NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Dinsdag 1 September 3 891.
ISo. ~502
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENT l N
STADSNIEUWS.
Stttkksn van dan Raad.
BINNENLAND.
FEUILLETON-
III
III
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dil blad versebpnt dagelgkü, behalve op Zon- ea Feestdagen.
Hnreat!Kleine Hootstraat No. 9, Haarlem. Telefoiranjimmer I2Ï.
van 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer Ie Cent.
Gror-te letter» naar pliat«ruimtei
Bij Abonnement maniienlijk rabat.
Abonnementen es Advertenties worden aangenomen door
ome agenten es doot alle toelthandelaren en conrantier».
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor kei BuitenlandCompagnie Générale de tulliciti ffirangire O. L. HJVBM $r Co., JOHH F, JQlfMS, Snee., Farjje 31JÜ Faniourf Montmartre.
Haarlem, 31 Augustus 1891.
Toen in het Zaterdagavondpraatje
No. CXI (in ons vorig nummer) werd
betoogd, dat een goed Stedelijk Mu
ziekkorps geen weelde was te noemen
voor deze gemeente, maar integendeel
een behoeftetoen was ons nog niet
bekend, dat ook het college van Bur
gemeester en Wethouders van oordeel
was, dat een eigen Muziekkorps be
hoorde te worden gerekend onder de
luxe-artikelen op de gemeente-begroo
ting.
Met leedwezen maken wij van het
thans door B en W. uitgebracht
praeadvies melding. Het luidt in zijn
geheel aldus
De zeven keereu die in de laatste maand van
het jaar 1888, op ons voorstel door U geroepen
werden om, vereenigd tot ééne commissie, het
muziekkorps te dezer 8 ede te hekeereu, hebben,
nu het driejarig tijdvak ten einde spoedt, waar
voor behalve de kosten van de kleeding, eene
toelage van 6100.-^- 'sjaars uit de gemeente
fondsen is toegekend, zich hij een breedvoerig
toegelicht adres tot Uwe Vergadering gewend,
met verzoek bedoelde som voor de eerstvolgende
twee jaren te bepalen op 10000.'sjaar6.
Ter voldoening aan Uwe opdracht, U op dat
stuk met hijbehoorende bijlagen dienende van
advies, wenschen wij op dtn voorgrond te plaat
sen de betuiging van ons groot leedwezen dat
dit advies niet gunstig kan iuiden. Immers wij
weten allen, met welk een liefde en voortvarend
heid de nieuw in het leven geroepen commissie
hare taak heeft aanvaard en nog meer met
hoeveel succes hare pogingen en bemoeiingen
zijn bekroond, daar zij er in geslaagd is eeu
muziekkorps samen ce stellen dat, den korten
tijd vau zijn bestaan in aanmerking genomen,
volgens bevoegde beoordeelaars, met eere mag
worden genoemd,
De overweging hiervan, zoude op zichzelf be
schouwd, moeten leiden tot inwilliging van al
hetgeen de commissie voor het hij voortduring
welslagen van haar geheel belangloos streven,
meent noodig to htbben.
De commissie heeft hare aanvrage om een
verhoogd subsidie breedvoerig toegelicht. Wij
willen hare motiveering niet op den voet volgen,
omdat naar onze zienswijze de zaak wordt be-
heerscht door de beantwoording van de vraag
of de toestand der gemeente-financiën op dit
oogenblik van dien aard is, dat eene jaarlijks
wederkeerende uitgaaf van f 10000,voor ge
zegd doeleinde gerechtvaardigd is. De meerderheid
van ons college meent die vraag ontkennend te
moeten beantwoorden.
De uitgaven welke uit anderen hoofde ten
laste der gemeentekas komen, hebben in de laat
ste jaren zulk eene hoogte bereikt, dat volgeus
ons oordeel groote zuinigheid moet worde» be
tracht en dat in het bizonder moet worden ge
waakt tegen eene vermeerdering van die uitgaven,
welk e ofschoon wel wenschelijk, niet bepaald nood
zakelijk zijn en uit dat oogpunt beschouwd mo
gen worden als te zijn artikelen van weelde.
