BINNENLAND.
POLITIEK OVERZICHT.
stoord, dat hij eindelijk van het woord
afziet.
Toen op den 7° November 11. de
zaak werd behandeld betreffende den
dielstal op de begraafplaats, zeide de
substituut officier van justitie mr. Joh.
P. van Outeren, dat ZÉA. zich zoude
neerleggen bij het vonnis, dat de Recht
bank zou uitspreken.
Wij meenden hieruit te mogen con-
cludeerea, dat de ambtenaar van het
O. M., wanneer de Rechtbank niet
vonniste overeenkomstig het requisitoir,
niet in appèl zou gaan.
Heden deelde de heer mr. Van Ou
teren ons mede, dat dit ZEA.'s bedoeling
niet was geweest. Men moest den volzin
alleen beschouwen als oratorische wen
ding, waarmede mr. Van O. wilde zeg
gen, als persoon bij de uitspraak van
de rechters, als bij de meening
van eerlijke en rechtschapen mannen,
zich te zullen neerleggen, doch geens
zins om het recht van appèl uit handen
te geven.
Mr. Van Outeren wenschte daarom
deze toelichting opgenomen te zien
in ons blad, omdat Z.E.A. niet voor
inconsequent wenscht gehouden te
worden, daar Z.E.A. besloten heelt, van
het vonnis van de Rechtbank, waarbij
de van den dielstal beklaagde werd
vrijgesproken, in appèl te gaan.
EEN LASTIGE SLAGER.
Tusschen Nederland en
België is eene overeenkomst gesloten
om, in gevallen van hondsdolheid op
de nederlandschbelgische grenzen,
over en weder daarvan kennis te geven
aan de burgemeesters van gemeenten,
grenzende aan België of Nederland,
of minder dan 4 KM. afstand daarvan
gelegen.
0FF6CIEELE berichten.
Bij kon. besi. is aan jhr. Cornelis
Hartsen, eervol ontslagen als minister
j van Buitenl. Zaken, een pensioen toege
kend van ƒ3334
l Bij kon. besl. is aan H. P. N. Muller,
j koopman te Rotterdam, vergund het
aannemen der versierselen van Officier
d'Académie, hem door den minister van
openbaar Onderwijs en schoone kunsten
der fransche republiek geschonken aan
j den gepensioneerden kapitein ter zee-
titulair A. J. baron van Geen, thans
j waterschout te Amsterdam, het aannemen
der versierselen van ridder 3« kl. van de
Koninklijke Kroon van Pruisen, hem
door Z. M. den keizer van Duitschland,
j koning van Pruisen, en aan P. Ch. van
Lennep, consul-gen. der Nederlanden te
Athene, het aannemen der versierselen
van officier der orde van den Verlosser,
hem door Z. K. H. den prins-regent
van Griekenland in naam van Z. M
i den koning der Hellenen geschonken.
Theodoor Kroese, slager te Haarlem
mermeer, ontving op zekeren dag onlangs
het bezoek van de twee kommiezen der
directie belasting, aldaar gevestigd, die
vernomen hadden, dat hij zonder per
missie had geslacht. Inderdaad vonden
zij een vierdedeel van een kalf en toen
Kroese hun zijn biljet van den ontvan
ger niet kon toonen, wilden zij het vleesch
meenemen om het te wegen, maar
Kroese verzette zich daartegen, dreigde
den eersten kommies met een ijzeren
priem en met een hakmes en wilde hem
de deur uitdringen, toen eindelijk de
veldwachter werd gehaald en Kroese
zijn verzet opgaf.
De beklaagde is zeer aangedaan, met
het oog op het vroege morgenuur, zelfs
merkwaardig aangedaan en dramatiseert
het geval tot groote hilariteit van het
publiek en, een enkele maal, ook van
de rechtbank.
De Rijksadvokaat r^quireert de ver
oordeeling van beklaagde tot 10 boete
voor de belastingontduiking en 100
voor het verzet.
