Het hoofdbestuur der Ned.
Maatschappij van Geneeskunde heeft
zich andermaal tot de regeering gewend
met verzoek om wijziging van art. 23
der gemeentewet in dien zin, dat in het
vervolg niet langer geneeskundigen on
bevoegdzijn ia gemeenteraden zitting te
nemen omdat zij met de armenpraktijk,
vaccinatie en doodschouw, of met het
leveren van geneesmiddelen ten behoeve
der armenpraktijk zijn belast.
Vooral in gemeneten waar slechts één
geneeskundige is acht de Maatschappij
dergelijke uitsluiting van het geneeskun
dig element in den Raad zeer verkeerd,
met het oog op de volksgezondheid en
de te nemen maatregelen op sanitair
gebied.
Hec bestuur vraagt daarom zoodanige
redactiewijziging van art. 23 der gemeen
tewet, dat niet langer de geneeskeer
buiten staat wordt gesteld om in den
Raad voor de gezondheidsbelangen van
de plaats zijner inwoning te waken,
overtuigd als het bestuur is dat bij de
regeering de belangen der volksgezond
heid zeer zwaar wegen.
Reeds meermalen maar tot heden te
vergeefs wendde de Maatschappij zich
met dergelijk verzoek tot de regeering,
laatstelijk,op 1 Dec. 1S87, naar aanleiding
eener verhandeling van dr. C. J. Snijders
te 's-Gravenzande.
Te Wassenaar is in den
ouderdom van 82 jaren overleden, de
oudstrijder van 1830 31 J. M. Schweit
zer, drager van het Metalen Kruis.
Gerh. Goss, 21 jaren, smid
uit Issum, is te Swalmen gearresteerd
als verdacht van een vélocipède gestolen
en verkocht te hebben.
Hij is tevens herkend als de persoon
die sedert de laatste weken de schrik
der bewoners in de omstreken van Venloo
was door het plegen van vele dieverijen,
en zich schuil wist te houden in de
bosschen op pruisisch grondgebied. Hij
heeft alles bekend.
.Onlangs werd onder Weert
aangehouden en naar Pruisen uitgeleid
een rondreizend muzikant, die zich
schuldig had gemaakt aan ontvoering
van een 7-jarig meisje, dat voor hem
bedelen moest. Hij is nu door het hof
te Kleef veroordeeld tot 2 jaren tucht
huisstraf.
Een naar ons land uitge-
weken Duitscher, zekere P., die ver
dacht wordt ziek aan bedriegelijke bank
breuk te hebben schuldig gemaak, zou
volgens mededeeling in den zin hebben
alhier een valschen wissel uit te geven
ten name van een duitsche firma.
.BARE
't immers zoo goed gelukt en het nieuwe
bestuur was zwak opgetreden
Tegen deze scheeve voorstelling tre
den we met kracht op en hiertoe diene
het volgende
Toen het groot verlof geëindigd was,
kwamen vijt slachtoffers van het vorige
jaar boete doenzooals bekend is,
kregen zij onbepaald proeftijd, tót dat
ze volgens het bestuur van de Academie
blijken zoudeu hebben gegeven, de
sterren waardig te zijn. Die proeftijd
bestond niet zooals in vroeger jaren in
detacheering bij de oefeningen van het
garnizoen, o, neen! men paste dit jaar
den regel toe: met dieven vangt men
dieven. Ze werden eenvoudig als spion
hunner kameraden aangesteld. Een eer
volle "voorbereiding voorwaar tot hun
betrekking van officier
Alles moesten zij aanbrengen en hoe
beter zij zich van die taak zouden
kwijten, des te eerder, werd hun voor
gespiegeld, zou de voordracht tot officier
volgen. Tot zoover de flinkemaat
regelen van generaal Hardenberg 1 De
baren werden door die „5 stuiversman
nenondervraagd en moreel gedwongen
als schooljongens te klikken de aange
brachte oudjes werden dan gestraft.
