NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DE WERKBAAS.
9e Jaargang.
Donderdag 3 December 1891.
A BONNEMENTSPRWS:
AD VERTEN TIÉN:
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
Eene St. Nicolaaswamielïng.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON
No. 2582
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor ilsarleia per 8 maandenf 1,20.
Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad .erschünt dagelijks, behalve op Zon. e« Feestdagen.
Harpen Kteir.e Houtstraat No, 9, Haarlem. TelefooannEiBier 122,
ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Grosle letters naar plastsraicato.
Bij Abonnement saniieBlijk rabat
Abonnementen sa Advertenties worden ungescau door
onse agenten en door alle boekhandelaren ea cooiactiers.
Directeur-Uitgever J. C. FEEREFOOJf.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Ohéralt it Puhlicité Btranghe ft L, DAUBS Co, JOHM JCN3S, &cc. P*r$i 31 Mr lanlonrg UotUmarire.
EERSTE BLAD.
(SM.)
Haarlem, 2 Dec. 1891.
Lieve Marie,
Verbeeld je, Maandagavond ben ik
bij zijn familie aan huis geweest. Zijn
mama had mij genoodigd en daar ik
toch zijn zusters wel kon, kon ik de
uitnoodiging wel aannemen. Toen we
elkaar Maandagmiddag ontmoetten, was
hij met zijn moeder aan het winkelen,
„wel wat zoet voor iemand van 23
jaar," zul je misschien zeggen. Heusch,
een flauwert is het toch niet, hoor!
Nu ik kwam er Maandagsavonds zoo
wat te acht uur. We waren met ons
vijven, zijn Mama, hijzelf, zijne twee
zusters en ik. Ik zat zóo dicht bij hem,
dat hij wel wat moest zeggen, zoo nu
en dan, maar och Marie, de stakker is
altijd zoo s'.il als ik er ben. Heusch,
eene suffe jongen is het toch niet., hoor
We waren juist gezellig aan het bab- j
beien, toen de bel overging en Herman i
en zijn zusters uit éen mond riepen
„Och, hemel, daar zul je tante Louise
hebbenEn jawel, hoor, daar komt j
binnenwaggelen een heel dikke oude
dame, hijgend en blazend als een loco-!
motief. Eerst valt ze mevrouw om den
hals en geeft haar een paar ferme klap-
zoenen, toen de meisjes ik dacht dat j
Herman er ook een krijgen zou, maar 1
hij gaf haar maar gauw een hand. j
Terwijl ze haar ouderwetschen hoed
en mantel afdeed, vertelden de meisjes
mij gauw dat ze een doodgoed mensch
was, maar altijd ijselijk lang van stof.
Nauwelijks zat ze, of ze begon te praten
tegen mevrouw.
„Nu weet ik een mooi St. Nicolaas-
cadeautje vcor je, lieve nicht. Ik weet,
dat je keurig netjes bent en alles
graag glad en blinkend ziet nu, ik
heb wat gevonden, dat nu juist van
je gading is Poetspasta, merk „de Sa
bel
„Aardige combinatie met chocolade
en taai-taai," zei Herman halfluid. j
„Welzoo, meneer neef zei tante.
zich naar hem toewendend „Ja, ja, de,
jeugd denkt alleen aan smullen, maar
de ouderdom is over die zwakheid
heen. Ik zei dus, lieve nicht, dat het
een uitstekend middel is, die poets-
pasta de Sabel: w£t je er ook mee
poetst koper, goud, zilver, spiegels,1
kristal, alles wordt er even glanzend en
mooi door."
„Waar zijn jullie van middag heen
geweest vroeg Herman, aldus midden
in de poetspasta van zijne oudtante
vallende. Maar deze sprak door met
mevrouw.
„O, wij hebben heelwat afgedaan,"
zei Herman's oudste zuster opgewekt.
Bij de firma Veel in de Gierstraat heb
ben we elk een baljapon uitgekozen
voor de aanstaande bals van de Strauss-
vereeniging. Toen zijn we naar Bronk-
liorst, Groote Houtstraat gegaan, om
een avondmantel te koopen, een rotonde,
waarin we er uitzien als jonge weduwen
vooral Emma die toch al van nature
zoo zwaarmoedig kijkt."
Emma die er juist uitziet als een
rozeknopje, lachte eens even.
„Jawel," net alsof jij niet verheerlijkt
waart, toen men in den winkel van
TVisbrnn eu Lillmann in de Anegang
(je weet wel, dat magazijn van mode
artikelen) je „mevrouw" noemde.
„Is het dan zoo iets heerlijks, om
mevrouw te heeten vroeg Herman ta
melijk dapper, langs zijn neus weg.
