DERDE BLAD BINNENLAND. V E R U A D E R I Merlaitten Vronweioifl, V A E I A. BEHOORENDE BIJ MAABLJE3PS DAGBLAD, YAN Maandag 16 November 1891. In de 16ejaarlijksche alge- meene vergadering der Vereeniging veor lijkverbranding, te houden op Zaterdag 21 November, te Utrecht, zal o. a. mede- deeling worden gedaan betreffende de plannen tot het bouwen van een crema torium hier te lande, met een voorstel daaromtrent. In September 1889 besloot de Ver eeniging in beginsel, zoo spoedig moge lijk een lijkoven hier te lande op te richten. Drie personen te Vlieland, die Woensdag in het hevigst van den storm poogden een roeibootje in veiligheid te brengen, sloegen met het vaartuigje om. Twee der opvarenden moeten verdronken zijn. Slechts éen man kon men redden, ofschoon deze reeds het bewustzijn had verloren. Een kantoor1ooper wiens opsporing was gevraagd wegens ver duistering van gelden ten nadeele van de firma B. en B., kantoor houdende in de Maasstraat te Rotterdam, heeft zich Vrijdagnacht vrijwillig gemeld aan het politiebureau aan de Kaasmarkt. Het bleek dat hij ƒ2000 te kort kwam van het geld, aan de firma toebehoorende. Hij is gehuwd, heeft een kind en was nauwelijks vijf maanden bij genoemde firma in betrokking. (N. R. C.) Een oud man te G-elrelaar wilde met behulp van eene ladder in een 4aadberg klimmendoor het breken van een sport viel hij op den grond en was spoedig dood. Eene brutale dievenbende te Sneek, jongens van 14 en 15 jaar, is de politie aldaar in handen gevallen. Sedert twee jaren maakte dat ver waarloosde volkje zich schuldig aan diefstal van tallooze gootpijpen, koperen emmers, paardedekken, lantaarns, etc. etc., welke voorwerpen tegen spotprijs hun weg vonden bij een uitdrager zonder patent. Te Stadskanaal zijn door de politie in beslag genomen twee valsche guldons. Op beide is de beeltenis van Koning Willem II en het jaartal 1848 aangebracht, doch het randschrift ont breekt. VAN DEN in het gebouw uDe Werkende Stand}" op Woensdag 11 November. Mevrouw KlerckVan Hogendorp opent de bijeenkomst met gebed. In haar inleidend woord betreurt de geachte spreekster dat de tweeërlei ze denwet voor den man en de vrouw eene afzonderlijke bijeenkomst voor vrouwen noodzakelijk maakt. Het doel der bijeen komst is „eenige gedachten in het midden der vrouwen neder te leggen, over den toestand der vrouw, zooais zg zich ge plaatst ziet in het huisgezin en in de maatschappij.De sociale kwestie is niet alleen de wanverhouding tusschen kapi taal en arbeid, maar ook wantrouwen tusschen de verschillende standende standen zijn van God, de afstan den zijn menschenwerk. Wg kunnen anderen nooit hun plaats bengden, want elk voorrecht breDgt weder grootere verplichtingen mede. Een ieder zg trouw in do vervulling zijner plichten en spreke minder van zijne rechten. De man is het hoofd des gezins, de vrouw staat als zijne hulpe naast hem. De man verkondigt de beginselen in ge zin en staataan de vrouw die begin selen in toepassing te brengen. Een zeer kundig rechter verzekerde spreekster eens, dat, als hij den schuldige niet wist te vinden, hij de zaak aan zijne vrouw voorlegde, die door intuïtie altoos den waren dader aanwees. Hier was ook zg zijne hulpe. De vrouw i n den man en de man door de vrouw zoo komen beide tot hunne door God aangewezen bestemming. Nu nam mevrouw Wiegand, de voor zitster van den Nederlandschen Bond tegen de prostitutie, het woord. Deza spreekster wees op hetgeen in Engeland mevrouw Buttler en hier te lande mevrouw KlerckVan Hogendorp reeds gedaan hadden t6r bestrijding van het zedelijk kwaad. Op 125 plaatsen in Nederland telt de Bond reeds onderaf deelingen. Hier ter stede bestaat hg al drie jaar. De bon- zorgt dat de meisjes niet in verkeerde handen vallen hij heeft zich het lot der bloemenmeisjes aan het Centraal Station aangetrokken en wenschte gaarne een christelijk huur- en verhuurkantoor te stichten, omdat het verhuurkantoor zon der godspenning te Amsterdam niet van zedelijke strekking is. Men kan lid worden voor 5 gulden en begunstigster voor minder. Mejuffrouw Scholten hield thans eene boeiende, echt populaire en hoogst be langwekkende