TWEEDE BLAD
DE STOEL.
BLOED- EN D1ERENREGEN.
binnenland.
GEMEXGD NIEUWS.
VARIA.
BEHOORENDE BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD
VAN
Maandag 19 October 1891.
Kent ge dien onden vrek Tabean
Ja, wat is er met hem
Men heeft hem gÏBtor in een krank
zinnigengesticht gebracht.
Hoe is 't mogelijk Zoo'n ernstig
man met zoo'n helder verstand.
Ja, het is toch zoo, ik zal n ver
tellen, hoe het komt. Ge weet immers,
dat hij nog een schoonmoeder had, eene
oude dame, die iu de rue Louis le Grand
te Parijs woonde op de tweede verdie
ping van een huis, dat haar eigendom
was. Eenige maanden geleden is de oude
gestorven, haar schoonzoon, als ee ige
erfgenaam, haast zich, zoodra alle forma
liteiten vervuld zyn, al haar meubelen
naar het vorkooplokaal te laten brengen,
waar alles voor een prikje verkocht is.
Maar enfin, het was toch wat!
Vriend Tabeau steekt hot geld inden
zak en keert terug naar Fort-Gaucher
nadat hij het gedeelte van het huis, dat
door zijne schoonmoeder bewoond was
geweest, te huur had gehangen.
Den volgenden morgen ontmoet de
bewoner van de vierde verdieping, een
geneesheer, Piton genaamd, de concierge,
zekere madame Durand, op de trap en
had het volgende gesprek plaats:
Madame Durand, zei hjj, waar ia
mjjn stoel gebleven
Welke stoel, mijnheer Piton?
Ge weet wel, de stool, dien ik ge
woonlijk op het trapportaal van de tweede
verdieping laat staan, opdat mijne moe
der, als zij naar boven gaat, onderweg
wat kan uitrusten. De armo vrouw is
niet zoo heel jong meer en het begint
haar lastig te vallen de vier trappen
achter elkander te beklimmen.
Ach, heer, riep de concierge uit,
dan twijfel ik er niet aan of do verhui
zers zullen hom meegenomen hebben.
De verhuizers
Ja, ja, nu begrijp ik alles al, myn
heer, gisteren heeft men de meubelen
van de overleden eigenaresse, die ver
leden maand gestorven is, weggehaald,
en daar uw stoel bij de trap stond, heb
ben zij dien met de andere meubelen
medegenomen. Ja, ja, zoo is heteen
mooie grap'.
O, dan is het niet erg, hernam
de geneesheer, hij zal wol weer terecht
komen.
Ja, maar, mijnheer Piton, de mouwe
eigenaar, de schoonzoon van die armo
mevrouw, dio hier gestorven is, heeft
gezegd, dat de meubelen naar het ver
kooplokaal moesten gebracht worden om
te worden verkocht, want maar dit
blijft onder ons, dokter men zegt,
dat hij zeer gierig is en alles maar te
gelde maakt.
Waar woont die Harpagon r Ik zal
hem eens schrijven.
Die Harpa...? O, bedoelt gy
mijnheer Tabeau. Die woont te Fort
Gaucher. Hij heeft mij echter gezegd
zijn adres niet aan de huurders mede te
deelen, omdat hij bang; is, dat zij met
reparatiën bij hem zullen aankomen, ge
begrijpt wol, mijnheer Piton?
Ja, ja, ik weet al, hoe ik het zal
aanleggen, maak u maar niet ongerust.
En de dokter ging heen om zyn vi_
8ites te doen.
Nog denzelfden avond schreef bij een
xeer beleefden brief aan zyn nieuwen
buisbaas, waarin by hem mededeelde,
welke vergissing er had plaats gehad, en
onkunde veinzende over het vervoeren
naar het verkooplokaal en den verkoop
der meubelen van de moeder van den
heer Tabeau, verzocht hy hem beleefd
zyn stoel terug te doen bezorgen.
Acht dagen gaan voorby zonder dat er
antwoord komtdoch daar komt op eens
de eigenaar als uit de lucht vallen in
de rue Louis le Grand, hy gaat naar de
vierde verdieping en vindt daar de moeder
van den dokter alleen thuis; deze waB
uitgegaan. Met heel veel drukte spreekt
hy de verschrikte moeder al dus aan
Mevrouw, ik ben uw zoon niets
sehuldig. Wat liet hy den stoel ook op
het portaal Btaan is dat ook een plaats
om stoelen te laten staan het is zyn
eigen schuld, dat hy hem kwijt is
En zoo bleef hij nog ongeveer een kwar
tier aan den gang tegen de arme mevrouw
Piton die er zoo van ontsteld was, dat
I zij gedurende versoheidene dagen de
kamer moest houden.
