NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DE WERKBAAS.
9<> Jaargang. Vrijdag- 4 December 1891. No. 2583,
A BON NEMEN TSPRIJS
ADVEETENTIÉN:
STADSNIEUWS.
Provinciale Staten.
te
BINNENLAND.
FEUILLETON;
HAARLEM'S DAGBLAD
Directeur-Uitgever 1. C. PEEK EB
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheeïe Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
ran 1-5 regel» 50 CesSa; iedere regol meer lOCente,
tirotte letters naar plaatsraimte.
Bij AbonneEseiiï asnilenlijk rabat.
Dit. bind «OTchijat dagelps, behalve op Zou- en Feestdagen.
Wurm» Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. Telefti.xBHiuner 123.
AbonserosEten e» Adïert»»ti<S»s wordt» «angescwe» door
ome agwatc™ w doer alia beefebeBdel&rea en conrantiers.
OOM.
Hoofdagente?, voor tiet BuitenlandOmpaqnie Gfnéralt és IPwllieiU Birangiri 13, L. BAVB& Co., JOEJf 7JC.VS3. &uce.t Berfa 3Hu Bewioetrq Jdoniautrtrt.
bWCL'
Haarlem, 3 December 1891.
Het uitvoerig verslag van de gemeen
teraadszitting van 2 dezer, zal bij ons
volgend nummer worden gevoegd.
Naar wij vernemen heeft de heer mr
H. Enschedé zich bereid verklaard, zijne
benoeming tot wethouder dezer Gemeen
te, in de gemeenteraadszitting van
Woensdag uitgebracht, aan te nemen.
Het college van burgemeester en
wethouders bestaat derhalve nu uit den
burgemeester en 4 wethouders de heeren
M. O. de Kanter, mr. A. C. Waller,
dr. D. de Haan en mr. H. Enschedé.
Nadat de Holl. IJzeren Spoor zelfs
geeD antwoord had gegeven op de aan
bieding van den Raad dezer gemeente,
die 2% ton gouds aan de Maatschappij
wilde vergoeden, wanneer deze het zoo
genaamde plan-Telders uitvoerde, bleef
de zaak van de opheffing der gevaar
lijke overwegen van den spoorweg, de
verbetering van het station enz een
tijdlang rusten.
Op dit oogenblik bevindt zich ten
Raadhuize onzer gemeente een voorstel,
afkomstig van de Holiandsche Spoor
zelve, gedaan aan den minister van
Waterstaat en door Z. E. aan het Ge
meentebestuur toegezonden.
Naar men ons mededeelt, is in dat
voorstel echter niet genoegzaam met
Haarlems belangen rekening gehouden.
Indien dit zoo is, dan zal, naar wij
ons overtuigd houden, de Gemeenteraad
zich met dit plan niet vereenigen. Te
lang hebben wij ons den gebrekkigen
en gevaarlijken toestand getroost, te veel
moeite is aangewend om de bezwaren
uit den weg te ruimen, dan dat men
zich r,u met eene halve verbetering zou
kunnen vergenoegen.
In de gemeenteraadszitting van
Woensdag werd nog besloten tot het
versterken van de leerkracht aan de
H. B. S. met gjarigen cursus, en wel
door de tijdelijke aanstelling van een
leeraar voor elk der moderne talen.
B. en W. droegen daarvoor 3 per
sonen voor, van wie slechts een de
vereischte bevoegdheid bezit. Daar
evenwel inmiddels zich nieuwe sollici
tanten hadden voorgedaan, werd nog
niet tot de benoeming dier 3 titularissen
besloten.
Door den directeur van het Stads
Armen- en Ziekenhuis (het zoogenaamde
Buitenhuis) is ingediend een voorstel
tot gedeeltelijke verbouwing van die
inrichting.
Door net Burgerlijk Armbestuur wor
den de daarin aangewezen veranderin
gen aanbevolen, maar tevens erop ge
wezen, dat daardoor toch geen afdoende
verbetering zon kunnen worden ver
kregen.
Door den commandant van het 4e reg.
inf., kolonel Vogel is bepaald, dat wan
neer voortaan een vacature voor adjudant
onderofficier bij het reg. ontstaat, hier
voor examen zal worden afgenomen
waaraan niet alleen sergeanten majoor
maar ook sergeanten en fouriers mogen
deelnemen. Tot nog toe werden de
sergeanten majoor volgens een beoordee-
lingslijst zonder examen tot adjudant
onderofficier bevorderd.
De adspiranten voor bovengenoemd
examen mogen niet ouder dan 35 jaar
zijn.
