NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
9c Jaargang.
Zaterdag 5 September 1891
No. 2506
A BON N EM EUTSPRIJS
A DVERTENTIÉN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Ill II?AIIII MAI.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummer». 0,05.
Dit blad vereohyot dageljjka, behalve op Zon- en Feestdagen.
Kurran Kleine Hontetraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
1b regel# 50 Cents; iedere regel maer 10 Cents,
Croote letters n»ar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Abcsnoaoeiafcen ea Advertentie» worde» aangenomev dow
onze agenten en door allo boekhandelaren eia conranfiorr.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Gir.érale ds PuiliciU Mrangbt O. I. BJ'ul.i i Co., JOHN f. JONES, Suce., Porti. BI Ju ïa ubovrg Xontnartn
J dende dat de tegenwoordige zitting van
Het bijvoegsel van o?is bladdalde Staten Generaal zal worden gesloten
lorgen verschijntzal bevatten Vrou
•nlist {novelle)Voorheeft en Thans,
- Natuurkundige proeven voor ieder-
en. II. Haarlemmer Halletjes GXII.
- Varia Advertentiën enz.
Haarlem, 4 September 1891.
Het leveren en plaatsen van denoo-
ge meubelen voor de te verbouwen
chool lett. B aan de Spaarnwouder-
traat en de school lett. D aan de Ged.
)ude Gracht, waarvoor op 27 Augustus
acht inschrijvingsbiljetten zijn inge
:verd, is door B en WW. gegund aan
I Mohringerlaagsten inschrijver,
oor ƒ1414.
Gedurende de maand Aug. is in de
tuivers Spaarbank van de afdeeling
[aarlem van den Volksbond ingebracht
in 425 posten j 1395.80, terugbetaald
in 40 posten 1076.00.
En zijn 22 nieuwe boekjes afgegeven.
Gedurende de afgeloopen maand zijn
oor de politie alhier 54 personen ver-
olgd wegens dronkenschap op straat.
de maand Augustus van het vorig
ar was dat getal 46, dus 8 minder.
Donderdag zijn in de Wijdesteeg twee
raderen aangereden door een boeren -
agen, tengevolge van het schrikken
au het paard voor een draaiorgel. Een
unner heelt belangrijke verwondingen
d het aangezicht bekomen, terwijl het
ndere zich aan den pols heeft bezeerd.
T. Haremaker heeft de eerste hulp
:rleend
Te Heemstede is tot wethouder be-
)emd de heer H. Peeperkorn Jzn. en
Spaarndam de heer C Prins.
De opbrengst der Noord-Zuid Holl-
;oomtramweg- Mpij. HaarlemLeiden
bedroeg in Aug. 1891 10693 14
1890 11299.09
sedert 1 Januari 1891 66427.83
gen 68490 50& over hetzelfde tijd
ak van 1890.
De Staatscourant maakt
:n koninklijk besluit bekend, inhou-
op Zaterdag 12 September, des namid
dags te drie uren, en dat de minister van
Binnenlandsche Zaken wordt gemach
tigd, op het vermelde tijdstip in eene
vereenigde vergadering der beide Ka
mers, de zitting in naam der Koningin
te sluiten
Bij koninklijk besluit is
tot voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, gedurende de zitting
die zal aanvangen op den derden
Dinsdag in September, benoemd mr.
A. van Naamen van Eemnes, lid van
die Kamer.
OFFICIËEËË BE5UCUTËX.
Bij kon. besluit zijn eervol ontslagen
op hun verzoekC. Bowier als betaal
meester te Utrecht; jhr. L. Stern als
ontvanger en entreposeur der invoer
rechten te Rotterdam, beiden met dank
betuiging voor bewezen diensten. Be
noemd tot betaalmeester te Utrecht E,
Barends te 's Bosch te 's Bosch IJ. de
Balbion van Doorn te Assente Assen
jhr. A. Bowier te Tielte Tiel A. de
Ruyter te Sas van Gentte Sas van Gent
E. Bloem, surnumerairtot opzichter bij
de domeinen in het rentambt Zwaluwe,
H. van Oosterum, bouwkundige te
Ouderkerk a/d. IJsel.
