POLITIEK OVERZICHT.
dei orde te Weenen ingestelde Mariaoer-
kruisen bij besluit van 2 Nov. aan
den gepensioneerden ritmeester G. J.
M. baron Taets van Amerongen van
Natewisch, tot het aannemen en dragen
der versierselen van commandeur met
der Ster der orde van de Waakzaamheid
of van den Witten Valk, hem door
Zijne Koninklijke Hoogheid den groot
hertog van Saksen-Weimar-Eisenach
toegekend.
Bij kon. besluit van November is J.
II. L de Haas, kunstschilder te Brussel,
benoemd tot nederlandschen commis
saris voor de in 1892 te München te
houden internationale kunsttentoonstel
ling, ten einde de belangen van de
nederlandsche kunstenaars aldaar te be
hartigen.
Eerste Kamer Van Naamen van Eemnes F
nog niet zeer lang geleden deed het
zelfde blad ons kennis maken met een
zekeren „M onsieur Wanwater-
staad", die bij onze Tweede Kamer
een wetsontwerp had ingediend. Met
een weinigje goeden wil liet zich in dat
geval de bedoeling radengemeend
was de minister van Waterstaat. Wie
echter geeft ons inlichtingen omtrent
onzen vredeminnenden landgeuoot„mon-
sieur Yonnamea"
Het comité voor de in 1892
te Scheveningen te houden sportvissche
rij- en paardententoonstelling heett de
mededeeling ontvangen, dat het H. M.
de Koningin-weduwe-regentes behaagd
heeft het beschermvrouwschap dier ten
toonstelling te aanvaarden.
Het voornemen is om de
eerste dagen na de hervatting van de
werkzaamheden der Tweede Kamer te
wijden aan het onderzoek in de afdee
lingen van laatstelijk ingekomen wets
ontwerpen, o. a. betreffende de tijdelijke
versterking der militie en de staalslee
Ding.
De beraadslaging over de indische
begrooting zou dan niet vóór 17 No
vember beginnen.
De heer M. H. Insinger, lid
van de Eerste Kamer, is te Driebergen
overleden.
De uitslag d e r v e r k i e z 1 n g
van een lid der Provinciale Staten in
het district Helder is, dat er eene her
stemming moet plaats hebben tusschen
deheeren G, J. O. D. Dikkers (liberaal)
die 251, en I. Kor ver (antiv.-rev.) die
234 stemmen verkreeg.
Er is eene algemeene rijks
wet op het wielrijden in bewerking. In
verband hiermede wordt door het be
stuur van den „Algemeenen Nederland
schen Wielrijdersbond" opgave gevraagd
van ieder, die ten behoeve van zijn
beroep of bedrijf van een rijwiel ge
bruik maakt. Dit is het middel om mo
gelijke bepalingen te voorkomen, die
het gebruik van dit middel van vervoer
bemoeilijken. Daaruit toch zal kunnen
blijken, in hoeverre het rijwiel niet
slechts voor zeer velen eene uitspan
ning is, maar voor velen ook een prac
tisch hulpmiddel bij hun bedrijf.
Door het provinciaal kerk-
bestuur van Noord-Holland zijn toege
laten tot de evangeliebediening de heeren
B. ten Cate Bz. en W. H. Lieftinck,
candidaten in de godgeleerdheid aan de
universiteit te Amsterdam.
Voor eene stampvolle zaal
is Woensdagavond mr. O. J. H. graaf
van Limburg Stirum, uit Den Haag, de
telentvolle en sympathieke ij veraar voor
de Christelijke zending in Ned. Indie,
te Groningen opgetreden.
In eene met aandacht gevolgde rede
wees de heer Van Stirum op het groote
gewicht der zending, ook uit een sociaal
en staatkundig oogpunt.
Nederlandsche namen
zegt De Tijd hebbem van de dagen,
waarin Boileau de bekende satire dichtte,
waarin de verovering van de vesting
lolhuus en de overwiuning op generaal
Wurz werden verheerlijkt, voor Franschen
altijd groote moeilijkheden opgeleverd.