De subs, off v. just requireert inge
volge dezen eisch en verzoekt bij niet-
betaling van de boete van 10 den
beklaagde tot 1, hoogstens 2 dagen ge
vangen-hechtenis en van de boete van
100 tot minstens 1, hoogstens 20 dagen
gevangen hechtenisstraf te veroordeelen.
De gemeente-begrooting van Zand-
voort voor het jaar 1892, bedraagt in
ontvangst en uitgaaf 25.282,62^.
De opcenten bedragen 60 op de per-
soneele belasting, 40 op de grondbe
lasting (gebouwde eigendommen) en 10
op de grondbelasting (ongebouwde ei
gendommen). De kosten Yan het on
derwijs zijn geraamd op ƒ7351.
De port voor onvoorziene uitgaven
bedraagt ƒ820,33.
Uit Zandvoort wordt gemeld: In de
Dinsdagavond gehouden vergadering
van den gemeenteraad stelde de burge
meester voor, in te trekken de raads
besluiten tot het aangaan eener geld-
leening en het voor rekening der ge
meente exploiteeren der baden, en in
beginsel te besluiten tot het verpachten
van de exploitatie van het strand.
Deze voorstellen werden zonder eenige
discussie aangenomen.
In het ki e s d is t r i c t G o u d a
zijn voor de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer uitgebracht 2481 stem
men van onwaarde 24. Gekozen is de
heer J. P. Havelaar (anti rev.) met
1320 stemmen. De heer Ph. van der
Breggen (liberaal) had er 1070. Voorts
waren op den heer Bastert (liberaal-
conservatief) 50, en op den heer Gerhard
(socialist) 16 stemmen uitgebracht.
Naar wij vernemen, moet
de heer Piepers, voorzitter van den
Raad van toezicht op de spoorwegdien
sten, thans het voornemen te kennen
gegeven hebben om met 1 Januari
e. k. zijne betrekking neer te leggen.
(JV. R. C.)
Dezen winter zullen bij de
Exploitatie maatschappij de spoorwag-
gons zooveel mogelijk verwarmd worden
door heetwaterstoven. De inrichtingen
tot vulling van die stoven zijn zeer
toegenomen en aan sommige stations,
waar deze reeds in werking zijn, aan
merkelijk uitgebreid.
Op een redacti e-b ureau,
schrijft de Nym. Ctkrijgt men dikwijls
vreemde brieven en onze lezers zouden
meermalen verbaasd staan, als wij onder
hunne oogen brachten, wat ons hetzij
„welwillend", hetzij „beleefd", hetzij
„beleefd doch dringend" ter opname werd
toegezonden. Nu dezer dagen ontvingen
wij weder een uitvoerig schrijven van
een ons onbekend persoo uit Hannover,
die ons zijn beklag doet over zijne
ontrouwe wederhelft, die met den even
eens ontrouwen echtgenoot eener hanno-
versche dame de wijk naar Holland
genomen heeft en naar bedoelde
schrijver ons meedeelt hier van
„Schwindeleien" leeft en Zich speciaal zou
toeleggen op het bedotten van directrices
van jongedamesscholen. bij wie zij zich
aanmeldt om les te komen geven in
het maken van vruchten enz. in was.
Als zij het bedongen honorarium in
handen heeft, zou zij echter niet terug
komen.
Wij weten niet, of ónze stad reeds
met een bezoek vereerd is en kunnen
evenmin nagaan of bedoeld schrijven,
waaruit wij namen enz. weglaten, volko
men vertrouwbaar is doch men kan,
na kennismaking hiervan, toch altijd op
zijne hoede zijnals men niet vooruit
betaalt, kan men niet gefopt worden.
„Mijne vrouw koos Holland voor hare
oplichterijen" zoo schrijft de verlaten
echtgenoot, „wo man, wie es überhaupt
heisst, alles treiben darf, was man will".
Hopen wij dat hij zich daarin vergist
heeft en hem seine liebe Gattin spoedig
van Holland uit teruggezonden moge
worden
Uit Amsterdam wordt ge
meld De minister van Buitenlandsche
Zaken, mr. G. van Tienhoven, vroeger
burgemeester dezer gemeente, heeft aan
alle hoofdambtenaren en enkele andere
ambtenaren, met wie hij speciaal als
hoofd der gemeente is werkzaam ge
weest, als blijk van waardeering zijn
photographisch portret doen toekomen.