toespraak over drankbe strijding. Het comité had haar verzocht te spreken over „den strijd van de vrouw tegen de dronkenschap." Dit kon spreek ster niet, daarvoor worden bij //de vrouw" geheel eenïge ?aven gevorderd. Vrouw v. d. Goes doet dit ïn onze achterbuur ten met grooten tact en veel menschen- kennis. Zij gaat de kroegen in en over reedt de mannen die te verlaten, maar zij is eenig in haar soort. Elke vrouw echter kan den strijd aanbinden tegen onze drinkgewoonten. Om een denkbeeld te geven van den omvaDg dezer gewoonte zou spr. twee vragen beant woorden lo. Wordt er werkelijk zooveel gedronken P 2o. Hoe en op welke wijze moet de vrouw dien strijd voeren De 4 mill, inwoners van ons landje besteden jaarlijks 80 mill, gulden aan drank do stapel rijksdaalders, die eiken dag aan den drankgod wordt geofferd is 1J£ maal onzen Westertoren. Wij staan pas aan het begin van het barre jaargetij en reeds wordt er 1 ton meer gevraagd voor de liefdadigheid» Verleden jaar ondanks strenge koude en nijpende armoede heb ben de kroegen het er niet minder om ge had. De verleiding is grootmen kan in de achterbuurten niet de kroegen en in de Kalverstraat niet de drankpaleizen en proeflokalen tellen tal van banket bakkerswinkels hebben vergunning. Hoe verderfelijk de drank werkt, bleek laatst te Londen op het congres voor volks ontwikkeling en volkegezondheid van de aardwerkers bedroeg de sterfte 814, tegen 397 onder de kellners, louter door de dranklucht. De eigenaars van kroegen sterven 6 maal vroeger dan een gewoon mensch. Het herstellingsoord //Bethanië" te Zeist predikt een droeve geschiedenis. Tal van kinderen met ongeneeslijke kwalen, wijten die aan het drankmisbruik der ou ders. Er zijn daar twee kinderen van 5 en 4 jaar schandelijk door hunne dronken moeder mishandeld. Van de 300 idioten zijn 145 kinderen van dronkaards, van de blinden gedeeltevele lijden nog aan toevallen. Te Haarlem schreef een man op de deur zijner woning. //Oost-West, thuis- best." Dit vermag alleen de vrouw te bewerken. In onze dagen is het huise lijke leven verwoestde huiskamer leeg. Wat de vrouw, vooral als moeder vermag, blijkt thans nog bij de Middsr- nachtzending. Meestal is het voldoende de hand op den schouder van den grijs aard of den jongeling te leggen en hem te vragenHebt gij eene moeder die voor u gebeden heeft, of nog voor u bidt De vrouw moet zich van alle drankgebruik onthouden dan alleen kan zij een gezegenden invloed uitoefenen. Freule van Hogendorp nam thans het woord om te spreken over ware en zie- kelgke philaotropie ook hier vindt de vrouw een uitgestrekt arbeidsveld. Mevrouw Van EssenHovy sloot hierop de bijeenkomst met eene gods dienstige toespraak en dankgebed. Geheel spontaan zongen de toehoorde ressen een lied, waarna men de zaal verliet. Bij het komen werden door eenige leden der Vrije-vrouwen-vereeniging aan de deur brochures uitgedeeld, maar de orde werd niet in het minst gestoord. De opkomst was echter minder talrijk dan men verwacht Lad. Wetgevende Macht. Orde van Oranje-Nassau. De regeering, het wenschelijk oordee- lende, door het instellen van eene nieuwe ridderorde de gelegenheid te vermeerde ren tot het verleenen van vereerends onderscheidingen, heeft een daartoe strekkend wetsontwerp van den volgen den inhoud tg de Tweede Kamer inge diend. Er wordt eene orde ingesteld, strek kende tot vereerende onderscheiding van Nederlanders of vreemdelingen, die zich jegens H. M. en den Staat of jegens de maatschappij op bizondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt. Deze orde draagt den naam van //de Orde van Oranje-Nassau," Het Grootmeesterschap van deze Orde is onafscheidelijk aan de Kroon der Ne derlanden verbonden. De Orde bestaat uit vijf klassen en eene eeremedaille is daaraan verbon den. Alle benoemingen in de Orde geschie de bij koninklijk besluit. De Ridders der eerste klasse der Orde dragen den naam van Grootkruizen die van de tweede klasse dragen den naam van Groot- Officieren die van de derde klasse dragen den naam van Kommandeurs die van de vierde klasse dragen den naam van Officierenen die van de vgfde klasse dragen den naam van Ridders