Men kan dan ook zeggen, dat bet eene
uitzondering is, indien men in een
fransch blad een hollandschen naam
juist gespeld vindt. Wie bijv. mag wel
bedoeld zijn met den nederlandschen
gedelegeerde „M. Yonnamea", die
volgens de Univers op het vredescon
gres te Rome eene fransche redevoering
hield Toch niet de voorzitter der
In het „O d o n" te Amster
dam werd Zondagavond, onder voor
zitting des heeren Martin Wolf, eene
algemeene vergadering gehouden, van
de „Vereeniging tot bevordering van
het vreemdelingenverkeer." Namens het
bestuur werd medegedeeld, dat het plan
betreffende de aanbieding van eene
fontein aan het Vondelspark niet is
kunnen doorgaan, aangezien het bestuur
van het Park de aanneming om finan
cieele redenen te bezwarend vond.
Vandaar dat het bestuur van het
Yreemdelingen verkeer" niet verder
durfde vragen om verdere geldelijke
gitten, ten einde het benoodigde bedrag
voltallig te maken, en meende het niet
beter te kunnen doen dan de reeds
bijeengebrachte gelden, aan de intee
kenaren, onder dankbetuiging, terug te
geven.
De heer Vette winkel was van oordeel,
dat het beter ware de toestemming der
gevers te vragen tot het stichten eener
flinke monumentale fontein op hetFre-
deriksplein. De heer De Vries zou het
betreuren, als het eenmaal opgevatte
plan tot stichting der fontein in het zoo
geliefde Vondelspark moest worden op
gegeven, en opperde het denkbeeld om
alsnog bij het bestuur van het Vondels
park aan te driDgen op medewerking
en overigens te trachten bij de stadge-
nooten het ontbrekende geld te vragen.
De heer Den Tex, secretaris van het
Vondelspark, wees op de moeilijkheden,
verbonden aan de stichting eener mo
numentale fontein. Vooreerst de kosten,
die hij op minstens 10.000 schatte
voor grondwerk, wateraanvoer enz. Dan
is het park niet eens zoo geschikt voor
een monumentaal iets. Het monument
voor Vondel bewijst het. Het Park zelf
is monument genoeg voor Vondel; de
uitgave door Van Lennep van Vondels
werken acht hij schooner monument
voor den dichter.
Voorts rijzen er moeilijkheden, door
dien het Park voor een groot deel
onder Nieuwer-Amstel behoortals dat
eenmaal ophoudt, staan de handen
vrijer, en kan het water der Vechtwa
terleiding gemakkelijker overal in het
Park worden gebracht. Hij drong er
dus op aan om voorgoed van het plan-
Vondelspark af te zien.
Een lid wenschte, nu de zaken een
maal zoo staan, het reeds bijeenge
brachte geld bijeen te houden in af
wachting dat men een nieuw plan vindt.
De voorzitter zegt onder alle waar -
deering voor hetgeen Amsterdam ver
schuldigd is aan het bestuur van het
Park dat het te betreuren is dat
var. de zijde van dit bestuur niet meer
toenadering is ondervonden. Als men
geweten had, hoe het Parkbestuur, blij
kens hetgeen de heer Den Tex thans
mededeelt, over de zaak dacht, had
het bestuur van „Vreemdelingenverkeer"
veel moeite achterwege kunnen laten.
Wat de bestemming der gelden aan
gaat, acht het bestuur zich niet bevoegd
aan de bijeengebrachte gelden eene
andere bestemming dan de oorspronke
De heer Van Nierop verklaart zich
tegen de beschikbaarstelling der gelden
ongeveer een bedrag van 5000.
De heer Ve: te winkel wenschte althans
uit de niet terug te vragen gelden een
fonds gesticht te zien. Ook een ander
lid wenschte dat het bestuur de be
schikking hield over de bijeengebrachte
gelden.
