NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. DE WERKBAAS. 9e Jaargang. Woensdag 25 November 1891. No. *2575. AD VERTEN TIËN: STADSNIEUWS. Een kuur door Sequah. BINNENLAND. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD A BON N EM ENTSPR1JS Voor Haarlem per 8 maanden1,20. Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad vorsehiJnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bnrean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123, van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10Cent». Groots letters naar plaatsruimte. Gij Abonnement aanzienlijk rabat, Abonnementen ea Advertentie?, vrordes aangenomen door odes agenten en door alle boekhandelaren sa conrsntiorr. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale de BuilieiU Btrangbe L BdVBiI Con J O BB JGKMB, 8ucc.l rryi ülöb fuulourf üontmartrt. Haarlem, 24 November 1891. Door wijlen mej. H. M. Petit Pierre is aan de bewaarscholen der Nederd. Hervormde Gemeente alhier, een bedrag van ƒ2000 vermaakt. Heden (Dinsdag) morgen te 12 uur heeft Charles Davenport, agent van de Sequah-Maatschappij, een lijder aan rhumatiek ten diens huize behandeld. Het is de heer Hendricus van Deurzen, oud 68 jaar, wonende Zijlstraat No. 51 rood. Volgtns mededeeling van zijn zoon, den heer H. J. van Deurzen jr., is zijn vader reeds een tiental jaren met tusschenpoozen van beterschap lijdende aan rhumatiek in het bovenlijf, en daar door nu sedert bijna vier maanden voort durend bedlegerig, dag en nacht ge- kwel door hevige pijnen. De patient was zwak en zeer hulpbehoevend, zoo dat de familie met groote spanning den uitslag van Davenports behandeling tegemoet zag. Woensdag j.l. had Davenport, vergezeld door dr. Doeff, den patient een bezoek gebracht en nadat de lijder eenige vragen van den laatste had beant woord, klopte Davenport hem op den schouder en beloofde hem van de pijnen te zullen bevrijden. Doeff voegde erbij, dat de heer Van Deurzen dan nog flink versterkende middelen moest ge bruiken, en na drie wekc7i weer op straal zou kunnen gaan Davenport wilde den heer Van D. alleen ten zijnent behandelen, omdat deze te zwak was om bij hem op de avondséance te komen. Toen gevraagd werd, wat de behandeling kosten zou, antwoordde Davenport, dat hij er niets voor wenschte te hebben. Door de moeilijkheden met de papie ren van den dokter en den apotheker kon Davenport eerst thans de behande ling verrichten. Naar wij vernemen, duurde zijn bezoek ongeveer een kwartier. De lijder had van het wrijven niet veel pijn en lachte zelfs een enkele maal, wat hij in maanden niet gedaan had Door zijn groote zwakheid moest rnen zeer omzichtig te werk gaan. Over den uitslag van de behandeling valt nog niet veel te zeggen. Alleen meende de heer Van D. eenige ver lichting van pijn te bespeuren en was voornemens te trachten, om op te staan. Daar de patient in den laatsten tijd door zijn huisdokter eiken avond met morphine werd ingespoten, om hem al thans eenige nachtrust te geven zal eerst morgen kunnen blijken, of Davenports behandeling eenig succes heeft gehad. Zoo mogelijk en zoo noodig zal hij morgen den lijder nogmaals wrijven. De behandeling werd heden, behalve door dr. Doeff, bijgewoond door eenige fa milieleden en een goeden bekende. Wij zullen onze lezers op de hoogte houden. Maandagavond, omstreeks 8 ure, ver voegden zich ten huize van den heer B., aan de Kinderhuisvest, twee jongens, die aan de dienstbode, welke opendeed, een brief overhandigden met verzoek, dien door haar heer te laten lezen terwijl zij hieraan voldeed, namen de jongeDS de vlucht met een jas, die in de gang hing. Spoedig werd door de dienstbode de diefstal ontdekt en liep zij de jongens na, die, zich achtervolgd ziende, de jas wegwierpen. De brief dien zij haar hadden overhandigd, was eene enveloppe waarin een onbeschreven velletje papier. Daar waarschijnlijk de jongens dezelfde handelingen ook bij anderen zullen be proeven, zij men op zijne hoede. Rechtszaken. Bij vonnis der arr.