Bij kon. besluit is aan den heer
C. S. Lacheret, pred. te Arras, toestem
ming verleend tot het aanvaarden van
de kerkelijke bediening van pred. bij
de Waalsch-hervormde gemeente te
Dellt.
Bij kon. besluit is aan J. C. Stoltz,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als lid van het coll. van reg. over het
huis van bewaring te Borger, onder
dankbetuiging voor de in die betrek
king bewezen diensten, en is benoemd
tot lid van gemeld college J. J. W.
Fleddérus, arts te Borger.
Bij kon. besl. is aan mr. D. Mesritz,
adv. en proc. te Amsterdam, mr. J.
Bohl en mr. W. K. van der Breggen,
beiden adv. te Amsterdam, verlof ver
leend tot het aannemen der versierselen
van ridder der Leopoldsorde, hun door
den Koning van België geschonken.
De minister van Binnen
landsche Zaken brengt ter kennis dat
de examens ter verkrijging van akten
van bekwaamheid voor het middelbaar
onderwijs (met uitzondering van die voor
het hand- en rechtlijnig teekenen, de
gymnastiek, dehoogduitsche en engelsche
taal, de landbouwkunde, den tuinbouw
en de houtteelt), en die voor het lager
onderwijs in de wiskunde, bedoeld in
art. 65 der wet op het lager onderwijs,
dit jaar in de maanden November en
December zullen worden gehouden.
Aan het akteexamen voor
hoofdonderwijzer te Amsterdam hebben
2 en 3 Sept. deelgenomen 14 candidaten.
Geslaagd zijn de heeren A. C. Hendriks
van Haarlem, W. Koudijs van Hilver
sum, S J. van de Vliet, J M. van Bec
kum en J. Huisman, allen van Amster
dam.
Bij de opening van het
nieuwe zittingjaar der Staten-Generaal
zal naar wij vernemen H.M.de
Koningin-Regentes niet van Koningin
Wilhelmina vergezeld zijn. (N. R. C.)
De A p e l d. C t. deelt mede:
Aan H. M. Koningin Wilhelmina
was op HDs jaardag door Haar Ko
ninklijke Moeder nog eene aardige verras
sing bereid.
In den loop van den ochtend bega
ven zich HH. MM naar het ch&let in
het Park, waar kort daarna een overdek
te wagen verscheen, bespannen met 3
der ponny's Bij het ch&let gekomen,
werd halt gehouden, het omhulsel van
den wagen afgenomen ende vos-
ponny, het geliefde paardje Baby der
Koningin, daalde keurig opgetuigd van
dien wagen langs een hellend vlak,
gespannen voor eene sierlijke klein mo
del Noordhollandsche sjees, terwijl zich
in de sjees een prachtige zweep bevond,
keurig ingelegd met ivoor tusschen de
zilveren draden, waarmede de stok om
geven is.
Deze verrassing werd met groote in
genomenheid door Koningin Wilhelmina
ontvangen. Onmiddellijk maakte zij er
een rit mede door het park, en later
nogmaals.
De sjees, hollandsch model, is in één
woord prachtig te noemende hand
van den kunstschilder heeft genoemd
voertuig tot een zeldzaam prachtig ge
schenk gemaakt, en het tuig is eveneens
in overeenstemming hiermede gebracht.
De twee in Engeland ten
behoeve der zeeuwsche stoomvaart-maat
schappij gebouwd wordende stoomsche
pen, zullen de namen dragen van Mi
nister Tak van Poortvliet en Profes
sor Buys.
De leden van de franschè
vereeniging van burgelijke ingenieurs
die sedert jl. Zondag de gasten waren
van hunne hollandsche vakgenooten,
zijn Donderdagochtend uit 's Hage naar
Parijs teruggekeerd in een afzonder
lijken trein, welwillend door de Holl.
