Leger en Vloot. POLITIEK OVERZICHT. tournooi, waaraan vele sterke spelers van beroep deelnamen, den eersten prijs gewonnen en door die overwinning zich m de geheele schaakwereld een grooten naam verworven. De heer L. van Vliet, mede een Am sterdammer, behaalde bij dit concours den tweede prijs. De heer Rudolf J. Loman werd den i4n October 1861 te Amsterdam geboren waar zijn vader het ambt bekleedt van pro fessor in de theologie aan de universiteit. De bekende engelsche schaakcourant 1 he Chess Monthly heeft haar Augus tusnummer geheel aan den heer Loman gewijd. Het bevat behalve zijn vrij goed gelijkend portret, een verslag van&het- geen door hem in de laatste tien jaren op het gebied van het schaakspel is verricht, benevens een i7tal van de beste door hem gespeelde partijen. Gemeld blad schrijft verder: Mr Lohman is een onzer toekomstige meesterszijn stijl is geleerd, maar niet droog, want in het midden- en einde spel legt hij eene aanmerkelijke vinding rijkheid aan den dag; hij is ook een zeer begaafd blindelingsspeler, waarvan hij bij herhaling proeven heeft afgelegd, door met succes een zestal partijen tegelijk blindelings te spelen. Men meldt uit Amsterdam van 20 Augustus. Ook heden kon de raadsvergadering geen voortgang heb ben, Slechts twee leden en twee wet houders waren opgekomen. De verga dering is nu ten derden male uitge schreven op morgen. Naar men uit Amsterdam bericht, loopt daar het gerucht, dat de heer Stork zijn ontslag als commissaris van politie zou hebben gevraagd. Op den 1311 October zalhet vijf en-tachtig jaren geleden zijn dat aan het Athenaeum Illustre te Amster dam het Oostersch-Literarisch Dispuut gezelschap onder de zinspreuk„Literis Onentahbus Sacrum" werd opgericht. Ter feestelijke viering van dezen zeldzamen herinneringsdag van het oudste studentengezelschap der Amsterdam- scbe universiteit noodigt de daartoe benoemde commissie alle werkende en honoraire leden van het gezelschap uit. Voorloopig is het volgende feestpro gramma vastgesteld's namiddags re ceptie, 's avonds feestvergadering en na afloop souper; terwijl tot nadere rege hng van een en ander eene feestcom missie werd gekozen, bestaande uit de «e"fU:wLV 1V' bakhuizen van den Brink; W. J. Aalders en J. H. Grotten- dieck. De Maatschappij tot bevor dering van bouwkunst hoopt in het vol- gend jaar haar 50-jarig bestaan te ge- denken, door een te Amsterdam te houden congres over bouwkunde en aanverwante belangen, ook van hygieni- schen en socialen aard. Te dezer gelegenheid zullen ook eenige feestelijkheden georganiseerd worden. M e t 3 i Aug. a. s. is eervol ontslagen de rijksveldw. 30 kl. (briga dier-titulair) J- de Vries, van Utrecht. - Met 5 Sept. a. s. is verplaatst de rijksveldwachter 3» kl. J. Doon (brig, titulair) van Noord-Scharwoude naar Utrecht; H. J. Prijs, van Bodegrave naar Scharwoude en C. van Leeuwen (brig.-titulair) van Sijbekarspel naar .Bodegrave. In den nacht van Woensdag op Donderdag is de stoom-houtzagerii van den heer Graftdijk te Hoorn afge- brand. Het woonhuis bleef behouden maar machinekamer, werkplaats en kantoor zijn geheel vernield. Gelukki» was het helder, stil weder en kon de brandweer spoedige en krachtige hub verleenen. 