V
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Vrijdag 28 Augustus 1891.
No. 2499
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
PSYCHE.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad rerflcbpnt dageljjks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Roreau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnnntmer 122,
van 15 regels 50 Cent»; iedere regel meer 10 Cento.
Groote letters naar plaatsruimte. N
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
I
Xyl_ r. re •CS.V'.V,
Directeuren-Uitgevers J. C. FKEREBOOK en J. B. AVIS.
Abonnementen e© Advertentie» wordea aangenomen door
onze agenten es door alle boekhandelaren en couramtiers.
Hoofdagenten eoor het Buitcnlmd-. Compagnie Générale ie PMiciU Btrangbe G. L. DJUJtM 4 Go., JOH JU F. JON MB, Suoc., Parijt 81 Ml Fmlourf Uontmartre.
N1 fcsWiMWöaSWSSSi»
Haarlem, 27 Augustus 1891.
Van wege het ministerie van Water
staat Handel en Nijverheid werd heden
aan het gebouw van het Provinciaal
Bestuur alhier aanbesteed:
Het onderhoud der Keulsche Vaart
in de provincie Noord-Holland, van den
dag der gunning tot en met 31 De
cember 1893. Raming ƒ7500.
Ingekomen 7 biljetten en dat van N.
Mühl te Muiden het laagst voor ƒ8980.
Onze vroegere stadgenoot, H. Vos,
thans te Utrecht gevestigd, heeit op de
tentoonstelling voor calligrafie, te Veen-
dam, een zilveren medaille verworven.
Zooals men weet is hij 0. a. de vervaar
diger van de fraaie oorkonde, die door
hem, bij het 60 jarig bestaan van „Zang
en Vriendschap", aan deze vereeniging
werd aangeboden.
lederlandsche Vereeniging
VOOR
GEMEENTEBELANGEN,
Hedenmiddag hield bovengenoemde
vereeniging in het hotel Funckler alhier
hare jaarlijksche alg. vergadering onder
voorzitterschap van den heer jhr. mr.
W. Six, die de vergadering met een
korte toespraak opende, en de aanwe
zigen het welkom toeriep. De notulen
der vorige vergadering, die vooraf in
druk aan de leden waren medegedeeld,
werden goedgekeurd. De aftredende be
stuursleden ,de heeren P.B. J. Ferf en C.
W. A. M. Groskamp werden herkozen.
"Vastgesteld werden de rekening over
1890 en de begrooting voor 1892.
De heer mr Verploegh Chassé brengt
verslag uit over het in Juni en Juli
gehouden examen voor aspirant-secre
taris en ambtenaar ter secretarie, het
geen aanleiding gaf tot eenige bemer
kingen van de heeren Hartman en Loeff,
hoofdzakelijk wat aangaat het medebren
gen van wetboeken op dit examen. De
heer Loefï was daartegenwel wilde
hij een beperkt aantal wetboeken voor
de examinandi disponibel stellen.
Omtrent het punt schatting van „drank
lokalen" zal de vereeniging trachten,
de opgave te verkrijgen over het ge-
heele jaar en niet meer slechts over
een zeker aantal maanden zooals tot-
nutoe. De heer Hartman, sprekende
namens de zuidbevelandsche vereeniging,
zou wenschen een vergunningsrecht te
heffen zoowel van zoogen bierhuizen
als dranklokalen, om den clandestienen
verkoop in eerstgenoemde te voorkomen.
De overige punten der agenda werden
aangehouden of in handen gesteld van
het bestuur. Door den heer Hartman
werd ten slotte gewezen op de nood
zakelijkheid van een vormverandering
in den inhoud der bekendmakingen en
aankondigingen van gemeente-besturen.
Hij wenschte afschaffing van den ouden
kanselarij-stijl en een meer eenvoudigen
en praktischen vorm.
Niets meer te behandelen zijnde, werd
de vergadering door den Voorzitter
onder een woord van dankzegging ge
sloten.