Gelukkig, dat 'traeerendeel dier baren
zich niet liet vangen, doch zweeg. De
toestand was onhoudbaaroveral beloerd
en begluurd door eigen collega's, besloten
de cadetten voorloopig het baren af te
schaffen en de cadetten van het eerste
verblijfjaar niet als kameraden te erken
nen. Nu had de goeverneur zijn wensch
bevredigd, al was 't ook door 't beruchte
„Hei doel heiligt de middelen En de
arme baren Ze leefden temidden van
onbekenden, die hen als minderen
behandelden, die zich bij hun graad
lieten noemen, in wier bijzijn ze niet
op de amusementszaal durfden komen.
De ongelukkige jongens zaten in hun
vrijen tijd op de benauwde doodsche
leerzalen of liepen op 't koude binnen
plein en dikwerf hoorde men bij hun
families in de stade „Och werd er maar
weer gebaardV' De heer Goedkoop had
toen de brieven dier baren van '91 eens
moeten lezenIntusschen werd het
commando door generaal Hardenberg
aan kolonel Borel overgegeven de „stui-
versraannen" waren van hun oneervol
baantje ontheven en droegen de sterren
het negeerssysteem werd daarop afge
schaft ên het baren weer ingevoerd.
Dit was ook gebeurdals generaal
Hardenberggoeverneur gebleven was!
Behalve zij, die in 't begin geklikt
hadden en daar menig hard woord over
moesten hooren, was de blijdschap der
baren groot't werd weer gezellig en
vroolijk op het grijze kasteel, men
hoorde er weer de oude corpsliederen
de slagboom was gevallen, de jongeren
werden door de anderen met open
armen als kameraad aangenomen 1 Het
is te betreuren, dat enkelen misbruik
maakten en tegen de corpsbepalingen
handelden. Zij ondergingen hun welver
diende straf.
Die enkele misbruiken gaven, helaas
aanleiding tot geschrijf en gewrijf en
kolonel Borel verklaarde toen aan
eenige cadetten, dat hij, die soesah
moede, gaarne zou zien, dat de cadetten
het baren maar eindigdendat dit het
grootste genoegen zou zijn, hetwelk het
den goeverneur kon bewijzen.
RECHTSZAKEN.
Het gerechtshof te 's Hage bevestigde
Donderdag het vonnis der haagsche
rechtbank waarbij F. E. C. v. d. H. A.,
student te Delft, tot tien dagen gevan
genisstraf veroordeeld wegens mishan
deling van den heer L., op de stoom
tram Den HaagDelft.
Voor de rechtbank te 's-Hage stond
Donderdag terecht ter zake van be
driegelijke bankbreuk H. R., koopman
varkens te Hazerswoude Den 19a
Juni werd bekl. failliet verklaard, en
nadat een curator was benoemd, werden
den 2411 Juni de goederen van den
faillieten boedel geïnventariseerd. Op 5
Aug. werd de deugdelijkheid van den
opgemaakten inventaris door bekl. onder
eede bevestigd. Evenwel bleek later dat
o. a. een gouden horloge en minstens
honderd gulden aan geld waren achter
gehouden. Bekl. was al sedert jaren
koopman, doch van boekhouden was
in zijue zaak nooit sprake geweest. Hij
ontkende zich aan het hem ten laste
gelegde te hebben schuldig gemaakt
wat het horloge betreft, beweerde hij
niet te hebben geweten dat hij dit niet
mocht behoudenhet geld zou hij tot
betaling van crediteuren aangewend
hebben, doch ten aanzien van dit punt
bestond verschil tusschen de opgaven
van bekl. en de verklaringen der getui
gen omtrent den juisten datum, wat
nog al van belang was in verband met
het tijdstip van bekl.'s faillietverklaring.
De substituut officier van justitie, mr.
v. Buttingha Wichere, wees op het ern
stige feit dat beklaagde eene valsche
verklaring onder eede had afgelegd,
noemde bekl.'s handelwijze schandelijk,
requireerde twee jaren gevangenis
straf.
