
voortgingen.
„Met eene goede, oude vriendin. Wij gaan in haar huis
wonen."
„Huis is dat een hol?"
„Ja, een soort van hol. Ik woonde bij haar in voor ik bij
u kwam.
„Niet heel lang
„Ja, jaren lang langer dan ik bij u gewoond heb."
„Dus dan gaan niet allen verschillende wegen sommige
blijven bij elkaar."
„O ja. Een zoon blijft soms bij zijn moeder, zelfs dan, als hij
geen kind meer is. Broeders en zusters leven soms te samen tot zij
zeer oud worden."
„Wilt gij mijn broeder zijn?"
„Ja, Psyche, dat zou ik juist gaarne willen zijn."
Zij hing vaster aan mijn arm en zweeg eene poos. Ik wees op
de boomen van Chasepark, toen we er bijkwamen.
Zij keek er onverschillig naar en zei, dat ik er van verteld
had. Toen zeide zij, terwijl ik mij verwonderde, waarover ze
peinsde
„Houdt gij van die oude vrouw?"
„Ja, zij is een moeder voor mij geweest."
„Maar gij spraakt niet met haar als met mij," zeide zij glim
lachend, terwijl zij haar hoofd schudde.
„Hoe denkt gij dat zoo
„O, dat weet ik zeker," antwoordde zij verheugd, „en dat
bewijst, dat gij meer van uwe zuster, dan van uwe moeder
houdt."
Ik lachte, en toen wij bij het huisje gekomen waren, zeide ik
haar, dat wij daarin zouden wonen. Zij keek er ongeloovig naar,
want het scheen haar toe niet anders te zijn dan een vreemd
stuk rots en ze kon nauwelijks haar oogen gelooven, toen ik de
deur opende en haar liet zien, dat het bewoonbaar was.
Ik stak een kaars aan en nam haar mede naar de kamers be
neden en vervolgens naar boven en zij was sprakeloos van ver
wondering door al het zonderlinge er in en door al de verras
singen, die het opleverde. Toen ik haar aan 't praten kreeg,
bemerkte ik, dat zij de kamers niet bewonderde.
In vergelijking van de holen, waren zij evenveel te klein als
de wereld te groot was. De lage, vlakke zolderingen en rechte
maren waren leelijk in haar oog. Maar de vele en verschillende
kleuren brachten haar in verrukking. Twee zaken verbaasden
haar bovenmateeen spiegel en eene roos, die in een pot bloeide.
Het spiegelglas zag zij voor water aan; de geur van de roos
deed haar heur adem inhouden. Zij was verrukt over den kana
rievogel, die in de woonkamer hing, het was zulk een lieve,
kleine „kras" en zoo mooi gekleurd. Ik bracht haar in haar
slaapkamer en vertelde haar, dat hij den volgenden morgen voor
haar zou zingen.
„Laat mij eens zien, hoe ik hem uit zijn huisje moet nemen,"
zeide zij.
„Neen, dat moet gij niet doen," zeide ik. „Hij zou wegvlie
gen, als gij het deed."
Zij keek eenige oogenblikken treurig voor zich heen en