De voorzitter gaf hierna te kennen,
dat het bestuur de gelden ter beschik
king van de gevers zou stellen, onder
mededeeling dat uit de bedragen, die
op een bepaalden datum niet mochten
zijn afgehaald, een fonds zal gevormd
worden, dat later, bij voorkomende ge
legenheid, voor een gelijksoortig doel
zal zijn te gebruiken, en sloot de ver
gadering.
Examens in de v r ij e- en orde
oefeningen der gymnastiek te Amsterdam
op 5 November.
Toegelaten de heerenH. Hoff, van
Enkhuizen; C- Schaap, van Tessel; J.
Goedhard, van Muiden G. Koel van
Nieuwer-Amstel; J. Veld, van Enkhui'
zen J. B. van Dorp, van Haarlem
P. C Bakker en J. Sonnevelt, van
Alkmaaren P. Maars, van Berkhout.
Te 's-Gravenhage geëxamineerd6
dames, van wie afgewezen 1 en toegelaten
5, t. w. de dames J. C. M. Pieck, A.
J. J. Mutsaers, F. A. B. Zwartjes, M.
S. J. Neujean, allen van Den Haag;
en M. van Vrijberghe de Comogh van
Lisse; en geëxamineerd 12 heeren, van
wie afgewezen 5 en toegelaten 7, t. w.
de heeren S. J. van Efferen, van Strijen
A. Dirks, van Leiden; H.Bouman,van
DordrechtC. van Dijk, van Rotterdam
W. Bronkhorst, van VlaardingenR.
Keegstra, van Sliedrechten P. A.
Versluijs, van Den Haag.
De nieuwe postzegels zijn
nog steeds een zeldzaamheid. In de
winkels te Amsterdam ziet men ze te
koop hangende zegels van 5 cent
voor het dubbele bedrag, zegels van
12% ct. voor 20 ctde kaarten van
ct. voor 12^ ct. Óndanks deze prijs-
verhooging moet er werkelijk nog eenige
handel zijn onder de ongeduldige hef
hebbers
Men meldt uit Amsterdam:
Op een adres van A. C. Wertheim c. s
waarbij zij, ten behoeve van de op te
richten vereeniging „De Amsterdamsche
Bad- en Zweminrichting", verzoeken om
eene gemeenschappelijke rentegarantie
van j'/io pet. over het benoodigde kapi
taal, groot f 400,000, en om afstand in
erfpacht van een terrein, is door B. en W.
een afwijzend praeadvies uitgebracht.
Terecht, dunkt ons, zijn B. en W. van
oordeel, dat als de gemeente vermeerde
ring der gelegenheid tot lichamelijke
reiniging mocht willen steunen, het meer
aanbeveling verdient dit geld te besteden
tot bevordering van de oprichting van
kleinere gelegenheden tot het nemen
van regenbaden, door de geheele stad
verspreid, dan door den bouw van eene
enkele kostbare zwem en badinrichting,
waarvan uit den aard der zaak slechts
een klein gedeelte der kevolking het
volle genot kan hebben.
Te Alkmaar is aan de Wog
numeche Buurt een kind door den
spoortrein aangereden. Het bekwam be
langrijke kwetsuren, gelukkig niet doo
delijk.
Bij het reg. grenadiers en
jagers zijn reeds enkele miliciens, die 1
November voor vier maanden met
verlof vertrokken, vrijwillig teruggekeerd,
lijke te geven, en derhalve ontraadt hetomdat zij geen werk en geen eten
de aanneming van het veorstel des vonden.
heeren Vettewinkel. Het bestuur ver-1 De persoon B. A. D, een ge-
zoekt dus décharge van het plan eener gageerd militair van het indische leger,
fontein, de onderhandelingen met het wiens aanhouding en opzending door
bestuur van het Vondelspark als geëin- i den officier van justitie te Rotterdam
digd te beschouwen en de geschonken in het Politieblad verzocht werd, is
gelden ter beschikking te stellen van de door de politie te Harderwijk aange-
gevers. houden.