Spoorwegmaatschappij ter hunner be
schikking gesteld.
Uit de winkelkast van den
goudsmid K. in de Gortstraat te 's-Rage
zijn, vermoedelijk Woensdagavond, een
dertigtal gouden heeren-horlogekettingen
gestolen, ter gezamenlijke waarde van
jruim ƒ400.
i Men vermoedt dat de diefstal door
i insluiping is gepleegd,
i De nagemaakte prins Gui-
lio Ruspoli, wiens opsporing en aan-
j houding door den hoofdcommissaris van
j politie te 's Hage verzocht wordt, is
ongeveer 25 26 jaren oud, tamelijk
lang, aangezicht mager en bleek, met
zwart kneveltje, kleedingzwarte jas,
grijze broek, hoogen hoed met halven
rouwband, gekleurde das, rijglaarzen en
hoogen boord. Hij spreekt italiaansch,
engelsch, fransch en duitsch. Hij had
een duitschen knecht bij zich en hield,
voor zoover bekend, verblijf van 24—
28 Aug. jl. te Rotterdam, 's Hage en
Amsterdam.
Men schrijft uit Utrecht:
Dingdag passeerde hier weder zooals in den
laatsten tijd herhaaldelijk een transport ru3-
sische joden. Door de Centraalspoor aangebracht,
hadden zij door welwillende medewerking van
den Staatsspoorweg hier thans een halt' uur op
onthoud, welken tyd het comité alhier zich ten
nutte maakte om den armen verstootenen in de
derde klasse wachtkamer eenige versterkingen aan
te bieden. Een droe-en indruk maakt de tocht
van dien troep ongelukkigen langs het perroD,
en dan nog komen ze hier aan, terwijl zij in
het Noorden de3 lands reeds van het meest noo-
dige zijn voorzien. Grijsaards, kindereu die nauwe
lijks loopen knnnen, vrouwen wier lompen te
nauwernood bedekt worden door een kleeding-
stuk dat wellicht eens in de schouwburgzaal te
Groningen de aandacht trok, zij sjouwen daar al
te zamen voort, sommigen nog lachende, anderen
met de vertwijfeling op het gelaat, ailen het
beeld der diepste ellende en armoede. En achter
zich aan sleepen zij alles wat zij nog bezitten
op deze aarde, in zakken, manden of gescheurde
kisten, werpen het alles te zamen op een
hoop en laten het daar oubewaakt liggen met
die berusting $u dat vertrouwen, die alleen de
wanhoop géven kan. Dan strompelen zij
weer voort achter den heer De Beer aan, die als
lid van het comité hun den weg wijst en lief
derijk voor allen zorgt.
In de wachtkamer staan aan lange rijen ta
feltjes dikke boterhammen en fleschjes bier ge
reed, en waar de kleinen schreien van dorst,
daar komen zelfs de dochters van den heer De
lieer met bladen vol glazen melk aandragen om
de armen te laven. Iu weinige oogenblikken is
het brood verdwenen; men kan hun wel aanzieD,
dat zij veel ontbering geleden hebben en toch.
net :s nog noodig, dat de heer De Beer eene
enkele oude vrouw, die met begeerige blikken
naar het brood staart, iu het oor roeptes isi
coscher! Dan eerst grijpt zij gretig toe en ver-
si"'ndt haar deel.
Daarna staan zij haastig op en spoeden zich
weer naar hunne bagage, die zy met weinig
moeite uitzoeken, en gaan, dankbaar voor het
genotene, de verdere reis naar het onbekende
land weer aanvangen.
Hoe uitgeput en ellendig zij er ook uitzien,
is het toch een waarlijk fraai type van menschen,
en vooral onder de vrouwen zijn er, dis wanneer
men hunne lange en ongekamde haren kon weg
denken, schcon genoemd konden worden.