6 p Het vuur schijnt in de machineka mer te zijn aangekomen. Voor korten tijd zijn te Delft ontvreemd: 1 gouden damesring met diamant; i gouden kruisje met kleine granaten steentjeseen vier- snoerig zwart armbandje met gouden slot, waarin een granaten steentje; i gouden manchetknoopi achtkantig gouden dameshorloge, van achter blauw geëmailleerd eu voorzien van kleine parelsi granaten halsketting met gou den slot1 gouden armband met amathisten steentjesi gouden kruisje jouden halsketting; i gouden heeren horlogeketting1 gouden lorgnet en i gouden bril. Van dezen diefstal wordt verdacht Wilhelmina Maria van Sas, huisvrouw van F. A. Collecte. Een gouden heeren horloge met grooten diamant en een gouden armband met eene rosette van diamanten, vermoedelijk mede door haar ontvreemd en verkocht, zijn reeds in beslag genomen. De commissaris van politie te Delft verzoekt opsporing, in beslagneming, en zoo daartoe termen bestaan, aanhouding en overbrenging van de verdachte, die zich waarschijn lijk te 's-Hage bevindt. Zekere Savonski, uit D a 1- matië, is in den morgen van 16 Aug. jl. met de stoomboot Stolzenfels van Rotterdam naar Duitschland afgereisd den vorigen avond aan boord j_ komen met een taschje bij zich, waarin 1200 gouden amerikaansche dollars, benevens twee gouden ringen, één ge merkt R. A. Hij heeft, toen hij met de boot van Rotterdam was afgevaren, ontdekt dat, tijdens hij aan boord had liggen slapen, voornoemd geld alsmede de ringen uit het taschje waren ont vreemd en daarvoor een keisteen in de plaats was gelegd. Hiervan aan den kapitein van de Stolzenfels kennis ge geven hebbende, heeft deze hem van boord gelaten (hij weet niet waar) om bij de politie te Rotterdam aangifte te doen. In den avond van denzelfden dag is aan de politie te Emmerik getele- grapheerd om een onderzoek aan boord van de Stolzenfels te doen, waarop het bericht is ontvangen, dat bij een nauw keurig onderzoek aan boord het geld niet was gevonden. Wellicht bestaat de mogelijkheid dat de dader onderweg vóór Emmerik van boord is gegaan De commissaris van politie bij de 2» afd. te Rotterdam verzoekt opsporing. Te Brielle sloeg Woensdag met donderend geraas een der pas ver nieuwde balansen, verbonden aan de Kadebrug bij het hdtel van Reenen, naar beneden. Het bleek, dat de ijzeren banden, waarmede de balans door mid del van twee kettingen aan de brug verbonden was, vaneen gebarsten zijn. De brug is daardoor geheel beschadigd en de passage dus voor eenigen tijd gestremd. Gelukkig, dat juist een wagen met 12 man werkvolk er op, gepasseerd was. Een bankier te Arnhem is bijna de dupe van eene sluwe oplicht- ster geworden. Zekere juffrouw Bastiaan (in de Hofstraat) namelijk, kwam f 4000 ter leen vragen en gaf als borg op den heer V. te Reyselburg, die voldoende gegoed bevonden werd. De bankier echter schreef aan dien heer en kwam tot de wetenschap, dat deze geen borg wilde zijn. Desniettegenstaande was de geteekende en gezegelde borgstelling reeds op zijn kantoor aanwezig. De politie werd hiermede in kennis gesteld, die de juffrouw in hare woning achter haalde en naar het politiebureau over bracht. Zij zal zich nu voor de rechtbank hebben te verantwoorden terzake van poging tot oplichting, het stellen van eene valsche handteekening en het des- bewust gebruik maken van het valsche stuk. Het is ook gebleken, dat zij reeds een oude bekende van de justitie is. ArnhCl), Woensdagavond, omstreeks half tien ure, is te Brummen het huis, bewoond door den bakker en winkelier M. Plant, in het Broek, door brand vernield. Eene schuur, die door een brandmuur was afgescheiden van het huis, is blijven staan. Van den inboe del kon bijna niets gered worden, ter wijl men er in mocht slagen al het vee