Kolonel Dikhout's Engagement. 151 N E K L A D. be- Kolonel Dikhout was van zyn fijntje opgestaan, en zyn laatste kleintje was er een met vijl matadors prémières in de ongenoemde geweesthij stak een nieuwe manilla op en riep om een whisky-sodaolijkbaar in zijn nopjes. Kolonel," riep Snapper, die den ouwe altyd aan den gaDg bracht, wat ia wel het grootste gevaar, waarin u geweest is? z/Mijn grootste gevaar" pipiaan de manilla «dat zou ik zoo dadelijk niet kunnen zeggen. Ik zat er te Boni leelijk in, en in de Indische Zee was ik ook niet op myn gemak, maar het heetste vuur, waarvoor ik gestaan heb, dat was hier te Batavia, nu al. ja, hoe veel jaar geleden Het was in den tyd, dat hier nog races waren, eu nog een flinke atdeeling cavalerie. Wij waren met vier jonge luitenants nieuw bij bet eska dron, en wij hadden van den comman dant de noodige terechtwijzingen en raad gevingen al beet, waaronder in de eerste plaats de formeele order, om to zorgen, dat wij ons niet aan de meisjes ver slingerden. In de laatste zeven jaar had de cavalerie te Batavia geen een ge trouwden luitenant gekend, en de kom mandant was niet van plan daarin ver andering toe te laten. Wie geëngageerd wou raken, zou overgeplaatst worden. Hij zei het ons vooruit. Nu woonde er in dien tijd, niet heel ver van het kampement, een kolonels weduwe mevrouw Poekarofiski met zeven dochters, in een donker ruim ouderwetsch huis achter op een groot erf vol hooge boomen. Vooral tegen dezen huize, in de wandeling het Spinneweb genoemd, was de waarschuwing van den komman- dant bedoeld. Al de zeven Poekaroffs- kietjes droegen een by naam. Mama heette //De Spinnekop," de meisjes //Streepie," ^Beursje," //Vliegenvanger," //Zuurtje," ffPoppie," //Grembertje" en //Joo." Altemaal ouwe rotten, zei de kom- mandant, waar jullie vlasbekken van recruten het dadelijk tegenaflegtnoudt je dus op een afstand 1 je hebt maar driemaal in een week met een uit het nest te praten en je bent er by. Wij stelden den kommandant omtrent onze voornemens gerust en verzekerden, dat wy in allen gevalle wel beter terecht konden dan io het Spinneweb. Alles ging goed. In April werden de Races gehouden. Ik reed mee, won den gentlemen-race, en mijn opgewondenheid was nog in vollen gang op het Race-bal, waar ik de champagne de betamelijke eer bewees, my dol amuseerde en op een oogenblik met zekeren schrik tot het bewustzijn kwam, dat ik midden in een wals was met een van de Poeka- roffski's. Al tweemaal, als wy mijn kom mandant voorbytolden, had ik een van zyn krachtigste uitdrukkingen meenen te verstaan. De derde maal stampte hy er nog by met zyn laars, waarop ik begon te begrypen, wat er te doen was Maar ik stak den neus in den wind, lachte wat om mijn chef en begon hoe langer hoe drukker tegen myn dame te praten. Toen de dans uit was, stelde zij mij voor in een der byzalen wat te gaan uit rusten zy vond een gezellig eenzaam hoekje en, nadat ik nog een paar minu ten doorgerateld had, hoorde ik op eens mijn juffrouw iets op een zeer ernstigen toon zeggen. Ik luisterde en verbleekte haast by het hooren van de woorden z/Dus, mijnheer Dikhout, nu ik dit dan uit uw eigen mond gehoord heb, wil ik niet weigeren aw vrouw te worden." Beursje had mij waarachtig aan den haak. Ik was nog maar half bekomen, en dacht nog te protesteeren toen zij opsprong, ten afscheid mijn hand be- teekenisvol drukkende en p een vrien din toesnelde, met wie zy verdween. Ge heel ontnuchterd sloop ik, als een aan geschoten stuk wild den tuin in, waar ik een van mijn kameraden, mijn besten vriend vierkant tegen het lyf liep. Ik nam hem by zyn arm, voerde hem in een donker laantje en snikte: Karei ik ben geruïneerd Hoeveel heb je ver loren? 