Ik kreeg even een kleurtje en Emma
die het merkte, vroeg „Wat denk jij
ervan, Lize
„Ik weet er niets van, hoor. Zijn
jelui al in den winkel van Bosse ge
weest, Barteljorisstraat 12 Wat is dat
oude huis van wijlen onzen doctor
Ekama veranderd Mij dunkt de oude
tuin moet het nieuwe huis niet meer
kennen. Je moet wezenlijk in dat ma
gazijn een kijkje nemen
„Wel, dan is het jammer, dat we er
niet zijn heengegaan toen we bij Lomans
in de Barteljorisstraat huishoudelijke
artikelen kochteD, dat was daar vlak bij."
„Wel, wat waren jelui huishoudelijk
zei ik. „Toevallig was ik ook uit voor
de huishouding, ik kocht in het maga
zijn van Sclious Gedempte Oudegracht
30, eenige geëmailleerde pannen, in dat
geëmailleerde goed schijnt hij bizonder
gesorteerd te wezen."
„En heb jelui nu niets anders gedaan,
dan zoo huishoudelijk werkzaam wezen?"
vroeg Hermaa plagend. „Niet eens in
gegaan bij den banketbakker Braakman
in de Damstraat, die, ik weet het nog
van het vorige jaar, zulk heerlijk letter
banket bakt? En krijgt je teergeliefde
broeder Herman niemendal voor zijn
Sinterklaas
„Denk je, dat ik dat ga vertellen
vroeg Emma „Om je te plagen, ga ik
het ten jou aanschouwe aan Lize ver
tellen wat we voor je gekocht hebben
En, zich naar mij overbuigende fluis
terde ze mij inwe hebben bij
Mccuwig, Oude Gracht 37 een tooneel-
kijker voor hem gekocht."
„En wat denk je dan wel, dat je
van mij krijgt?" zei Herman.
„Niet veel bizonders, denk ik."
„Absoluut niemendal."
J „Als ik een broer had, zou ik hem
vragen mij een naaimachine cadeau te
doen, zooals Brandt in de Schachel-
straat 45 ze heeft," zei ik tot Herman.
;„Die machine wordt door een mecha-
niek in beweging gebracht en loopt een
tijdlang van zelf."
„Ik zal die eens gaar. kijken," ant
woordde Herman.
Intusschen zat tante Louise voortdu
rend druk te praten met mevrouw. Nu
en dan hoorde ik de woorden „poets-
pasta de Sabel" en dan weer „heerlijk
1 glanzend," zoodat ik begreep, dat de
j dames nog niet met de poetspasta had
j den afgehandeld.
„Moet je nog veel koopen vroeg
Emma mij en ik wilde juist antwoor-
I den, toen tante Louise weer begon:
„Poetspasta.
We schaterden het allen uit, tante
Louise keek een oogenblik ernstig, maar
klaarde gauw weer op, toen ik zei,
waarom we lachten. „Och," antwoordde
ik toen, in antwoord op Emma's vraag,
„heel veel heb ik niet meer te doen.
Ieder jaar ga ik naar Bicfïorts mode
magazijn in de Gierstraat, koopen wat
er nieuws is en zal dat ook nu niet
verzuimen. Dan moet ik nog naar Van
Ingen, in de Korte Houtstraat, die er
eene specialiteit van maakt, om hand
werken keurig op te maken en voor
pa moet ik een kistje fijne sigaren koo
pen in „den van ouds bekenden Snuif-
malen", Wed. Krnscmfe- Soon.
Groote Houtstraat 14. Eu dan, o ja,
dan moet ik voor damesgenootschap
voor uitdeeling van warmt1 winterklee-
deren inkoopen gaan doen in Zwart-
sers magazijn op de Riviervischmarkt".
Gelukkig stond tante Louise einde
lijk op en nam afscheid. Maar in den
gaDg nog hoorde ik haar zeggen, „nu,
je weet er alles vanvochtig inwrij
ven met linnen of katoen, droog uit
wrijven met wol of flanel. Je kunt het
bij verscheidene winkeliers al krijgen
Het goede mensch was nóg bezig over
haar poetspasta de Sabel.
We hebben een heerlijken avond
doorgebracht. Hij bracht mij dien avond
naar huis. Maar ik mag nog niets ver
tellen van wat hij me gevraagd heeft,
'tls nog geheim, maar kun je het niet
raden
Vele groeten'van je zoo gelukkige
LIZE.
Slottooneel. Plaats der handeling
eene boekdrukkerij, Spaarne 3 Perso
nen de heer B. Warnier, eigenaar
der drukkerij en de heer Herman de
Groot.
