TWEEDE BLAD DE STOEL. BLOED- EN D1ERENREGEN. binnenland. GEMEXGD NIEUWS. VARIA. BEHOORENDE BIJ HAARLEM'S DAGBLAD VAN Maandag 19 October 1891. Kent ge dien onden vrek Tabean Ja, wat is er met hem Men heeft hem gÏBtor in een krank zinnigengesticht gebracht. Hoe is 't mogelijk Zoo'n ernstig man met zoo'n helder verstand. Ja, het is toch zoo, ik zal n ver tellen, hoe het komt. Ge weet immers, dat hij nog een schoonmoeder had, eene oude dame, die iu de rue Louis le Grand te Parijs woonde op de tweede verdie ping van een huis, dat haar eigendom was. Eenige maanden geleden is de oude gestorven, haar schoonzoon, als ee ige erfgenaam, haast zich, zoodra alle forma liteiten vervuld zyn, al haar meubelen naar het vorkooplokaal te laten brengen, waar alles voor een prikje verkocht is. Maar enfin, het was toch wat! Vriend Tabeau steekt hot geld inden zak en keert terug naar Fort-Gaucher nadat hij het gedeelte van het huis, dat door zijne schoonmoeder bewoond was geweest, te huur had gehangen. Den volgenden morgen ontmoet de bewoner van de vierde verdieping, een geneesheer, Piton genaamd, de concierge, zekere madame Durand, op de trap en had het volgende gesprek plaats: Madame Durand, zei hjj, waar ia mjjn stoel gebleven Welke stoel, mijnheer Piton? Ge weet wel, de stool, dien ik ge woonlijk op het trapportaal van de tweede verdieping laat staan, opdat mijne moe der, als zij naar boven gaat, onderweg wat kan uitrusten. De armo vrouw is niet zoo heel jong meer en het begint haar lastig te vallen de vier trappen achter elkander te beklimmen. Ach, heer, riep de concierge uit, dan twijfel ik er niet aan of do verhui zers zullen hom meegenomen hebben. De verhuizers Ja, ja, nu begrijp ik alles al, myn heer, gisteren heeft men de meubelen van de overleden eigenaresse, die ver leden maand gestorven is, weggehaald, en daar uw stoel bij de trap stond, heb ben zij dien met de andere meubelen medegenomen. Ja, ja, zoo is heteen mooie grap'. O, dan is het niet erg, hernam de geneesheer, hij zal wol weer terecht komen. Ja, maar, mijnheer Piton, de mouwe eigenaar, de schoonzoon van die armo mevrouw, dio hier gestorven is, heeft gezegd, dat de meubelen naar het ver kooplokaal moesten gebracht worden om te worden verkocht, want maar dit blijft onder ons, dokter men zegt, dat hij zeer gierig is en alles maar te gelde maakt. Waar woont die Harpagon r Ik zal hem eens schrijven. Die Harpa...? O, bedoelt gy mijnheer Tabeau. Die woont te Fort Gaucher. Hij heeft mij echter gezegd zijn adres niet aan de huurders mede te deelen, omdat hij bang; is, dat zij met reparatiën bij hem zullen aankomen, ge begrijpt wol, mijnheer Piton? Ja, ja, ik weet al, hoe ik het zal aanleggen, maak u maar niet ongerust. En de dokter ging heen om zyn vi_ 8ites te doen. Nog denzelfden avond schreef bij een xeer beleefden brief aan zyn nieuwen buisbaas, waarin by hem mededeelde, welke vergissing er had plaats gehad, en onkunde veinzende over het vervoeren naar het verkooplokaal en den verkoop der meubelen van de moeder van den heer Tabeau, verzocht hy hem beleefd zyn stoel terug te doen bezorgen. Acht dagen gaan voorby zonder dat er antwoord komtdoch daar komt op eens de eigenaar als uit de lucht vallen in de rue Louis le Grand, hy gaat naar de vierde verdieping en vindt daar de moeder van den dokter alleen thuis; deze waB uitgegaan. Met heel veel drukte spreekt hy de verschrikte moeder al dus aan Mevrouw, ik ben uw zoon niets sehuldig. Wat liet hy den stoel ook op het portaal Btaan is dat ook een plaats om stoelen te laten staan het is zyn eigen schuld, dat hy hem kwijt is En zoo bleef hij nog ongeveer een kwar tier aan den gang tegen de arme mevrouw Piton die er zoo van ontsteld was, dat I zij gedurende