De sociëteit „Vereeniging" zal zich
ter gelegenheid van den verjaardag van
H. M. de Koningin niet onbetuigd laten.
Niet op den dag zeiven, maar 2 Sept.
d. a. v. zal er een groot feest, -vol af
wisseling, voort de kinderen der leden
plaats hebben.
Het gewone orgelconcert van heden
middag werd opgeluisterd door de me
dewerking der dames Jeanne en Johanna
Landré. Door eerstgenoemde werd ge
geven „Recit en Aria uit Josua" van
Handel en later zongen beide het duet
uit Psalm 95 van Mendelssohn. Als
extra-nummer werd door mej. Jeanne
Landré ten slotte gegeven de „aria uit
de Messias", van Handel. De zang vol
deed over het algemeen zeer goed, in
aanmerking genomen de groote kracht,
welke noodig is om de geheele ruimte
vau het reusachtige gebouw te vullen.
De vele toeristen welke zich heden
middag onder het talrijke publiek in
de Groote kerk bevonden, zullen zich
zeker een gang naar het merkwaardige
gebouw niet hebben beklaagd.
Woensdagnamiddag heeft ten huize
van H. Plantjé aan de Turfmarkt no.
i4rood een begin van brand plaats ge
had door het omvallen van een bran
dend theelichje. De brand werd geluk
kig spoedig ontdekt en is door de be
woners gebluscht.
Tegen den horlogemaker V. W., woon
achtig in de Jacobijnestraat, is door
de politie proces-verbaal opgemaakt ter
zake verduistering van een horloge, dat
hem reeds de vorige maand ter reparatie
was toevertrouwd. Hij had het kort na
de ontvangst naar de Bank van Leening
gebracht.
Drie engelsche matrozen zijn gearres
teerd. Misbruik van sterken drank
schijnt de oorzaak te zijn.
In den laten avond van Woensdag
heeft te IJmuiden eene ernstige vecht
partij plaats gehad tusschen engelsche
matrozen en twee hollandsche visschers,
met het treurig gevolg, dat een dezer
laalsten zwaar is mishandeld en ver
wond, terwijl de andere, genaamd Al-
bert Koper, wonende te Zandvoort, is
doodgeslagen.
Lsttersn 211 Kunst.
Op het 210 taal- en letterkundig con
gres te Gent hield prof. Spruijt eene
voordracht over de zuid-afrikaansche
beweging.
Hij zeide o. a.De zuid afrikaansche
beweging moet niet verward worden
met eene beweging ten voordeele der
Nederlandsche taaldeze laatste bestaat
niet in alle deelen van Zuid Afrika, en
waar zij bestaat, is het slechts als een
uitvloeisel der staatkundige beweging.
Zuid-afrikaansche beweging is de naam
dien men geeft ay;n het streven der
Zuid-Afrikaners, die' denken dat hun land
op zich zelve kan bestaan, zonder de
voogdij der Engelschen. Deze beweging
is ontstaan in de Kaap-kolonie, na de
misnoegdheid die Let engelsch bestuur
aldaar had teweeggebracht. De bevolking
der Kaap kolonie die tamelijk dun ge
zaaid was 28,000 tot 30,000 zielen,
in eene landstreek verscheidene malen
giooter dan de beide Nederlanden
en grootendeels bestond uit zoogenaamde
boeren, die zich vooral met veeteelt
bezig hielden, v\as aan het gebruik der
nederlandsche taal getrouw gebleven.