Toen de dokter, die innig veel van
zijne moeder houdt, thuis kwam en haar
1 zoo ontdaan vond door de toespraak van
den eigenaar, werd by bleek van woede,
zette zyn hoed weer op en liep de deur uit.
Eene week later kwam een kapitein
van de cavalerie met zyn lange sabel
op zy in het concierge-kamertje van
I Made. Durand.
Hebt gy kamera te huur, madame
Om u te dienen, mynheer.
Voor hoeveel?
Voer twaalfhonderd franken.
Op welke verdieping?
Op de tweede.
Zijn zij te zien
Wel zeker, mijnheer, het zyn de
kamers van de vorige eigenares, die over
leden is en die nu aan haar schoonzoon
den heer Tabeau behooren, welke heer,
die te Fort-Gaucher woont, al hare meu
bels heeft doen verkoopen, terwijl hij
mij vooral op het hart heeft gedrukt zijn
adres niet bekend te maken aan de
1 huurders, met het oog op eventueele
reparatiën, begrijpt u
Ja, ja, dat begrijp ik wel.
De kapitein bezoekt de vertrekken,
vindt het geheel naar zijn genoegen, doch
wil er niet meer voor geven dan duizend
frank.
Daarvoor mag ik het u niet ver
huren, mijnheer. Gij zoudt hierover mijn
heer Tabeau zelf moeten spreken. Als
gij er op gesteld zyt, wil ik myn zoon
wel een briefje aan hem laten schrijijen;
u moet weten, mijnheer, dat mijn zoon
mij tot seeretaris dient.
Welnu, madame, wil dan den heer
Tabeau verzoeken, hier te zijn aanstaan
den Woensdag om twaalf uur, dan kun
neu wij het misschien nog wel ééni
worden. De kapitein ging heen.
Den volgenden Woensdag kwam onze
vriend Tabeau met den trein, wat hem
voor zijn retourkaartjo 3e klas 9 frank
120 kostte en zat den gehe.elen na-
I middag in de kamer van de concierge
te wachten op den kapitein, die niet
verscheen.
Des avonds was hij woedend en ver
trok met den laatsten trein naar zijne
woonplaats, alle officieren van de cava
lerie verwensehende.
Twee dagen daarna, vraagt eene oude
dame met een eerbiedwaardig voorkomen,
dezelfde kamers te mogen zien. Ook haar
bevallen zij goed, zij vindt den prys niet
te hoog, doch wilde gaarne water in de
keuken hebben, overigens zou zij alle
reparatiën, die noodig mochten blijken,
voor hare rekening nemen.
Ik zou den eigenaar wel eens wil
len zien, zeide zij tot de concierge, om
met hem over de zaak te spreken, eerst
dan zal ik een besluit nemen.
Ik zal hem van avond een brief
doen schrijven door myn zoon, mevrouw,
want hij woont te Fort-Gaucher, hij heeft
my vooral op het hart gedrukt toch
vooral zijn adres niet op te geven aan
de huurders, met het oog op mogelyke
reparaties, begrijpt u, mevrouw
O, heel goed, maar hy behoeft
geen enkele reparatie te betalen, daar ik
alles voor mijn rekening neem. Gij kunt
hem dit vrij schrijven en hem verzoeken
overmorgen-middag tegen twee uur hier
te zijn.
Op den bepaalden dag betaalde onze
Tabeau weer 9 fr. 20 voor een retour
kaartje derde klasse en kwam op ïyd
in zijn huis aan, waar hij weer tot'sav.
bij de concierge zat te wachten op de
eerbiedwaardigen oude dame. Ook deze
verscheen niet.
Woedend over deze tweede vergeef-
sche reis, ging de arme man naar huis
onderweg telkens optellende, welke uit
gaven deze nuttelooze reis hem weer had
veroorzaakt.
Nauwelyks was hy thuis gekomen of
hij ontving opnieuw een brief van den
zoon der concierge. Deze maal zou het
toch wel ernstig gemeend zijn, want een
deurwaarder vroeg het te huur. Maar
men maakt van een huis, tot nu toe
door gewone menschen uewoond, niet zoo
in eens een deurwaarderskantoor zonder
eenige veranderingen Tan binnen. Het
gevolg was dusopnieuw een reis naar
Parijs, wat hem aan een retourkaartje
derde klas weer 9 fr. 20 kortte. Zooals
men al t egrepen zal hebben was de deur
waarder niet op de bijeenkomst en voor
dat hij, nog woedender dan den vorigen
keer huiswaarts koerde, zag Tabeau in
een almanak dat er geen deurwaarder
van den naam, die aan de congierge was
opgeven, in Parys bestond.