te bevrijden. Naar wij vernemen, is alles tegen brandschade verzekerd en de oorzaak is als gewoonlijk nog on bekend. Een dezer avonden viel te Bergen op-Zoom een niet onaardig ver schijnsel aan 't firmament waar te nemen. Daar was namelijk een sterk licht zicht baar, veel grooter dan e,ene ster van de eerste grootte. Wij erkennen, zegt de Zoom, met belangstelling het nieuwe hemellicht te hebben gadeslagen totdat het eene dalende beweging aannam en de aarde bereikte. Eerst toen werd ons duidelijk wat er van de zaak waseen jeugdig stadgenoot had zijn vlieger op gelaten, en daaraan een lampion met een brandende kaars bevestigd. Door de duisternis was van den vlieger niets te zien. ,,'t Was aardig; maar toch is het te hopen, dat de proefneming niet weer worde herhaald. Komt de brandende kaars op een rieten dak of op eene hooischelf te recht, dan is een ramp te vreezen." Zondagnacht vervoegde zich bij de gemeente-politie te Ooster hout een net gekleed heer, zoon van eene geachte familie uit den laude, voorgevende een portemonnaie met 40 gulden te hebben verloren en daardoor niet in staan te zijn behoorlijk onder dak te komen. Nadat maatregelen waren genomen om hem in het hotel „Koppelpaarden" nacht verblijf te bezorgen en hij aldaar den volgenden dag had vertoefd, voorge vende geld wachtende te zijn en zich wanhopig aanstellende, heeft hij in den nacht van Maandag op Dinsdag zijne kamer verlaten, is in de keuken geko men, heeft daar een raam opengescho ven, om vervolgens door den tuin een heenweg te zoeken. Tot dusver heeft men nog niets van den vluchteling vernomen. De burgemeester van Mier- loo (N.B.) verzoekt opsporing, telegra- phisch bericht en, daartoe termen zijnde, aanhouding van Hendricus van Dijk, j., vroeger landbouwersknecht te Mierloo bij J. D. Sanders, die zich ver moedelijk ten nadeele van zijn meester in het begin van deze maand schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een bankbiljet groot f 200, waarschijnlijk reeds gewisseld en verteerd. Hij be vindt zich thans vermoedelijk te 's-Éosch of te 's-Hage, om bij een der regi menten van het leger aldaar te worden ingedeeld. De officier van justitie te Maastricht verzoekt aanhouding en be richt van Jozef Hubert Russel, 30 jaren, drukker en uitgever van de Talmudjood, laatst wonende te Meersen, thans in België, bij vonnis van de arrond.- rechtbank te Maastricht, dd. 23 Febr. 11., wegens beleediging veroordeeld tot eene geldboete van 10, sub. 3 dagen hechtenis. Woensdagmiddag is in den Lemsterrijn, op circa twintig minuten van Lemmer, eene scheepsboot, welke te sterk bemand was, gezonken, met het gevolg dat een schipper, twee zijner dochters, benevens een schippersknecht verdronken. De vier lijken zijn opge- vischt. Aug. 1830, op i4-jarigen leeftijd, als vrijwilliger zonder handgeld, bij de 7e militaire afdeeling in dienst getreden en kwam toen bij het mobiele leger; hij werd in 1832 tot korporaal, in 1834 tot tourier, en 1836 tot sergeant-majoor bevorderd, in welken graad hij tot 1840 diende, het laatst bij de toen opgerich te schoolcompagnie. In zijne militaire loopbaan, werd hij in 1830 bij den opmarsch naar België, des nachts tusschen Mook en Venloo, door een beladen transportwagen over reden, waarbij hij zware kneuzingen bekwam. In de nabijheid van den zoo- genaamden Rooden Toren op den wal te Antwerpen, werd hij later door een vijandelijk schot in het linkerbeen ge troffen. Uit den militairen dienst getre den, kreeg