-rechtbank alhier, van den 2491 November 1891, is in staat van faillissement verklaard Jacobus de Koning, stucadoor, metselaar en koopman, wonende te Edam, met ingang van 21 November 1891. Bij dat vonnis zijn benoemd tot rechter-commissaris mr. W. A. 't Hooft en tot curator mr. W. van Hulst, ad vocaat en procureur alhier. Uit Apeldoorn wordt van 22 November gemeld. Gisteren is H. K. H. de Groothertogin van Saksen- Weimar, Prinses Sophia der Nederlan den, op het Loo aangekomen. H. M. de Regentes bevond zich aan den trein en verwelkomde de Groothertogin in het rijtuig, terwijl Koningin Wilhelraina hare tante aan den ingang van het ja- leis opwachtte. OFFICIEELE BERICHTEN. Bij kon. besl. van 16 Nov. is agreatie verleendaan de opklimming van den eersten kapittel-ridder der ridderlijke duitsche orde Balye van Utrecht, A. baron Schimmelpenninck van der Oije van Nijenbeek, tot jongsten comman deur, en van den tweeden kapittel ridder H. A. Z. baron van Knobels- dorff van Nijenhuis, tot eersten kapittel ridder; en aan de benoeming van den oudsten ridder exposant in die orde, C. J. E. graaf van Bylandt, tot tweeden kapittel-ridder. Bij kon. besl. van 21 Nov. is benoemd tot notaris binnen het arrondissement 's Gravenhage, ter standplaats de ge meente Leiden, J. F. Meiners, cand.- not. aldaar. Bij kon. besl. van 21 Nov. is, met ingang van 1 Jan. 1892, tot corrector bij de Nederlaiidsche Staatscourant benoemd D. Meester, thans tijdelijk corrector. De gewone audiëntie van de ministers van Financiën en Oorlog op 26 en die van Marine op 27 dezer zullen niet plaats hebben. Bij notavanwijzigingzijn op de waterstaatsbegrool-ng uitgetrok ken eene jaarlijksche bijdrage van 12.000 in de kosten van ijsopruiming in het Noordzeekanaal, en de noodige gelden voor vermeerdering van het ledental van den Raad van toezicht op de spoorwegdiensten van drie op vijf, voor de aanstelling van drie ingenieurs aan 's raads bureau, voor uitbreiding van het bureaupersoneel en verhooging der tractementen van de leden, den secretaris en de rijksopzieners. Gel ij k men weet, werd op de staatsbegrooting van 1890 eene som van 25.000 uitgetrokken voor het onderzoek, dat vooraf moet gaan aan eene door den minister van waterstaat beoogden wettelijke regeling tot verbe tering van de zoogenaamde kleine ri vieren. Nadat hierop een correspondentie was gevolgd met de Gedep. Staten der onderscheidene provinciën, ten einde bij het in te stellen onderzoek hunne medewerking en voorlichting te erlangen,1 waarbij meer in het bizonder reeds da delijk opgave werd verlangd van de rivieren en wateren, die naar hunne meening in hunne provincie in de ter men vallen om, overeenkomstig de ontwikkelde beginselen te worden ver beterd, heeft de minister van waterstaat deze zaak weder tot zich genomen en eene nieuwe reeks vragen aan de Com missarissen der Koningin ter beant woording gezonden. Onder meer wenscht de minister te vernemen, welke der be doelde rivieren kunnen worden geacht geheel of gedeeltelijk te zijn staatseigen dom, krachtens art. 577 van het bur gerlijk wetboek. 'NIC.) De commissaris der Ko ningin in de provincie Utrecht heeft aan de burgemeesters medegedeeld, dat, met het oog op den ongunstigen wild stand, door hem geen vergunning wordt verleend tot het jagen of houden van klop- of drijfjachten op spoorsmeuw. Verder wordt geen verlof gegeven tot het visschen onder het ijs met de zegen. Bij de administratie der posterijen zullen de met ingang van 16 November benoemde commiezen der posterijen der 4e klasse hunne function uitoefenen als volgtJ Lazonder, Har derwijk 's-Hage (hoofdbestuur)J. Greshof's Hage ten postkantore UtrechtC. v. d. Toorn, 's-Hage, ten postk. Breda; P. A. R. Brouwer, Scheveningen, ten postk. BredaH. C. Bongenaar, Breda, ten postk. Almeloo C. F. D. Nagel, Breda, ten postk. Bergen op-ZoomA. C. Abbing, 's-Hage, ten postk. Zutfen R. Benthem, Medem- blik, ten postk. Amsterdam. Benoemd tot adsistent te 's-Hage, J. W. G. ICiebroek, kantoorknecht aldaar. Verplaatstde surnumerair W. G H. Ie Fèvre, van Amersfoort naar Utrechtde commies ie kl. A. L. F. Hofmann, van Utrecht, naar spoorweg postkantoor n°. 