Nog tweemaal werd by zoo door drin
gende brieven naar Parys geroepen en
laDgelokt door de hoop eindelijk voor
joeö een huurder te vinden, ging hij er
heen, doch beide malen was hij weer
alleen op het rendez-vous; het was of
't noodlot er mee speelde
Kortom, deze ongelukkige geschiedenis
van het te huur hangende huis heeft hem
zoo buiten zich zeiven gebracht, dat hij
er zyn verstand by verloren heeft en
zooals ik u zei, heeft men hem gister in
een krankzinnigengesticht gebracht.
Ik geloof wel, dat dokter Piton meer
weet van die valsche huurders, die onzen
armen Tabeau het hoofd op hol gebracht
hebben
Eenigen tijd geleden werd een ver
haal uit Beriyu meegedeeld, van een
insectenregen. Dicht als regendroppels
kwamen gevleugelde mieren op een ge-
heele Btadswyk neer; de straten waren
er mee bezaaid.
En nu weer las men onlangs in de
duitscho bladen een bericbt uit Miio-
chenmillioenen vlinders zyn daar op
de stad neergevallen. Er waren huis
muren, die van onder tot boven er mee
bedekt waren. In eenige bierhuizen
waren de opgehangen hoeden en jassen
onder zulk een laag bedolven, dat de
eigenaars ze in den steek lieten. Straat
lantaarns gaven geen licht meer.
Wij hebben hier te doen met merk
waardige verschijnselen, wier verklaring
niet altyd even gemakkelijk is. Zeker
is het, dat de wind, vooral de hooswind,
daarbij een groote rol speelt. Hoe wil
men anders een regen van larven ver
klaren of van padden of kikvorschen
Het sterkste verhaal daaromtrent wordt
medegedeeld door een grieksch geschied
schrijver uit de vierde eeuw vóór Chris
tus. Toen heeft het aan de Middel-
landsche zeekust hier en daar zoo verba
zend veel kikvorschen geregend, dat de
huizen en wegen er vol van waren. Men
sloot daarom deuren «n vensters en
doodde ze waar men kentoch vond
men ze gekookt iu den etenspot. De
ontbinding der meoigta dieren maakte
door afschuwelijkoü ?tank het land on
bewoonbaar.
Vindt men dit verhaal wat onbe
trouwbaar, omdat het „zoover weg ligt",
dan is er een ander,dichter bij. In 1865 viel
er bij Doornik, in Vlaanderen, terwijl
het plotseling regende, zoo'n massa kik
vorschen neer, dat men rondom niet an
ders zag dan die beesten, van dezelfde
groote en kleur. En in 1847 nog viel er
te Cahors, in het zuiden van Frankrijk,
een regen van padden. Zonder krachtige
windhozen is een dergelijk verschijnsel
niet verklaarbaar. Iets anders is het,
als vliegende insec en in groot8n getale
neerkomen zooals sprinkhanen, meike
vers en mieren. Dat kan zijn om voedsel
te zoeken, of door aantrekking van fel
licht, zooals bijvoorbeeld die vlinderregen
onlangs te Müoehen, die aan het electrisch
licht wordt toegeschreven. Maar ook de
wind en het paren in den nazomer hebben
er invloed op, de wind voor de richting en
het paren voor de opeen hooping. Vooral
sprinkhanen en meikevers kunnen een
vreeselijke plaag wordenze vreten alles
af op het veld en zijn soms zoo ongeloof
lijk talrijk, dat het geval zich heeft
voorgedaan, dat molenwieken er door
werden stil gehouden, en dat zeventien
duizend kilo doode insecten van den
grond werden opgeschept.
Maar bloedregen Is dat werkelijk
bloed geweest? Ja. zeggen tal van schrij
vers uit vroeger eeuwen. In 582 vielen
te Parys groote bloeddroppels de klee-
ren zaten vol. En een honderd jaar later
over heel Frankryk en toen in Hongarije
en toen in Milaan en toen in Duitsch
land, bloed, altsmaal echt bloed. De
eenige manier waarop men bet wist te
verklaren, was, dat het een boos voor-
teekeu was.