Bij al de rampzaligheid, die zulk eeu trans
port te aanschouwen geeft, ontbreekt toch ook de
alomtegenwoordige humor weer niet. Hier ziet
ge een ouden man met langen grijzen baard,
wiens gekromde loden gehuld zijn in een cham-
bercloack, waarin weleer een groniogsch profes
sor op zijne studeerkamer zat. Eene blauwe
slaapmuts dekt zijne grijze haren. Daar loopt een
j lange jonge man met intelligent uiterlijk, bloots-
hoofds, een licht blauw brilletje op den neus,
gekleed in een ulster, die hem veel te kort is
en waardoor zijne schouders komen heengluren.
Ginds een klein meisje op zwarte kousen, die
i een vrij uitzicht aan hare groote teentjes ver-
leenen, gekleed in een verschoten zijden japon,
waarin wellicht eenmaal eene jonge dame hare
intrede in de «wereld» deed en die deze kleine
nu achterna sleept, als wilde zij het vuil der
Oude ook nog mede nemen naar de Nieuwe
Wereld.
Behoeft het gezegd dat de aankomst van zulk
een transport steeds zeer vele belangstellenden
trekt Daaronder is er eene kleine dame van
middelbaren leeftijd, die door middel, van een
perronkaartje zich toegang tot den trein ver
schaft en daar met hare portemonnaie in de hand
gereed staat om aan elk een dubbeltje te geven.
Zwijgend en met dankbaren blik namen zij allen
de gift aan, en niet weinigen zijn er onder die
russische joden, welke bij het afscheid de tranen
der erkentelijkheid over de wangen vloeien.
Redding van s c h i pb r e u ke
lingen. De heer De Wijn, schipper
2e klasse bij het loodswezen te Nieuwe-
diep, heeft eene uitvinding gedaan
waardoor hij alle zeevarenden met hun
ne betrekkingen ten zeerste aan zich
heeft verplicht en het reddingswezen
een groolen stap verder heeft gebracht.
De toestel dien hij heeft uitgedacht
is zeer eenvoudig en heeft ten doel
spoedige gemeenschap te krijgen van
een gestrand schip met den vasten wal.
Van hoeveel belang dit is, hebben
wij gezien bij de stranding der fransche
bark An go te Scheveningen, toen de
bemanning in het gezicht van en vlak
bij de kust op ellendige wijze omkwam,
omdat de pijlen met daaraan verbon
den lijn hunne bestemming misten,
en de reddingsboot door de zware bran
ding en stroom niet bij machte was het
schip te bereiken.
Het vuurpijltoestel en de reddingsboot
zijn de voornaamste middelen tot het
verkrijgen van gemeenschap met een in
nood verkeerend schip, en die middelen
bleken toen onvoldoende.
Had men den toestel van den heer
De Wijn toen kunnen gebruiken, dan
was naar alle waarschijnlijkheid de be
manning gered geworden.
Niet door één, maar door honderde
voorbeelden zoude zijn aan te toonen,
dat bij stranding met stormweer en
lager wal, de redding van de kust uiterst
moeilijk, gevaarlijk en meestentijds
onmogelijk is.
Trouwens voorbeelden zijn hier on-
noodig.
Ieder zeeman weet het dat bij eene
stranding op lager wal, zijn leven afhangt
HOOFDSTUK II.
Wie had hem dit verteld? Zijne moeder zeker niet Toch wist
j het. Hij had het gehoord. Zijn grootvader stierf zeer jong,
og beneden 30 jaar. Deze dronk zichzelf dood. Dit was dus zijn
eel van de erfelijkheid. Zijne vrienden spraken door, hij zat
aar stilzwijgend, besloten om dit gevaar met een sterken wil
n moedig hart te trotseeren. Hij verlangde maar, dat de gelegen-
eid zich zou voordoen. Hoe eer zij kwam, hoe beter. Daar de
toch geleverd moest worden, was het het best, dat het ge-
eurde, als hij sterk was.
De gelegenheid bleet nog wat uit. De tijd verliep, zonder dat
r nog iets gebeurde.
