POLITIEK OVERZICHT. HEMENGD NIEUWS. ons dorp hehoort, is bezig middelen te beramen om eene tweede zeehaven alhier te vei krijgen. Men meldt ons uit Am ster dam Morgen, Donderdag, zal de tentoon stelling^ van Chrysanthemums in het gebouw op het Damrak geopeud worden. Reeds nu zijn wij in staat mede te deelen dat er zeer veel schoons te zien zal zijn. Het was Dinsdag nl. den dag der inzen ding, een dag die voor de bloemisten en kweekers even vol aangename drukte en afwisseling is als dit „le jour '*e vernissage" is voor schilders, bij gele genheid cener schilderijententoonstelling. Er bestaat reden tot deze vergelijking. Het vorige jaar werd, in eenige zeer verdienstelijke verslagen over de toen gehouden Chrysanthemum-tentoonstel - ling, door den heer Löffelt gewezen op het schilderachtig effect, dar men door een geschikte groepeering van chrysanten kan verkrijgen, op de karaktervolle vormen van bloemen en blad dier plan tensoort en op de rijke verscheidénheid van tinten, van zilverwit en geel en rose, tot glanzend rood of gloeiend bruin dier tallooze bloemen, welke wedijveren in sierlijkheid van vorm, maar toch weder alle onderling verschillend waren. Hij noemde die tentoonstelling een leerschool voor schilders en voor allen die de harmonie der kleuren bestudee- ren; en nu wij Dinsdag de schoone planten konden bezichtigen, die van heinde en verre ter tentoonstelling gebracht werden, zijn wij het volkomen eens met dit oordeel. Het verschaft een eigenaardig en eenig genot, die zalen vol bloemen te door wandelen Men vergeet bij het zien van zooveel lieflijke bloemen, dat buiten de boomen kaal zijn en dat de winter voor de deur staat. Wij gelooven dan ook een bezoek van deze tentoonstelling ten zeerste te moeten aanbevelenen al betreuren wij het dat deze tentoonstelling slechts enkele dagen geopend blijft, en het gure jaargetijde nog zoolang duurt, toch zal het zeer vele bloemliefhebbers (en wie is dit niet met ons aangenaam zijn, dat wij ten minste gedurende deze dagen ons ver heugen mogen in een rijkdom aan bloemen, grooter als zelfs door den afgeloopen zomer ons geschonken werd. Wij herinneren dat deze tentoonstelling gehouden wordt op het Damrak van den i2n tot en met den i6« November. Men meldt uit 's-Hage: De door den heer W. B. van Liefland ont worpen teekeningen van de gebouwen voor de internationale sporttentoonstel- ling te Scheveningen zijn thans gereed. Eene inzage van die ontwerpen geeft een duidelijk overzicht van de in richting. De in monumentaal-decoratieven stijl uit te voeren gevel drukt het karakter en het doel van de tentoonstelling uit. De hoofdingang naar het uitgestrekte tentoonstellingsterrein loopt onder een hoefijzervormigen boog, welke verschil lende jachtemblema's vertoont. Deze portiek wordt geflankeerd door twee torens, ieder 52 M. hoog, op de voor zijden versierd met hoofdgroepen, voor stellende de zinnebeelden der rivier- en zeevisscherij. In het midden wordt de voorgevel gekroond door eene groep naar Thor- waldsen. Dit ornament alleen heeft eene hoogte van 7 M. Naast iederen toren strekt zich een licht geconstrueerd zij paviljoen uit, gedekt met athletische figuren. Ook aan de zijgevels zal een decora tief voorkomen gegeven worden. In den eenen ingang van het expositie gebouw vindt men behalve de bureau's, welke ook langs een anderen weg dan door den hoofdingang bereikbaar zijn, eene receptiezaal, een bureau voor de pers, en links eene feestzaal in Pom- peiaanschen stijl, in te richten tot kolf tot het houden van wed- baan e: strijden. De