Als verdediger bestreed mr. H. M.
Schim v. d. Loeff de juistheid der dag
vaarding, vroeg vrijspraak voor wat het
achterhouden van het horloge betreft,
omdat te dien aanzien het opzet van
bekl. niet bewezen is, en betoogde
voorts o. a. dat niet gebleken was dat
bek., handelde ter bedriegelijke ver
korting van de rechten der schuldei-
schers. Pleiter was niet bekend dat er
een wettelijk voorschrift bestond, het
welk de beeediging van de inventari
satie vordert.
opgehouden voor 16.95 en 1 partij
verkocht voor r 17*15 de ton 1 partij
uit de hand verkocht, eveneens voor
f 17.15. Een partij steurharing voor f 15
per kantje van de hand gedaan.
POLITIEK OVERZICHT.
Een leerling van de Koninklijke Mi
litaire Academie (cadet-korporaal) schrijft
het volgende aan de Avondpostnaar
aanleiding van de jongste berichten
omtrent het z. g. „baren"
Herhaaldelijk merkten wij in de ver
schillende bladen, dat men een geheel
verkeerd begrip koestert omtrent den
toestand aan de Koninklijke Militaire
Academie sedert het jongste groot verlof.t
Men zwaaide lof toe aan het flinke corps
optreden van generaal Hardenberg, die 1-^n wat nu straffen, bepalingen, bedrei-
het baren had onderdrukt, en die lof i SinSen>artikelen in de pers en speeches
drong door tot in 's Lands Vergader-!111 ^amer niet vermochten, dat wordt
zaal bij de Begrooting van Oorlog. We j ^00r een eenvoudigen wensch van een
hebben toen gezwegenDoch gisterencb&f als kolonel Borel bewerkstelligd
lazen we, dat de nieuwe goeverneur,eene machtige beweging tegen t traditio
kolonel Borel, zijne maatregelen zoo nee*e baren is in den boezem van het corps
had genomen, dat het baren met zijnpotstaan en we™J. za* ,^et tot ^et ver
slechte gevolgen weder mogelijk was j J0 behooren. Men zij verder gerust
geworden, een bericht, waardoor hetj"et domend fiegeer systeem wordt niet
groote publiek maar al te zeer geneigd j meer ingevoerd,
zou zijn dien sympathieken hoofdofft-j NON NEMO,
cier een brevet van onbekwaamheid te i Breda2 December 1891.
geven, want generaal Hardenberg was
Leger en Vloot.
Het uitschrijven van prijsvragen heeft
niet bizonder voldaan aan het hoofd
bestuur van den nederl. schutterijkader-
bond, zoodat het gemeend heeft een
anderen weg te moeten inslaan en de
belangstelling bij de leden gaande te
houdeu door aan de afdeelingsbestuien
de machtiging te verleenen om hunne
leden gedurende het eerste kwartaal van
1892 voordrachten over een militair
onderwerp te laten houden in een al-
gemeene af deelings vergadering. Daar
voor zullen door het hoofdbestuur hoog
stens 2 verguld zilveren, 4 zilveren en
4 broDzen medailles worden uitgereikt.
VISSCHERIJ.
Scheningen, 3 December. Heden
avond kwamen van de haringvisscherij
terug j Corn. Jeroensch. A. Groen, met
20, Eendracht sch. W. Mos, met 280
en Nijverheidsch. A. Pronk met 270
ton haring. Nog een drietal schuiten zijn
in het gezicht, terwijl een drietal Katwij-
ker schuiten voorbijliepen.
Katwijk aan Zee, 3 Dec. Nog
aangekomen K W 44, Marinus Bastiaan,
sch. J. Groen, reeder L. Parlevliet, met
130 kantjes haring.