Eerst in onze eeuw kwam men achter
do waarheid. Den l4n Maart 1813 na
melijk had er aan de zuidkust van Italië
zulk een verschijnsel plaats, dat door een
geleerde van bet begin af grondig werd
bestudeerd. Zijne beschrijving luidt als
volgt: Een dichte wolk kwam aandry vod
uit zee. Toen de wind ging liggen, was
de lucht zwaar betrokken, eerst met
lichtroode dampen, later met vuurroode.
De duisternis was om vier uur reeds
volkomen, zoodat het volk, verschrikt
door den vroegtijdigen nacht, bij drom
men naar de kerk liep om te bidden.
De kleur der lucht werd die van rood
gloeiend ijzer, de donder begon te rollen
en het gebulder der golven drong van
verre door. Toen vielen groote druppels
gekleurde regen neer, die door sommigen
voor bloeddroppels, door anderen voor
stukjes vuur werden aangezien. Na
eenige uren werd de lucht weer helder
en de kalmte keerde terug.
Die regen liet een stof achter, kaneel-
kleurg. Door een vergrootglas vertoonde
die stof zich als ontelbare, kleine,- harde
lichaampjes. Werden deze verwarmd,
dan werden ze eerst bruin, daarna zwart
en eindelijk rood. In dit laatste geval
zag men er zelfs met het bloote oog een
aantal schitterende blaadjes ic, uit geel
mica bestaande, eeDO stof, die in kachel
deurtjes cn voor lampenhoedjes gebruikt
wordt. Verder vond men kiezel, albumine,
kalk, yzor en chroom.
Dezen keer had men de zaak dus goed
bekeken, maar de oorzaak werd men
nog niet gewaar. In 1846 echter kwam
men een grooten stap verder. Het bleek
toen namelijk, dat in het zuiden van
Europa in tal van streken een modder
regen was gevallen, die, na nauwkeurig
te zyn onderzocht, drie en zeventig
soorten van plantjes en diertjes bleek te
bevatten, waarvan enkele alleen uit Zuid-
Amerika afkomstig, en hoogst vermoe
delijk door den wind aangebracht. Vier
dagen moesten ze voor den overtocht noo
dig hebben gehad.
In '62 had weder zoo'n modderregen
plaats. Zoolang 't neervallende vochtig
was, had het eeuigszins de kleur van
bloed droog, bleek het uit een fijne,
geelkleurige aarde te bestaan. Weder
werd deze onderzocht en vol infusie
diertjes bevonden. Verscheidene malen
hadden, na dezen regen, zandregens
plaats, ongetwijfeld uit de woestyn
Sahara aangevoerd. Alles by alles, kan
men thans met zekerheid zeggen, dat
de zoogenaamde bloedregens werkelijk
hebben plaats gehad en BKt bizonder
zeldzaam zynverder dat zy ontstaan
door verplaatsing van rood zand. In
deze eeuw heeft men ze zes en twintig
malen waargenomen. De zoogenaamde
zwavelregens zijn gebleken te zijn ont-
staan uit het stuifmeel van pijnboomen.
Melkregens bevatten krjjtaarde.
De afgetreden minister van
Waterstaat heeft indertijd een koninklijk
besluit weten uit te lokken, waarby de
zoogenaamde bureau-ambtenaren en de
ambtenaren by den algemeenen dienst
van den waterstaat met 1 April 11. eene
vaste aanstelling verkregen, waarnaar
velen reeds sedert twintig en meer jaren
te vergeefs hadden uitgezien. Ook heeft
hy zorg gedragen, dat genoemde ambte
naren deelgerechtigd werden in het
pensioenfonds en in het weduwen- en
weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren,
terwijl een gedeelte van de tijdelijke
dienstjaren zal medetellen bij de bereke
ning van het pensioen.
Naar wy vernemen, gaat de nieuwe
minister van Waterstaat op dezen goe
den weg voort en heeft hij reeds stappen
gedaan om de verbetering algemeen te
maken.
Nog steeds kunnen ambtenaren als
hierboven zijn bedoeld, worden aange
steld op een maandelijksch traktement,
dat verschilt tusschen ƒ25 en ƒ75, ter
wijl het maximum traktement f 125 a
1/130 bedraagt. De bureau-ambtenaren
zouden nu, zoo mogelijk, in klassen
worden verdeeld, terwijl bevordering
naar eene hoogere klasse zou geschieden
naar anciënniteit en bekwaamheid. Op
deze wijze zou er een einde worden gemaakt
aan den ongezonden toestand, dat iemand
die minder practische bekwaamheden be
zit en minder diensten heeft gepresteerd,
beter gesalarieerd wordt dan iemand, die
al sedert verscheidene jaren blijk heeft
gegeven van zyne bekwaamheid en zijn
dienstijver.