'tls geen geldkwestie, ik ben geëngageerdDat 's ergervéél erger en met wie? Met Beursje," bracht ik zuchtend en beschaamd uit. Karei floot zachtjes tusscheD zijn lippen. Is het zoo erg? Daar kom je niet van af! Maar wacht! Een idee! Waaraeh- tig! Gauw naar binnen, en vraag de rest! Vraag dadelyk de rest! Vraag de rest? stotterde ik. Wat bedoel-je? De rest? Ik bedoel dit, dat je de andere zes, één voor één, ook ten huwelyk moet vragen. Zeven tegen ééo, dat je dan in de verwarring nog vrykomt. Ik klampte my aan die stroowisch vast. Ik zag het balboekje in. Er waren nog juist zes dansen. Tyd tot beraad was er niet. Ik stoof naar binnen, vroeg de zes zusters, en by iederen dans vroeg ik behoorlyk myn partner ten huwelyk, en werd, onnoodig het te zeggen, even behoorlyk telkens geaccepteerd. De kracht der wanhoop had zich van mij meester gemaakten ik geloof, dat als er nög een extra-dans geweest was, ik de oude Spinnekop zelve ten Blotte ook tog ten dans en ten huwelyk zou gevraagd hebben. Myn zeven meisjes hielp ik by het heengaan in haar twee wagens en zag ze met een satanischen glimlach onder een koor van //goeden nacht, nacht, mynheer Dikhout" en een scheiden gewuif van zeven wegrijden, om daarna een gevoel te krijgen, a'sof ik eigenlyk een pak slaag verdiend had. Den volgenden ochtend, wekte mijn oppasser mij met zeven rooskleurige kleine couverten, die ik eenvoudig onge opend in de snippermand wierp. Ik weet tot op den huldigen da^ niet, wat erin stond, Pas had ik mijn koffie, of daar kwam een groot wit couvert, met een adres in groote hoekige letters. Mijn plan was, ook dit denzelfden weg te doen volgen maar hot diDg zag er zoo uitdagend uit, het keek mij zoo nijdig aan, dat ik het ten slotte, als onder oen soort van biologischen invloed wel moest openmaken. //Mevrouw Poekarofiski verzocht mij zoo spoedig mogelijk by haar aan te komen voor eeo zaak vac het uiterste gewicht." Al die brieven waren blijkbaar nog den vorigen nacht geschreven, want al voor het ochteodschot waren zij naar mij op weg. Ik zond den geopenden brief aan Kare', myn raadsman, met de vraag wat nu te doen, en kreeg hem terug met in potlood er overheen ge krabbeld //Zeg, datje een stuk io hadt." Gemakkelijk gezegd, maar geen aange name boodschap. Ik begon met een Wa- terloopleintje om te rijden om wat op te frisschen, en toen ik het boschachtig erf van het Spinneweb opreed, kwam ik Joo tegen op haar oGhtend-wandeling uitgaande. //U is een net jong mensch, dat moet ik zeggen," riep zij mij toe, „om zeven arme onschuldige meisjes op een avond te vragen, als of u de Sultan van Turkije of de man in de Gelijkenis waart." Welke //Gelijkenis" zij bedoelde, weet ik niet. Misschien koning Salomo. In den Bijbel zyn sommige indische meisjes zoo precies Diet thuis. z/Wil ik u wat zeggen, mijuheer Dik hout," ging zy voort, „u verdient dat u er duchtig van langs krijgt en u zult er van lusten ook. Daar in het huis, ia op het oogenblik alles zoo afschuwelijk op stelten, dat ik u raden zou om maar direkt om te keeron, en