NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DE WERKBAAS.
9e Jaargang.
Maandag 14 December 1891
No. 2591.
ABONNEMENTSPRIJS:
A D V E R T E iN T I N
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
POLITIEK OVERZICHT.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
A
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor lisarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummer»0,05.
Dit blad rerschQet dagelgk», behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12S".
ras 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 Cent».
Groste letter» naar piaateraisete.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abot»Keiï.er«fcfïi Advert»?. tië* worces. s&ag«aoM«i& doe*
oasis agente» doe? elle. bo&fch&Ë deibrss coaraïtèsers»
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicise Mranghe L. LA Go~, JOBM I. &ucc.> J&rit SIhu MonèB&riïi,
EERSTE BLAD.
Haarlem, 12 December 1891.
Ter voldoeniug aan den maatregel
van Z. E. den M. v. Oorlog, om de
miliciens verlofgangers, zooveel moge
lijk in de nabijheid hunner woonplaat
sen in garnizoen te brengen, ter be
spoediging van de opkomst onder de wa
penen bij mobilisatie van het leger,
hebben op den ioejl. de overplaatsingen
bij het 4e reg. inf. reeds plaats gehad,
voor zoover deze betreft van het eene
bataljon van het korps bij het andere.
Aan de miliciens, die voor over
plaatsing in aanmerking komen, zal
worden medegedeeld tot welke com
pagnie zij voortaan behooren en waar zij
onder de wapenen moeten opkomen.
Benoemd tot onderwijzer, aan de 2e
christelijke school alhier, de heer J-
Schakel, onderwijzer aan de ie openbare
school te Lekkerkerk.
Voor het examen geschiedenis M. O.
is te 's Hage gisteren geslaagd, de heer
C. ten Lintum, alhier.
Toen Leon Treptow het kluchtspel
schreef, dat Faassen in het nederlandsch
over bi acht en onder den naam van
„De Don Juans" op de planken bracht,
toen moet zijn pen naar ons dunkt,
gebeefd hebben van het lachen om al
die dolle toestanden en zotte uitvallen.
Het moet ons van 't hart, dat wij
zelden met zooveel genoegen de ver-
tooniug van een kluchtspel hebben
bijgewoond. Een ijsbeer zou ervan aan
't lachen raken. En zouden wij nu den
korten inhoud van het stuk hier
gaan mededeelen In geenen deele,
dat zou toch een zeer onvolkomen in
druk geven, omdat wij er niet bij zou
den kunnen geven den toon en de
muziek van de artisten. En die komen
er in een stuk als dit dubbel en dwars
op aan.
Willem van Zuylen, als Hugo Zwaluw,
was uitstekend als altijd. Als een doorkneed
acteur verkrijgt hij zijne effecten met niets
of bijna niets, met een knipje met het
oog, met een geringe stemverheffiug of
met een haast onmerkbare beweging van
hand of arm. Ook zijn grime was goed.
Hem komt de eerste lofiuiling toe,
maar aan wien nu de tweede Aan de
drie Don Juans, pyiamidaal-faraeus
kolossale types, reproducties van de
parijsche Guy, Gaston en Gontran
Aan Kathinka, het allerguitigste naïef je
Of aan den zenuwachtigen Nicolaas
Koek? Of an de poëtische Lena, met
hare beeld-van-de-Faam-achtige poses
Wij durven geen keuze doen en zullen
maar liever volstaan met te zeggen, dat
het ensemble niets te wenschen overliet.
De coupletten zijn niet het minsj
aantrekkelijke van dit stuk. En die van
Van Zuylen en die van mevrouw Aug.
van Biene Poolman, werden zeer toe
gejuicht. Van Zuijlen vergat niet om
Sequah te bezingen en ziet, daar ver
scheen in de pauze de heer Daveuport
met zijne echtgenoote in den schouw
burg en woonde het laatste bedrijf nog
bij. Een deel van het publiek schreeuwde:
„leve Sequah anderen rekten de hal
zen uit om hem te zien en Davenport
gekleed in zijn platformcustuum zat in
de loge van het balkon, recht genoeg
lijk te glimlachen.
De schouwburg was geheel vol en
wij zouden durven zeggen, dat niet een
van de aanwezigen onvoldaan is heen
gegaan. Io langen tijd heeft deze Tem
pel der Muzen niet zooveel en zoo har
telijk hooren lachen Waarschijnlijk
zullen de Don Juans nog wel eens voor
het voetlicht van het haarlemsche theater
verschijnen, nu de eerste kennismaking
zoo gunstig is geweest.