Ten bewyzedatdedoorSe-
qua behandelde personen óf niet leden
aan rheumatiek óf slechts schijnbaar ge
nezen waren, wijl de kwaal na korter
of langer tijd terugkeerde, deelt het Nbl.
v. Ned. een geval mede omtrent een
persoon, werkzaam in een groot kleeding-
magazijn iu de Vijzelstraat. Ook hij leed
aan rheumatiek en werd door Sequa be
handeld. De man verheugde zich aan
vankelijk over zijn genezing, hij ver
scheen zelfs weer op het magazyn. Slechts
voor korten tyd, waiat de kwaal heeft
zich weer by hem vertoondzijn handen
zyn even dik als te voren.
De a m 8 t e r d a m s c h e politie
vraagt de opsporing en aanhouding van
zekeren H. A. S., verdacht zich aldaar
aan een belangrijken diefstal te hebben
schuldig gemaakt.
Door do politie te Amster
dam is een man gearresteerd, die uit een
kofier, toebehoorende aan Davenport, een
hoeveelheid fleschjes met de bekende
wrijfolie en zeker bedrag aan geld had
ontvreemd. Vermoedelijk heeft hy met
een valschen sleutel den kofier geopend,
waaruit hy eveneens eenige portretten
van Sequa heeft gestolen. Door deze
laatste voorwerpeD te laten zien, kwam
de dief vanzelf in handen.
Van het beurtschip, varen-
de tusschen Amsterdam en Dokkum, is
Donderdag tusschen Harlingen en Sta
voren over boord gevallen en in de
Zuiderzee verdronken de 23 jarige schip
persknecht Pieter Heistra.
Woensdag is de boerenhof
stede Willemshoevein den polder Het
Noorden, op Tessel, door den bliksem ge
troffen en zeer gehavend. De meubelen
in de woonkamer werden zwaar be
schadigd. Een stoel, waarop even te
voren een kind had gezeten, sloeg tot
splinters, balken werden doorgesneden,
planken versplinterd, aardewerk tot gruis
vermorseld en alles door elkaar gewor
pen. Van het dak waren honderden
pannen gerukt. Gelukkig werd geen
brand veroorzaakt, doch het geheel gelykt
eene ruïne.
De storm van Dinsdagavond
heeft aan twee oppassende lieden te
Zaandam het leven gekost. C. Zwart en
J. Jocgewaard voerden een schuit met
gerst beladen, welke schuit door den
wind bij de Hembrug omsloeg, doordat
I ze hebben gevaren met vaste schoot.
'Zwart is ongehuwd. Jongewaard laat
vrouw en vyf kinderen achter.
De daders van den te Leiden
in den avond van 3 October gepleegden
looddiefstal zijn gebleken te zyn perso
nen, die te 's-Hage te huis behooren en
sedert voor een ander feit aldaar waren
aangehouden.
Door de politie te Leiden
is proces-verbaal opgemaakt tegen een 4-
tal jongens, die bij herhaling diefstal van
fleaschen met wyn en spiritualiën hadden
gepleegd en die zeiven hadden leegge
dronken.
Donderdag avond ia door
een rechercheur der politie te Leiden
aangehouden een kok uit een der hotels
aldaar, die sinds geruimen tyd verdacht
werd diefstal van vleesch en boter te
plegon, hetwelk hy des avonds by zyn
vertrek naar 's-Hage, alwaar hy woont,
medenam. Roeds den vorigen avond werd
hy op heeterdaad betrapt, toen de recher
cheur zioh in den kelder verdekt had
opgesteld. Met het «estolene werd hij
naar het politiebureau gebracht, alwaar
proces-verbaal tegen hem werd opge
maakt.
Een metselaar, werkzaam
aan de gasfabriek te Utrecht bij het
sloopen van een schoorsteen, stortte
daarin naar beneden en was terstond
dood.
By vonnis der arr. recht-
bank te Zutphen, op Donderdag uitgespro
ken tegen J. B. Derieks, oud-notaris,
gewoond hebbende te Winterswijk, is
deze op eigen verzoek, verklaard te zyn
in staat van kennelyk onvermogen.