Voor rekeniDg der Exploitatie-maat
schappij zijn aan de Nederl. fabriek
van werktuigen en spoorwegmaterieel
te Amsterdam en aan die van den heer
J. J. Beijnes alhier, belangrijke bestel
lingen opgedragen tot leveling van
spoorwegrijtuigen.
Wie in de voorstelling van Carl Mil-
löckers operette vaudeville „ein Blitz-
madel" gemeend heeft een waardigen
tegenhanger te zullen vinden van diens
geliefde operette „der Bettelstudent",
die zal Woensdagavond in onzen schouw
burg een teleurstelling ondervonden
hebben.
„Ein Blitzma.de)" is een blijspel met
zang, geen operette en de zang is er
niet het voornaamste van. Als blijspel
heeft het, gespeeld door het gezelschap
onder directie vaD den heer Laska, zeer
zeker verdiensten, te danken aan mejuf
frouw Lidy Bodroghi, welke de titelrol
vervulde, en de heeren Carl Wallner en
Julius Laska. Vooral het derde en het
vierde bedrijf wekten herhaaldelijk den
lachlust op en al kreeg men Diet wat
velen verwachtten, toch was het publiek
blijkbaar over de vertolking zeer te
vreden.
Het publiek was reeds (in weerwil
van den ongunstigen avond, drie dagen
voor St. Nicolaas) veel talrijker dan bij
de opvoering van den „Vogelh&ndler".
Wanneer het Laska-gezelschap eerst
daags eens met een eigenlijk gezegde
operette kwam (Fledermaus, Boccacio
of der Seekadet) zou het zich wellicht
in een geheel bezetten schouwburg
mogen verheugen.
Waarschijnlijk zullen in de volgende
week in onzen Schouwburg de rotter-
damsche tooneelislen optreden met
Willem van Zuylen, om op te voeren
het bekende blijspel „Onze Don Juans."
Woensdag e. k. concert van het Ste
delijk Muziekkorps voor de Leden der
Sociëteit Vereeniging. Bij die gelegen
heid zal tevens optreden de heer A C.
Reisig, tenorzanger uit den Haag, met
eene Aria uit „de Schepping," Ave
Maria van Gounod en „Verhulst's Lied
der Bloemen."
De heer Reisig is voor velen onzer
muziekbeoefenende stadgenooten geen
onbekende.
De opbrengst der Noord-Zuid Holl.
Stoomtramweg Mpij. HaarlemLeiden
bedroeg in Nov. 1891 759679
„1890,, 7170.09
sedert 1 Januari 1891 92357.21V2
tegen 927°9-95 over hetzelfde tijd
vak van 1890.
Zitting van Donderdag 3 December.
(te 12 uur.)
De geloofsbrieven van het nieuwbe
noemd lid van Prov. Staten, den heer
D. J. O. Dikkers, werden onderzocht
en goedgekeurd. De nieuwbenoemde
legde in handen van den voorzitter de
vereischte eeden af en nam zitting.
De vereeniging voor Scheepvaartbe-
langen verzocht voor eenigen tijd aan
Provinciale Staten, om een jaarlijks sub
sidie van f 20,000, voor het openhouden
bij vorst van het Noordzeekanaal.
De commissie uit Prov. Staten, be
noemd om over dat adres advies uit te
brengen, stelde voor te veileenen eene
bijdrage van 12000 per jaar, echter
alleen in de gewone exploitatiekosten
en niet voor het openhouden van het
water binnen Amsterdam en op voor
waarde, dat ook de gemeente Amster
dam en het Rijk een zelfde bedrag toe
stonden.
Op verzoek van den minister van
Waterstaat is over den zaak op 24 Nov.
j*l. eene confeientie gehouden tusschen
gecommitteerden van het Rijk, van de
Provincie, van de stad Amsterdam en
de commissie voor advies uit Prov.
Staten,
Laatstgenoemde commissie stelt nu
voor om voor 28 jaar een jaarlijksche
bijdrage toe te staan van f 9000 en
bovendien in de exploitatiekosten
gedurende den winter (met uitzondering
van de binnenvaart door de gemeente
Amsterdam) tot een maximum van
3000 gulden.
De heeren Groen van Waarder,
Btlchner, CoDinck Westenberg, Boisse-
vain, Zür Muhlen en Mouthaan voeren
hierover het woord.
Met algemeene stemmen wordt het
voorstel goedgekeurd.
Zonder discussie wordt goedgekeurd
het voorstel van Ged Staten, om aan
i de vereeniging „Ambachtsschool" te
Haarlem voor 5 jaar subsidie toe te
I kennen, van f 3000 voor het eerste
jaar en f 1500 voor elk der vier vol
gende jaren.