Daartoe had de godsdienst niet
weinig bijgebracht. Toen, in 1828, het
i engelsch bestuur hr gebruik der engel-
j sche taal voor het rechtswezen oplegde,
kon de bevolking niet anders doen dan
I een weinig morren, maar zich toch
onderwerpen. Maar, toen in 1834 door
j hetzelfde bestuur de zwarte inboorlingen
j met de boeren werden gelijk gesteld,
i werd de toestand dezer laatsten onhoud-
baar, en duizenden boerenfamilies trok-
ken over de Oranje-rivier. Daar vonden
j zij een land dat door twee inlandsche
j geweldenaren uitgeplunderd en uitge-
j moord was geworden. De weinige kaf-
J fersche bewoners, die zich in de bos
schen hadden kunnen schuil houden,
namen zonder aarzelen het voorstel aan,
het land aan de boeren te verkoopen.
Toen trachtte echter het engelsche be
stuur aldaar het onstaan van een on
afhankelijk volk te verhinderen. Maar
in 1852 werd Engeland gedwongen de
onafhankelijkheid der republiek van
Natal, en in 1854 die van Oranje-
Vrijstaat te erkennen.
Eene afrikaansche beweging werd
diensvolgens noodzakelijk om den en
gelschen invloed te bestrijden.
Men zou verwachten de nederland
sche taal meest in gebruik te vinden
bij de afstammelingen der nederlandsche
boeren.
Wel is het nederlandsch daar de
officieele taal bij het parlement en de
rechtbanken, maar het engelsch is er
de taal van zakën en onderwijs. In
Oranje-Vrijstaat heeft men onlangs eene
wet aangencmen, die bepaalt dat het
onderwijs in de dorpen zou gegeven
worden in het engelsch of in het ne
derlandsch, naar kenze der ouders.
In Transvaal heeft men eene uitste
kende schoolwet op papier, doch zij
blijft onuitgevoerd. De reden daarvan
is te zoeken in de geringe ontwikkeling
der bevolking, die niet in staat is het
land zelf te besturen, en daartoe de
hulp van buitenlanders moet inroepen.
In Natal, vooral in de zuidelijke ge
deelten, is er voorloopig niets voor het
nederlandsch te hopen. In de kaapko
lonie is sinds 1882 het gebruik van
het engelsch en van het nederlandsch
toegelaten voor de rechtbanken, maar
de taal van het onderwijs is het en
gelsch. De jonge dames maken er
krachtig progaganda ten voordeele dei-
vreemde taal, die zij in den huiselijken
kring doen zegevieren, al is de meerder
heid der inwoners dan ook nederlandsch-
gezind. De vrouwen moeten daar voor
de afrikaansche beweging gewonnen
worden.
Sinds eenige jaren heeft men een
afrikaan schen bond gesticht om op po
litiek gebied den invloed van Engeland
te bestrijden. Gansch verschillend van
aard is het zuid-afrikaansch taalver
bond, dat tracht te verkrijgen dat elk
kind in de moedertaal' onderwezen word.
De zege der Afrikaners over de En
gelschen is verzekerd, omdat de boeren
met de inboorlingen weten om te gaan,
iets waartoe de Engelschen onbekwaam
zijn. Maar zal het vereenigd Zuid-Afrika
engelsch- of nederlandsch sprekend zijn
Prof. Spruyt vreest sterk dat de bevol
king, alhoewel anti engelsch gezind,
voor het oogenblik niet genoegzaam
ontwikkeld is om de beweging te kun
nen voortzetten Het zuid-afrikaansch
taalverbond kan de toestand redden.
1 Ook verdient deze instelling de grootste
I belangstelling, die echter tot eene ijve-
rige medewerking moet leiden en niet
mag beperkt blijven tot eene loutere
genegenheid.
Na deze voordracht wekte prof. Fré
dericq de Zuid-Nederlanders op om meer
dan tot heden het geval was, stenn te
verleen en aan de bedoelde Vereeniging.
j Aan prof. F. Leenhof! te Am
1 sterdam is de vervaardiging opgedragen
van het Minervabeeld voor de aula der
universiteit aldaar.
Sigrid Arnoldson, die thans in
'haar vaderland gastvoorstellingen geeft,
is uitgenoodigd een der hoofdrollen in
Verdi's Falstaff te Milaan te creëeren,
indien zij verlof kan krijgen van de
Opéra-Comique te Parijs.