Hoewel de commissie zelve de mogelijkheid
n'et ontkent dat hier voor 6>' 00,een mu
ziekkorps onderhouden kau worden, ontveinzen
wij ons geenszins de moeielijkheden welke uit
de opvolging van dit advies kunnen voortvloeien,
ook omdat zij kan medebrengen dat de gemeente
veor den vervolge een minder goed muziekkorps
verkrijgt. Maar al deed zich het geval voor, dat
daardoor de gemeente een eigen muziekkorps
moet missen, dan zou, uaar onze meening, zelfs
deze overweging niet mogen leiden tot eeue ver
zwaring van den belastingsdruk in de verlangde
mate.
De meerderheid van oü9 college heeft mitsdien
de eer U in overweging te geven aan meerge
noemde commissie te berichten, dat Uwe Verga
dering de in 1888 vastgestelde regeling (toelage
van ƒ6000. 'sjaars, benevens de kosten der
kleeding) op nieuw voor een tijlvak van drie
achtereenvolgende jaren ingaande 1 Januari 1892
en alzoo eindigende 31 December 1894, besten
digt, doch
dat Uwe Vergadering tot haar leedwezen van
oordeel is dat, met het oog op den toestand der
gemeeute-tioanciën. in het ingediend verzoek om
de jaarlijksche toelage te vorhoogen, niet kan
worden getreden.
Waar gezegd wordt dat eene meer
derheid van het college een jaarlijks
wederkeerende uitgave van 10.000
niet gerechtvaardigd acht, daar is het
duidelijk w dat de heer wethouder mr.
A. C. Waller, lid van de commissie voor
het Stedelijk Muziekkorps, de minder
heid uitmaakt, die gunstig over de
zaak denkt. Wat ons genoegen doet,
is dit dat B. en W. hun ODgunsfig
advies alleen en uitsluitend gronden op
den toestand der gemeente financien.
Erkend wordt, dat ons muziekkorps
volgens bevoegde beoordeelaars, met
eere mag worden genoemd; erken*
wordt ook, dat niet-verhooging van
het bestaande subsidie kan veroorzaken,
dat de gemeente voor den vervolge
een minder goed muziekkorps ver
krijgt.
Wanneer alzoo de zaak in den Raad
ter sprake komt, behoeft men slechts
over eén beginsel te discussieeren „is
een goed muziekkorps in deze ge
meente noodig of overbodig?"
Besluit de Raad dat het noodig is,
dan zal de verhooging zeker worden
toegestaan. Acht hij het overbodigdan
wordt de verhooging geweigerd.
Gelukkig is in deze het laatste woord
nog niet gesproken. Aan den Raad is
het, om uitspraak te doen in deze naar
onze meening, voor den bloei onzer
gemeente zeer belangrijke zaak. Wij
voor ons, hoezeer ook betreurende het
ongunstig oordeel van B. en W., zien
met vertrouwen 's Raads beslissing te
gemoet, terwijl wij herinneren aan de
zoogenaamde faecaliön - belasting, die
binnen korten tijd in werking zal tre
den. Zou het niet goed zijn, een ge
deelte van den opbrengst van die on
sympathieke belasting te gebruiken voor
een doel, dat iederen inwoner van
Haarlem sympathiek ishet instand
houden van een goed gemeentelijk
muziekkorps
Eene kleine rectificatie vinde hier
eene plaats. In hun praeadvies laten
B. en W. hei voorkomen, alsof de ge
vraagde verhooging permanent zou zijn,
„eene jaarlijks wederkeerende] uilgaaf."
In het adres van de commissie van het
Muziekkorps wordt echter wel degelijk
gezegd, dat de verhooging slechts voor
twee jaar wordt gevraagd en men zich
daarna met de vroegere som (ƒ6000)
hoopt te kunnen redden.
Ingekomen is een rekest van de tee-
kenschool voor Kunstnijverheid, tot ver
hooging van het gemeentelijk subsidie
met f 500 ten einde den cursus voor
beeldhouwers te kunnen voortzetten.
Wanneer de gemeente daartoe bereid is,
kan de teekenschool zich ook met kans
van slagen, met hetzelde verzoek tot
de provincie en tot het rijk wenden.