hij een werkkring aan de provinciale griffie van 's-Bosch, waar hij van 1S41i887 werkzaam was, laatst als adjunct-commies ie klasse. Tevens werd hij bij de schutterij inge deeld als sergeant majoor. In i847 werd hij daarbij tot 2e luit. en in 1849 tot ie ^u^*j i*1 I^55 tot kanitein bevorderd, terwijl hij bij kon. besluit van 14 Maart i878 benoemd werd tot luit -adj. met den personeelen rang van kapitein. Hij is drager van het Metalen kruis en van het eereteeken van langdurigen werkelijken dienst. In eiken graad en rang, zoowel bij het leger als bij de schutterij, onder scheidde de brave Winter zich door nauwgezette en ijverige plichtsbetrach ting en nu nog, op 75-jarigen leeftijd, draagt hij de uniform met eere, menig jongere ten voorbeeld, geacht door al len die hem kennen, door meerderen en mindereneen man met een warm hart voor zijn medemenschen, vooral voor zijne kameraden van 1830 tot 832, die het mede aan hem te dan ken hebben, dat er thans krachtige po gingen worden aangewend om hun laatste levensdagen té verhelderen. {U. D.) Onder vele blijken van belanstelling herdacht de heer J. N. Winter, te 's-Hertogenbosch, ie luit.-adj. der dd. schutterij aldaar, met den persoonlijken rang van kapitein, zijn 50 jarigen dienst bij de schutterij. De nog krachtige, nu 75 jarige grijsaard, heeft reeds vroeg het vaderland gediendHij was den i7n jaar en RECHTSZAKEN. Op?naken van een valsch proces verbaal en afleggen vcm een meineed door een veldwachterVoor de recht bank te Assen stond 7 Aug. terecht H. S., gemeente-veldwachter en onbe zoldigd rijksveldwachter te Norg, ter zake dat hij in een door hem op zijn ambts eed opgemaakt proces-verbaal opzette lijk valschelijk had verklaard, dat de arbeider Van D. bij de begrafenis van iemand die aan typhus overleden was, in den avond van n Maart in kenne- lijken staat van dronkenschap zich had bevonden op het kerkhof te Norg, en dat hij op 3 April, toen Van D. des wege voor het kantongerecht te Assen terecht stond, als getuige opzettelijk valschelijk onder eede had verklaard, dat Van D. werkelijk in dien avond in kennelijken staat van dronkenschap zich in het openbaar had bevonden. Van D. was door den kantonrechter te Assen, naar aanleiding van de verklaringen van verschillende getuigen It déchargevan de hem ten laste gelegde dronkenschap vrijgesproken, als zijnde die dronken schap wel wettig, maar niet overtuigend bewezen. Er werden 8 getuigen a charge en 8 a décharge gehoord. Ook bij de recht bank verklaarde de veldwachter, dat D. in kennelijken staat van dronken schap zich in den bewusten avond op den openbaren weg had bevonden, en dat hij zelf volkomen nuchter was ge weest, toen hij die dronkenschap con stateerde. De substituut-officier van justitie, mr. W. C. A. Scholten, meende, dat door de verklaringen van verschillende ge tuigen bewezen was, dat Van D. zich niet in kennelijken staat van dronken schap op den openbaren weg had be vonden, zoodat door den veldwachter, zoowel in zijn ambtseedig proces-verbaal als bij het kantongerecht te Assen, als getuige eene onware verklaring was af gelegd voorts dat ook bewezen was, dat de veldwachter opzettelijk die val sche verklaringen had gedaan naar aanleiding van een hevigen twist, die tusschen hem en Van D. na afloop van de begrafenis had plaats gehad, terwiji Van D. tegen hem bij den burgemeester te Norg eene aanklacht had ingediend wegens mishandeling, door hem bij die gelegenheid gepleegd. Spreker requireer- de