Giel, een bekende bredasche
straatfiguur, is Dinsdagmiddag wegens
ziekte opgenomen in het stedelijk zie
kenhuis aldaar. Hij werd in het bezit
gevonden van 100.57£. Voor dertig
gulden aan kwartjes zat in zijne das, en
in oude sokken, die hij op zijne borst
droeg, zat de rest
Uit Oldenzaal wordt aan
de Tisj. Ct. gemeld.*
Zondag passeerde alhier eene kist, die
via Vlissingen uit Amerika kwam en
voor Berlijn bestemd was.
Aan het douanekantoor te Bentheim
waar de kist geopend werd, bleek zij
een lijk te bevatten van een in 1889
gestorven man, die te Berlijn voor de
tweede maal zou begraven worden
Wijl de kist ondei het motto rariteit
was verzonden en onder die rubriek
niet kon toegelaten worden, werd zij
naar Oldenzaal teruggezonden.
Omtrent den moordaanslag
te Noordwolde (Fr), waarbij de aan
vallers van een zure reis kwamen, ge
pleegd, wordt nader gemeld
In het dorp Noordwolde heeft het
huisgezin van den herbergier Menger,
Zondagnacht een bangen tijd beleefd.
Te 11 uur was het gezin van Menger
'naar bed gegaan, doch tegen midder
nacht werd er aan de glazen geklopt,
met verzoek om open te doen. Menger
herkende de stem van een zijner dorps
genooten. nl. S Bosma, een koopman
in eieren enz., die verklaarde een drin
gende boodschap aan M. te moeten
overbrengen.
Op zijn aandringen opende Menger
de deur en Bosma trad binnen, op den
voet gevolgd door zijn vader J. Bosma
en de gebroeders Willem en Jan Velt.
Menger vertrouwde het spel niet en
vroeg wat men wiide.
Het antwoord luidde dat men drank
wilde hebben, waarop M. antwoordde
dat hij dit niet zou toelaten. Toen ging
men naar de tapkast om zelfs de fles-
schen te grijpen, waartegen M. zich
verzette. W. Velt en J. Bosma trokken
daarop hunne messen en stormden op
M. los die thans begreep, dat zijn leven
ernstig gevaar liep. Terwijl hem het
mes op de keel werd gezet, greep hij
een geladen geweer dat in den hoek
stond en vuurde op zijne aanvallers.
Jan Velt werd getroffen en viel neder.
J. Bosma dit ziende, deed daarop nog
een aanval op Menger, doch werd door
de vrouw van M. met den stoel en
door M. zoo met den kolf van het ge
weer geslagen, dat hij in elkander zakte
en bewusteloos naast J. Velt op den
grond viel. Door den slag ging de
tweede loop van het geweer af, zonder
echter iemand te treffen. De andere
twee personen namen daarop de vlucht
Menger klopte de buren op, om zijn
huis te beschermen, indien de overge
blevenen den aanval wilden herhalen
en ijlde vervolgens naar het dorp
Nordwolde, om de politie van de zaak
te verwittigen.
Toen deze met Menger terugkeerde,
vond zij de verwonden nog in de kamer
liggen. Het bleek later dat de arm van
Jan Velt door het schot was verbrijzeld
en J. Bosma aan het hoofd en rug
gewond was. Zij konden niet vervoerd
worden, maar moesten dadelijk onder
geneeskundige behandeling worden ge
nomen. Willem Velt is in hechtenis ge
nomen.
Menger en diens vrouw zijn nog ge
heel onder den indruk van het gebeurde,
zij weten zelf niet, hoe zij zich zoo
kras tegen de indringers hebben ver
dedigd. Toen Menger het geweer bij
den loop greep en daarmede J. Bosma
een slag toebracht, ging het tweede
schot af en kwam in den muur der
kamer terecht. Evengoed had dit hem
zelf of zijue vrouw kunnen treffen.