De heer W. U wil dus verlovings
kaarten gedrukt hebben
Herman. Ja, ik weet dat u het zeer
smaakvol doet. Er inoet opstaan
Verloofd
ELIZE VAN SCHULPEN
EN
HERMAN DE GROOT
Haarlem, 2 December 1891.
Het Museum van Kunstnijverheid
alhier is gedurende de maand November
laatstleden door 946 personen bezocht.
Naar wij vernemen, slaagden van den
cursus ter opleiding van onderwijzers
en onderwijzeressen voor het examen
lett. J. art 2 (vrije- ordeoefeningen) der
gymnastiek, welke door den heer A. J.
Meijerink alhier werd gegeven. 5 dames
en 7 heeren.
Dinsdagavond trad voor de leden en
genoodigden van de vereeniging „Het
Vliegend Wiel" alhier in de groote
zaal der sociëteit „de Kroon" als spre
ker op, de heer Willem Otto van
Amsterdam.
Voor de pauze droeg hij voor: „Een
jaar, dat niet meetelt," eene kleine
novelle, die blijkbaar zeer goed in den
smaak viel, hoewel de voordracht ach
terstond bij den inhoud van het stuk.
Na de pauze gaf ons de heer Otto
nog eenige kleinere stukjes te hooren,
o. a.„De kleine passagier" en „Iets
over het houden van lezingen."
De avond werd besloten met een
gezellig bal.
Op de aardappelen- en botermarkten
zijn in de afgeloopen maand
sangev. verk. laagste hoogste pr.
f 5.50
f 8.-
f 10.—
p. KG.
t 1.55
p. stuk.
f. 16.
ijzer en koopmansgoederen. De machi
nist, de stoker, de treinsmid en de con
ducteur kwamen met den schrik vrij, doch
de remmer Deyers van Rotterdam, die
in een der vermelde wagens had geze
ten werd zwaar gekneusd, terwijl zijn
linkerbeen werd verbrijzeldde genees
heer Melchior verleende hem in de
stations-wachtkamer de eerste hulp.
De vernielde wagons namen de ge-
heele breedte van de spoorbaan in be-
j slagde intusschen van beide richtin-
gen tot aan de plaats des onheils
J genaderde treinen keerden met verwis-
seling van passagiers, die ternauwernood
de ruïne konden passeeren, met circa
2 uur oponthoud terug. Na het vertrek
j der passagierstreinen begon onder lei-
i ding ran den inspecteur en den op-
zichter, de ontruiming der vernielde
wagonshedenmorgen te ruim 9 uur
was eerst een der sporen vrij.
Aardappn. 884 HL. 745 I1L. f 2.50
Appelen 844 C33 f 3.
Peren. £93 455 f 3.—
p. KG.
Boter 370 kil. 370 kiL f 1.30
p. 8 tuk.
Biggen 813 stuks 572 stuks f2.
Een déraillement te Halfweg.
Aan het station Halfweg liep gisteren
avond êen goederen- en steenkolentrein
van Amsterdam en bestemd voor Rot
terdam, met zulk een vaart op het doode
spoor, dat de stutheuvel werd vernield
de machine in het talud van de
baan terecht kwam, de eerste wagen
gedeeltelijk met zich trekkende; de
volgende tien wagens bleven op de
rails, doch de daaraansluitende acht lie
pen op en in elkaar en vormden een
ruim 20 Meter hooge ruine van hout,
Lstteran en Kunst.
Wij ontvingeD van den heer G. G.
Vonk, uitgever te Alkmaar, twee boe
ken, welke bij hem het licht zagen nml.
„Louise en haar Vriendinnetje" met
een keurigen band, zeer geschikt voor
jonge dames, en den vierden druk van
het bekende boek Een schooljongen,
naar het engelsche werk „Erie" van
F. W. Farrar.
Inhoud Sempervirens no. 48
Levensduur V. Engelsche Kruisbes
Winham's Industry, met een afbeelding.
De Chrysanthemums op het Damrak
te Amsterdam. (Vervolg en slot van
bladz. 561) Boekaankondiging.
Nederl. Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde, afdeeling Leiden en Om
streken. Weeknieuvvs. Verschil
lende mededeelingen. Ontvangen
Prijs Couranten. Correspondentie.
Verbetering. Inhoud van het Nederl.
Tuinbouwblad.
De raadsheer in den Hoo-
gen Raad, mr. M. A. van den Akker,
te 's Hage, die Maandag nog aan de
werkzaamheden ter openbare audiëntie
van het hoogste rechtscollege deelnam,
is Maandagnamiddag in de societeits-
tent in het Bosch plotseling overleden.