Het versiersel dezer Orde bestaat in een kruis met acht geparelde punten en oen doorloopenden laurierkrans tusschen de armen en gedekt met eene Koninklijke Kroon, alles van goud voor de eerste vier klassen en van zilver voor de vijfde klassede armen van het kruis zijn wit geëmailleerd met blauw geëmailleerd hart in het midden van het kruis be vindt zich een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven door een wit geëmail- leerden rand, beide met goud omlijst, aan de eene zijde op het ronde schild de Leeuw, zooals hij in het wapen van het rijk voorkomt, en op den rand in gouden letters de woorden Jè maintiendraien aan de tegenzijde op het ronde schild eene met eene gouden Koninklijke Kroon gedekte gouden W en op den rand in gouden letters de woorden God zij met ons. Voor militairen worden, in stede van den laurierkrans, aan het versiersel aan gebracht twee zilveren zwaarden met gouden gevest, schuin gekruist achter het ronde schild. Het lintje is oranje tusschen twee strepen Nassausch blauw, de kleuren gescheiden door esno smalle witte streep. Het teeken van onderscheiding is: Voor de grootkruisen eene achthoekige zilveren ster, heb bende in het midden het ronde 6child met rand, waarop de leeuw en do woor den Je Maintiendrai gevonden wordeD, te dragen op de linkersborst en het ver siersel van de orde aan een lint, 101 millimeter breed, te dragen als sjerp van den rechterschouder naar den lin kerheup. Op de ster bestemd voor militairen, worden buitendien onder het ronde schild twee schuin gekruiste zilveren zwaarden met gouden gevest aangebracht. Voor de groot-officieren j eene vierhoekige zilveren ster, heb bende in het midden het ronde schild met rand, waarop de leeuw en de woor den Je maintièndrai gevonden worden, te dragen op de linkerborst en het ver siersel van de orde aan een lint, vijf en vgftig millimeter breed, te dragen om den hals. Op de ster bestemd voor militairen worden buitendien onder het ronde schild twee schuïngekruiste zilveren zwaarden met gouden gevest aangebracht. Voor de kommandeurs het versiersel van de orde aan een lint, vijf en vijftig millimeters breed, te dragen om den hals. Voor de officieren een kleiner versiersel van de orde aan een lint, zeven en dertig millimeter breed, te dragen aan het linkerknoopygat, en op het lint een rozet. Voor de ridders: een versiersel van de orde van dezelfde grootte als dat voor de officieren, maar met kroon, geparelde punten, omlijsting van de armen van het kruis eu laurier krans van zilver, aan een lint, zeven en dertig millimeter breed, te dragen aan het linkerknoopsgat. De eeremedaillewelke in brons, zilver en goud kan verleend worden, is rond, gedekt met eene Koninklijke Kroon van hetzelfde metaal als de medaille, en ver toont aan de eene zijde het ordekruis, versierd naar gelang van omstandigheden met den laurierkrans of de gekruiste zwaardenaan de tegenzijde eene W met het randschrift God zij met ons zij wordt gedragen aan het ordelint, zeven en twintig millimeter breed, aan het linkerknoopsgat. Het lint mag evenwel niet zonder de medaille gedragen wor den. Tot goedmaking der onkosten der orde wordt jaarlijks eene som op de staats- begrooting gebracht. Het lidmaatschap en versiersel dezer Orde kan niet worden verloren, dan tengevolge van eene onherroepelijke ver- cordeeling tot gevangenisstraf van drie jaren of tot zwaardere straf. De kanselier van de Orde van den Nederlandschen Leeuw is tevens kanse lier dezer Orde. Het versiersel dezer Orde wordt aan den benoemde gelijktijdig met het afschrift van het koninklijk besluit zijner benoe ming uitgereikt en bij bevordering tot hoogeren rang of overlijden aan den kanselier teruggezonden. In de Memorie van Toelichting moti veert de regeering de instelling der nieuwe Orde door de behoefte om voor het on derhouden van goede betrekkingen met andere mogendheden met minder beper king over deeoratiëa to kunnen beschik ken. Maar ook vele Nederlanders en vreemdelingen, wier werkzaam leven door bevordering van het algemeen welzijn op geestelgk, zedelijk en stoffelijk gebied meer dan dat van anderen vruchtbaar was, bleven verstoken van eene