4 (Utrecht). Eervol ontslagen de adsistent bij het hoofdbestuur der posterijen te 's-Hage W. J. J. Rolvink. De brievengaarder H. G. de Grijs te Abkoude, in verband met de oprichting van een postkantoor 15 November. Vereenigde kantorenBenoemd tot klerken der posterijen 2e kl. mej. A. Vrijburg te Gorredijk, L. Hanedoes te Hardingsveld, mej. A. C. Nanninga te Hulst, M. A. Kuijpers te Willemstad, G. Lokhorst te Overveen met verplaat sing naar Epe. VerplaatstDe klerk der posterijen 20 kl. mej. M. Balk, van Drachten naar Zaandam. Door den Nederlandschen Schermbond is een wedstrijd uitgf schre ven, die zal bestaan uiteen wedstrijd (huishoudelijk) personeel, op degen en korten stok, alleen voor de leden van den Bond, en in een kolonnewedstrijd, waaraan ook kan worden deelgenomen door niet leden van den Bond. De wedstrijd zal worden gehouden in „Maison Stroucken" te Amsterdam en plaats hebben op 19 en 20 December. Eene uitnoodiging tot deelneming is toegezonden aan alle vereenigingen van den Bc-nd hier te lande en ook tot eenige professeurs in het buitenland, waarmede de onderhandelingen reeds zóóver zijn gevorderd, dat hunne deel neming zoo goed als zeker is. De regeling van den wedstrijd is als volgt 19 December te 12 uur loting. Te 1 uur opening van den personeelen wedstrijd degen, die tot 5 uur wordt voortgezet. Daarna personeelen wedstrijd korten stok. 20 December te 1 uur, kolonne degen en geweer. Te 8 uur 's avonds van dien dag bekendmaking der prijzen. Tot 15 December kan men zich tot deelneming aanmelden. Er zal geschermd worden om 5 pun ten. De linksche schermer moet de rechtsche één punt vóór geven en dan 6 punten maken. Voor den kolonne-wedstrijd zijn de prijzen kunstvoorwerpen en van iedere afdeeling voor den ieu prijs winner een zilveren medaille. Het aantal deelnemers aan een ko lonne-wedstrijd mag minstens 6 bedra gen. De direction van de H. IJ. Spoor weg maatschappij en van de Exploitatie van Staatsspoorwegen hebben reeds be sloten, retourbiljetten te geven tegen den prijs van enkele reisbiljetten. De jury bestaat uit de heeren N. Kerckhofï te Amsterdam, A. J. Meyerink te Haarlem, J. H. Reys te 's-Hage, P. Baaten te Utrecht en D. C. Maas te Zwolle. De jury moet met nog twee leden worden aangevuld. Reeds zijn door 4 particulieren prij zen toegezegd en zal ook het gemeente bestuur van Amsterdam een of twee medailles geven. Het hoofdbestuur bestaat uit de heeren Jac. Koopman te Rotterdam en L. F. Keyser te Haarlem. Het bestuur der Vereeni- ging tot oprichting en instandhouding van het Protestantsch Weduwen- en Weezenfonds, te Amsterdam, heeft dezer dagen aan de leden en begunstigers het jaarverslag toegezonden. Zooals men weet, is hoofddoel der Vereeniginghulpbehoevende weduwen, belast met de zorg voor jonge kinderen te steunen, eerstens door het verschaf fen van vrije woning. 