In hem verliest de magistratuur een
degelijk medelid der maatschappij, een
humaan man en vele kringen een op
rechten vriend.
De overledene werd verleden jaar
ridder der orde van den Nederlandschen
Leeuw.
De v o o r s t e 11 i n g e n v a n h e t
duitsche Balletgezelschap te Amsterdam
zijn gestaakt, en wel door eene oorzaak,
welke het N. v. d. D., haar mededee-
lende, zeer prozaïsch noemt. Te Arn-
34)
HOOFDSTUK XXII.
Hebt gij ooit op onze kusten van Bretagne en Normandie den
vloed zien opkomen bij een harden westewind? De golven
komen dan van alle kanten aanrollen; zij verheffen zich, sprin
gen tegen de rotsen en verbergen deze geheel en al voor het
gezicht.
Op dezelfde wijze wierpen onze kwajongens zich op de poli
tiepost. Wat konden die arme manschappen er tegen doen Het
waren vaders of 00ms, die door hunne neven en zoons werden
aangevallen. Men versloeg ze niet, maar men omhelsde hen, en
dat bracht de overwinning tot stand.
Barnabin had ondertusschen Jean Baptiste reeds opgemerkt.
Ongelukkig was het venster te hoog.
„Hola!" riep Barnabin, „op wiens schouder raag ik gaan staan
om zoo bij mijn broeder te komen."
„Op de mijne," antwoordde Polydorus. „Klim maar op."
Spoedig lag Barnabin in de armen zijns broeders.
„Zoo, ben jij daar. Hebt gij er over nagedacht, dat het altijd
nog vroeg genoeg zal zijn om in de gevangenis te gaan, maar
dat gij voor alles zoo gauw mogelijk onze moeder moet weer
zien en een verhaaltje bedenken, opdat zij zich niet ongerust
maakt over uwe afwezigheid. Verder moet gij met Jacob, met
uwe vrienden en mij beraadslagen. Ik geloof, dat er een geheel
complot is cn moet n daarover op eene veilige plaats spreken.
Laat ons dus vluchten."
Het gelaat van Jean Baptiste drukte reeds instemming met
dit voorstel uit.
De weinige uren, die hij in de gevangenis had doorgebracht,
hadden zijn besluit veranderd. Hij moest minstens eenige dagen
vrij hebben, om hen, die hij liefhad, in veiligheid te brengen en
voor zijne verdediging te werken.
„Spoedig," riep Barnabin, die blij was, dat hij zoo'n instemming
bij Jean Baptiste vond, „naar beneden."
„Hoor eens, baszanger, wil je ons weer tot ladder verstrek
ken
„Hier ben ik."
De twee broers daalden naar beneden en verwijderden zich,
gevolgd door Polydorus.
HOOFDSTUK XXIII.
Be vluchtelingen
De heuvels van Chaumont zijn in diepe duisternis gehuld.
Van tijd tot tijd verlicht de maan, als zij tusschen twee wolken
aan den hemel staat, de heuveltoppen en de heesters.
Dan weer is alles geheel donker.
Geen eükel levend wezen is in den omtrek te zien. Men hoort
geen enkel geluid. Men zou wanen, dat men op duizenden mijlen
van Parijs in een woestijn was.
Als men echter wat scherper toeziet, dan ontdekt men in de
buurt van het huisje van Mariol drie mannen, die op de loer
liggen.
De eerste ligt bij den hoek van den straatweg onder de be
schutting van eene groote wagen.
Van tijd tot tijd laat hij een gekwaak hooren, dat veel gelijkt
op dat van een kikvorsch die bijna ingeslapen is.
Het is Polydorus.
Dichter bij het huis, in een kuil onder het kreupelhout, ligt
Barnabin als een jonge haas in zijn leger.
Op honderd schreden afstands van hem spatten eenige von
ken omhoog, die door den wind worden medegevoerd.
Barnabin heeft ze opgemerkt en zegt
„Daar is stellig een pijp, die niet vanzelf rookt. Wie zou de
rooker zijn
De rooker is Martin de Eenoog.
Achter een verhevenheid, ligt hij ook op den loer, maar hij
ten voordeele van de tegenpartij.
Eensklaps weerklinkt er te midden van de stilte een welluidend
maar kort gezang.
„Ha Polydorus meldt ons de nadering van den een of ander,"
denkt de broer van Jean Baptiste, die over zijn geheele lichaam
beeft. „Ik hoor het rollen van een naderend rijtuig. Opgepast."
Wordt vervolgd