Oblig. Ned. Fabriek van
Werkt, en Spoorweg-
iqalerieel
Oblig. idem idem Aan-
deelen in de orerw.
Aand. Rott. Suikerraffin.
Van wege het Ministerie van Water
staat Handel en Nijverheid, werd heden
aan het gebouw van het Provinciaal
Bestuur alhier aanbesteed:
i°. Het driejarig onderhoud van de
werken der Rijkszeehaven „het Nieuwe-
diep" provincie Noord-Holland. Raming
24.000.— per jaar.
Van de 9 biljetten was dat van den
heer G. D. van Doorn te Amsterdam,
het laagst voor ƒ23.700.
2°. Het driejarig onderhoud der dui
nen op het eiland Terschelling, behoo-
rende tot de zeewerken in Noord-Hol
land. Raming ƒ9300.per jaar.
Van de 10 biljetten was dat van den
heer A. C. Swart, te Terschelling, het
laagst voor de som van ƒ7824.—
3°. Het onderhoud der Rijkszee.
weringen op het eiland Texel, provincie
Noord Holland gedurende de jaren 1892,
1893 en 1894. Raming 1850 per jaar.
Ingekomen 2 biljetten en dat van den
heer J. W. Hillenius te Texel, het
laagst voor 1729.
1001
I5t 2
9 31
Leger en Vloot.
Wanneer voortaan milicien-plaatsver
vangers, na een jaar in werkelijken
dienst te hebben doorgebracht, zoo
dat de verantwoordelijkheid van de
loteling opzichte hem verstreken is
wegens lichaamsgebreken met pensioen
of paspoort den dienst verlaten, zal dit
onverwijld geschieden, opgeacht het
jaargetijde. Vrijwilligers die met pensioen
ot gratificatie wegens lichaamsgebreken
den dienst verlaten, kunnen, tijdens de
wintermaanden, tot April met verlof
vertrekken, of wel in de kazerne ver
blijven.
Bij kon. besluit zijn benoemd
bij het wapen der infanterie, bij het
regiment, tot majoor de kapitein C.
T. Verkerk, van het 5e regiment; tot
eerste luitenant, de tweede luitenant J.
A. Camerling Helmolt, van het korps
bij het 30 regiment, tot kapitein, de
eerste luitenant K. G. van der Mandele,
van het regiment grenadiers en jagers;
tot eerste luitenant, de tweede luitenant
J. M. C. Vermande, van het korps.
De nieuw model geweren, tot
kamer schietoefeningen zijn dezer dagen
bij de korpsen der infanterie in gebruik
gesteld. Bij deze oefeningen zullen, even
als bij het schijfschieten, klassen moeten
doorloopen worden, waarbij van minia
tuur 3-mans schijfjes gebruik wordt ge
maakt.
In de hedenmiddag te Amsterdam
gehouden vergadering der tabaks-
maatschappij „Deli Asahan" waren
tegenwoordig 77 aandeelen, uitbrengende
65 stemmen. Voorlezing werd gedaan
van het verslag, dat voor kennisgeving
werd aangenomen. De winst- en verlies
rekening werden goedgekeurd. Een
voorstel om den commissaris Sol eervol
ontslag te verleeuen „onder dankbetui
ging voor de ewezen diensten", had,
zeide de voorzitter, om dezen vorm
iets teleurstellends. Het bestuur had
overigens tegen het verleenen van ont
slag geen bezwaar. De vrees voor
juridiek bezwaar tegen het ontslag werd
door mr. Caroli, als geen grond heb
bende, opgeheven; het blijft mogelijk
dat de heer Sol zich tot de rechtbank
wendt, maar hij gelooft dat genoemde
heer niet veel kans zal hebben de Maat
schappij voor het hem toegekende
salaris, voor den tijd waartoe hij be
noemd was (10 jaar), aansprakelijk te
stellen. Trouwens het zou ook overi
gens niet in het belang des heeren Sol
zijn, indien eene behandeling voor eene
rechtbank het licht op de door hem
bedreven handelingen liet vallen Een
aandeelhouder stelde voor het ontslag
te verleenen, in overeenstemming met
het verslag van de directie, dat is niet
eervol. De voorsteller, erkennende dat
het volstrekt zijne bedoeling niet was,
het eervolle in het ontslag tot uitdruk
king te brengen, sloot zich daarbij aan,
waarna de vergadering bij acclamatie
besloot den heer Sol gewoon ontslag te
verleenen als gedelegeerd commissaris,
zonder meer.