versoheidene dagen de kamer moest houden. Toen de dokter, die innig veel van zijne moeder houdt, thuis kwam en haar 1 zoo ontdaan vond door de toespraak van den eigenaar, werd by bleek van woede, zette zyn hoed weer op en liep de deur uit. Eene week later kwam een kapitein van de cavalerie met zyn lange sabel op zy in het concierge-kamertje van I Made. Durand. Hebt gy kamera te huur, madame Om u te dienen, mynheer. Voor hoeveel? Voer twaalfhonderd franken. Op welke verdieping? Op de tweede. Zijn zij te zien Wel zeker, mijnheer, het zyn de kamers van de vorige eigenares, die over leden is en die nu aan haar schoonzoon den heer Tabeau behooren, welke heer, die te Fort-Gaucher woont, al hare meu bels heeft doen verkoopen, terwijl hij mij vooral op het hart heeft gedrukt zijn adres niet bekend te maken aan de 1 huurders, met het oog op eventueele reparatiën, begrijpt u Ja, ja, dat begrijp ik wel. De kapitein bezoekt de vertrekken, vindt het geheel naar zijn genoegen, doch wil er niet meer voor geven dan duizend frank. Daarvoor mag ik het u niet ver huren, mijnheer. Gij zoudt hierover mijn heer Tabeau zelf moeten spreken. Als gij er op gesteld zyt, wil ik myn zoon wel een briefje aan hem laten schrijijen; u moet weten, mijnheer, dat mijn zoon mij tot seeretaris dient. Welnu, madame, wil dan den heer Tabeau verzoeken, hier te zijn aanstaan den Woensdag om twaalf uur, dan kun neu wij het misschien nog wel ééni worden. De kapitein ging heen. Den volgenden Woensdag kwam onze vriend Tabeau met den trein, wat hem voor zijn retourkaartjo 3e klas 9 frank 120 kostte en zat den gehe.elen na- I middag in de kamer van de concierge te wachten op den kapitein, die niet verscheen. Des avonds was hij woedend en ver trok met den laatsten trein naar zijne woonplaats, alle officieren van de cava lerie verwensehende. Twee dagen daarna, vraagt eene oude dame met een eerbiedwaardig voorkomen, dezelfde kamers te mogen zien. Ook haar bevallen zij goed, zij vindt den prys niet te hoog, doch wilde gaarne water in de keuken hebben, overigens zou zij alle reparatiën, die noodig mochten blijken, voor hare rekening nemen. Ik zou den eigenaar wel eens wil len zien, zeide zij tot de concierge, om met hem over de zaak te spreken, eerst dan zal ik een besluit nemen. Ik zal hem van avond een brief doen schrijven door myn zoon, mevrouw, want hij woont te Fort-Gaucher, hij heeft my vooral op het hart gedrukt toch vooral zijn adres niet op te geven aan de huurders, met het oog op mogelyke reparaties, begrijpt u, mevrouw O, heel goed, maar hy behoeft geen enkele reparatie te betalen, daar ik alles voor mijn rekening neem. Gij kunt hem dit vrij schrijven en hem verzoeken overmorgen-middag tegen twee uur hier te zijn. Op den bepaalden dag betaalde onze Tabeau weer 9 fr. 20 voor een retour kaartje derde klasse en kwam op ïyd in zijn huis aan, waar hij weer tot'sav. bij de concierge zat te wachten op de eerbiedwaardigen oude dame. Ook deze verscheen niet. Woedend over deze tweede vergeef- sche reis, ging de arme man naar huis onderweg telkens optellende, welke uit gaven deze nuttelooze reis hem weer had veroorzaakt. Nauwelyks was hy thuis gekomen of hij ontving opnieuw een brief van den zoon der concierge. Deze maal zou het toch wel ernstig gemeend zijn, want een deurwaarder vroeg het te huur. Maar men maakt van een huis, tot nu toe door gewone menschen uewoond, niet zoo in eens een deurwaarderskantoor zonder eenige veranderingen Tan binnen. Het gevolg was dusopnieuw een reis naar Parijs, wat hem aan een retourkaartje derde klas weer 9 fr. 20 kortte. Zooals men al t egrepen zal hebben was de deur waarder niet op de bijeenkomst en voor dat hij, nog woedender dan den vorigen keer huiswaarts