In de Comédie Fra?icaise zal het
eeuwfeest van de geboorte van Scribe
(24 Dec. '91) plechtig worden herdacht.
De Staatscourant deelt de
statuten mede der volgende vereenigin-
gen, erkend volgens de wet van 22
April 1885. Vereeniging voorchristelijk
schoolonderwijs te SneekVereeniging
van stadsreinigers „Eendracht maakt
Macht," te Amsterdam voorts de wij
zigingen in de statuten der christelijke
Wijkvereeniging, thans genaamd Ver
eeniging „Koning "Willemshuis," te Am
sterdam en in die der Vereeniging
„Dordrechtsche Zwem en Badinrich
ting," te Dordrecht.
't Heeft weinig gescheeld,
of de heer Van Tienhoven was zijn
portefeuille alweer kwijt geweest, nog
vóór de benoeming officieel had plaats
gehad, of liever, hij is haar zelfs kwijt
geweest, want toen Z. Exc. in 't begin
der vorige week op een goeden morgen
in Den Haag was aangekomen, miste
hij zijn portefeuille, die in een spoor-
wegwaggon was achtergeblevenen
slechts met behulp van de telegraaf
was hij een paar uren later weer in het
bezit van het kostbare stuk. U. F).
Onder het afgetreden M i-
nisterie moet een maatregel aanbangig zijn
gebleven, waarbij de arbeiders-enquête,
welke ultimo December van dit jaar ten
einde loopt, met een halfjaar, hoogstens
een jaar, wordt verlengd.
De N.Prov.Gron.Ct. meent
te weten, dat de afgetreden minister
van Binnenlandsche Zaken de gegevens
had opgevraag, die noodig zijn om den
maatstaf vast te stellen, waarnaar sub
sidies aan de ambachtsscholen zullen
worden uitgekeerd.
Uit Zutten wordt gemeld:
Dr. A. M. Prins, de rijkslandbouwleer-
aar te Wageningen, wien door den
minister van "Wat., hand. en nijv. is
opgedragen een onderzoek in te stellen
naar de schade, geleden door de jongste
overstroomingen in het Berkelgebied,
heeft daartoe de hulp van de Geldersch -
Overijselsche Landbouwmaatschappij in
geroepen, met name der afdeelingen
Groenloo, Winterswijk en Zutfen, ten
einde opgave te ontvangen van het
aantal hectaren, gras- en houwland, dat
binnen het stroomgebied der rivier dit
jaar overstroomd is en daardoor schade
ondervondliefst met opgave, zoo mo
gelijk, van eene begrooting der geheele
of gedeeltelijke waardevermindering van
den oogst, of ook tengevolge van ver-
32)
HOOFDSTUK XXIII.
Ik ging alleen naar het huisje terug. Ik riep haar telkens en
telkens weer in den tuin en ging het huis binnen om iedere
kamer nog eeüs te doorzoeken. Toen ik de deur van mijn kamer
opende vond ik een spoor van haar, dat mij het bloed in de
aderen deed stollen.
De kamer was met fiissche bloemen bestrooid. Er lagen bloe
men op mijn kussen en daarnaast lag de riDg, die Ethel aan
haar vinger had gestoken.