de veroordeeling van den veldwachter ter zake van valschheid in eene authen tieke akte en meineed, afgelegd in eene strafzaak ten nadeele van een 1 tot êene gevangenisstraf van 6 maanden. De verdediger van den beklaagde, jhr. mr. H. G. van Holthe tot Echten, advocaat te Assen, was daarentegen van meening, dat het zeer wel mogelijk was, dat Van D., die op het kerkhof de doodkist had laten vallen en zelf ook was gevallen, werkelijk in kennelijken staat van dronkenschap had verkeerd, en dat in ieder geval de goede trouw van den veldwachter bij het opmaken van zijn proces-verbaal en bij het af leggen van zijne verklaring bij het kan tongerecht, moest worden aangenomen, zoodat niet bewezen was, dat deze opzettelijk valsche verklaringen had afgelegd. Spreker concludeerde tot vrij spraak. De rechtbank, Woensdag uitspraak doende, verklaarde den veldwachter schuldig en veroordeelde hem tot de door het openbaar ministerie gerequi- reerde gevangenisstraf van 1 jaar en 6 maanden. VISSCHERIJ. Nieuwediep, 19 Augustus. Door 60 korders werden hier heden 10 tot 90 groote, 20 tot 100 kl. tongen, 3 tot roggen, 1 tot 2 mandjes kl. schol 1 tot 3 manden schar, en door beu- gers 150 makreelen aangevoerd groote tong gold 55 k 65 c kleine id. 20 c., rog f 1 per stuk, kl. schol f 1 k 2 per mandje en schar 3 k 3.50 per mand. 20 Augustus. Door 106 korders en beugers werden hier heden 10 tot 80 groote 20 tot 200 kleine tongen, 6 tarbotten, 1 steur, 3 tot 20 roggen, 120 makreelen, 1 tot 6 mandjes ldeine schol en 1 tot 3 manden schar aange voerdgroote tong gold 515 k 65 cent, kleine id. 20 c-, tarbot 8 10, steur f 20, rog 85 c., makreel 20 cent per stuk, kl. schol f 1 k 4 per mandje en schar 3.50 per mand. geslagen oogen, dat zij leed. En nu kwam het mij in de ge dachte of ik niet verder moest gaan en haar op de scheiding moest voorbereiden, die onvermijdelijk zou zijn, als ik Ethel huwde. Zij wist niets van mijn hoop dienaangaande, want het huwelijk was een onderwerp, dat ik altijd met voorbedachten rade ver meden had; toch gevoelde ik, dat zij het moest weten. Maar voor ik kon besluiten de wreede taak te beginnen, was zij weer dichter bij mij gekomen en nestelde haar wang tegen mijn schouder. „Vertel mij niet meer van haar," mompelde zij. „Het veroor zaakt mij hier pijn," zeide zij, haar hand op haar borst leggende, „en het geeft mij een gevoel, alsof gij mijn broeder niet meer zijt. Ik kan het niet dragen, te hooren, dat zij u zoo dierbaar is, omdat ik dan denk, dat ik niets voor u ben. Maar olschoon gij haar zoo lang gekend hebt, hebt gij toéh nooit met haar in hetzelfde hol gewoond en heeft zij nooit met u gewerkt, nooit het zand met haar hand weggeschrapt en gestreden om het water weg te houden, als het in het hol wou komen. En gij zijt toch niet haar broeder, zooals gij de mijne zijt, wel lieve „Neen, dat is waar, Psyche," en daar ik dacht, dat Ethel misschien nooit de mijne zou worden, besloot ik voor het tegen woordige te zwijgen. „Wilt gij mij leeren dansen en zingen vroeg Psyche vleiend. „Niet zulke dwaze liedjes als de mijne, maar een op woorden, zooals de uwe. En wilt gij ook iets voor mij koopen, dat ik, net als zij, op mijn hoofd kan dragen en mij leeren mijn haar anders op te maken." Donderdag traden Turati (italiaansch gedelegeerde) en Groscher (Oostenrijk) als voorzitters van het socialisten-con gres te Brussel op. Turati noemde zich gelukkig, tegelijkertijd rnet den oosten- rijkschen gedelegeerde de