koerde, zag Tabeau in een almanak dat er geen deurwaarder van den naam, die aan de congierge was opgeven, in Parys bestond. Nog tweemaal werd by zoo door drin gende brieven naar Parys geroepen en laDgelokt door de hoop eindelijk voor joeö een huurder te vinden, ging hij er heen, doch beide malen was hij weer alleen op het rendez-vous; het was of 't noodlot er mee speelde Kortom, deze ongelukkige geschiedenis van het te huur hangende huis heeft hem zoo buiten zich zeiven gebracht, dat hij er zyn verstand by verloren heeft en zooals ik u zei, heeft men hem gister in een krankzinnigengesticht gebracht. Ik geloof wel, dat dokter Piton meer weet van die valsche huurders, die onzen armen Tabeau het hoofd op hol gebracht hebben Eenigen tijd geleden werd een ver haal uit Beriyu meegedeeld, van een insectenregen. Dicht als regendroppels kwamen gevleugelde mieren op een ge- heele Btadswyk neer; de straten waren er mee bezaaid. En nu weer las men onlangs in de duitscho bladen een bericbt uit Miio- chenmillioenen vlinders zyn daar op de stad neergevallen. Er waren huis muren, die van onder tot boven er mee bedekt waren. In eenige bierhuizen waren de opgehangen hoeden en jassen onder zulk een laag bedolven, dat de eigenaars ze in den steek lieten. Straat lantaarns gaven geen licht meer. Wij hebben hier te doen met merk waardige verschijnselen, wier verklaring niet altyd even gemakkelijk is. Zeker is het, dat de wind, vooral de hooswind, daarbij een groote rol speelt. Hoe wil men anders een regen van larven ver klaren of van padden of kikvorschen Het sterkste verhaal daaromtrent wordt medegedeeld door een grieksch geschied schrijver uit de vierde eeuw vóór Chris tus. Toen heeft het aan de Middel- landsche zeekust hier en daar zoo verba zend veel kikvorschen geregend, dat de huizen en wegen er vol van waren. Men sloot daarom deuren «n vensters en doodde ze waar men kentoch vond men ze gekookt iu den etenspot. De ontbinding der meoigta dieren maakte door afschuwelijkoü ?tank het land on bewoonbaar. Vindt men dit verhaal wat onbe trouwbaar, omdat het „zoover weg ligt", dan is er een ander,dichter bij. In 1865 viel er bij Doornik, in Vlaanderen, terwijl het plotseling regende, zoo'n massa kik vorschen neer, dat men rondom niet an ders zag dan die beesten, van dezelfde groote en kleur. En in 1847 nog viel er te Cahors, in het zuiden van Frankrijk, een regen van padden. Zonder krachtige windhozen is een dergelijk verschijnsel niet verklaarbaar. Iets anders is het, als vliegende insec en in groot8n getale neerkomen zooals sprinkhanen, meike vers en mieren. Dat kan zijn om voedsel te zoeken, of door aantrekking van fel licht, zooals bijvoorbeeld die vlinderregen onlangs te Müoehen, die aan het electrisch licht wordt toegeschreven. Maar ook de wind en het paren in den nazomer hebben er invloed op, de wind voor de richting en het paren voor de opeen hooping. Vooral sprinkhanen en meikevers kunnen een vreeselijke plaag wordenze vreten alles af op het veld en zijn soms zoo ongeloof lijk talrijk, dat het geval zich heeft voorgedaan, dat molenwieken er door werden stil gehouden, en dat zeventien duizend kilo doode insecten van den grond werden opgeschept. Maar bloedregen Is dat werkelijk bloed geweest? Ja. zeggen tal van schrij vers uit vroeger eeuwen. In 582 vielen te Parys groote bloeddroppels de klee- ren zaten vol. En een honderd jaar later over heel Frankryk en toen in Hongarije en toen in Milaan en toen in Duitsch land, bloed, altsmaal echt bloed. De eenige manier waarop men bet wist te verklaren, was, dat het een boos voor- teekeu was. Eerst in onze eeuw kwam men achter do waarheid. Den l4n Maart 1813 na melijk had er aan de zuidkust van Italië zulk een verschijnsel