75
500.
35°
35
203
pet.
Financieels mededeelingen.
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende opgave
van minder courante of incourante
fondsen, in de week, tot den datum
van 24 Nov. loopende, door hun tus-
schenkomst verhandeld.
Aand. Amsterd. Galerij -
Maatschappij
Aand. Bouwondernem.
„Willemspark"
Aand. Northwestern
Pacific Hypotheekb.
Serie B
Aand. Ned Mij. v. kunst
matige Oesterteelt te
Bergen- op-Zoom
Aand. Nederl. Westph.
Spoorweg-Mpij.
Aand. Brood- en Meel
fabriek te 's-Hage.
*5°
Doer personen, die te Berlijn met den
heer Giers van nabij in aanraking ko
men, wordt de verzekering gegeven, dat
zijne ontvangst daar ter stede op hem
den indruk der grootste hartelijkheid
heeft gemaakt. Bij zijne ontmoetingen
met monarchen en staatslieden op
zijne reis is zijn vertrouwen op de hand
having des vredes versterkt. Te Berlijn
verkreeg hij den indruk, dat betrekkin
gen van goede nabuurschap tusschen
Duitschland en Rusland ten volle be
staan en door beider regeeringen
evenzeer verder worden aangekweekt.
Als hoofdindruk van zijne reis noernt
hijde daardoor verkregen overtuiging,,
dat de vredelievende bedoelingen, waar
mede alle regeeringen bezield zijn, de
beste waarborgen veor den vrede op
leveren. Woensdag voormiddag heelt hij
een bezoek ontvangen van den rijks-
I kanselier, die een uur bij hem is ge-
j bleven. Ten 1 ure heeft hij den
staatssecretaris Marschall bij zich ont-
j vangen. De keizer heeft Dinsdag
onmiddellijk na zijne audiëntie aan den
heer Giers en onder den indruk van
het met hem gesprokene, de beëediging
der recruten bijgewoond en in eene
korte toespraak tot hen gezegd„Naar
i het zich laat vooruitzien, zult gij slechts
jin vrede gelegenheid vinden om uwe
dapperheid en uwen moed aan den da*
te leggen."
j In den pennestrijd, die ontstaan is
tusschen de Bismarck verknochte bladen
1 en de organen van het Centrum, komt
iets aan het licht, dat reeds vroeger
vermoed is, namelijk dat kort vóór
Bismarck's val, door bemiddeling van
Bleichröder een vei trouwelijk onderhoud
heeft plaats gevonden, waarin Windt -
horst tot herstel van den kerkelijk-
politieken toestand, zooals die bestond
vóór 1870, zijne ondersteuning aan
Bismarck aanbood en hem zelfs verzocht
De vicomte had een kreevan woede niet kunnen onderdruk
ken, evenmin als Jean Baptiste een vreugdekreet.
Het beeld van Valentine was hem plotseling voor den geest
gekomen.
Maar terwijl hij zichzelf en de anderen tot bedaren trachtte
te brengen, zeide hij
„Ik neem dit fortuin niet aan. Ik geef het aan hem terug,
wien het van rechtsweg? toekomt, nl. aan George d'Alvimare,
tian den ^oön van den graaf."
Eene nieuwe toejuiching barstte los.
Jean Baptiste had George naar zich toegetrokken en vertoonde
hem trotsch aan alle omstanders.
Jacob drukte Jean Baptiste hartelijk de hand.
Gontran stond als aan den grond genageld.
Jacobus had zich reeds van den slag hersteld. „Jean Baptiste
Humbert," mompelde hij, terwijl een boosaardige glimlach om
zijne lippen speelde. „Er is nog niets verloren/'
HOOFDSTUK XX.