Op den laatsten dag voor de vacantie gingen de meeste stu-
lenten naar huis Hij vond het geschikter nog éen dag langer
blijven. Hij vreesde de zaak bijna niet meer Hij was
joo zeker van zijne kracht om haar weerstand te bieden, dat hij
ich er niet meer mee kwelde. Hij had, dat was zeker, zich
chandelijk overgegeven. Maar hij was dan ook onverhoeds aan
ballen. Den volgenden keer....
Hij zat tot middernacht in zijn kamer. Toen ging hij naar bed
en viel in slaap.
Vroeg in den morgen, vóór het aanbreken van den dag, ont
waakte hij met schrik. Die afschuwelijke dorst overviel hem
voor den tweeden keer; het vuur in zijn keel, de onwederstaan-
bare neiging voor sterken drank had hem weer aangegrepen.
Hij verzette zich niet, hij beproefde het zelfs niet; het scheen
hem onmogelijk toe, aan weerstand te denken, hij dacht nooit
aan tegenstand; hij snelde naar de andere kamer. Daar was geen
whisky. Hij vond een flesch brandewijn en dronk die uit. Toen
zij leeg was onthaalde hij zich op een flesch sherry en maakte
alle flesschen leeg tot hij als een blok hout op den grond lag.
Drie dagen later, toen hij er bleek en geheel ontdaan uitzag,
door het drankgebruik, dat veel erger was en veel langer geduurd
had dan het eerste, zoodat zelfs de oppasser ontstelde en hem er bijna
toe noopte om aan den professor te vertellen, wat er gaande
was, ging George heen. Nadat Mavis zijn meesters valies een
eind had gedragen, ging hij naar zijn huis terug en zat daar
tevreden te glimlachen. Hij had nog éen bankbiljet ter waarde
van 10 pond in zijn zak. Zeer weinig oppassers, zelfs wanneer
ze een edelman bedienden, hadden een beteren tijd dan hij gehad,
dacht hij.
George ging heen en was nog akeliger naar geest dan naar
lichaam; want men kan éeDS struikelen en toch zijn goeden naam
behouden. Men hoort wel eens van regimenten, die den eenen
dag voor den vijand vluchten en hem den anderen dag verslaan.
Maar George struikelde tweemaal, en de tweede val was dieper dan
de eerste.
Hij werd wanhopig. Hij kon zich niet langer met andere
menschen bemoeien. Hij moest de hoogeschool verlaten. Hij
schreef dadelijk, dat men hem van de lijst der studenten moest
schrappen, zonder dat hij er eenige reden voor gaf „Het is
jammer, dat hij zoo rijk is," zeide de professor. „Ik wou, dat
hij voortgegaan was zooals hij begonnen was. Niemand moest
rijk mogen zijn, voordat hij minstens 50 jaar is.'' Het ging hem zeer
goed en hij was negen en veertig jaar.
De professor had ongelijk. Niet zijn groot fortuin maakte hem
lui, maar dat akelige geval, dat hem overkomen was. Daardoor
was hij zoo bevreesd om bij zijne oude vrienden terug te kee-
ren. Vroeger of later zouden zij het merken.
Eens tweemaal gebeurde het in Cambridge. Eene maand
later hetzelfde in Londen en nooit bood hij eenigen weer
stand. Zoodra het fornuis in zijn keel begon te branden,,
snelde hij naar de flesschen en begon te drinken om het bran
dende gevoel in zijn keel te smoren.
Dien geheelen zomer bleef hij in Londen. Hij durfde het niet
wagen zijn meisje Elinor Thanet te zien. Hij schreef en maakte
duizend verontschuldigingen. Hij was bevreesd haar te zul
len zien.
Toen bekroop hem de angst, dat hij eens een aanval zou
krijgen en hem niet zou kunnen weerstaan. Hij vond het daar
om noodig om een vertrouwden bediende te hebben, die zou
weten, wat hij doen moest. Die man moest Mavis zijn. Hij had
niet veel met den man op, maar het was een goed bediende en
wist van de zaak af. Misschien zou hij zijn post aan het college
er wel aan willen geven. Hij telegrafeerde dus aan Mavis.