NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. DE WERKBAAS. De Jaargang. Vrijdag 20 November 1891. No. 2571. A BONN EMENTSPRIJS ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. „SEQUAH" in FELIX FAYORE. Provinciale Staten. Latteren ea Kunst. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummer»0,05. Dit blad verschat dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Kureati Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TelefosnmiUHDisieF ISSSo fan 15 regel. 50 Cent»; iedere regel meer lOCent». Grot te letter, naar plaatsruimte. Bij Abonnement aaniienlijk rabat. Abonnementen en Advertentie» worde» aangenomen door oma agenten sn door alleSboekhasdelaroa ea conrantien». Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Generale ie Publicity Btranglre t, I' DAVBM fr Oor JOHN 1. JONBS, Snee., Petrjjt Blhit ftnhourf Uontmnrtre. Bij dit Nummer is gevoegd het Gemeenteraadsver slag van 18 November. Haarlem, 19 November 1891. Reeds met een enkel woord wezen wij op de Woensdagavond gehouden kunst beschouwing, gegeven door „Kunst zij ons Doel." Ware de collectie uit Arti's porte feuille even aantrekkelijk in 'talgemeen ge weest als het ons toegezonden invitatie biljet met het lieve marker meisje door een vaardige hand geteekend, we zou den recht voldaan naar huis zijn gegaan. Ons kwam het echter voor, dat over al de teekeningen, natuurlijk met vele uitzon deringen, een zekere matheid lag, die getuigden van een zekere leegte in de keuze van nieuwe onderwerpen en nht minder gebrek aan impressie. Dit is wel jammer, daar we te goed weten, dat de natuur onuitputtelijk is, en immer nieuwe beelden geeft. Moeten wij eenige lofwaardige wer ken opnoemen, zoo bepalen we ons tot de werken van Gorter, Van der Waay, Oppenoorth, Steelink en nog eenige anderen. Gorters herfstavond was fraai, wel ietwat kleurig, doch dit was niet scha delijk aan het geheel. Het deed ons genoegen een zijner werken door een kunstliefhebber hier ter stede aange kocht te zien. Van der Waay is teekenaar in den waren 2in des woords, en zal nimmer ook maar een lijntje opofferen aan kleur of sentiment. Deze regel is goed, een middenweg ware nog beter, daar het bonte iu zijn plein met tramwagens dan wel vervallen zou zijn. Weder was Woensdagavond de groole zaal van Felix Favore met eene me nigte gevuld, die de verrichtin: en van Davenport en de zijnen kwam zien Reeds te half acht vulde zich de zaal en kort daarna deed het orchest zich hooren, dat na elk nummer luide door de wachtende schare werd toegejuicht die ja af en toe zelfs een dansjeB pro beerde. Het gedrang werd tamelijk steik, zelfs werd een heer, een bejaard stadgenoot, die zich onder de menigte bevond, door een flauwte overvallen, maar werd gelukkig sp»edig weder bij gemaakt misschien wel de meest effectieve genezing dien avond vol bracht Intusschen was Davenport met zijn tolk druk bezig het publiek op de hoogte te stellen van zijn handelingen in Nederland, trachtte de beschuldi gingen door de Vereeniging tegen de kwakzalverij tegen hem ingebracht te weerleggen, noemde het infaam, dat hij door de rechtbank te Breda ver oordeeld was, waarvan hij in hooger beroep ging, las stukken voor uit ver schillende bladen om zijne middelen te rechtvaardigen en ging ten slotte over tot de behandeling van „den patient van den avond," want in iedere séance wordt er slechts één onder handen ge nomen. Deze patient was vroeger werkzaam als smid aan de werkplaats der H. IJ. S. M. alhier en was al twee jaar lijdende aan rhumatiek, zooals door twee ge tuigen werd geconstateerd, zoodat hij buiten werk was. Zijn naam is J. B Schout, woonplaats Teylerstraat 16 Dit alles werd den volke luide ver kondigd, waarna de lijder op de lederen rustbank werd gelegd en door een gor dijn aan de oogen van het publiek out trokken. Slechts eenige „bevoorrechten", de politie en de pers, mochten de