plaats, dat door een geleerde van bet begin af grondig werd bestudeerd. Zijne beschrijving luidt als volgt: Een dichte wolk kwam aandry vod uit zee. Toen de wind ging liggen, was de lucht zwaar betrokken, eerst met lichtroode dampen, later met vuurroode. De duisternis was om vier uur reeds volkomen, zoodat het volk, verschrikt door den vroegtijdigen nacht, bij drom men naar de kerk liep om te bidden. De kleur der lucht werd die van rood gloeiend ijzer, de donder begon te rollen en het gebulder der golven drong van verre door. Toen vielen groote druppels gekleurde regen neer, die door sommigen voor bloeddroppels, door anderen voor stukjes vuur werden aangezien. Na eenige uren werd de lucht weer helder en de kalmte keerde terug. Die regen liet een stof achter, kaneel- kleurg. Door een vergrootglas vertoonde die stof zich als ontelbare, kleine,- harde lichaampjes. Werden deze verwarmd, dan werden ze eerst bruin, daarna zwart en eindelijk rood. In dit laatste geval zag men er zelfs met het bloote oog een aantal schitterende blaadjes ic, uit geel mica bestaande, eeDO stof, die in kachel deurtjes cn voor lampenhoedjes gebruikt wordt. Verder vond men kiezel, albumine, kalk, yzor en chroom. Dezen keer had men de zaak dus goed bekeken, maar de oorzaak werd men nog niet gewaar. In 1846 echter kwam men een grooten stap verder. Het bleek toen namelijk, dat in het zuiden van Europa in tal van streken een modder regen was gevallen, die, na nauwkeurig te zyn onderzocht, drie en zeventig soorten van plantjes en diertjes bleek te bevatten, waarvan enkele alleen uit Zuid- Amerika afkomstig, en hoogst vermoe delijk door den wind aangebracht. Vier dagen moesten ze voor den overtocht noo dig hebben gehad. In '62 had weder zoo'n modderregen plaats. Zoolang 't neervallende vochtig was, had het eeuigszins de kleur van bloed droog, bleek het uit een fijne, geelkleurige aarde te bestaan. Weder werd deze onderzocht en vol infusie diertjes bevonden. Verscheidene malen hadden, na dezen regen, zandregens plaats, ongetwijfeld uit de woestyn Sahara aangevoerd. Alles by alles, kan men thans met zekerheid zeggen, dat de zoogenaamde bloedregens werkelijk hebben plaats gehad en BKt bizonder zeldzaam zynverder dat zy ontstaan door verplaatsing van rood zand. In deze eeuw heeft men ze zes en twintig malen waargenomen. De zoogenaamde zwavelregens zijn gebleken te zijn ont- staan uit het stuifmeel van pijnboomen. Melkregens bevatten krjjtaarde. De afgetreden minister van Waterstaat heeft indertijd een koninklijk besluit weten uit te lokken, waarby de zoogenaamde bureau-ambtenaren en de ambtenaren by den algemeenen dienst van den waterstaat met 1 April 11. eene vaste aanstelling verkregen, waarnaar velen reeds sedert twintig en meer jaren te vergeefs hadden uitgezien. Ook heeft hy zorg gedragen, dat genoemde ambte naren deelgerechtigd werden in het pensioenfonds en in het weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren, terwijl een gedeelte van de tijdelijke dienstjaren zal medetellen bij de bereke ning van het pensioen. Naar wy vernemen, gaat de nieuwe minister van Waterstaat op dezen goe den weg voort en heeft hij reeds stappen gedaan om de verbetering algemeen te maken. Nog steeds kunnen ambtenaren als hierboven zijn bedoeld, worden aange steld op een maandelijksch traktement, dat verschilt tusschen ƒ25 en ƒ75, ter wijl het maximum traktement f 125 a 1/130 bedraagt. De bureau-ambtenaren zouden nu, zoo mogelijk, in klassen worden verdeeld, terwijl bevordering naar eene hoogere klasse zou geschieden naar anciënniteit en bekwaamheid. Op deze wijze zou er een einde worden gemaakt aan den ongezonden toestand, dat iemand die minder practische bekwaamheden be zit en minder diensten