een eindje met mij te gaan wandelen. zyU is wel vriendelijk, zei ik," want ik begreep niet waar zy heen wilde, en waarom zy niet erger boos was//maar ik moet naar binnen en uw mama spre ken en de zaak uitmaken." //Uitmaken? lachte ze. Uit? U schijnt er nogal licht over te denken. Eerst ons allemaal vlagen, en dan even 's mor gens aankomen met de boodschap van 't spyt my welniets dan een vergissing Laat ik u zeggen mijnheer Dikhout, dan kent u Mama en myn lieve zusjes niet. Juffrouw Poekarofiski zei ik, op as hoop vattende uit haar lachende oogen. Ik zie wel, dat u de zaak be grijpt, en my wilt helpen. Zegt u my, geeft u my raad, hoe ik my uit deze onaangename geschiedenis moet redden. Zy stond een oogenblik tc denken, en i: /,Nu dan zal ik u ten beste ra Jen. Uw plan is zeker te zeggen, dat u gister wat veel gedronken hadt. En ik geloof zelf, dat daar wel wat van aan is. Maar dat zal u daar binnen niet helpen. //Beursje" en //Gembertje" Joo was de eenige die haar eigen zusters ook bij haar bijnameD noemde) hebben al om u gekibbeld, de één zei, dat u haar het eerst gevraagd hebt, en zy dus de oudste rechten heeft, en de andere, dat zij het laatst gevraagd is en dus die propositie nog geldt. En daar kunt u op aan, dat Mama geen ooren zal hebben naar praatjes boven uw theewater geweest te zijn, óf u moet zeggen, dat dit het geval was met de andere zes, maar niet met my. Dan zal zij zeker de grap aardig vinden en de anderen uitlachen. Wees maar niet baDg, dat ik u aan uw woord zal houden. Na uw sehandelyk gedrag zou ik u niet willen hebben, al vroegt u mij honderd maal voor eens, u is met my dus volmaakt veilig. Later, als de herrie thuis weer bedaard is dan bedank ik n weer kalm. Kan dat dienen Belooft u, my te zullen bedanken, juffrouw Poekarofiski? Op mijn woord en zy stak haar hand uit, die ik schuddeen zoo werd ons verbond gesloten en stapte ik met looden schoenen de voorgalerij in. Ik was pas DegentieD, verbeet dat niet, en het was geen kleinigheid op te komen tegen zeven rechtmatig vertoorn de dames, stak voor stuk, eeu eiud ouder dan ik en tneindig radder van tong. Ik werd in de binnengalerij een poos aan myn gedachten overgelaten. Een aantal hooge stemmen waren nog een oogenblik achter de deur der achter galerij hoorbaar, doch verstomden spoedig en ik gevoelde, dat de aanval niet lang uit kon blyven. De deur vloog met een indrukwek kende vaart open en naar binnen zweef den de zes juffrouwen Poekarofiski met mama aan het hoofd en streken neer op de zeven klaargezette stoelen. Na een plechtig //hmbegon de Spinnekop. „Ik geloof mijnheer Dikhout, dat ik spreek met een fatsoenlyk man en een officier". Ik boog. //Een luitenant van de dragonders." Ik boog weder. //Welnu, dan verzoek ik u, mijnheer om een ver klaring van uw ongehoord gedrag jegens myne dochters, de dochters van wijlen den gepensionneerden majoor Poekarofiski uw hoogere in rang. Ik vrees, mevrouw, dat ik moet bekennen een jeugdige onbezonnenheid //Jeugdige onbezonnenheidriep mevrouw op tragischen toon uit, met opgestoken handen als om den hemel tot getuige te roepen. Myn dochters één voor één te vragen, het reitje af, zoo hard gij maar kunt, noemt gij dat jeug dige onbezonnenheid Ik moet u zeggen, mevrouw, ant woordde ik, „en ik schaam mij het te moeten zeggen, dat ik gisteravond wel wat veel champagne gedronken had, en ik ben hier