kunstbewerking, die weder onder toe zicht aan doker Doeff geschiedde, aan schouwen. Voor een persoon, die stijf was van de rhumatiek, mocht het uitkleeden nog al vlug genoemd worden enfin, weldra stroomde de olie lustig over zijn rhumatische beenen en een aantal rappe handen, waaronder die van Davenport, zijn helper, en een der werklieden-getuigen, wreven dat het een lust was. De muziek speelde schette rende deuntjes en weldra was de kunst bewerking ten einde. De lijder werd weer zichtbaar en toonde nu door flink op den grond te stampen en de beenen op te heffen, dat hij geen lijder meer was. Een der getuigen, dezelfde die medegewreven had, vertelde aan de menigte hoe alles in zijn werk gegaan was en de patient geen pijn ge leden had Wij voor ons willen dit als oogge tuigen gaarne gelooven, maar toch vin den wij' het vreemd dat wij den be handelde Woensdagmorgen gezien en gesproken hebben, nadat hij zich voor de behandeling van dien avond had aangemeld en daarna flink en vrij vlug met zijn vrouw was heengegaan. Wie bewijst ons dat de man op genoemden oogenblik niet in staat was om te springen en te stampen zooals hij 11a de behan deling deed Er was nog een genezen patient op de tribune, uit Amsterdam afkomstig, die op verzoek van Davenport vertellen moest hoe hij genezen was. Hij deed dit onder dank aan „den dokter" (Davenport), zijn hand op diens schou der leggende en er bijvoegende dat niet Davenport de genezer was, maar de middelen, die hij aanwendde, en die hem „van God geschonken waren" feenig rumoer in de zaal). Davenport verzocht hem daarop met Schout een dansje te maken en weldra draaiden beiden in een lustige polka op den maat der muziek in het rond. Het is vermakelijk om Davenport verschillende personen, die hem iets toeroepen, of zich onordelijk gedragen, te hooren terechtzeltenmet bijtende sa- tyre geeft hij hun er van langs, dat het een aard heeftHij deelde ook nu weer mede, dat de opbrengst der entrée- gelden voor de armen van Haarlem bestemd is, en nadat aan eenige personen, met attesten voorzien, gratis fleschjes prairie-flower en olie waren uitgereikt, was de séance aigeloopen, en verliet de menigtewaaronder tal van personen uit den netten burgerstand, de zaal. Buiten stonden velen, die geen plaats binnen hadden kunnen krijgen en onder wie het nog al jolig toeging. Van onge regeldheden echter geen spoordat is men in onze gemeente gelukkig ook niet gewend. Naar aanleiding van het geval, dat zich bij het regiment grenadiers en jagers heeft voorgedaan, «lat een milicien, voor de expiratie van een hem verleend langdurig verlof is teruggekeerd, omdat diens ouders niet met dat verlof instem den, is door Z. E. den minister van Oorlog, bepaald, da- dergelijke gevallen moeten voorkomen worden. De miliciens die gedurende dezen winter een langdurig verlof erlangen, zullen thans een bewijs van hunne ouders moeten overleggen, dat deze hunne zoons met verlof thuis verlangen voor den tijd als wordt aangevraagd. Het bovenbedoelde verlof moet einde Feb. 1892 verstreken zijn. Zitting van Donderdag 19 Nov, 1891. Ingekomen is een verzoek van de vereeniging „Haarlemsche Ambachts school" om subsidie van 5000.per jaar en een bijdrage in de kosten van oprichting ad 2200 te verzoeken. Gedeputeerde Staten stellen voor, geene bijdrage in de oprichtingskosten te geven, maar eene subsidie van f 3000 in het eerste jaar en ƒ1500 in elk der vier volgende jaren. Het verzoek met dit advies wordt gesteld in handen eener Commissie om rapport. Aangehouden wordt de zaak van het bevaarbaar houden van het Noordzee kanaal bij winter, daar de minister van Waterstaat neg eene conferentie noodig acht tusschen Gedep. Staten, de ambte naren van den Waterstaat en het Ge meentebestuur van Amsterdam. Ingekomen is het verslag van de commissie belast met het onderzoek naar een voorstel tot beplanting van duinen. Dit zal in een aparte