Men meldt uit Zaandijk:
Uit onderzoekingen van voedingsmid
delen, die vanwege de afdeeling het
Witte Kruis door dr. van Hamel Roos
gedaan zijn, is gebleken, dat van 75
monsters melk 1 zeer voldoende was,
35 voldoende en 39 onvoldoende; van
15 monsters karnemelk waren alle on
voldoende; 1 monster rijstmeel, uit
Italië ingevoerd, was belangrijk vervalscht
met marmer; van 2 monsters koffie-
boonen bleken de boonen ontdaan van
caffeïae, olie en andere hoofdbestand-
deelen, 1 monster kunstkoffie bestond
hoofdzakelijk uit geroosterd meel; een
monster corned beef was met schimmel
overdekt.
Omtrent de te Sibbe (Lirn
burg) gevonden voor-historische schild
pad worden van deskundige 'zijde de
volgende bizonderheden gemeld
De Chelonia Hofmanni Graij van
Sibbe is een zeer jong efcemplaar en
slechts 0.3 M. groot.
Hoofd, borden, het geheele achterstik
en verschillende der vereischte 13 stuk
ken ontbreken er aan.
Een dergelijk exemplaar, even groot
als het gevondene, bevindt zich thans
nog in het museum Ubaghs te Maas
tricht. I111875 vond de palaeontoloog C.
Ubaghs een exemplaar van Chclo?iia
Hojjmanni van 1.45 M. lengte en van
0.47 M. breedte. Dit is de grootste
schildpad uit de limburgsche krijtzee
van het tweede tijdvak dezer aardvor
ming.
Bovendien werden nog een aantal
groote stukken gevonden van hetzelfde
dier te Neder-Cannes, Maastricht, Vilt,
enz., die te Brussel, Leiden, Maastricht
enz. bewaard blijven.
De vrouw en de dochter van
zekeren Ldie met de tram naar Win
schoten waren geweest om eenige bood
schappen te doen, sprongen bij haar
woning te Finsteiwold uit de in vaart
zijnde tram. De dochter viel daarbij
op de moeder, rolde onder de tram en
brak beide beenen kort boven den voet.
van het korps, thans gedetacheerd b
het koloniaal werfdepot;
bij het 7e reg., tot majoor, de kapi
tein L. P. van der Wal, van het 40 reg.
De nieuwbenoemde majoors provin
ciaal-adjudanten W. B. van den Bosch
en D. J. H. N. den Beer Poortugael
krijgen resp. Haarlem en Zwolle tot
standplaats.
De gepensioneerde luit. kolonel
van den provincialen staf J. G. Vorst
man is in den ouderdom van 50 jaren
te Ginneken, bij Breda, overleden.
Bij 's rijks werf te Amsterdam
worden toebereidselen gemaakt voor het
te water laten van Hr. Ms. ramschip
Reinier Claessendat in 1890 bij de
Kon. fabriek aldaar is op stapel gezet.
Dit schip moet het volgend jaar voor
den dienst gereed komen.
De ie luit. J. W. F. Cassa, van
het 70 reg. inf. te Amsterdam wordt in
den a. s. winter belast met de vrijwillige
oefeningen in den wapenhandel te Zaan
dam.
De ie luit. Wijnaends, van het
reg. grenadiers en jagers, die benoemd
is tot kapitein bij de ma-échaussée,
wordt ingedeeld bij de 3 divisie en
krijgt Zwolle als standplaais.
RECHTSZAKEN.
De rechtbank te Amsterdam veroor
deelde 1 >onderdag Kempe Rooseboom
wegens doodslag, gepleegd op Maria
Beijl, tot 5 jaren gevangenisstraf De
rechtbank nam dus de z. g. krankzin
nigheid van den dader niet aan.
Letteren en Kunst.
De Duitsche Opera te Amsterdam
heett opgehouden te bestaan.
De Ned. Toonk.-Vereeniging telde
in 1891 185 gewone en 292 belangstel
lende leden (15 en 3 meer dan in 1S90).
Aan de examens namen 43 dames en
13 heeren deeluit het ondersteunings
fonds werden aan 2 gewone leden tot
een bedrag van 300 gd. bijdragen ver
leend. Het fonds klom van 6773 tot
7470 gd.