Prijs der haring 1 partij pekelharing
De berichten uit China blijven gunstig
luiden. Aan het departement van Bui-
tenlandsche Zaken te Londen moet door
den engelschen consul te Newchang
(China) zijn bericht, dat de plaatselijke
overheid volkomen instaat is den opstand
te dempen. Het laatste wapenfeit van
de roovers is, dat ze een dorp in de
provincie Tschili hebben geplunderd.
De verhouding, zoo seinde de consul
verder, tusschen Europeanen en Chinee-
zeu laat in deze provincie niets te wen-
schen over. De geheele opstand is een
rooftocht, die tegen de regeering in geen
enkel opzicht is gericht.
De Figaro wist al iets te vertellen
van een verband tusschen China
Engeland, maar dat schijnt alleen een
voortbrengsel te wezen van des redac
teurs vruchtbare fantasie. Volgens een
meer geloofwaardig blad, de Indépen
dance beigeheeft een groote vloot voor
den mond van den Yang-tsé-Kiang, (bij
Shanghcti) het anker uitgeworpen.
Van het halfbekende China tot het
halfbekende Afrika over te gaan, is geen
groote sprong voor de pen. Emin
Pacha, de onversaagde Afrika-reiziger,
is met Stuhlmann aan het Albert-Nyanza
meer en op weg naar Wadel&i. Hij staat
aan het hoofd van 9000 man troepen,
wat in die streken een omvangrijk leger
mag genoemd worden, terwijl de Soe-
daneezen staan onder de bevelen van
een gewezen engelsch officier, kapitein
Luggard. Zij moeten verklaard hebben,
dat het niet in hunne bedoeling ligt
hunne laudgenooten, die onder Èmin
dienen, aan te vallen.
Te Massouah is nog altijd het proces
tegen den luitenant Livraghi in gang.
Men weet, dat deze officier met eenige
andere personen, voornamelijk zekeren
Abdherraman, beschuldigd werd van
onder de inlanders een onnoodig en
wreed bloedbad te hebben aangericht.
Na een zeer languurig proces heeft de
ambtenaar van het openbaar ministerie,
zooals wij dien ti:ularis in Nederland
noemen, voor Abdherraman de veroor
deeling ter dood en voor Livraghi cel
lulaire gevangenisstraf gevraagd. Tien
andere beklaagden zullen moeten wor
den vrijgesproken. De rechtbank zal
spoedig over deze raak beslissen.
Waarom moet toch altijd kolonisatie
gepaard gaan met het plegen van on
noodige gruwelen Nu moet gezegc
worden, dat niet alle Rijken zich aan
wreedheid jegens den inlander schuldig
maken. De Engelschen bijvoorbeeld zien
dat beter in en gaan vreedzamer met
hen om. Zoo heeft nu de Engelsche
Zuid-Afrika Maatschappij vaster voet in
die streken gekregen, door eene overeen
komst, gesloten met koning Lobengula,
waarbij deze vorst haar het recht geeft,
zich in zijn land te vestigen en het
uitsluitend recht, om het land te ad*
ministreeren, en tot ontwikkeling te
brengen.
Maar van factorijen komen vaak
forten en van handclstractaten soms
annexatie-verdragen.
Van handelstractaten gesproken, die
van België met Duitschland cn met
Oostenrijk zijn in orde. De Oosteqrijksche
delegatie heeft de gewone en buiten
gewone begrootingen van marine goed
gekeurd en een krediet toegestaan voor
het houden van troepen in Bosnië en
in de Herzegowina. Even welwillend
was de fransche Kamer gezind jegens
de begrooting van oorlog. Op aandrin
gen toch van het kamerlid Etienne,
heeft de Kamer verworpen de amen
dementen, waarbij werd voorgesteld de
kredieten voor den gewonen legerdienst
en voor de vloot in Annam en Tonkin,
te verlagen of zelfs te schrappen.
De italiaansche afgevaardigde Cava-
lotti maakt zich bezorgd over de houding
van Italië's bondgenoot Oostenrijk. De
verklaringen van graaf Kalnoky achtte
hij heelwat meer verontrustend, dan die
van Ribot en Rouvier, ministers van
een land, waarmee Italië geen verbond
heeft gesloten.