B. en W. adviseeren ongunstig, op
grond van den toestand der gemeente
financiën.
Voorstel van B. en W. om aan den
tegenwoordigen voorzitter, tevens pen
ningmeester van het Burgerlijk Armbe
stuur, den heer G. van Egmond een
jaarlijksche gratificatie van f 200 toe
te kennen, evenals aan zijn voorganger
is geschied.
Drietal voor de vacature van gemeen
tevroedvrouw 1 mej. A. H. J. Stelte,
Haarlem; 2 mej. G Pijper-Molenaar,
Wierden 3 mej. C. A. Petri-van Heu
vel, Callantsoog.
Idem voor onderwijzer 3e kl. aan de
opleidingsschool voor jongens. 1 H. J.
Hartgers, Deventer2 G. de Bruijn,
Vianen3 P. Ypes, Purmerend.
Idem voor onderwijzeres 3e kl. aan
school C 1 mej. C. j. C. E. Voget,
Nichtevecht; 2 mej. C. L. H. van Leer-
sum, Zandvoort3 mej A. Bakker,
Wormer.
B. en W. stellen voor, om aan den
cursus 1891/2 van de Burger Avond
school opnieuw te benoemen de navol
gende leeraren den heer A. van der
Spek, voor bouwkundig teekenen, jaar
wedde f600 den heer A. J. Jocobs,
voor machineteekenen, jaarwedde ƒ400;
en den heer J. A. Traanberg voortee
kenen, jaarwedde ƒ300
Zondagavond had op het terrein van
de „Phoenix" het eerste concert na den
brand plaats, door het .Stedelijk Mu
ziekkorps.
Wanneer men gevreesd had dat de
overblijfselen van het verbrande gebouw
de illusie zouden verstoren, dan is Zon
dagavond die vrees wei ij del gebleken.
In den lichtkring van de muziektent en
beschenen door het droomerige licht van
gekleurde lampions (het electrisch licht
was niet heel handelbaar) behoefde men
zich geen oogenblik te ergeren aan de
ruïne.
Bovendien was het prachtig weer, de
tweede of derde zomerdag in dit seizoen.
Het buffet was ingericht in het ver-
verschingstentje bij den kinderspeeltuin.
In den afgeloopen nacht is een offerbus,
geplaatst op de algemeene begraafplaats
dezer gemeente, gelegen onder Schooten,
opengebroken, en daaruit al het geld
medegenomen.
De inhoud mag naar wij vernemen
op circa zestig gulden worden geschat,
hoewel men natuurlijk het juiste cijfer
niet kent. De dief heeft de offerbus ge
heel stukgeslagen en klaarblijkelijk is
dit met groote inspanning gepaard ge
gaan, daar men aan de vernielde bus
sporen van bloed heeft gevonden, die
bewijzen dat de dief zich bij het werk
de handen moet hebben gekwetst.
Van het Loo word gemeld,
dat Zaterdag namiddag te half twee de
velocipède-club „Immer Weiter" uit
Deventer op het bassecour van het
paleis voor de koninklijke familie een
défilé en eenige nummers figuurrijden
uitvoerde, onder begeleiding van de
muziek der Deventer Harmonie.
Tot aanvulling van het
bericht, dat twee hoofdambtenaren bij
's rijks waterstraat, de hoofdingenieur
Caland en de inspecteur G. van Diesen,
den dienst zullen verlaten, wordt ons
medegedeeld, dat deze heeren reeds
vroeger hun voornemen hadden kenbaar
gemaakt om hunne aanspraken op pensi
oen te doen gelden.
De vacature, die bij het
verleenen van het door den heer P.
Caland, hoofd inspecteur van 's rijks
waterstaat, gevraagd ontslag zal ont
staan, zal vermoedelijk niet worden
aangevuld, daar waarschijnlijk de be
trekking zal worden opgeheven.
De heeren J. F. W. Conrad
en G. v^n Diesen, inspecteurs van
's rijks waterstaat, zijn door den keizer
van Duitschland, Koning van Pruisen,
benoemd tot ridder 2e kl. in de prui-
sische Kroonorde.