gekomen om mijn nederige excuse-, te maken aan uw dochters eu u zelf. Te veel champagne!" kryschte de dame schamper in dreigend crescendo, „dan mijnheer behoort u voor een Raad van Eeru behoort uit den dienst ontslagen te wordea wegens een gedrag, een fat soenlijk man eu officier onwaardig. Maar dat moeten uw kommandant en uw chefs wetenIk heb u Jiaar één ding te zeg gen, eu dat iagelief my dadelijk, in het bijzijn van haar allen, te doen weten wie van myn a-me lieve meisjes, (hier werd de stem door tranen haast verstikt) u tot uw vrouw wilt maken. Ik wilde zeggen: Geen 08ü. Maar de blik der Spinnekop was zoo verstee nend, en het volle dozyu mij aanstarende grijze oogen maakte mij zoo verlegen, dat ik die twee woorden niet uit kon brengen. Ik moest er aau gelooven. Om ,u de waarheid te zeggen, mevrouw, ofschoon ik al uw bekoorlijke dochters bewonder, is mijn hart verpand aan een van baar. En wie is het? vroeg de Spinnekop eenigszins minder uit de hoogte. Ik aarzelde nog; ik durfde myn toe komstig lot nog niet overleveren in handen van een bewoonster vau het Spinneweb. Laat ik u al vast dit zeggen," viel mevrouw in, //dat myn dochter Marie (dit was de ware naam van Joo) al dadelijk alle recht op u heett opgegeveD zy heeft gezegd, dat niets ter wereld haar ooit zou kunnen bewegen om een man te trouwen, die een zoodanig aan har t getoond heeftdus laat mij hopen dat het niet Marie is. Dit gaf den laatsten stoot. Welk een noodlottig toeval, mevrouw" mompelde ik, de grootste neerslachtig heid veinzende. Het is uw dochter Marie, die ik bemin. Hierop rezen de zes jonge dames met éèn enkele beweging op, en zonder mij zelfs met één blik te verwaardigen, zeilden zy, als beleedigde zwanen, de galerij uit, my met mama alleen latende. Nu, mijnheer Dikhout," zeide zij iVu moet den mo©d niet dadelyk laten zakken. De aanhouder wini1. Marie heeft zeker in overijling gesproken. Ik zal zelf uw voorspraak zijn, en ik moet u zeggen, dat tot nog toe in gewichtige zaken, mijn lieve Marie zich altijd door mij heeft laten leideD. Ik rilde, en nam afscheid. Denzelfden namiddag kreeg ik van mevrouw Poekarofiski een briefje vol van de warmste gelukwenschen en of ik dien avond kalm en familie wilde komen eten. z/Mijn andere lieve dochters willen verge ten en vergeven, en zullen u als een broeder ontvangen." Ik schreef dat ik ernstige hoofdpijn had, en liet in geen week iets van my hoo- reD, kwam nergens, en hoopte, dwaas die ik was, op die wijze aan mijn lot te ontkomen. Maar mevrouw Poekarofiski had niet het stilzwijgen bewaard over de vangst van haar eersten vrijer, ofschoon, wat ik het meest vreesde, myo komman- kant gelukkig nog van niets gehoord had. Maar op een avond op straat, daar loop ik Joo tegen het lijf, die my staande hield, en mij meenam, en zei, dat ik mij niet mooi hield, na den dienst, dien zy mij bewezen had met my uit de klem te helpen. //NeeD," zei zy, //geëngageerd is geëogageerd 't is waar, dat ik beloofd heb,je in tyds weer te zullen bedanken, maar tot zoolang moet van uw kant eerlijk gespeeld worden anders bedank ik je heelemaal niet. Het engagement moet publiek zijn, of ik maak het niet weer af, Ik moet een ring hebben. U moet driemaal 's weeks my afhalen om te wandelen of te rydeD. En u moet my Marie noemen, en ik u Adalbertus. Alleen op die condities houd is myn be lofte om u weer te ontslaan van uw