Veertien leden van het Stedelijk Mu
ziekkorps maakten verdienstelijk de
muziek van het accompagnement.
De firma Perrv Co., die hier ter
stede haar magazijn heelt in de Bar-
teljorisstraat, heeft een nieuwigheid uit
gevonden op het gebied van spaarpotten.
De spaarpot is ingericht voor kwartjes
of centen en het eigenaardige daarvan
is, dat men die alleen kan ledigen,
wanneer ze geheel vol is. Eerst dan toch
laat een veer het gespaarde geld er uit
vallen.
De uitvindster noemt dit „Magische
Spaarpot," in het nederlandsch „Too
verspaarpot."
Heden morgen omstreeks 11/12 ure is
brand uitgebroken in de werkplaats
van vuurmakers van J. van Boren, ge
legen in een poort aan den Burgwal
No. 55A, ontstaan, doordat de vlam
van het vuur in de kokende harst sloeg.
Een gedeelte van die werkplaats be
nevens het dak en een houten schoor
steen zijn daarbij verbrand. De politie
met haar slangenwagen en spuit 3 heb
ben hulp verleend en den brand ge
bluscht. De schade is vooral door het
water vrij belangrijk en niets is ver
zekerd.
Wij vernemen dat de zaak tegen
Hendrik de Boer (diefstal gemeente
begraatplaats) op den 23» December
a. s. voor het Gerechtshof te Amster
dam, in hooger beroep zal worden be>
handeld.
zwaren bovenlast op, en men vreest,
dat zijn schip in den storm gebleven is.
Door eene onbekende oorzaak is huis
en inboedel verbrand van C. Bakker
Sectie B te Haarlemmermeer.
Door den feilen wind was blusschen
onmogelijk, zoodat dan ook van den
ioboedel zeer weinig gered is kunnen
worden.
Wegens het overlijden van
den hoogleeraar dr. A. Kuenen heeft
het leidsche studentenkorps voor den
tijd van zes weken den gebruikelijken
rouw aangenomen.
Te Rotterdam was Vrijdag
een hoog watergetij. Men vreesde voor
overstroomiüg van een deel der buiten-
stad.
Omtrent de te Velingen ge
pleegde gruweldaad vernemen wij nog,
dat de aangevallene, kort nadat men
hem vond, overleed. De verslagene en
de moordenaars, drie in getal, waren
Duitschers. De moord moet zeker in
dronkenschap bedreven zijn, daar het
anders niet te begrijpen is, hoe men
zon wreed- als hie hon te werk gaan.
Den verslagene waren de ingewanden
uitgerukt en de teenen afgehakt, waarna
men hem weer de schoenen aandeed.
Uit Stolwijk wordt gemeld:
Tijdens den halven storm, die Vrijdag
ochtend woedde, bega! zich onze vroe
gere molenaar A. Z. naar het water
achter zijne woning, om een emmer
water te scheppen. Waarschijnlijk is hij
door een rukwind van den kant geslagen,
ten minste, toen hij na eenigen tijd niet
terugkeerde en hem ging zoeken, vond
men hem verdronken.
De werkstakers te Tjalle-
bert verlangen 2 cent per kub. meter
meer te hebben, zoodat zij dangemid
deld 70 75 ct. per dag zouden kunnen
verdienen.
Het O. M. bij de rechtbank
te Heeren veen heeft tegen den postbode
Schaafsma, te Balk, wegens verduistering,
anderhalf jaar gevangenisstraf geëscht.
Uit Heerenveen meldt men:
Men maakt zich ernstig ongerust over
den beurtschipper op Amsterdam, die
Woensdag Damiddag laatstgenoemde
stad verliet en reeds lang aan had moe
ten zijn. Naar men zegt, had hij een
De zaak van den aartsbisschop van
Aix en de nasleep daarvan hield nog
gisteren de fransche kamer van afge
vaardigden bezig, druk bezig zelfs, want
er heerschte al heel spoedig een groot
tumult. Toen de afgevaardigde de
Faillières den bisschop van Bordeaux
rechtvaardigde, begon de lumoerigste
Kamer van Europa (op de italiaansche
na) zich weer te gedragen als een ver
zameling van jongens, in plaats van als
een college van ontwikkelde mannen.
Floquet werd door den levenmaker
Paul de Cassagnac met woeste bewe
gingen geïnterpelleerd en niet dan na
langen tijd keerde de kalmte terug.