hoofdhal en zijhallen, te zamen eene lengte hebbende van 322 M., be vatten zalen voor schoone kunsten, schilderijen, beeldgroepen, tropeeën enz., betrekking hebbende op jacht, visscherij en paardensport. Vier bibliotheekgebouwen zijn in het midden. Uit het hart van het tentoonstellings gebouw rijst een koepel met dom op. Uit de loggia van den grootea dom kan men een prachtig panorama zien van het landschap achter Scheveningen. Een ruime driehoekige oppervlakte is bestemd tot tuin, waaromheen galerijen met winkels zijn geleid. Een ruim res taurant en café vormen de achterzijde. Het voornemen isdit feestterrein smaakvol aan te leggen en te sieren mét beelden, fonteinen en planten. De teekeningen, details en bestek van de gebouwen zijn uitgevoerd en be werkt door den ontwerper van het ge heel, den architect Van Liefland. Een goedgeefsche ooievaar heeft een ouderpaar nabij Vlaardingen verrast met een 12a zoon, waarvan 10 leven. Dochters heeft langbeen er niet gebracht. Dat komt misschien later nog I Vreeselijke 0 0 g e n b l i k k en. Eenige vreeselijke oogenblikken door leefde dezer dagen het gezin van den schipper C. Van Deurzen, die met een veel te zware lading suikerbieten uit Steenbergen voer. Toen het schip de derde witte ton boven de Vliet, ter hoogte van de Oude Tongsche Vlei, bereikt had, kwam er een sterke windvlaag opzetten, waardoor het schip op zij werd gezeild en spoedig vol water liep, zoo spoedig zelfs dat de knecht, die nog beproefde de „piek" te laten loopen over de zijde van het schip, naar achteren moest klauteren om de boot te bereiken. Drie personen waren er aan boord. Eerst toen zij in het bootje waren gezeten en het schip al zinkende was, bemerkten zij tot hun schrik dat niet één een mes had, om het touw los te snijden, waarmede het bootje aan het zinkende schip was ver bonden. Het waren oogenblikken van vertwijfeling, die het schippersgezin thans beleefde 1 Nog eenige seconden en het schip zou zinken en hen medé in de diepte trekken. Men beproefde het onmogelijke, om nl. het bootstouw tusschen de tanden door te bijten. Gelukkig daagde er hulp op. Juist kwam de sleepboot Alerte voorbij, van wélke boot men een mes toewierp om het touw los te snijden. Toen dit ge schied was, waren zij gelukkig gered. De burgemeester van 'sHer- togenbosch heeft Dinsdag middag te twaalf uren eene proclamatie doen af kondigen, waarin aan de bevolking wordt kennis gegeven, dat de weder voorko mende samenscholingen ernstig zullen worden verhinderd en zoo noodig uit eengedreven, De maréchaussée is gerequireerd om, des vereischt, aan de uitvoering van dit bevel de noodige kracht bij te zetten. Op de werkplaatsen der staatsspoorwegen le Tilburg miste men herhaaldelijk in den laatsten tijd een aantal koperen bouten, van welken diefstal de ketelmaker M. verdacht werd. Maandag wilde hij, na wegens onge steldheid verlof gevraagd te hebben, per trein naar Rotterdam vertrekken, doch de politie was gewaarschuwd, door zocht zijne bagage en vond bij hem een aanzienlijk gewicht, men verneemt 40 Kg., koperen bouten, die hij te gelde wilde maken. Hij werd onmiddellijk gearresteerd en Dinsdag naar Breda overgebracht. De man is gehuwd en vader van verscheidene kinderen. D e p o s t-c onducteur J. Vonk, die Zondagnacht nabij Oosterbeek van het balkon van een der wagens der de bekomen verwondingen overleden. De ontrouwe dienstbode van dén timmerman Wildeboer te Op- wierde, van wie in een vorig nummer sprake was, is Maandagochtend te Gro ningen aangehouden en naar het bureau van politie overgebracht. Zij