woord. Ik was verloren. Binnen een week was ik het praatje van heel Batavia. Een boodschap om by den kommandant te komen bleef niet uitdie, altyd krachtig in zyn uitdrukkingen, ditmaal zoo woedend losbarste dat ik mij nog verwonder, hoe de pannen niet van het dak vlogen. Je hebt maar je overplaatsing te vragen was al wat ik mij, weer buitengekomen, van bet geheele woorden-onweer herinnerde. En sedert had ik geen leven meer in den dienst. Gedonderd by de oefeningen, gezocht door den kommandant, het voor werp van zijn aardigheden op de sociëteit en van zijn steken onder water in deftig gezelschap. Ik vroeg myn overplaatsing, wandelde met Marie, at by de oude Spinneweb en haar zes dochters, gaf eindelijk den moed op, en mij aan mijn noodlot over. Toen arriveerde er een assistent-resi dent met verlof te Batavia, die in het Spinneweb visites maakte, die een kennis van de familie was, een ongetrouwd assistent-resident, die met mijn meisje ee.i jaar geleden op Sindanglaja samen geweest was. Op zekeren ochtend kreeg ik een brieljö „Ik kan vaodaag niet wandelen 1" Een anderen dag weer dezelfde bood schap. De derde maal met //Waarde Dikhout," in plaats van //Adalbertus lief." En eindelijk, wat was dat een brief van Mama, met myn ringetje er en met de mededeeling, dat zy tot ontdekking gekomen was, dat het verschil in onzen leeftyd en ons karakter blijkbaar aan ons toekomstig geluk in den weg stond, en ik dus myn woord terugkreeg. Eo of ik ook lust had dien middag kalm en familie te komen eteD." Hieronder had Joo met potlood in de haast geschreven. //Blyf uit den radius daaronder blijkbaar achterna nog //Zeg nu eens, dat ik mijn woord niet houd." "Nu, was u er uit, kolonel," zei Snapper. z/Nu dat zeg ]e zoo; maar wil je gelooven, dat ik integendeel myn bendy liet inspannen en myn zondagsche four- ragères aandeed, en op staanden voet het Spinneweb in wilde rennen, om te verklaren, dat ik zóo niet met mij liet sollen en doen dat ik mijn meisje niet op wilde geven of aan een ander afstaan en dadelijk den trouwdag wilde bepalen. Nu ik haar kwyt was, voelde ik op eens, dat ik van Joo waa gaan houden, Maar wat wèl een bof mag heeten was, dat, juist toen ik het erf af zou rij en. Vcrlinden en een paar andere kame raads opkwamen om mij mee te Demen naar de varkensjacht op een der chi neesche landen in het Tangerangsche; verlof en alles was in orde; dadelijk meeEn wat ook nog een bof mag heeteD, is dat ik daar met mijn paard over een kuil struikelde en stortte en op myn hoofd neerkwam, zoodat ik twee dagen buiten kennis en zes weken in bed kwam te liggen en toen buiten ko mende, hoorde, dat Joo al assistent- residents vrouw geworden was. Maar tot op dezen dag is het voor mij nog niet uit gemaakt, of Joo inldie zaak eerlyk spel speelde, of mij van den beginne af aan 't lyntje heeft willeD liouden. Op een voorstel van den voorzitter der Algemeene Rekenkamer tot het vaststellen van eeo hofkostuum voor de referendarissen van dat college, evenals voor die van den Raad van State, is door H. M. do Koningin- Regentes goedgunstig beschikt. Het kostuum zal geheel overeenkomen met dat, hetwelk voorgeschreven is voor de leden der Rekenkamer, met dit on derscheid, dat het minder rijk zal gega lonneerd zijn op de opslagen der mouwen en op de tasschen van den rok. Door de onderwyzers in hot arrondissement Maastricht is aan H. M, de