Voorts werd aan de orde gesteld
een concept-verordening op de beplan
ting der duinen in Noord-Holland, tot
voorkoming van zandverstuiving.
Dit voorstel komt ongeveer hierop
neer, dat eigenaars van duinen in de
provincie hunne terreinen binnen den tijd
van 3 jaar behoorlijk moeten beplanten.
Zijn die terreinen te groot, dan kan de
termijn worden verlengd en als de eige
naars financiëelen steun noodig hebben,
dan kan die door hen aan Provinciale
Staten worden gevraagd en zullen Prov.
Staten daarover beslissen.
Besloten wordt deze zaak uit te stellen
tot heden over veertien dagen.
Heden morgen ten 7^ uur is brand
ontstaan in een lokaal behoorende tot
de Sociëteit Vereeniging in de L. Be
gijnestraat, zijnde het zoogenaamde
lampenhok. De oorzaak is onbekend,
maar wordt toegeschreven aan onvoor
zichtigheid met licht. De brand werd
door den lampenist ontdekt en is door
de politie met haar slangenwagen en
het personeel van de drukkerij der
heeren Enschedé en Zoon gebluscht.
Alles is verzekerd.
In de gisteren te Heemstede gehou
den raadsvergadering werd de nieuw
benoemde burgemeester de heer Mr.
D. C. van Lennep plechtig geïnstalleerd.
Wegens het overlijden van den heer
Arnoud van Lennep zijn de feestelijk
heden 4 weken uitgesteld.
Uit Haarlemmermeer schrijft men
Nu de aflevering der suikerbieten te
Haarlemmermeer is geëindigd, verneemt
men algemeen, dat 't gewas zeer tegen
gevallen is. De gemiddelde opbrengst
van den oogst is ongeveer 20,000 KG.
per HA. en voegt men hierbij, dat dit
jaar den landbouwer 9,50 per 1000
KG. is uitbetaald tegen f 11 ƒ11,50
in vorige jaren, dan is "t niet te verwonde
ren, dat hier de lust voor beetwortel-
verbouw zeer is afgenomen. Dit jaar
was dan ook slechts een derde van de
hoeveelheid land van andere jaren met
beetwortelen bezet.
Het driemaststoomschip 1] stroom,
kapitein Parlevliet, geraakte hedenmor
gen ongeveer te 6 uur, nabij Zandvoort
vast op de tweede bank.
Het schip, komende van Londen en
gaande naar Amsterdam, was geladen
met thee en stukgoederen.
Reeds zijn twee sleepbooten uit IJmui-
den aangekomen om te trachten het
schip vlot te krijgen.
Hedenmiddag om ongeveer 4 uur is het
„hoog water", zoodat voor dien tijd
van afbrengen geen sprake zal zijn. Of
het dan gelukken zal is nog lang niet
zekerwellicht zal het eerst gelost moe
ten worden
De reddingboot van Zandvoort was
dadelijk ter plaatse aanwezig, om hulp
te bieden. Een der opvarenden verliet
het schip.
Woensdagmorgen te 10% uur was het
met groote krachtinspanning gelukt het
eerste spoor vrij te maken; de treinen
konden dus doorrijden, zoodat in den
dienst eenige verbetering kwam. Te 3
uur 15 min. was ook het tweede spoor
vrij, zoodat na dit uur de treinenloop
weder geregeld plaats had.
Met nieuwe ploegen arbeiders begon
men Woensdagavond met het sloopen
der zware stukken en het vervoer naar
de werkplaatsen te Haarlem; ofschoon
de dikke mist de werkzaamheden zeer
belemmerde, was hedenmorgen reeds
heel wat opgeruimd.
De „Thomas Kempis" (de locomo
tief) ligt nog waar ze gevallen is; deze
op de rails te brengen, gaat niet ge
makkelijk.
Volgens onderzoek zou gebleken zijn,
dat de machinist met volle vaart op het
zijspoor heeft gereden; hij beweert, dat
er wel is geremd geworden, doch dat
het seinlicht, om op dat spoor te rijden,
te laat werd gegeven om een trein uit
60 goederen- en steenkolenwagons be
staande, waarvan slechts 5 wagons kon
den remmen, in tijds te doen stilstaan;
1 reeds zou daarvoor het voorgaande blok
I „onveilig" hebben moeten staan.
Naar men evenwel verneemt, schijnt
er in het geheel niet geremd te zijn,
zoodat de machinist wellicht in de mee-
ning verkeerde door te kunnen rijden
naar Haarlem, wat meestal gebeurde.
1 Woensdag bezochten honderden van
elders de plaats des onheils.