En nu is het zelfs op Samoa niet
rustig. Matoafa treedt op tegen Malietoa
(twee inlandsche hoofden) en de po
gingen van internationale zijde nogal,
aangewend om vastheid te verkrijgen
in het bewind, dreigen schipbreuk te
zullen lijden. De belasting wordt niet
betaald en de schatkist blijft daardoor
ledig.
Nu, onvastheid in het bewind is
niet alleen op Samoa te vinden. De
berichten uit Rio de Janeiro bijvoor
beeld luiden weer zeer ongunstig. De
stad Campos is in opstand tegen de
regeering. Zoo iets kunnen wij ons in
Nederland niet voorstellen.
Verbeeld u, b. v. Purmerend in op
stand tegen de regeering Of Kampen,
of Leeuwarden Maar ginds schijnt de
mogelijkheid te bestaan en dat het niet
zoo maar gekheid is, blijkt voldoende
uit de mededeeling, dat een gevecht
tusschen staatstroepen en opstandelingen
tien dooden heeft gekost, terwijl dertig
strijders werden gekwetst.
De goeverneur van Rio de Janeiro
wil, hoewel door de regeering daartoe
uitgenoodigd, niet altreden en de her
vorming van een militairen goeverneur
is waarschijnlijk.
Uit China verneemt men, dat de
oproerigen daar weer een groote neder
laag hebben gelegen en dat de
keizer bezig is om eDgelsch te leeren.
Velen zijner hooggeplaatste ambtenaren
zijn daarover niet tevreden, maar de
keizerin moedigt haar gemaal zeer aan.
Het is dus duidelijk, dat hoe ook de
Chineezen zeiven tegenover de Euro
peanen gestemd mogen wezen, de
keizer en de keizerin hunne vestiging
in het Hemelsche Rijk gaarne zien.
In den duitschen Rijksdag heeft men
Vrijdag gedebatteerd over de handels-
tractaten. Dinsdag zal de 2e lezing aan
vangen,^ maar de 3e lezing eerst na
Kerstmis.
In Engeland is het tegenwoordig kalm.
lei land roert zich weinig meer en het
eenige wat er ditmaal van vermeld kan
worden is, dat de koningin de benoe-
ming van lord Dufierin tot gezant te
Parijs heeft bekrachtigd en dat de great
I old man, Gladstone, weer eene rede-
j voeriDg heeft gehouden op het dejeuner
ivan het congres van landhervorming-
Hij stelde de noodzakelijkheid in het
licht om den toestand der plattelands-
j bevolking te verbeteren en den aan-
j drang van deze om naar de steden te
trekken, weg te nemen. Gladstone ver
klaarde zich voor het denkbeeld, in d?
plattelandsdistricten meer candidaten
voor het Parlement te doen optreden,
zonder eene daarmede gepaard gaande
verhooging der verkiezingsonkosten.
Voorts pleitte hij voor eene rechtvaar
digere verdeeling der gemeentelijke be
lastingen, en voor wijzigirjg van de be
staande wet om den bóeren-arbeiders
toe te staan vereenigingen op te richten
tot verkrijging van hooger loon.
Te Castleford (W ales) is
brand ontstaan in een groote mijn.
Hoewel er slechts weinig mannen aan
den arbeid waren, zijn er nog vijf
menschenlevens te betieuren,
De brand is zoo uitgebreid, dat men
de geheele mijn zal moeten over-
stroomen. Daardoor raakt natuurlijk de
bevolking zonder werk.
Aartshertog Heinrich en
zijn vronw, baronesse VVa'deck, die op
denzelfden dag als offers van de influ
enza vielen, zijn Woensdag te Bozen
met groote uleebtïgheid begraven.
Aartshertog Sigismund vertegenwoor
digde den keizer.
Uit Petersburg wordt ge"
schreven
Bij het zware ongelnk op den Orel-
Griasi-spoorweg is ook weder de grof
heid en brutaliteit van russische beamb
ten in haar geheeleu omvang gebleken.
Toen drie uur na het voorval eindelijk
de hulptreiD met het ambulance-personeel
en den stationschef van Domnino aan
kwam, verboden de stationchef ter plaatse
en de gendarmen verdere nasporingen
onder de verbrijzelde waggons te doen
en bevalen, de komst van den rechter
van instructie af te wachten. Het ver
ontwaardigde publiek moest gehoorza
men, ofschoon men nog een paar
menschenlevens had kunnen redden.