zitting worden behandeld. Met 55 tegen 8 stemmen wordt toe gestaan het verzoek van de afd. Haar lem van de Holl. maats, van Landb. om een subsidie van f 200 voor 1892 a oor den cursus in hoefbeslag. Ged. Staten adviseerden ongunstig. Goedgekeurd wordt eene verandering in de concessie-voorwaarden van den spoorweg Alkmaar—Hoorn, thans in handen van de H. IJ. S. M. Niet ingekomen zijn de bewijzen, dat voor de stoomtram Hoorn—Schagen een vennootschap en kapitaal bij ei kander is. Goedgekeurd wordt eene suppletoire begrooting van 10.000 voor 1891 voor het gesticht Meerenberg, wegens stijging van de prijzen der levensbehoeften. Aan de Maats. v. d. Werkenden Stand te Amsterdam wordt voor 5 jaar een jaarlijksch subsidie verleend van ƒ6000,voor het geven van ambachts- onderwijshet subsidie voor 1892 aan de teekenschool voor kunstnijverheid met 500,verhoogd en dus gebracht op ƒ2500.— Aan de orde kwam een verzoek van den heer Stuart te Amsterdam, om hem voor de droogmaking van de Westein- derplassen eene subsidie van minstens ƒ60000 toe te kennen. Ged. Staten adviseeren tot toeken ning van ƒ40.000.Een amendement van den heer Ledeboer, strekkende tot toekenning van ƒ60.000 werd met 37 tegen 26 stemmen verworpen en het voorstel van Ged. Staten goedgekeurd. Na de pauze werd aan de orde ge steld de benoeming van een lid der Eerste Kamer, in de plaats van wijlen Mr. A. F. Insinger. Uitgebracht werden 64 stemmen. Bij eerste stem ing ver kreeg Mr. H. J. Kist 29, D. Cordes 11, J. Boissevan 7, baron AE. Mackay 3, Jhr. C. Hartsen 4, J. Breebaart Hzn. 3, Westenberg 1, Westerwoudt 2. F. L. Kist 1, blanco 2 en Jhr. Backer 1. Bij tweede vrije stemming verkreeg Mr. H. J. Kist 33 stemmen, had dus de meerderheid verkregen en is alzoo benoemd tot Lid van de Eerste Kamer. Woensdagavond omstreeks 10 ure is op het erf van P. Bersman, woonachtig aan den Harmenjansweg, langs den spoorweglijn, een houten hok met vier geiten in brand geraakt en zijn die beesten in de vlammen omgekomen. Men ver moedt dat de brand is veroorzaakt door vonken uit de locomotief van een voor bijkomende spoortrein. De beesten wa ren niet verzekerd, zoodat de eigenaar nog al schade lijdt. Hedenmorgen had in de woning van den winkelier Van L., Jacobij nestraat 23, een treurig ongeval plaats. De vrouw des huizes, de kamer doorgaande, sleepte met haar japon het petroleumstel omver. In een oogwenk vatfen hare kleederen vlam en stond zij in brand. Gillend vluchtte zij op de binnenplaats. Haar echtgenoot en hare moeder bekwamen bij de pogingen om het vuur te blusschen, ernstige brandwonden aan handen en armen, maar slaagden er eindelijk in de vlammen te dooven, met behulp yan een paar buren. Een begin van brand in de woning werd spoedig gebluscht. De vrouw des huizes heeft zeer hevige brandwonden bekomen en verkeert in ernstigen toestand. Geneeskundige hulp was spoedig aanwezig. De rechtbank deed heden uitspraak in zake de vier diefstallen, begaan tijdens den brand van en ten nadeele van de sociëteit „de Phoenix" en veroordeelde B. Dekker, A. G Hardenberg en J. Bakhuis Roozeboom elk lot 6 weken en A. Volkers tot 4 weken gevange nisstraf. In zake de aanklacht door F. J. Winkelaar ingebracht tegen den midder- nachtzendeliDg K Taekema wegens mishandeling en de aanklacht van laatst genoemde ingebracht tegen Wiukelaar en Brentano, 'eveneens wegens mishan deling, doet de Rechtbank de navol gende uitspraak Taekema en Winkelaar worden beide vrijgesproken, doch Brentano veroor deeld tot betaling van een boete van 10.subs, tot 3 dagen hechtenis. Bij Durand Ruel te Parijs zijn ten toongesteld schilderijen en etsen van Charles Jacque. Vooral de etsen moeten merkwaardig zijn. Zij geven een over zicht van hetgeen in de laatste tien jaren werd tot stand gebracht door een thans 78 jarig kunstenaar, die, eenmaal te Barbizon de buurman van Th. Rousseau en Millet, alleen is overge