Naar het G 0 ev er nemen t s
Advertentieblad verneemt, zijn bij de
spoorwegramp te Mönchenstein, nabij
j Bazel, ook vier leden van de familie
van den heer F. Stöhelin te Paramari
bo verongelukt.
Ofschoon er in de pers dikwijls
over getwist is, kunnen wij thans met alle
zekerheid melden dat de kosten, ver
bonden aan de ontvangst van den
duitschen keizer, zijn geweest ten laste
der betrokken gemeentebesturen.
{Tijd.)
Het bericht aangaande, de
komst van H. M. de Koningin, in het
Agnetapark te Delft, op 15 September,
wordt door de directie tegengesproken
in de Fabrieksbode
Men meldt uit Amsterdam:
Donderdagavond vergaderden hier ter
stede de presidenten der werklieden-
vereenigingen, welke zich hebben aan
eengesloten, om den af tredenden bur
gemeester en zijne echtgenoote een blijk
van hulde aan te bieden. Dit huldeblijk
zal, naar wij vernemen, bestaan in twee
prachtige fauteuils, vergezeld van een
album met de namen van de bestuurs
leden der vereenigingen en de afbeel
dingen van de respectieve banieren. De
bew erking van het album is opgedragen
aan onzen vermaarden pennekunstenaar
Antonie Grevenstuk.
Op Dinsdag 1 September
wordt de Amsterdamsche Huishoud
school geopend.
De Am s l Cl. heeft uitge-
schreven een vrijen wedstrijd voor ama
teur- photografen.
liet „Café Francais" op het
Plein, te 's-Gravenhage, is voor
28,200 in publieke veiling verkocht.
De Vrijdag te Nieuwediep
binnengebrachte omgeslagen vischschuit
U. K28 is Zaterdag gelicht en door
andere vaartuigen naar Urk gesleept.
Aan boord van de schuit zijn geene
lijken gevonden.
Tijdens eene zware storm
bui is Vrijdag een te Urk thuisbehoo-
rend visschersvaartuig, de schokker U. K.
28, die van de visscherij in de Noordzee
naar Nieuwediep terugkeerde, voor het
Westgat omgeslagen, waarbij alle op
varenden verdronken Andere schuiten,
die met het verongelukte vaartuig uit
zee kwamen, zeilden op te grooten af
stand om hulp te kunnen verleenen.
De omgeslagen schuit is in den na
middag door de sleepboot Stad Am
sterdam masteloos en vol water te
Nieuwediep binnengesleept.
De omgekomen visschers waren allen
te Urk woonachtig. Hunne namen zijn
Kl. Koffman, schipper, A. Ras en H.
de Vries. Ras was gehuwd en vader
van een jong kind.
Vrijdag werd door eenen
herbergier te Leiden aan de politie
aldaar mededeeling gedaan, dat er in
zijne herberg een persoon was, te koop
aanbiedende een stuk gevouwen laken
voor broekenstof, ter waarde van pl.
m. ƒ33, voor f 5. Plet voorkomen ook
van dien man in aanmerking genomen,
deed den herbergier achterdocht opvat
ten. Aan het politiebureel gebracht gaf
de verkooper te kennen, dat goed twee
dagen te voren van een hem onbekend
man gekocht te hebben, met welke op
gave natuurlijk geen genoegen werd
genomen.
Er volgde een onderzoek bij de
winkeliers, waarbij bleek dat bedoelde
Uit het engelsch van
WALTER BESANT.
1)
HOOFDSTUK I.