Leger en Vloot.
Bij kon. besl. zijn de luit.-kolonels
F. H. Ampt, prov. adj. in Overijssel,
en G. F. Zürich, prov. adj. in Noord-
Holland, op pensioen gesteld, en het
bedrag van het pensioen bepaald voor
eerstgenoemde op f 1754, voor laatst
genoemde op ƒ1742.
Bij kon. besl. zijn benoemd
tot provinciale adjudant in Noord
holland, de majoor W. B. van den
Bosch, van het 4* regiment infanterie;
tot majoor en provinciale adjudant
in Overijssel, de kapitein D. J. H. N.
Den Beer Poortugael, van het instructie
bataljon.
Bij kon. besl. zijn benoemd:
bij het wapen der infanterie, tot
kapitein, de eerste luitenant A. W. S.
Schut, van het wapen, gedetacheerd bij
de landmacht in Westlndië;
bij het reg. grenadiers en jagers, tot
eerste-luitenant, de tweede luitenant J,
L. Menningh, van het korps
bij het 3e reg., tot kapitein, de eerste
luitenant L. M. de Boer, van het iate
regiment
bij het 6e reg
de tweede-lu
jas naar hem toe en hield het paard bij den teugel vast.
„Ik wachtte u," zeide hij gejaagd; „wij wachten u beiden."
Gontran had reeds, bleek van woede, zijne zweep opgeheven
om den man een «lag te geven.
Maar hij erkende ongetwijfeld den eenoog en zeide toen
zeer zacht
„Dezen nacht zal ik in het huis van Jacobus zijn."
„Goedbromde de andere, „maar wij hebben beiden geen
cent meer."
Toen de vicomte in gestrekten draf vertrok, liet hij eenige goud
stukken op de straat vallen.
De man met de jas haastte zich ze op te rapen en zeide bij
zichzelven
„Geduld maar, ik zal mijn beurt ook wel krijgen."
Eenige oogenblikken later stapte hij in een rijtuig en riep de
koetsier dit, toen zoo welbekende adres toe
„Palais Royal 113."
Het was een speelbank. Men zag den eenoog weldra aan de
groene tafel zitten, waar hij eerst won, maar later steeds ver
loor, totdat zijn laatste geldstuk was verdwenen.
Hij ging heen. Hij liep diep in zijne jas gedoken, had den
hoed over zijne oogen getrokken en bromde: „Waar moet ik
nu heengaan ket is koud en ik heb honger. Kom, ik zal maar,
zooals laatst, naar den kalkoven in de heuvels van Chaumont
gaan. Ik zal. er slapen; misschien kan ik daar wel wat te eten
krjjgen, dan kan ik er het uur afwachten, waarop ik mijne
samenkomst met den vicomte zal hebben. De oven ligt toch ©p
dien weg."
Op dien weg bevond zich ook de groote fabriek.
Toen hij het huis van den industrieel voorbijging, wierp hij
een schuinschen blik op een zijdeurtje van het gebouw en zeide
bij zichzelven, terwijl hij met een bos sleutels, dat hij in zijn
zak had, rammelde
„Ik heb een looper. Ik zal handelen of zij willen of niet, want
lang genoeg heb ik gebrek geleden."
HOOFDSTUK X.
Belisarius.
De oude Jacob, die door zijne kameraden Robinson genoemd
werd, was bg de schilders, wien hij tot model diende, onder
den naam van Sambre-et-Meuse bekend.
Misschien had hij eertijds deel uitgemaakt van dit beroemde
legioen. In elk geval was deze naam uitnemend voor hem ge
schikt, omdat zijn uiterlijk zeer veel geleek op dat van een ouden
snorrebaard, uit den tijd van Napoleon.
Op den dag, waarop de prijsuitdeeling aan de school, die
Barnabin bezocht, plaats had, en waarop de vicomte d'Alvimare
met zijn oom het onderhoud had gehad, dat wij in het vorige
hoofdstuk beschreven, was Sambre et-Meuse in het atelier van
den schilder Mas Sterner.