bleven van de moedige en talentvolle bent landschapschilders, door wier arbeid omstreeks 1830 zulk eene machtige her vorming werd te weeg gebracht in de fransche schilderkunst en die, zelf voor afgegaan door de Engelschen, een en- loochenbaren invloed hebben gehad op de wedergeboorte der hollandsche school Een lid van de bekende kunste- 24) HOOFDSTUK XV. hand in de laden en zocht buiten eensklaps dit versje Reeds woelde zij met bevende naar een geheimen veer, toen zij hoorde zingen Turlurette Bon vin et fillette. Madeleine verhief zich snel, blies haar lantaarn uit en snelde naar het laboratorium, waar zij zich meer dood dan levend achter het gordijn verborg. Het was tijd. Jacobus trad binnen. HOOFDSTUK XVI. Een drietal schurken. Jacobus kwam van den kant van de herberg. Snel stak hij zijne kaars aan. Toen zeide hij op verontwaardigden toon: „Ik lag en zing daar warempel, omdat ik vijftien snuivers met domi- neeren heb gewonnen. Duivels, het begint mij toch gruwelijk te vervelen om nog langer de rol van een kruidenier te spelen, die zich uit de zaken heeft teruggetrokken. Vijftien stuivers! een millioen wil ik hebben." Hij was niet meer die goede grijsaard, dien iedereen kende, of ten minste meende te kennen. Daar hij zich alleen waande, wierp hij het masker af. Hij deed als een hongerige wolf, die door het lange vasten woedend is geworden, en voor wien men zeer bevreesd zou zijn, als men hem geheel alleen in een bosch ontmoette. „Ik heb genoeg geduld gehad," vervolgde hij. „Hij is terug, zal aanstonds komen en moet zich onderwerpen, ik wil het." Hij liep de kamer op en neer, stampte met zijne voeten op de steenen en gesticuleerde alsof hij njn toorn wilde aanwakke ren. Als zijne woede haar hoogste punt had bereikt, dan moest die man verschrikkelijk wezen. „Brr, het is koud," zeide hij na een oogenblik. „Ik moet vuur hebben." Hij ging naar zijn laboratorium en kwam met een armvol dood hout terug. Juffrouw Humbert hid als een espenblad getrild, toen Jacobus haar voorbijging. Het was niet het gevaar, waarvoor zij zich zoo angstig maakte, maar het was dë vrees, dat zij haar werk niet zou kunnen vol brengen Jacobus gihg een paar maal langs haar, zonder haar op te merken. Hij wierp het hout op den haard en ging toen, met zijn gezicht naar het vuur gekeerd, in een armstoel zitten. Vervolgens brak hij een paar stoelen en wierp de stukken in de vlam om haar te doen aanwakkeren en voegde daar ook oude couranten bij. Eindelijk knetterde het vuur lustig. „Zoo is het goed," zeide Jacobus bij zichzelven. „Als ik rijk ben zal ik het er goed van nemen. Het wordt du hoog tijd, want ik word oud. Stel je voor, dat ik eens in die herberg kwam te sterven, na een partijtje domino, met de Hubbele zes nog in mijn hand. Brr, ik word er koud van in mijn bochel, als ik er om denk. Dan had ik evengoed een eerlijk man kunnen blijven. Ik wou nu maar, dat de vicomte kwam en mij mijn deel gafc Ik wil morgen reeds van het goede der aarde genieten. Ja, mor gen reeds. Gij hebt mij lang genoeg onder uw juk doen zuchten, mijn vicomte. Nu is het mijn beurt." Buiten weerklonk een schel gefluit. Dadelijk zweeg Jacobus, nam een boetvaardig gezicht aan en mompelde bij zichzelven, terwijl hij over zijn geheele lichaam beefde „Hij is het, onze meester. Kom, laat ik hem opendoen." Eenige oogenblikken later liet hij, met een slaafsche onder danigheid, Gontran d'Alvimare in de karüer. De vicomte was zeer slecht geluimde „WatI" zeide hij, „is de Eenoog hier nog niet. Gij zijt on beschaamde kerels. Ik ontvang brief op brief van u vol dreige menten. Gij schrijft mij: „zoodra gij hier zijt, moeten wij ver gaderen." Ik ben zoo goed om hier te komen en nu moet ik nog op Martin wachten." De voormalige leermeester had zijne kalmte herkregen. „Ik hoop, dat u zult bedaren en mij zult willen aanhooren. Ik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1