onder scheiding, door het hoofd van den Staat verleend, omdat de wet van 1815 op hen bezwaarlijk kan worden toegepast. Is hierdoor vaak aan velen eene teleur stelling bereidmeer rechtstreeksche nadeelen heeft ook de staat dikwijls hierdoor ondervonden. Menig voorwerp van kunst en wetenschappelijke of ge schiedkundige waarde heeft hierdoor geen plaats in onze openbare verzamelingen gevonden, en niet zelden is het gebeurd, dat reizigers in onze koloniën de vruchten van hun wetenschappelijk onderzoek niet afstonden aan onze musea, doch aan die van het buitenland, omdat zij zich daar wel, doch hier niet, met eene ridderorde zagen begiftigd. Voor de toekenning van de Oranje- Nassauorde, volgens art. 1, wordt door de regeering gedacht aan het eeren van hen, die door aankweeking van godsdienstzin, zedelijkheid en menschen- liefde, of door werkzaamheden op het gebied van kunst en wetenschap, handel en zeevaart, van nijverheid en landbouw, de geestelgke en stoffelijke belangen der natie op meer dan gewone wijze hebben bevorderd. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 13 November. Ingekomen aanvuliings-begrooting van Buitenl. Zaken over 1891. De algemeene beschouwingen over de Indische Begrooting zijn aangevangen. De heer Bool gaf zijn ingenomenheid te kennen met de bedachtzame en voor zichtige wijze waarop de Minister tot hervorming wil overgaanbepaalde lijk wat de koffie en het opium betreft. Ten aanzien van de financiën behooren de buitengewone uitgaven niet uit de ge- wone middelen bestreden te worden. De leeniug voor Indië moet niet ten name of ten laste van Indië plaats hebben, zoolang althans Indië niet onafhankelijk is van Nederland. De heer Pijnacker Hordijk betuigde zijn vertrouwen in den Minister in diens harvormingsgeest en diens kennis van zaken. Hij behandelde meer bepaaldelijk het financieele vraagstuk, scheen van de voorgenomen administratieve enquête niet veel te verwachten, maar wfide haar dienstbaar gemaakt hebben rechtstreeks door den Goev. Generaal, aan een al gemeene reorganisatie in decentralisee- renden zin. Meer verwaehtte hij van de verster king van de middelen, (invoerrechten gedistilleerd) en door versterking van Indië's voortbrengend vermogen, o. a. door geleidelijke voorbereiding van de vrije koffiecultuur en verder vao bestuurs- reorganisatie in decentraliseerenden zin. De heer van Nunen vond in deze In dische Begrooting dezelfde gebreken als waarmede de vroegere behebt waren ge stadige uitbreiding van uitgaven door allerlei kleine organisatiën, die het deficit doen klimmen en ten slotte de macht tot werkelijke hervormingen ontnemen. Veel meer dan van de voorgenomen enquête hechtte spr. aan de uitzending van een regeeringa-commi8saris naar Indië. Gaarne wil hij den Minister steunen, mits hij in de eerste plaats zorge voor herstel van het evenwicht. De hoeren Kielstra en Guyot betoogden de noodzakelijkheid tot volhouden aan het stelsel van blokkade in Afcjek, in afwachting der scheepvaartregeling. De heer Land wilde daarbij op de belangen van het personeel gelet zien. De heer Levyssohn wilde tot bevordering van den 06Conomi8chen toestand, beperking der heorendiensten, bevordering van het in dividueel grondbezit en wering van het gezag der Chineezen (ook door den heer Van Vloten gewenscht)decentralisatie van het Bestuur, hetwelk ook door den heer Geertsema werd verdedigd. Landelijk. Een gast in een dorpsher berg beklaagt zich bij den herbergier over diens hond. //Neem toch dat lastige dier mee, telkens jaag ik het weg en telkens komt het weer terug, dat hin dert mij bg het eten." z/Ja, ziet u," zegt de waard.en knip oogt zoo eens recht vertrouwelijk, //mijn Caro is een slim dier. Misschien eet u wel uit het bord, dat hij gewoonlijk krijgt.» Ordelievende huisvrouw bg het mid dagmaal. //Aha, daar ligt Jantje's schoen in de zuurkool, we hebben er den heelen morgen naar gezocht. Ik wist ook wel, dat er in mijn huis niets wegraakt Ook een cursus. Zekere heer Schlurick in Halle annonceert in verschillende bladen het volgende//Leercursus in de ge zichtsuitdrukkingskunst op levende per sonen. Elke week zes voordrachten. In