moet nog het bezit zijn i e vonden van eenige nieuwe door haar aangekochte kleeding- stukken. Van de 125, die zij, namens haar meester, leende van den pel molenaar Nienhuis, was weinig meer aanwezig. RECHTSZAKEN. Naar men uit Maastricht meldt, zou den de deskundigen, benoemd om den geestestoestand van Maria de Rooij, de xindermoordster, te onderzoeken, als hun gevoelen hebben te kennen gege ven, dat de beklaagde aan verstands verbijstering lijdende is en uit dien hoofde niet toeberekenbaar voor hare daden kan geacht worden. Nabootsing' van fabrieksmerken. Dat de vervalschingen van levens middelen en dranken tegenwoordig een verbazende hoogte hebben bereikt, is bekend. Een arme zieke drinkt soms Bordeaux of anderen wijn, vervaardigd in het laboratorium van dezen of genen gewetenloozen fabrikant„bronwater", gemaakt uit bestanddeelen, die den zieke meer kwaad dan goed doen, wordt in groote hoeveelheden gedronken en peperduur betaald van soms zuur ver diende of bespaarde penningen en maar zeer zelden worden de knoeiers vervolgd en gestraaft. Beklaagd het fabrieksmerk van de Naaml. Venn, tot exploitatie van de Victoria-bron te Oberlahnstein te hebben nagebootst, had zich Maandag voor de arrond.-rechtbank te 's Hage te verant woorden H. F. Krumeich, mineraal water-fabrikant en eigenaar van de fa briek „De Slamat" aldaar. Volgens het saamgevatte getuigen verhoor had de zaak zich als volgt toe gedragen. Sedert 1888 had de Naamlooze Ven nootschap Mpij. tot exploitatie van de Victoria-bron te Oberlahnstein ge vestigd te Rotterdam uitsluitend het recht verkregen tot het voeren van een wettig gedeponeerd handelsmerk, en de bekl. zou eigen gefabriceerd water in kruiken en flesschen, waarin het echte bronwater was geweest, hebben afgetapt en die gekurkt hebben met een van het handelsmerk der Naaml. Vennootschap voorziene kurk en capsule. Sedert eenigen tijd werd door den vorigen eigenaar van de bron gemerkt, dat van haar handelsmerken misbruik werd gemaakt en daarom deed hij, bij de oprichting der Vennootschap, een nieuw etiquet vervaardigen, uitsluitend voor den verkoop in Holland, dat in 1889 wettig werd gedeponeerd. Bekl. erkende, door hem gefabriceerd Victoria- water in kruiken waarop het oude etiquet stond, te hebben doen aftappen, doch ontkende de kruiken of flesschen, voor zien van het etiquet, in den handel ge bracht te hebben. Na de vulling werden de kruiken of flesschen naar het maga zijn gebracht en daar door bekl. per soonlijk met zyn etiquet voorzien. Na een ingekomen klacht van de Naaml. Venn, voornoemd, werd in de fabriek van K. een onderzoek ingesteld en zoowel daar als bij verschillende particulieren kruiken en flesschen in beslag genomen, voorzien van het etiquet en verdere handelsmerken van de Naam looze Venn, en op dezelfde manier ali door haar geschiedde, dichtgemaakt. Een gewezen bediende van den heer K. legde een sterk sprekende verklaring af. Daaruit bleek, dat het door bekl. voor echt verkochte water in de fabriek werd gemaakt. Het echte en nagemaakte ook nagemaakt water zoo uit den ketel naar de klanten gebracht voor echt bronwater, en.... verleden jaar met de vorst, werd zelfs een hooger prijs be dongen, omdat de aanvoer per spoor moest plaats hebben. En het fabricaat bestond uit duinwater met eenige che mische zouten. Nadat de 17 getuigen waren gehoord en aan bekl. gelegenheid was gegeven zich te verdedigen, bleef hij bij zijn eerste verklaring dat wel zijn fabrikaat in flesschen met oude etiquetten werd afgetapt, doch dat hij ze daarna, per soonlijk zonder dat er ooit iemand bij was van zijn etiquet voorzag. De subst.