Ma* Sterner was een van de eerste schilders van zijn tijd. Hij
had een grooten naam en een groot vermogen. Zijn atelier deed
aan die van de groote italiaansche of vlaamsche meesters
denken.
Bij de openiagszitting van het vredes
congres, waren ongeveer 120 leden
tegenwoordig uit de verschillende euro-
peescLe parlementenonder hen bevon
den zich 18 Franschen, 12 Engelschen,
15 Duitschers, 8 Oostenrijkers, 4 Hon
garen. De zittingen vinden in de raads
zaal op het Capitool plaats.
In zijn openingsrede verklaarde de
voorzitter Bianchi, dat hetgeen de con
ferentie wil, de hartewensch van alle
volkeren is. Het praktische middel om een
einde te maken aan het bloedvergieten,
is de internationale scheidsrechtelijke
uitspraak, die met inachtneming van de
binnenlandsche orde der staten alle
volksrechterlijke vraagstuken tot een.
vredelievende oplossing kan brengen.
De conferentie zou, getrouw aan het
londensch programma, alle haar doel
overvleugelende kwestiën vermijden.
Biancheri eindigde met de verzekering,
dat het geloof aan de eindelijke over
winning der vredesidee door de aan
wezigheid van de gedelegeerden van
zoovele millioenen werd versterkt.
Namens de duitsche gedelegeerden
voerde de afgevaardige Baumbach het
wooid, om evenzeer de vredelievend
heid van het duitsche volk te betoogen.
Na hem sprak de fransche afgevaardigde
Douville Maillefeu, die o. a zeide„Wij
willen onvoorwaardelijk twee dingen
Vrij zijn in de republiek en alle vol
keren rond ons vrij en onafhankelijk
zien. Wij koesteren tegen niemand.
vijandschap en vreezen niets alleen met
wettelijke wapens en het vreedzame
woord voor recht en billijkheid zullen
wij strijdenook verminkt blij-
ven wij vrij en trotse h, blij ven
wij de natie, die het eerst het recht
van het volk proclameerde." De Fransch-
man eindigde met den weDSchdat het
Vereenigd Italië metRome
als hoofdstad steeds moge blijven,,
gelijk het thans iseen toevluchtsoord
der vrijheid, rechtvaardigheid en der
rede.
Een paar malen beoroefde d<* jtali-
nsche sdica .e afgevaardigdi In briars
de el.-.s -lotharingsche kwestie aai.' te
roeren, doch werd door de energieke
zaal. Groote, hoojre vensters gav.r.-
ge c<j.5 u voorzien. Hier c daar zag mtu volledige '"penrus-
'^nabeelden van porselein, marmer en ivoor, alle soor
ten van zeldzame en prachtige voorwerpen.
Vogels met bontgekleurde vleugels, hingen aan de zoldering.
Op den grond smoorde een smyrnasch tapijt de voetstappen.
In den eenen hoek stond een bank uit de i6<le eeuw; in een
andere een echte turksche divan. Alle landen, alle eeuwen wer
den daar vertegenwoordigd door een meubel, een versiersel of
een ander aandenken.
Aan de muren hingen schetsen en studiën. Op verschillende
ezels stonden pas begonnen of half afgemaakte schilderstukken.
In het midden van het atelier bevonden zich twee schilderijen
in gouden lijsten, die bijna afgewerkt waren.
Het eene stelde het portret van twee schoone vrouwen voor.
Hunne gelijkenis deed eene moeder en dochter vermoeden; de
eene was Valentine, de andere de prinses Lufcanofï.
Op het andere schilderij herkende men het beeld van Belisa
rius, die een aalmoes vroeg.
Jacob poseerde voor dezen byzantijnschen held.
Hij zag er in dezen donkerkleurigen mantel zeer indrukwek
kend uit. Zijn ho©g, kaal voorhoofd, dat met een sabelhouw
was doorsneden, zijn edel, bleek gelaat met ernstige trekken,
zijne lange witte baard, dat alles werkte samen om hem een
eerwaardig uiterlijk te geven.
(Wordt vervolgd