twee weken is de cursus compleet." z/En waar dien je tegenwoordig, Lina z/'k Vraag excuus, mevrouw, ik dien niet. Ik ben in conditio bij majoor Van Scherpzwaard en die dient bij de infan terie. //Zoo, zoo, mijn jonge vriend, wil je om je aanstaande vrouw plezier te doen, na je huwelijk het rooken er aan geven? Heel braaf, ik heb indertgd ook zoo gedaan." z/En geroeide u zich daar wel bij z/De eerste week viel't mij heel zwaar, maar in de tweede week was ik weer heelemaal in orde." //Zoo maar vanzelf, of heeft u er wat voor gedaan z/Ja, ik ben toen namelijk weer be gonnen. Overtroefd. Franschman. //Bij ons heeft elke rijke familie haar eigen kok." Duïtseher. „Dat is niets waard, bij ons heeft elke soldaat zijn keukenmeid." Verkeert opgevat. Arts. //Op welke plek hebt ge u dan pijn gedaan Patiënt. //Zoowat om en bg de Bank, dokter." Koetsier, die een vlieg in zijn glas bier ziet. //Maak dat je wegkomt, ik drink mijn bier zelf op." Theaterdirecteur. Onze schouwburg is nu geheel nieuw ingericht, het scherm, alles en alles is van ijzer. KritikusJa, ja, behalve de acteurs, die zijn van hout. Rechter. Getuige, was het een hard voorwerp waarmee de beklaagde u her haaldelijk op het hoofd heeft geslagen Getuige. Het was zoo donker, edel achtbare, ik heb het niet kunnen onder scheiden. Uit een roman. De graaf lachte koel tjes, wat bij de geweldige hitte zeer aan genaam was. Jonge vrouw tot haar man die pas van de jacht is teruggekeerd. //Het is heerlijk, Eduard, dat je voor het souper van morgen elf hoenders hebt geschoten. Kon je de twaalfde niot onder schot krijgen Hduard. Onmogelijk, kindlief, ik ben wat telaat er op uitgegaan. Dienstbode (binnontredend) //Mevrouw, het spijt den poelier wel, maar hg heeft juist een uur geleden de laatste elf hoenders verkocht. Als ze de kamer uit is, zegt de jonge vrouw schalks „Wat oen geluk, Edu ard, dat je niet later op do jacht bont gegaan anders zou ik ze je voor den neus hebben weggeschoten Jonqe huisvrouwWat, moot ik voor die kip ƒ1,20 betalen. Wat kost dan een ei? Koopman. Vgf centen. Huisvrouw. Maar kost dat poosje er op zitten dan wel drie en twintig etuivers Kindergesprek. Willem. „Ik krijg lede ren dag een stuiver, als ik mijn lever traan goed inneem." KareiEn wat doe je met die stuiver? Willem. Die doet ma in een doosje, tot do flesch levertraan op is en dan koopt ma er een andere flesch voor. In Amerika. Na het eindigen van een nieuw drama in een amerikaansch thea ter staat de schrijver achter de coulissen en roept„Wat is dat voor lawaai „Het publiek" zegt de directeur koel tjes. „Applaudisseert het „NeeD, ze spannen den haan van hunne revolvers. Aanstonds zullen zo wel om den schrgver roepen Een soldaat wandelt met zgne beminde aan den arm, de straat langs. Plotseling komt hij zijn sergeant tegen. „Sergeant," zegt hij deftig, „dit is mijn zuster." De sergeant glimlacht goedig en zegt hem op den schouder kloppende „Heel best, mijn jongen. Ze is mgn nichtje geweest." In het jaar 1900. Reiziger. Goeden morgen meneer Willemsen. Ik ben zoo even hier gearriveerd met mijn ballons en ontplofbare materialen. Kan ik zaken met u doen Landbouwer. Misschien wel, 't is lang droog geweest. Wat is tegenwoordig do prijs van den regen Wat is een inferieur Iemand, die er zich over beklaagt, dat hij door zijne su perieuren juist behandeld wordt zooals hij zijne ondergeschikten behandelt. Wanneer men vraagt naar de punten van overeenkomst tusschen een zuigeling in zijn eerste jaar en een student in zijn eerste jaar, zal menigeen vreemd op kijken. Toch is het antwoord gemakkelgk beide doen niets dan schreeuwen, drinken en slapen. Mevrouw. Maar Kaatje, je gaat toch zoo de deur niet uit Je riekt geheel naar terpentijn 1 Keukenmeid. Ik kon geen andere odeur vinden, mevrouw. Rechter. Hoe kwam je erbg, om dezen man op klaarlichten dag te berooven Roover. Ik kan het niet helpen, edel achtbare, mijn avonden waren alle bezet. Dichter, groot van gestalte. „Wel me neer, wat dunkt u van mijne verzen Criticus, klein en zwak. „Als u het permitteert, zend ik u mijn oordeel liever per post.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 9