-off. v. Justitie, mr. Pleijte, achtte bekl. schuldig aan 3 voortgezette misdrijven, strafbaar gesteld bij art. 219 W. van S., en vorderde 6 maanden gevangenisstraf met last tot openbaar making van het vonnis. De verdediger, mr. M. P. G. Kappeyne d. Copello, betoogde, dat de eisch van het O. M. ongemotiveerd was Uitspraak over VISSCHERIJ. T e s s e 1, 9 November. Door de Noovdzeevisschers van hier zijn in de afgeloopen week elders ter markt ge bracht8000 tongen, eenige tarbotten, 600 roggen, 1 steur, een partijtje schel- visch, 500 manden kleine schol, 400 manden scharren en 100 manden di- versche kleine visch. De prijzen waren als volgt groote tongen 40 50 ct., kleine en middel dito 11 20 ct-, tar botten 7 £8.50, roggen 95 ct. /T 15, steur f j4, scheivisch 25 a 40 ct., alles per stuk; kleine sehol f 1,50 i f 2, scharren 50 ct., ƒ1,25, diverse kleine visch fik 1,25 per mand. Victoria- Water kwam volgens den ge- Oosterstoomtram werd geslingerd, is aan 1 f uige uit een ketel. Meermalen had hij De minister president Di Rudini ver klaarde in zijne te Milaan gehouden rede op een hem aangeboden gastmaal, dat de begrooting in volkomen even wicht is. Er is zelfs een klein overschot. Er zal geen nieuwe schuld worden aan gegaan of op andere wijze eene uitgifte van papier plaats hebben. De regeering verwerpt elke wijziging der waarborgen- wet en zij noodigt de bedevaartgangers naar Rome te komen, waar zij volko men veilig zijn. De eer en het gezag van Italié zullen nauwgezet gehandhaafd worden. Italië zal niet te kort doen aan den eerbied, dien het aan de vrijheid van geweten verschuldigd is. De voor zichtigheid gebiedt dat wij ons in Afrika niet door eene onberadene poli tiek laten medesleepen. De minister houdt het er stellig voor dat de goede verhouding tegenover Menelik spoedig hersteld zal worden, en hierdoor zal de vrede in Afrika bevestigd worden. Steu nende op ons krachtig leger, op onze wel toegeruste vloot en op onze trouwe bondgenooten, zullen wij in staat zijn onze onafhankelijkheid te handhaven. Maar onze kracht moet ons het besef onzer verantwoordelijkheid inboezemen. Italië behoort zijnen invloed aan te wenden om den vrede te verzekeren. God zal het niet gedoogen dat de vrede in Europa verstoord worde en ik ben vast overtuigd dat die bewaard zal blijven. De mogendheden zijn bezield door eene groote voorzichtigheid en gema tigdheid. Het is geene reden tot be zorgdheid, dat bevriende staten zich tot groepen vereenigen. Daardoor wordt een evenwicht geschapen dat de gerustheid bevordert. Eene langdurige ervaring heeft doen zien dat verbonden in onzen tijd niet anders dan verdedigend kunnen zijn. Door het vernieuwen van haar verbond met Oostenrijk en Duitschland, heeft de italiaansche regeering eenen staat van zaken bevestigd, welke in staat is eene rustige staatkunde gemak kelijker te maken. Steunende op ons recht en niets willende dan den be- staanden toestand handhaven vooral in de Middellandsche Zee, is Italië een steun voor den europeeschen vrede,. Onze goede betrekkingen met Rusland hebben kort geleden aan de publieke opinie eene gevoel van rust en vrede geschonken. Tegenover Frankrijk heb ben wij veranderlijk gehandeld op eene wijze die alle achterdocht en wan trouwen- moet wegnemen en doen ophouden. De eer, thans daar te lande aan Garibaldi bewezen, begroet Italië als een verlangen naar eene hartelijke verhouding, die het italiaansche volk altijd dierbaar zal zijne Over den opvolger van