Overigens gaat er weinig om op de poli
tieke markt. Mag het eigenlijk wel politiek
heeten, dat de altijd jeugdige Gladstone
kali December naar Biarritz gaat?
Zweden wil de invoerrechten op gra
nen, ra eel, spek etc. verlagen maar
voor dat verlies een equivalent zoeken
in het heffen van rechten op nijver-
heidsvoortbrengselen en in het invoeren
van een belasting betrekking hebbende
op den militairen dienst.
Details over die belasting ontbreken,
wie ze betalen moet, weet men nog
niet. 'tBillijkste ware wel, dat de huis
vaders die enkel dochters hebben, in
zoo'n belasting weiden aangeslagen,
omdat zij van de groote kosten die
een zoon, geremplaceerd of dienende
vereischt. verschoond blijven
Ttu slotte.- Paul Mangin, die door
den commandant van Metz onder ver
denking van spionnage was gevangen
genomen, is weer op vrije voeten ge
steld, omdat zijn onschuld duidelijk is
gebleken.
HEMENÖD NIEUW.
Een Belgisch 0 11 d s i r ij d e r
van 82 jaar, de heer Bernard Rosseau
te Armentières, is ouder zonderlinge
omstandigheden overleden.
De heer Rosseau, die in 1831 aan de
belgische omwenteling deelnam, had uit
erkentenis van het belgische goeverne-
ment het herinneringskruis ontvangen.
Dit jaar was zijn pensioen vermeerderd
geworden met 200 fia. Toen de grijsaard
door den belgischen Consul dit nieuws
vernam, gevoelde hij zulkjeen blijdschap,
dat hij getroffen werd door eene beroerte
en opslag dood bleet.
Bij de verdere behande
ling van het proces tot echtscheiding'
tusschen sir Russell en zijn echtge-
noote, schijnt het ongelijk van den man
te blijken.
Toen hij uit het rechtsgebouw kwam,
jouwde de menigte hem uit, zoodat hij
in een huurrijtuig een goed heenkomen
moest zoeken.
Prins George van Wales
gaat goed vooruit. Ter eere van den
verjaardag van de Prinses, had gisteren
een familie diner plaats bij den Hertog
van Cambridge, omdat 't wensc'nelijk
was geen gasten te ontvangen op Marl
borough House, waar de zieke ligt.
liet Heilsleger te Londen
bereidt „generaal" Booth, die met goud
beladen van zijn propaganda reis in
Zuid-Afrika en Australië terugkeert, een
monsteront vangst.
Wat is he t da ?i i 0 v e r m r s.
Abbot de „magnetische dame", van
welke wij onlangs melding maakten,
wordt nog steeds te Londen veel ge
sproken en geschreren.
De Timès bevatte dezer dagen niet
minder dan drie ingezonden stukken
over die eerste „merkwaardige séance".
John Verity, een specialiteit op electrisch
gebied, schrijft 0. a.„Toen zij de beide
stoelen, waarop zes zware mannen zaten,
omhoog ffef, ondervond ik in mijne
handen eene trilling, niet ongelijk aan
die, welke ik ondervind in de nabijheid
van eene krachtige dynamo machine.
Ik heb mij onder 't naar huis gaan
zoekt in betrekking tot andere, op verkenning was uitgegaan,
zeide hij
„Hier moet het zijnja hier moet de man met de pijp ver
borgen zijn geweest."
„Wie kan die man zijn?" vroeg Mariol.
„Dat zullen wij wel te weten komen", antwoordde Barnabin. „De
drie vuurpijlen, die hem tot het geven van seinen hebben ge
diend, waren van die blauwe van vier stuivers het pakje, zooals
wij er zooveel gebrand hebben toen wij nog kinderen waren.
Zoodra het kruit vonken geworpen heeft, laat men het omhulsel
vallen. Laten wij dus eens zoeken."