De beide koninginnen z ij n
J Weensdag te 3.36 per Staatsspoor van
het Loo in de residentie teruggekeerd,
en H. H. M. M. werden aan het station
door de gewone autoriteiten ontvangen.
Hare majesteiten vertoefden geruim en
tijd in de nieuw ingerichte wachtka
mers waar zij alles begeleid door den
directeur-generaal der maatschappij, in
oogenschouw namen.
35)
HOOFDSTUK XXIII.
Weldra teekent zich de omtrek van een rijtuig, zonder verlichte
lantaarns tegen de zwarte schaduwen af.
Op twee schreden afstands van de schuilplaats van Barnabin,
houdt het rijtuig stil.
Een hoofd komt door het raam van het portier te voorschijn
en keert zich naar het huisje, welks raam verlicht is, maar zoo
flauw, dat men het nauwelijks in den nacht kan onderscheiden.
„Als hij daar eens was," mompelt hij, die naar het huisje kijkt.
„Dat kunnen wij wel te weten komen," antwoordt eene andere
stem. „Wacht maar."
Eene groote lantaarn wordt in het rijtuig aangestoken, en da;
gaat voort in de duisternis, als een groot vraagteeken.
Bijna op hetzelfde oogenblik stijgt een vuurpijl op uit den
kuil, waarin Martin de Eenoog verborgen is. Toen een tweede
en een derde.
„Hij is er," zegt men in het rijtuig. „Hij is er al drie uur.
Laten wij ons dus haasten."
Men keert met het rijtuig, terwijl de lantaarn wordt uitge
blazen, nadat zij nog het gelaat verlicht heeft van hen, naar
wie zij gekeerd was.
Barnabin had zooeven de twee mannen herkend, die in het
rijtuig zaten, nl. Gontran en Jacobus.
„Die ellendelingen zegt hij. „Ik wou, dat ik hun spion, dien
man met de pijp eens goed kon opnemen. Maar geduld, want
eerst moet ik mijn broer gaan waarschuwen, omdat zij nu onge
twijfeld naar het gerecht zijn gegaan om het zijn schuilpiaats
aan te wijzen. Vlug
Barnabin snelde nu naar huis.
Mariol zat op zijn drempel.
„Nu is het uwe beurt, Mariol, om op den loer te gaan liggen,"
zegt Barnabin.
Toen loopt hij op de teenen naar de kamer der gewonde.
Een nachtlichtje verspreidt een zwak licht over de voorwer
pen in het vertrek. Catharina ligt in een armstoel te sluimeren.
Jean Baptiste zit op een stoel en kijkt naar zijn moeder, die
onbeweeglijk ligt, maar soms in haar slaap zucht.
„Broer," zegt Barnabin heel zachtjes, „het is tijd om naar
Jacob te gaan."
„Waarom
„Stil. Kom mee, dan zal ik je alles vertellen."
De twee broers hebben zich van het bed verwijderd.
De jongste deelt in weinig woorden mede, wat hij zooeven
heeft gezien.
Ofschoon hij heel stil gesproken heeft, schijnt de zieke er toch
iets van gehoord te hebben.
Zij beweegt zich en opent haar mond.
„Mijne kinderen I mijne kindt-ren
Zij komen dadelijk naar haar toe.
„Moeder, denk om het voorschrift van den dokter. Spreek
niet en beweeg u niet. Wij zijn hier. Vrees niets, maar
wees stil."
Zij ziet ze beurtelings glimlachend aan.
Drie dagen zijn er verloopen, sedert men den kogel uit haa
borst heeft verwijderd. De doktoren schijnen tevreden te zijn
over haar toestand. Hunne hoop wordt verwezenlijkt, maar zij
eischen nu meer dan ooit, dat iedere aandoening zal worden
"vermeden.
Zoolang haar twee kinderen bij haar zijn of zij hen ten minste
in hare nabijheid gevoelt, is Madeleine rustig en kalm. Den ge-
heelen dag is Jean Baptiste echter afwezig geweest; eerst door
de begrafenis, later door zijn inhechtenisneming.
Toen hij eindelijk door zijn broer uit de gevangenis was be
vrijd en weer thuis is gekomen, begon hunne moeder zich reeds
over zijn lang wegblijven ongerust te maken. Wat zou er toch
zijn, dat hem van haar verwijderd houdt? En wie weet of hij
misschien in langen tijd niet weerkomt.
„Moeder," zegt hij, terwijl hij tracht haar op de aanstaande
scheiding voor te bereiden, „lieve moeder, beloof mij, dat gij
verstandig zult zijn. Gij zijt nu al veel beter. Ik moet nu mijn
arbeid weer hervatten. Er is veel werk in de fabriek. Men kan
mij niet missen.
Wordt vervolgd,)