Nog slechts een paar weken geleden
werd door dezelfde rechtbank op een
verzoek van een dor crediteuren tot
verklaring in staat van kennelyk on
vermogen, afwijzend beschikt, tengevolge
van de toen daartogen namens ge
noemden oud-notaris gevoerde tegen
spraak.
Het schynt dat hij in deze de eer aan
zich heeft willen houden. ZC.)
Men schryft uit 's-Bosch:
De ongeregeldheden werden Donderdag
avond herhaald. Op verschillende plaat
sen zijn gaslantaarns ingeworpen, en hier
en daar raakte een steen de ruiten van
particuliere woningen.
Tot dusverre blyft het gelukkig het
werk van kwajongens. Volwassenen ne
men er niet aan deel, en algemeen wordt
door de bevolking het straatrumoer af
gekeurd.
Een besteller by het Hol-
landsche Spoor te Sneek, vader van
zeven kinderen, kreeg Maandagavond,
naar men veronderstelt door te haastig
eten, een stuk vleesch in de luchtpijp
eD was binnen weinige minuten een lijk
Sedert do invoering der
rijkswet op verzekering ter zake van
invaliditeit en ouderdom (1 Januari
laatstleden) zijn er in de negen maanden
tot op 30 September ingekomen 155,338
aanvragen om uitkeering wegens ouder
dom. Daarvan zijn er 117,735 toege
staan, 24,247 afgewezen en 10,424
onafgedaan gebleven. Ook onder de ge
zamenlijke aanvragen werden er 6562 in
de maand Sept. ingediend.
Het schijnt dat er in Frank-
rijk nog niet genoeg personen een lintje
in het knoopsgat dragen. Dit is althans
het gevoelen van la Francedie voorstelt
allen met een lintje te versieren, die
deel genomen hebben, van verre of van
naby, aan den oorlog van 1870/71, en
met dat doel eene medaille in te stellen.
En om aan dat voorstol meer kracht bij
by te zetten, heeft het blad gebruik
gemaakt van de vinding van het Petit
Journal. Dat wil zeggendat het een
zoogenaamd plebisciet over de zaak heeft
uitgeschreven. Natuurlijk hebben tal van
lezers Jiat op de vraag gegeven, de een
minder, de ander meer met redenen om
kleed. Een oud-vrij williger heeft Paul
de Cassagnac zijne meening te dier zake
gevraagd, en Paul de Cassagnac heeft
nu een uitvoerig artikel er over ge
schreven, waarin hy o. a. zegt, dat in
de overwinning dikwijls minder verdien
ste gelegen is dan in de nederlaag want
de overwinning heeft dadelyk hare ge
neugten, hare belooning, hare bedwel
ming maar de moedig gedragen neder
laag is veeleer eene openbare belooniDg
waard. Hy eindigt met de verklaring,
dat het voorstel zijne volledige goed
keuring wegdraagt.
F en electrische wandelstok.
Een Fransckman heeft een electrischen
wandelstok uitgevonden waarvan de knop
een kleine electrische lamp bevat in
een dik glazen kastje, hetgeen genoeg
zaam licht verspreidi om er in den trein
een courant by te lezen. Een bekend
winkelier te Parys heeft belooft deze
nieuwigheid te „lanoeeren," en hij voor
spelt dat zy veel opgaDg maken zal.
Keizer Wilhelm heeft tot
bevelhebber van het 27e regiment
infanterie benoemd graaf Hartenau, alias
den ex-vorst Alexander van Bulgarije.
Keizerin Friedrich, die
thans met haar dochter Margaretha te
München is, zal geruimen tijd in Italic
gaan doorbrengen.
Nathalie van Servië heeft
voor vier jaren een villa te Biarritz
gehuurd.
Hier heb je een sigaar die je eens
met verstand moet rooken.
O, daarom rook je haar zelf niet.
Deae toont aanleg.
Een kleine schooljongen moet een op
stel maken over het paard. De beschrij
ving van dit nuttige dier is als volgt
Een paard is een edel dier. Het heeft
vier pooten, één aan eiken hoek. Het
heeft een hoofd aan het eene einde en
eene staart aan het andere einde, anders
dan by den olifant, die aan beide einden
een staart heeft.
Het paard is het eenige dier, dat
schoenen draagt, maar hy doet ze niet
uit, als hy naar bed gaat. Als ik paard
was, zou ik graag een koe willen wezen,
omdat een koe niet behoeft te werken.
Een groot offer is gemakkelijker in
één uur to brengen dan duizend kleine
iu den loop der jaren.