heeft gepresteerd, beter gesalarieerd wordt dan iemand, die al sedert verscheidene jaren blijk heeft gegeven van zyne bekwaamheid en zijn dienstijver. Ten bewyzedatdedoorSe- qua behandelde personen óf niet leden aan rheumatiek óf slechts schijnbaar ge nezen waren, wijl de kwaal na korter of langer tijd terugkeerde, deelt het Nbl. v. Ned. een geval mede omtrent een persoon, werkzaam in een groot kleeding- magazijn iu de Vijzelstraat. Ook hij leed aan rheumatiek en werd door Sequa be handeld. De man verheugde zich aan vankelijk over zijn genezing, hij ver scheen zelfs weer op het magazyn. Slechts voor korten tyd, waiat de kwaal heeft zich weer by hem vertoondzijn handen zyn even dik als te voren. De a m 8 t e r d a m s c h e politie vraagt de opsporing en aanhouding van zekeren H. A. S., verdacht zich aldaar aan een belangrijken diefstal te hebben schuldig gemaakt. Door do politie te Amster dam is een man gearresteerd, die uit een kofier, toebehoorende aan Davenport, een hoeveelheid fleschjes met de bekende wrijfolie en zeker bedrag aan geld had ontvreemd. Vermoedelijk heeft hy met een valschen sleutel den kofier geopend, waaruit hy eveneens eenige portretten van Sequa heeft gestolen. Door deze laatste voorwerpeD te laten zien, kwam de dief vanzelf in handen. Van het beurtschip, varen- de tusschen Amsterdam en Dokkum, is Donderdag tusschen Harlingen en Sta voren over boord gevallen en in de Zuiderzee verdronken de 23 jarige schip persknecht Pieter Heistra. Woensdag is de boerenhof stede Willemshoevein den polder Het Noorden, op Tessel, door den bliksem ge troffen en zeer gehavend. De meubelen in de woonkamer werden zwaar be schadigd. Een stoel, waarop even te voren een kind had gezeten, sloeg tot splinters, balken werden doorgesneden, planken versplinterd, aardewerk tot gruis vermorseld en alles door elkaar gewor pen. Van het dak waren honderden pannen gerukt. Gelukkig werd geen brand veroorzaakt, doch het geheel gelykt eene ruïne. De storm van Dinsdagavond heeft aan twee oppassende lieden te Zaandam het leven gekost. C. Zwart en J. Jocgewaard voerden een schuit met gerst beladen, welke schuit door den wind bij de Hembrug omsloeg, doordat I ze hebben gevaren met vaste schoot. 'Zwart is ongehuwd. Jongewaard laat vrouw en vyf kinderen achter. De daders van den te Leiden in den avond van 3 October gepleegden looddiefstal zijn gebleken te zyn perso nen, die te 's-Hage te huis behooren en sedert voor een ander feit aldaar waren aangehouden. Door de politie te Leiden is proces-verbaal opgemaakt tegen een 4- tal jongens, die bij herhaling diefstal van fleaschen met wyn en spiritualiën hadden gepleegd en die zeiven hadden leegge dronken. Donderdag avond ia door een rechercheur der politie te Leiden aangehouden een kok uit een der hotels aldaar, die sinds geruimen tyd verdacht werd diefstal van vleesch en boter te plegon, hetwelk hy des avonds by zyn vertrek naar 's-Hage, alwaar hy woont, medenam. Roeds den vorigen avond werd hy op heeterdaad betrapt, toen de recher cheur zioh in den kelder verdekt had opgesteld. Met het «estolene werd hij naar het politiebureau gebracht, alwaar proces-verbaal tegen hem werd opge maakt. Een metselaar, werkzaam aan de gasfabriek te Utrecht bij het sloopen van een schoorsteen, stortte daarin naar beneden en was terstond dood. By vonnis der arr. recht- bank te Zutphen, op Donderdag uitgespro ken tegen J. B. Derieks, oud-notaris, gewoond hebbende te Winterswijk, is deze op eigen verzoek, verklaard te zyn in staat van kennelyk onvermogen. Nog slechts een paar weken geleden werd door dezelfde rechtbank op een verzoek van een dor crediteuren tot verklaring in staat van kennelyk on vermogen, afwijzend beschikt, tengevolge van