Een groep van ongeveer zes menschen zat of drentelde rond
in de kamer. Zij zaten daar al den geheelen avond. Eenigen
rookten cigaretten, die slechter voor de zenuwen zijn dan opium
het is; anderen rookten een pijp. Op de tafel stonden twee of
drie flesschen Apollinariswater en een flesch whisky, die pas
opengetrokken was voor een jongmensch, die het nog durfde drin
ken met zijn Apollinaris, in spijt van de publieke meening Het
was het beste clubje van de universiteit; dat werd door hen zelf
erkend; het waren allen ontwikkelde en wezenlijk goede men
schen. Zij spraken over letterkunde, kunst, muziek en gedich
ten met groote gemakkelijkheid en met die breede opvatting en
in die flinke trekken, die voornamelijk aan hun leeftijd eigen
zijn. Geen kritiek is zoo scherp als die van een jongeling van
een en twintig jaar; niemand is veeleischender, wat stijl betreft,
dan hij. Onze eischen worden minder, naarmate wij ouder wor
den en bemerken, dat zij onmogelijk te vervullen zijn. Terzelf
der tijd zijn wij dan ook echter van meening, dat ieder groot
man een held, iedere schoone vrouw een engel is, dat wij met
onze geestesgaven alles kunnen, en dat het leven lang genoeg
is om al onze wenschen te kunnen bevredigen alle zelfs
de grenzelooze wenschen der jeugd.
Aldus voerden deze jonge mannen gesprekken met elkaar
somtijds waren zij cynisch, hetgeen jonge mannen gaarne zijn;
somtijds flikkerde de geestdrift der jeugd bij hen op en werden
zij verre buiten het gebied van het cynisme gevoerd naar de
heldere, zonnige atmosfeer van hoop en vertrouwen. En toen de
klok van het universiteitsgebouw twaalf uur sloeg en een hunner
opstond en zeide, dat het tijd was om zich naar bed te begeven,
waren allen van gevoelen, dat de avond te snel was voorbijge
gaan hetgeen ook werkelijk altijd het geval is met iederen
schoonen avond, en vooral met den avond van het leven. De
bewoner van deze kamer bleef alleen over.
Zijn naam was George Humphry Atheling. Hij ging achter
overgeleund in zijn stoel liggen, daar hij nog geen lust gevoelde
om naar bed te gaan. Toen de voetstappen der verirekkenden
op de trap waren weggestorven, was het volkomen stil in het
gebouw. Na een kort oogenblik was hij wellicht de eenige, die
zich nog niet te rusten had begeven. De kaarsen op de tafel begon
nen zeer laag te branden.
„Ik zal ook maar gaan," mompelde hij met een zucht.
Hij aarzelde echter nog. Weldra stond hij evenwel op en keek
uit het venster, dat hij had opengeworpen. De avondlucht
hét was in het begin van Mei blies verkoelend en frisch op
zijne wangen; de breede grasperken van den tuin van het col
legegebouw strekten zich door het licht der maan beschenen aan
zijne voeten uit, terwijl de twee groote noteboomen breede,
zwarte schaduwen op de velden wierpen.
Achter het grasveld vertoonden zich de bloemperken en hees
ters als witte en zwarte vlekken door elkaar gemengd. Hij
slaakte weer een zucht, daar hij een weinig vermoeid was en
sloot het venster.
Nog maakte hij echter geen aanstalten om naar bed te gaan.
Om de een of andere reden gevoelde hij geen lust om te gaan
slapen, de gedachte aan zijn bed was hem onverdragelijk. Hij
was dien avond zenuwachtig. Nadat zijne vrienden hem hadden
verlaten, had plotseling een zonderlinge aandoening hem over
meesterd. Waardoor? Er was volstrekt geen reden voor te vinden,
dat hij zich niet als gewoonlijk te bed zou begeven om te gaan
slapen. Niemand sliep beter en geregelder dan hij. Er was niets
voorgevallen, dat zijne zenuwen kon hebben aangetast. Hij had
evenmin te veel gelezen. George was een van die gelukkige per
sonen, die nooit te veel lezen. Hij had evenmin gedronken,
George dronk nooit sterken drank. Hij had niet gedobbeld
hij dobbelde nooit, tenzij men whisten tegen zes stuivers een
punt dobbelen noemt van iemand, die 7000 pd. st. jaarlijksch
inkomen heeft. George Atheling was een volkomen gezonde,
krachtige en goedgebouwde jonge man, die een school had be
zocht, waar de onderwijzers, zooals gezegd werd, grooten invloed
op de leerlingen uitoefenen, en zoowel uitmuntten door hun
deugd als door hunne ervarenheid in het football.
Daar George Atheling zeer veel achting voor zichzelf gevoelde