Koningin-Regentes een adres gericht, houdende het verzoek om de in de tegenwoordige wet vastgestelde minima van 700, 600 en 400 gulden als jaar wedden van de hoofden van sctiolea, hoofdonderwijzers en onderwijzers bedoeld in art. 24 al. 3 der schoolwet, te willen verhoogen. Met klemmende redenen wordt in dit adres aangetoond, dat bedoelde jaarwed den geheel onvoldoende zyn om in de meest bescheiden levensbehoeften te voor zien dat de te geringe bezoldiging een toestand in het leven roept, welke niet alleen den stryd om het bestaan ver scherpt, de levenszorgen vermeerdert, maar bovenal de voor het onderwijs hoog noodige opgewektheid doet verflauwen en een noodlottigen invloed uitoefent op het maatschappelijk leven. Adressanten zijn overtuigd, dat een afdoende maatregel alleen te wachten is van eene wettelijke regeling, waarbij naar hunne meeniDg, de bovengenoemde minima bepaald dienen te worden op 900, 700 en 500 guldeD, met vooruit zicht op de verhooging naar het aantal dienstjaren en de verkregen akten of aanteekeningen. Op de op Maandag gehouden huishoudelijke vergadering van den Chriatelijken Volksbond werd door een der leden inlichting gevraagd aangaande zekere mededeelingen, in Recht voor Allen geplaatst, als zonden de heeren bestuur ders zelf groote traktementen voor zich nemen, die dan eerst van //de liefdegif ten* af moesten. De voorzitter deelde in woorden, die aan duidelijkheid niets te wenschen overlieten, mede, dat dit be richt in Recht voor AlUn een verzinsel is, en dat hy persoonlyk den redacteur heeft uitgenoodigd, zyn beweren te be wijzen. Het lid van den Bond, dat de zaak ter sprake bracht, werd dank ge zegd, dat hy de gelegenheid opende om dnidelyk te zeggen, dat er van dit praatje geen woord waar was, en nog eens ten overvloede te doen uitkomen, dat de heeren, die zich geheel belangloos en met zoo grooten yver aan de zaak des volks wyden, wel wat anders verdienen dan te worden belasterd. Ook een brigadier van politie te Am sterdam heeft een aanklacht ingediend tegen Reehi voor Allen wegens laster. SeQ.ua li. Een uitvoerig debat ontspon zich in de Diusdag gehouden vergadering van den geneeskundigen Raad van Noord- Holland, met betrekking tot de weinig doeltreffende vervolging van Sequah (Da venport) door de amsterdamsche recht bank veroordeeld tot f 25 boete wegens onbevoegde uitoefening der geneeskunde, maar een dergelijk vonüis is alleen in staat onze wet in een belachelijk dag licht te stellen. Prof. Van Hamei, die het gestreken vonnis toelichtte, was van oordeel, dat de vervolging tegen Sequah onoordeelkundig is ingesteld. De aanklacht immers steunt op het feit, dat Sequah terwijl de dokter, die hem ter zijde heette te staan, zich eenige minuten had verwijderd zelf een patient inwreef. Daardoor zeide men maakte hij zich schuldig aan onbevoegde uitoefe ning der geneeskunde. Beter geen ver volging, dan op zoo'd gezochten grond, Men had eene loyale vervolging tegen Sequah moeten instelleo, waarbij uitge maakt kon zijn ge worde o of werkel;ik een kwakzalver die zoogenaamd werkt onder toezie ;t van een dokter, de wet feite lijk mag overtreden.Indien aan spreker,als rechter, eene dergelijke zaak te beoor- deelen werd gegevsn, zou hij ongetwy- feld een kwakzalver veroordeelen, indien h,i de overtuiging had, dat de dokter niet bonafide maar malijide naast hem optrad. Het is, ten opzichte