Balraaceda, die onder zoo moeilijke omstandigheden de regeering in Chili zal aanvaarden^ verneemt men het volgende J org® Mont, de militaire en diploma tieke leider van den opstand, trachtte zijn verkiezing te verhinderen. Dat de aangewezen kiezers hem toch eenparig candidaat stelden en hij op 18 Nov. zal gekozen worden, hoewel hij officier is en officieren tot nog toe nooit voor president in aanmerking kwamen be wijst hoe groot vertrouwen zijn lands lieden in hem stellen. Jorge Montt is van beroep zeeman. Hij studeerde onder Galvarino Riveros aan het marine instituut te Valparaiso. Als kapitein maakte hij naam door zijn groote be kwaamheid, zijn uitstekende handhaving der discipline en zijn invloed op de- officieren. In den oorlog met Peru en Bolivia voerde hij bevel over de korvet 7Bigginslater over het pantserschip Blanco Rncaladodat in den burgeroor- log vernield werd, en werd chef van den generalen stat. Als zoodanig kreeg hij opdracht de pantserschepen Errazu- rez, Pinto en Capitan en de torpedo kruisers Condell en Lynch in Eurupa te bestellen en er het toezicht op te houden. Zijn verblijf in Europa ge bruikte hij om de marines der vreemde: staten te bestudeeren. Bij zijn terugkomst werd hij tot goeverneur der haven van Valparaiso benoemd, toen in 1890 de opstand in deze stad uitbrak, vond minister Velasquez hierin aanleiding om Montt te ontslaan. Het ministerie Prat benoemde den heer Montt weder en gat hem een plaats in den ministerraap. Deze post verliet hij om zich aan het hoofd te stellen van de» opstand tegen Bal- maceda. De Times verneemt uit Rio de Ja neiro, dat er onlusten hebben plaats gehad in de provincie Rio Grande do- Sul waarmede de gemeenschap is afgebro ken. Maarschalk Fonseca had uit die provincie geen enkelen gelukwensch. ontvangen, terwijl alle andere gewesten, hem blijken van hulde hadden doen toekomen. De dictator schijnt te vreezen,, dat Silverio Martinez, die naar dit ge west werd gebannen en er veel invloed, heeft, Rio Grande onafhankelijk zal. proclameeren, om het presidentschap- van den afzonderlijken staat te aan vaarden. Fonseca zoude alsdan geen kans zien, hem tot onderwerping te: brengen. Rio-Grande toch kan ongeveer vijftigduizend man, meest allen van duitsche afkomst, onder de wapens brengen. D e f„m eeting der brieve n- bestellers" in België heeft Zondagavond plaats gehad, maar zonder de brie venbestellers, wien op straffe van ont slag de deelneming daaraan door den minister Van den Peereboom verboden was. Maar meer dan 400 personen waren tegenwoordig, en onder dezen verschei dene oud-brievenbestellers, zoons, bloed verwanten en vrienden van brievenbe stellers in werkelijken dienst. Als een bewijs dat het den minister ernst was met zijne ongehoorde bedreiging, deelde een gepensioneerd brievenbesteller uit. Gent mede, dat hij aldaar aan het station drie personen gezien had, die hij kende, als verklikkers, blijkbaar daar aanwezig om te zien, welke brievenbe- de Tuileriën of in de parken. Hij schijnt mij dan met zijne groote treurige oogen te volgen. Men heeft mij verteld, dat hij krank zinnig is. Ik was bang voor hem, maar gevoelde tegelijkertijd een diep medelijden met hem. Toen kwam ik op school. Ik zag hem niet meer en had hem bijna geheel vergeten. Zoo verliepen er jaren. Toen ik weer bij u kwam, verscheen hij weer. Hij was zeer verouderd, maar had nog dezelfde treurige uitdruk king op zijn gelaat. Als ik 's avonds op het terras wandel, zie ik hem dikwijls buiten. Kijk ik door het portier van het rijtuig, of het venster van de balzaal