„Wacht," zeide Polydorus, „ik heb lucifers en een stukje
kaars in mijne zak."
De kaars werd spoedig aangestoken en eenige minuten langs
den grond gehouden.
Weldra vond men een leege kardoes, daarna een tweede en
een derde.
„Ik vergiste mij dus niet," riep Barnabin uit.
„Wat nu?" vroeg Stanislaus Mariol.
„Begrijpt gij mij nog niet?"
„Neen," zeiden de beide luitenants.
„Vergun mij u twee vragen te stellen," hernam de jeugdige
opperbevelhebber. „Ten eerste: welk weer was het zooeven?"
„Het regende," antwoordde de baszanger.
„Zeer goed. Ten tweedeuit welke grondsoorten bestaan de
heuvels
„Uit klei," antwoordde de werkman.
„Bijgevolg behoudt deze grond, als hij nat is, ieder afdruksel,"
zeide de broer van Jean Baptiste. „Geef mij uw kaars, Polydo
rus, en dan zullen wij de zaak eens onderzoeken."
Het afdruksel van twee groote zolen was duidelijk zichtbaar
in de klei.
„Hier is het spoor," zeide Barnabin; „wij hebben het nu maar
te volgen."
„Dat is verstandig geredeneerd," zeide Polydorus. „Maar het
is zeer donker en mijn eindje kaars zal niet lang meer strekken."
„Ik wilde u ook verzoeken, mij morgenochtend het spoor te
helpen vervolgen. Is dat afgesproken?"
„Ja."
„Tot morgen dan, zoo gauw als het dag wordt."
„Tot morgen," zeide Stanislaus. „Ik ga Catharina nu eens
aflossen, die wel groote behoefte aan rust zal hebben."
„Ik zal dezen nacht bij mijne moeder waken," zeide de zoon
van de gewonde, „ik wil het."
Dadelijk begaf hij zich op weg, gevolgd door Mariol.
Polydorus had zijne plaats nog niet verlaten, hij scheen na te
denken.
„Bah 1" zeide hij eindelijk, ik blijf hier, dat is het zekerste
middel om op tijd te zijn bij de samenkomst.
„Wat riepen zijne metgezellen uit, „wilt gij onder den bloo-
ten hemel gaan slapen?"
„Daar ben ik wel aan gewend," antwoordde de kunstenaar
kalm, „en zie, de sterren verschijnen daar juist om mij gezel
schap te houden. De regen heeft opgehouden, de hemel wordt
helder, 't wordt in éen woord prachtig weer. Dank zij uwe mild
heid, heb ik ginds onder het karretje een stevig avondeten ge
bruikt. Ik heb nog eenige droppels brandewijn in mijne veld-
flesch en tabak in mijne zak. Bovendien heb ik mijn mantel
om. Maak u dus over mij niet ongerust, ik zal wel een plaats
vinden, die een weinig tegen den wind is beschut. Goedenavond."
Mariol en Barnabin kenden de gewoonten van Polydorus, zij
drongen er dus niet meer op aan en gingen heen.
Onderweg gaf Barnabin op dien toon van gezag, dien een
ontdekker eigen is, zijne laatste bevelen voor den volgenden dag.
„Die Rataplan moet toch maar altijd kapitein wezen," dacht
Mariol bij zichzelven.
HOOFDSTUK XXIV.
Onder den grond.
Iedereen kent de catacomben van Parijs; bijna niemand kent
die, welke zich westwaarts van deze stad bevinden. Toch be
staan zij; zij kruisen en verlengen elkander onder de heuvels
van Belleville en Romainville.
Wij hebben gezien, dat Jacobus en Martin, toen zij de vluch
telinge achternazaten, in de verste opening van een aan den
noordkant waren doorgedrongen.
Een weinig dichter bij Parijs, vindt men de amerikaansche
steengroeven, die zoo genoemd worden, omdat men ze op ame;
rikaansche wijze ontgint.
(Wordt vervolgd