voorzitters- plaats te mogen innemen. De italiaan- sche socialisten reikten hunnen oosten - rijkschen broeders de hand. Het bond genootschap der twee volken zal van langeren duur zijn dan het Drievoudig of het Viervoudig verbond der regee ringen. De italiaansche socialisten heb ben geen andere vijanden dan degenen, door wie zij geregeerd worden, en in den strijd tegen dezen zullen zij de overwinnaars blijven algemeene toe juichingen). Het congres ging daarna over tot het beraadslagen over het rapport der tweede commissie, aangaande de twee volgende punten, welke tot ëéne ver- eenigd waren: i°. „het recht van coali tie de waarborgen voor dat rechtde werkstakingen en het boycott-stelselde coöperatieve beweging uit internationaa „Ja, Psyche, dat zal ik alles na verloop van tijd doen." „Ja, na verloop van tijd, lieve," herhaalde zij. „Zij noemde mij lieve; is dat geen aardig woord Er rolde een traan over hare wangen, maar haar stem trilde van blijdschap in deze nieuwe hoop. Ongeveer twee uur na het vertrek van Ethel, werden Psyche en ik, toen wij achter in den tuin waren, (waar zij een glimworm had ontdekt en zich over het kleine insekt verwonderde die een lichtje met zich droeg) verschrikt door een geklop aan de voordeur. Het was een zacht geklop, maar duidelijk genoeg in de stilte van den avond. Het was bijna elf uur. Wie zou ons op zulk een tijd bezoeken Stellig iemand voor juf frouw Benham. Ik dacht eerder aan een bezoek van den ouden Pieter, die zich wou komen vergewissen of ik een bewoner van het huisje was. „Er is iemand voor het huis," zeide ik tot Psyche, toen het geklop zich herhaalde. „Ik moet eens gaan zien wie het is. Blijf hier." „Ja, ik zal niet weggaan. Gij zult mij hier vinden, als gij terugkomt," Ik ging naar voren en gluurde voorzichtig in den tuin voor het huis. Er stond een man aan de deur; het was sir Henry Duncan. Toen ik mij vertoonde, kwam hij naar mij toe en stak mij zijne hand toe. Ik was te verwonderd om te spreken, maar nam zijne hand. Zij was vochtig en koud en trilde, toen hij ze in de mijne legde. Eey oogenblik zweeg hij; toen zeide hij snel met een on vaste stem „Het is niet de eerste tijd, dat ik mij tot u wend om hulp, mijnheer Thorne," zeide hij. „Gij kent mijne zwakheid te goed om eene uitlegging te eischen. Een zwak man een zwak man, die door een onbedwingbaren hartstocht tot daden verleid wordt, die berouw en zelfverwijt na zich sleepen. Mijne dochter Ethel heeft my eene vreemde geschiedenis verteld," hij aarzelde, streek met zyne hand over zijne wenkbrauwen en klemde zich aan het latwerk vast, „zoo'n vreemde geschiedenis, dat zij ongelooflijk schijnt, als haar geen kracht werd bijgezet door iets, dat gij mij verteldet, toen wij elkaar het laatst ontmoetten. De geschiedenis van een jong meisje;" zijne stem ging in fluisteren over, zoodat het laatste woord nauwelijks hoorbaar was. „Kan ik gaan zitten Ik gevoel mij zwak." Ik geleidde hem tot achter in den tuin, en toen hij daar ging zitten, dwaalde zijne oogen in alle richtingen. „Een zwak man ben ik de minste ontroering schokt mij," verklaarde hij. „Gij hebt het vroeger ondervonden." Ik bood aan wat water te halen, daar ik wist, dat hij nooit sterken drank dronk. Hij weigerde, terwijl hij steeds ter sluiks zijwaarts keek. „Ik ben beter; het is gedaan," zeide hij, ofschoon zijne stem hem logenstrafte. „Ik zei dan, mijnheer Thorne, dat ik u om raad kwam vragen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2