56 vrije wonin gen zijn thans in gebrnik, die door even zooveel weduwen met kroost worden bewoond. De aanvraag tot plaatsen wordt echter bij den dag grooter, en verlangend ziet het bestuur naar het tijdstip uit, dat op de reeds gelegde fundamenten de laatste uitbrei ding tot 80 woningen kan worden aan gevangen. De kosten daarvoor zullen ongeveer 20,000 bedragen,terwijl slechts 6949 in kas en 100 toegezegd is. De inwonenden genieten vrije ge neeskundige hulp en medicijnen, onderstand in geld, levensmiddelen en brandstof. In 1889 werd in de 2e Hugo do Grootstraat (tegenover de kinderbewaar plaats der Vereeniging) eene werk- en verkoopplaats in het leven geroepen, waar de weduwen tegen taiief naai en breiwerk verrichten, terwijl het bestuur tracht, de vervaardigde zaken te ver- koopen. In den vorigen winter werd 140 aan naai- en breiloon uit gekeerd. De gewone jaarlijksche uitgaven be droegen f 2873 82, de ontvangsten 27) HOOFDSTUK XVHI. Een vluchtig onderzoek was genoeg om hen van de waarheid ':e overtuigen. De graaf was in het hart getroffen. „Maar wie heeft hem dien doodelijken steek toegebracht?" vroeg Jacob. „Martin de Eenoog," antwoordde Pepita. „Hoe is hij ontvlucht?" „Langs de trap." Plotseling weerklonk er in de verte een geblaf. „Dat is mijn hond," riep Jacob, die naar het venster snelde om het te openen. „Hij moet den vluchteling achterna. Vervolg hem, Vrijdag!" Jean Baptiste was reeds op de trap; hij bereikte de deur, maar trachtte tevergeefs haar te openen. De moordenaar had haar afgeslo'en. Het kostte weer een geruimen tijd vóór men den sleutel kon vinden. Toen Jean Baptiste en Jacob eindelijk buiten waren, was het geblaf bijna niet meer hoorbaar. Zij liepen toch voort, zij zochten het spoor Van den man, maar vonden niets anders dan den armen hond, die geheel bebloed aan den kant van een sloot lag te zieltogen. De avond viel. „Laat ons naar de fabriek terugkeeren," zeide Jean Baptiste. Jacob, die nu nog meer bedroeld was dan te voren, volgde hem. Zij vonden George d'Alvimare nog in dezelfde houding op dezelfde plaats zitten. Hij twijfelde nu niet langer; groote tranen rolden langs zijne wangen. Pepita veegde ze van tijd tot tijd af en mompelde: „Arme Noël, mijn arme vriend, houd moed." „Wat is er gebeurd vroeg Jacob aan Pepita. „Hij heeft niets gedaan dan weenen," antwoordde zij. George scheen niets te hooren. Met opengesperde oogen, open mond en even bleek als zijn overleden vader, keek hij dien maar steeds aan Toen men hem van die plaats wilde verwijderen, volgde er eene zenuwachtige uitbarsting op die droevige onbeweeglijkheid en hij verloor zijn bewustzijn. ,/Arm kind!" zeidë Jean Baptiste, terwijl hij hem op het bed in de alkoof' legde. Jacob wierp een mantel over het lijk en mompelde met een laat sten blik op den doóde „Arme Andries het wreede noodlot heeft uw wensch ver hoord Hoe dikwijls hebt gij niet gezegd mocht ik mijn zoon terug zien en dan sterven!" Jean Baptiste voegde zich spoedig bij den grijsaard „De vicomte moet van het gebeurde in kennis gesteld wor. den," zeide hij. „Ik zal er heengaan. Gij blijft immers hier, Jacob Gontran was, zooals men weet, niet tehuis. Toen hij hem niet aantrof, liet de werkbaas een briefje voor hem achter, waarin hij hem verzocht zoo spoedig mogelijk te komen en begaf zich toen weer naar de fabriek. De dag brak aan. De oude bediende van den graaf kwam, volgens gewoonte, zijn meester wekken. Hij vernam alles van Jacob, en er had eene nieuwe uitbarsting van smart plaats. De graaf was bemind door al zijne onderhoorigen, vooral door den ouden Ambrosius. „Bedaar wat," zeide Jacob tot hem; „hij, die wij beweenen, is niet geheel voor ons verloren; hij laat een zoon na, in wien hij zal herleven." De oude kluizenaar wees op George, die op ditzelfde oogen- blik zijn bewustzijn herkreeg en langzaam opstond. Nadat de oude Ambrosius hem met levendige aandoening had beschouwd, viel hij hem te voet en riep uit „Ja, dat is wel de zoon van mijn meester En de waardige bediende, wien de tranen over de wangen rolden, kustte hem de hand. Zeer verwonderd en half angstig keek George beurtelings alle personen, die hem omringden, vragend aan en trachtte zich het gebeurde voor den geest te roepen. Eensklaps hoorde men, te midden van de stilte, den hoefslag van een paard, dat weldra vóór het huis stilhield.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1