Een weinig overal.
Twee uur na de lezing Yan het testament, was dezelfde her
berg, waar wij eens Mariol ontmoet hebben, vol van menschen,
die over de belangloosheid en edelmoedigheid van Jean Baptiste
spraken.
Eén bezoeker vooral, die door het ledigen van ettelijke glaas
jes wat opgewonden was, kenmerkte zich door zijn geestdrift en
zyn taaL Hij behoorde echter niet tot de werklieden der groote
fabriek. Niemand kende hem.
Een kastoren hoed, die tot over de wenkbrauwen getrokken
was, en dikke, rossige bakkebaarden lieten van het gezicht niets
zien dan een krommen neus en slimme oogen. Hij had een duitsch
accent.
„Het is bewonderenswaardig," zeide hij, „het is eene zeer
edele handelwijze; maar het is te hopen, dat de jonge zoon van
den graaf met hem zal deelen Dat zal hij wel, want die twee
schenen het met elkaar wel eens te zijn. Hij was er bij tegen
woordig, toen de graaf gedood werd; zij zullen hem zeker wel
verdedigd hebben; zij zeggen nog al, dat de vader van Jean
Baptiste, Pieter Humbert, de gravin en zijn kind heeft vermoord,
dan kan men nu ook wel zeggen, dat die brave Jean Baptiste
den graaf heeft gedood, en dat de jonge man, om het wantrou
wen af te wenden, den zoon tot vriend en raadsman verstrekt."
Een man, die Jean Baptiste zeer benijdde, zeide:
„Dat is waar, er zijn geen bewijzen. Men heeft den patroon
geen tijd gelaten om zijn testament over te maken, noch om iets te
schrijven, dat is wel wat vreemd."
De geheele vergadering protesteerde tegen deze beschuldiging
en werd boos op den afgunstige. De man met den kastoren hoed
was ondertusschen verdwenen.
Deze man was Jacobus.
In denzelfden tijd, dat hij dit vermoeden bij de werklieden
trachtte ingang te doen vinden, had Gontran van zijn kant be
proefd, dit bij dé rechters te doen.
Hij had verzocht opnieuw gehoord te mogen worden. Toen
zeide hij
„Het zal u misschien niet verwonderen, mijne heeren, dat ik
tegen dit zoogenaamde testament protesteer. Ik beschuldig nie
mand, maar ik word beroofd van hetgeen mij van rechtswege
toekomt; ik heb dus ook het recht mij hiertegen te verzetten.
In den nacht, dat mijn oom vermoord werd, waren er vier per
sonen bij hem aanwezig; Jean Baptiste, die zijn familienaam ver
zweeg, die landlooper, Jacob, die zijn naam voor het gerecht
niet wilde noemen, en dan die twee italiaansche zwervelingen
die, wie weet vanwaar, zijn gekomen. Als ik geloof had
kunnen slaan aan de fabel, die zij vertellen, mijne heeren, dan
zou ik mij niet minder edelmoedig jegens mijn neef getoond
hebben, dan Jean Baptiste Jean Baptiste Humbert. Komt het
u niet vreemd voor, dat die naam nu weer in een nieuw
drama genoemd wordt. Er wordt een misdaad in dit huis be
gaan. De vader, die verdacht wordt, komt voor het gerecht,
maar wordt vrijgelaten uit gebrek aan getuigen, en zestien jaar
later, nu de graaf op zijn beurt onder het mes van den moor
denaar valt, is Jean Baptiste Humbert weer daar, evenals Pieter
Humbert te voren. Heb ik geen plicht te vervullen? De naam
der Alviraare's ligt mij nog meer aan het hart dan de erfenis;
ik moet hem eerbiedigen. Zet gij uw onderzoek voort, mijne
heeren, ik zal van mijn kant mijne nasporingen vervolgen."
Jean Baptiste was niet meer aan de fabriek. Hij was naar zijne
moeder geijld.
Op den drempel van het huisje vond hij Barmabin.
Wordt vervolgd.)