de toen daartogen namens ge noemden oud-notaris gevoerde tegen spraak. Het schynt dat hij in deze de eer aan zich heeft willen houden. ZC.) Men schryft uit 's-Bosch: De ongeregeldheden werden Donderdag avond herhaald. Op verschillende plaat sen zijn gaslantaarns ingeworpen, en hier en daar raakte een steen de ruiten van particuliere woningen. Tot dusverre blyft het gelukkig het werk van kwajongens. Volwassenen ne men er niet aan deel, en algemeen wordt door de bevolking het straatrumoer af gekeurd. Een besteller by het Hol- landsche Spoor te Sneek, vader van zeven kinderen, kreeg Maandagavond, naar men veronderstelt door te haastig eten, een stuk vleesch in de luchtpijp eD was binnen weinige minuten een lijk Sedert do invoering der rijkswet op verzekering ter zake van invaliditeit en ouderdom (1 Januari laatstleden) zijn er in de negen maanden tot op 30 September ingekomen 155,338 aanvragen om uitkeering wegens ouder dom. Daarvan zijn er 117,735 toege staan, 24,247 afgewezen en 10,424 onafgedaan gebleven. Ook onder de ge zamenlijke aanvragen werden er 6562 in de maand Sept. ingediend. Het schijnt dat er in Frank- rijk nog niet genoeg personen een lintje in het knoopsgat dragen. Dit is althans het gevoelen van la Francedie voorstelt allen met een lintje te versieren, die deel genomen hebben, van verre of van naby, aan den oorlog van 1870/71, en met dat doel eene medaille in te stellen. En om aan dat voorstol meer kracht bij by te zetten, heeft het blad gebruik gemaakt van de vinding van het Petit Journal. Dat wil zeggendat het een zoogenaamd plebisciet over de zaak heeft uitgeschreven. Natuurlijk hebben tal van lezers Jiat op de vraag gegeven, de een minder, de ander meer met redenen om kleed. Een oud-vrij williger heeft Paul de Cassagnac zijne meening te dier zake gevraagd, en Paul de Cassagnac heeft nu een uitvoerig artikel er over ge schreven, waarin hy o. a. zegt, dat in de overwinning dikwijls minder verdien ste gelegen is dan in de nederlaag want de overwinning heeft dadelyk hare ge neugten, hare belooning, hare bedwel ming maar de moedig gedragen neder laag is veeleer eene openbare belooniDg waard. Hy eindigt met de verklaring, dat het voorstel zijne volledige goed keuring wegdraagt. F en electrische wandelstok. Een Fransckman heeft een electrischen wandelstok uitgevonden waarvan de knop een kleine electrische lamp bevat in een dik glazen kastje, hetgeen genoeg zaam licht verspreidi om er in den trein een courant by te lezen. Een bekend winkelier te Parys heeft belooft deze nieuwigheid te „lanoeeren," en hij voor spelt dat zy veel opgaDg maken zal. Keizer Wilhelm heeft tot bevelhebber van het 27e regiment infanterie benoemd graaf Hartenau, alias den ex-vorst Alexander van Bulgarije. Keizerin Friedrich, die thans met haar dochter Margaretha te München is, zal geruimen tijd in Italic gaan doorbrengen. Nathalie van Servië heeft voor vier jaren een villa te Biarritz gehuurd. Hier heb je een sigaar die je eens met verstand moet rooken. O, daarom rook je haar zelf niet. Deae toont aanleg. Een kleine schooljongen moet een op stel maken over het paard. De beschrij ving van dit nuttige dier is als volgt Een paard is een edel dier. Het heeft vier pooten, één aan eiken hoek. Het heeft een hoofd aan het eene einde en eene staart aan het andere einde, anders dan by den olifant, die aan beide einden een staart heeft. Het paard is het eenige dier, dat schoenen draagt, maar hy doet ze niet uit, als hy naar bed gaat. Als ik paard was, zou ik graag een koe willen wezen, omdat een koe niet behoeft te werken. Een groot offer is gemakkelijker in één uur to brengen dan duizend kleine iu den loop der jaren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 5