Onder de gedooden bevinden zich gene
raal A. D. Markoff; overste Tscheby-
schoff. Mevrouw Rüdiger, hare dcchler
43
HOOFDSTUK XXVII.
1
Jacob naderde haar niet minder bewogen en zeide op tluiste-
renden toon
Ik moet mevrouw de prinses nog heden spreken voor het
ieékenen van het huweltjkscontract zal plaats hebben; het moet,
ik wil het."
Goed," stamelde zij. „Dezen avond om acht uur zal ik u
verwachten."
En terwijl zij hevig ontdaan den arm van Valentine nam,
die naar haar was toegesneld, verliet zij, gevolgd door Pepita,
het atelier.
Jacob wendde zich beurtelings tot de drie manneD, die met
hem in het vertrek gebleven waren, en zeide
„Max Sterner, ik bid u om vergeving voor wat ik gedaan heb.
Mijnheer de ridder Capriela, ik raad u niet aan naar het kasteel
van prins Lubanoff terug te keeren. Vicomte, gij, die anderen
beschuldigt, pas op, dat zij op hunne beurt niet u aankla-
>en."
„Hoe durft gij u vermeten, mij zoo te beleedigenr" riep
Gontran, die eindelijk boos werd. „Wat weet gij?"
„Ik weet, dat gij een giijsaard hebt aangeklaagd, die de vriend
van uw oom was, en dat is schande. Ik weet, dat gij gisteren
avond, toen het duister was, een zoon hebt bespied, die bij zijne
stervende moeder waakte, en dat is laf."
„Ellendelingriep de vicomte uit, terwijl hij hem met de
hand dreigde.
Jacob greep eerst deze hand, daarna de andere, die de eerste
trachtte los te wiiügen, en terwijl hij beide in zijn ijzeren vuist
klemde, zeide hij
„Maar ziet gij dan niet, dat ik een oud soldaat ben. Wij
zullen elkaar wel eens weerzien, wees daarvan verzekerd, en als
het moet, zal ik je dooden. Ik hoop evenwel, dat God mij
hiervan zal verschoonen. Tot van avond."
En terwijl hij Max Sterner met de hand groette, vertrok hij.
HOOFDSTUK XXVIII.
Angstige uren.
De prinses was in het rijtuig, dat haar naar het kasteel Luba
noff bracht, onbeweeglijk en stilzwijgend blijven zitten. Het
scheen wel alsof zij uit een diepen slaap ontwaakte en haar geest
nog zweefde tusschen droom en werkelijkheid.
Valentine nam de hand harer moeder in de hare en sprak
allerlei lieve woordjes tot haar. De prinses beantwoordde deze
ternauwernood door een zonderlingen glimlach. Hare gedachten
waren elders.
Het geknars van de deuren van het kasteel, die voor haar
geopend werden, deed haar ontwaken. Zij keek met zekeren angst
om zich heen. Toen snelde zij het huis binnen en spoedde zich
naar de trap, die naar hare kamers voerde.
„Mama, wat scheelt u toch," vroeg Valentine, die zeer onge
rust was, en haar op den voet volgde.
«Niets," antwoordde zij, terwijl zij haar zenuwachtig in haie
armen sloot. „Maar laat mij nu gaan, ik verlang alleen te zijn."
Zij verdween, sloot zich in haar boudoir op, waar zij geheel
terneergeslagen in een leuningstoel neerviel.
„Neen," herhaalde zij op doffen toon. „De dooden komen niet
terug. Dat is onmogelijk."
Valentine, die hoe langer hoe meer verwonderd was over het
zonderlinge gedrag van hare moeder, gevoelde zich zeer angstig
te moede. Bovendien naderde het noodlottige joogenblik, dat
over haar leven zou beslissen. Ook zij verlangde naar eenzaam
heid. Maar de prins had het rijtuig hooren terugkomen en liet
zijne dochter verzoekeD, bij hem te komen.
De dag neigde reeds ten einde. Het was bijna geheel donker
in de kamer waar de grijsaard zich bevond. Men kon als men
binnen kwam, niets onderscheiden dan de grijze haren van den
prins, en zijne groote, donkere oogen, die dezen avond bizonder
schitterden.
„Zoo, zijt gij daar lief kind," riep hg uit. „Ivanowitch breng
spoedig licht, opdat ik mijne dochter kan zien."
En nog in de duisternis omhelsde hij haar met uitroepen van
groote vreugde, zoodra de lamp evenwel gebracht was, zeide hij
„Wat zijt gij bleek Gij ziet er ook bedroefd uit. Wat scheelt