Ik ging zitten en was niet in staat verder te gaan, want dit
aandoenlijk aandenken kon niet verkeerd begrepen worden. Ons
gesprek van den vorigen avond kwam mij in de gedachte; wat
zij toen gezegd had van de onmogelijkheid voor Ethel om bij
ons te wonen, had zij nu op zichzelf toegepast, „dat kon zij niet
doen. Dat zou te groote smart veroorzaken. Meer dan zij kon
dragen. Zij zou liever alleen willen wonen dan te zien, dat gij
de mijne en niet de hare zijt." En zij had besloten, dat zij
moest heengaan en alleen moest leven. Maar waar zwierf zij nu
rond Dat vroeg ik mijzelf af, terwijl ik plotseling opschrikte
met het bewustzijn, dat ik noodzakelijk het arme meisje moest
gaan zoeken om haar groote smart te lenigen. Ik vreesde geen
zelfmoord. Psyche wist nauwelijks wat dood was, de mogelijkheid
tot zelfvernietiging ging boven haar begrip. Was zij maar alleen
den weg opgegaan met geen ander doel dan om de plaats te
verlaten, die haar te veel smart zou veroorzaken. Neen. In haar
kamer vond ik den sleutel van baar geheim. Zij had daar een
kastje, waarin zij met een bizondere liefde de reliquiën bewaarde,
die zij uit het hol had medegebracht. De ruwe zak, dien zij om
deed, als zij naast mij in de groeve werkte, de schoenen, die zij
droeg als het werk was gedaan en een halsketting van schelpjes,
die ik gevonden had -• ze waren weg en naast haar bed lagen
al de kleeren, die ik haar in haar nieuw leven gegeven had. Ik
wist nu zeker, dat zij wilde leven met de herinnering aan deze
gelukkige dagen, toen haar hart haar nooit zooveel pijn deed.
Het trof mij, dat onder deze zaken, welke zij nooit onder
woorden kon brengen, eene soort voorgevoel van dezen terug
keer was. Zij verwijlde dikwijls bij dit oude leven; maar zij had
d~n vorigen avond langer dan gewoonlijk over het hol uitgeweid.
Langen tijd na ons gesprek over Ethel, zeide zij„Broer, her
inner je je nog wel die mooie dingen, die wij in den muur van
het hol sneden
„Er was een stuk, dat gij met zwart merktet en waarvoor ik
nooit tijd had. Als wij er nog een poosje waren gebleven, zou
alles af zijn geweest." En later zeide zij „Wij hebben den
armen „kras" geheel vergeten; ik zou wel eens willen weten of
hij mij nog zou kennen en op mijn schouder zou komen, als ik
hem riep."
Terwijl al deze herinneringen mij in de gedachte kwamen,
rende ik door de duinen. Dat was de eenige weg naar het hol,
dien zij wist den weg, waarlangs wij het te zamen hadden ver
laten en ik wist, dat zij zou beproeven langs dien weg terug
te keeren, daar zij er niet aan zou denken, dat het water al lang
in de groeve zou zijn geloopen. Ik ging naar de opening; tot
mijne ontsteltenis stond het water daar, en nadat ik een eindje
langs het strand was gegaan, kon ik niet verder gaan door den
vloed. Ik rende terug en liep in dolle haast langs de rots. Op
Kaap Deadman gekomen, keek ik naar beneden. Het werd zoo
donker, dat ik nauwelijks de stukken rots, die op het strand
lagen, kon onderscheiden van het schuim, dat hen omringde.
Nu stond ik op de rots juist boven het hol en liet mijne oogen
weiden over de donkere chaos van rotsen en water. Daar waren
wij er bij daglicht uitgekomen. Een paar kraaien vlogen er
boven; hun geschreeuw was een akelig voorteeken voor mij.
Toen riep ik voor den laatsten keer, terwijl ik mijne vreeselijke
ontroering trachtte te overmeesteren; „Psyche! zusje! lieve
Psyche."
Het is misschien niet meer dan verbeelding geweest en toch
sloeg een vreeselijke angst mij om het hart, toen ik daar dat
klagende rijzen en dalen van het liedje scheen te hooren van
mijn lief lotgenootje.
Toen ik langs de rots terugrende, ontmoette ik sir Henry.
„Groote God, man riep hij, „wat scheelt er aan; gij ziet er
uit als een geest."
„De arme Psyche is daar benedenantwoordde ik al snik
kende, terwijl ik voortholde.