naar buiten, dan zie ik hem ook soms, maar als ik hem aan iemand wil aanwijzen, dan is hij plotseling verdwenen. Sedert eenigen tijd bevindt hij zich eiken Zondag, bij het uitgaan van de kerk, in het voorportaal bij de armen. Toch bedelt hij niet. Wel twintigmaal heb ik beproefd hem mama aan te wijzen, maar het is mij niet gelukt. Zooeven nog in het atelier van Max Sterner. Dezen keer heeft mijnheer Jean Baptiste alles gezien. Vraag hem wat daar voorgevallen is, vader." HOOFDSTUK XI. De tending van Pepita Jean Baptiste, die zeer ontroerd was over hetgeen hij had ge hoord, vertelde, wat hij Max Sterner had plaatsgegrepen. „Dat is vreemd!" zeide de prins, „ik zoek tevergeefs naar de reden van het zonderlinge gedrag van dezen man. Misschien heeft de arme. man wel eene dochter verloren, die veel op a geleek, en gelooft hij, dat hij haar in u weervindt." „Ja," riep Valentine uit, dat zou wel kunnen zijn. Dan kan ik zijne ontroering, zijne stomme bede, zijne tranen en uitroep van vreugde begrijpen, toen ik hem zooeven de hand reikte." „Zoo," zeide de prins jaloersch, „hebt gij hem vergund om...." #Het was nog grooter weldaad voor hem, dan die, welke zij aan de familie Mariol bewezen heeft," zeide Jean Baptiste. „Gij schijnt hem te kennen," zeide Valentine. „Ik ken hem ook; hij is een goede, oude man, van wien ik veel houd. Ik weet evenwel niets uit zijn verleden. In dit op zicht zwijgt hij geheel en laat zich door niemand uithooren." „Ondervraag hem toch eens, ik zou wel eens willen weten, wat hem zoo doet handelen." Jean Baptiste beloofde het. Eene noodlottige gebeurtenis verhinderde hem echter, deze belofte spoedig te vervullen. Laat ons nu tot onze twee jonge zwervelingen terugkeeren. Pepita is reeds van hare wond hersteld; zij heeft er slechts een lidteeken aan haar voorhoofd van overgehouden. Hare groote, zwarte oogen schitteren meer dan ooit. De glimlach is weer op haar lippen teruggekeerd. Noël zit, zooals gewoonlijk, te droomen. Zij hebben in gezel schap van Jacob, die hen op vaderlijke wijze ondervraagt en hen raad geeft, voor diens huisje plaatsgenomen. Het is eene mooie zomeravond. Aan den blauwen hemel schitteren ontelbare sterren. Hier en daar in de heuvels ziet men het licht van een kalkoven. „Mijne kinderen," zegt de grijsaard, „ik zou graag willen, dat gij uw zwervend leven opgaaft en hier bleeft. Een goed hand werk, dat gij spoedig zoudt kuunen leeren, zou u genoeg op brengen om gelukkig te kunnen leven. Maar neen, neen, gij zijt trekvogels en nu gij spoedig kunt heen gaan, verlangt gij vol ongeduld naar het oogenblik, dat uwe zwerftochten weer een aanvang zullen nemen." Noël knikte bevestigend, en terwijl hij met de eene hand op Pepita's schouder leunde, scheen hij haar met de andere de richting, die zij zouden nemen, aan te wijzen. „Ik begrijp u," antwoordde zij. „Het zou prettig zijn om op dit uur en op zulk een avond op weg te gaan. Is het niet alsof de sterren ons aanzien?" Robinson haalde de schouder op en vroeg „Waar gaat gij heen?" De stemme lichtte met zijn voet eenige verdorde bladeren op die de wind meevoerde. „Waar gaan zij heen?" vroeg Pepita, terwijl zij zoo de ge dachte van haar metgezel vertolkte. Na een kort stilzwijgen zeide -zij op ernstigen toon „Vader Jacob, wij gaan dit land nog niet verlaten. Wij zijn hier niet bij toeval gekomen, maar een opdracht voerde ons hierheen." De grijsaard keek haar verwonderd aan. Zij wees met haar hand achtereenvolgens naar de heuvels en. naar de vlakte. {Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2