van Sequah, een feit, dat de dokter is het instrument Sequah de medicus. De voorzitter r. Dozy (Inspecteur) deelde mede, dat hij tevergeefs èn den officier van justitie te Alkmaar èn dien te Amsterdam heeft uitgenoodigd, op den door prof. Van Hamel bedoelden grond tegen Sequah eene vervolging in te stellen. Op voorstel van prof. Gunning werd eene commissie benoemd, waarin de voor steller zelf en de heeren Van Hamel en Hulsebosch werden gekozen, om een adres aan den minister van Justitie te ontwerpee, waarin bovengenoemde be zwaren tegen de opvatting der wet door ODze rechtsgeleerden, zullen worden ge formuleerd en toegelicht. Of het adres succes zal hebben Zoo ja, dan zullen wy spoedig onze rechts geleerden aanmerking zien maken op de //opvattingen" der medici. Iemand heeft de lief hebberij gehad, in den laatsten tyd te noteeren, hoe yvorig in Limburg geadverteerd wordt om onderwyzers op het minimum-trakte ment van 400 gulden te verkrijgen. Men schynt daar toe t© passen het oudeDe nhouder wint. Beegdeu bijv, vroeg een onderwyzor op 12 September, 26 Sept., 3, 10 en 17 OctoberMargraten op 26 Sept., 2» Sept., 1, 3, 6, 8 October, 3, 6 en 8 December; Urmond op 26 Sept., 21 en 29 November, 6 en 12 DecemberStein op 19 en 27 September, 24 October, 1, 14, 21 en 29 November, 6 en 12 De cember Horst op 3, 6, 8, 10, 13, 17, 20, 22, 24, 27 en 30 October en vele maleu in NovemberBocheltz 10, 14, 21, 29 November en 6 DecemberNeer op 14, 21, 29 November en 6 en 12 DecemberNieuwstadt op 3, 10, 17, 24 October en 1 en 14 November Kerk- rade op 15, 17, 20 October, 14, 17,21, 24 November, 8 en 12 December, enz. In al deze plaatsen bedroeg de oe- zoldiging de som van vier honderd g u 1 d en 'sjaars. Men adverteert nog voort. IJs. De flinke vorst der laatste dagen heeft reeds op verscheidene plaatsen de kanalen en vaarten gesloten. De drentsche hoofd vaarten, alsook die tusschen Steenwyk, Blokzijl en Zwolle, en van Deventer Daar Alineloo, zyn dichtgevroren. In bet noorden van Noord-Holland wordt hier en daar met moeite een slop in het ijs opengehouden. Op het Spaarne met de zijkanalen en de ringvaart is de zeilvaart gestremd. Door het ijs in de friescho wateren heeft de Groningen-Lemmer Stoomboot- dienst Dinsdag den dienst moeten staken. Het Monnikeodammergat is geheel dichtgevroren. Geen rimpel of scheur is er te ontwaren. Al de vorst aanhoudt en de Gouwzee dichtgaat op dezelfde wijze, dan zal de baan naar Marken aanmerkelijk beter zijn dan het vorige jaar. De vereeniging //Olympia" is reeds bezig met het ontwerpen van plannen. Omtrent het ongeluk, Dins dag door eene aanrijding op de spoor baan onder Oegstgeest voorgevallen, wordt Dader aan de If. R. Ct. berieht: De commissaris van rijkspolitie te Lei den, die aan den Stationsweg zijne wo ning verliet, hoorde den slag en snelde onmiddellijk naar de plaats des onheils, waarop door hem, na het nemen van de noodige politiemaatregelen, het onderzoek Daar de oorzaak van het ongeval werd geleid. Daarby is gebleken, dat de overweg wachter der Hollandsche Spoorwegmaat schappij onachtzaam hoeft gehandeld, door den afsluitboom voor de stoomtram te openen, niettegenstaande de seinen op de spoorbaan veilig stonden, ten bewyze dat er nit de iarichting van het station een trein moest aankomen. Bovendien was van het station de vertrekkende trein aaa het blokhuis van dian wachter afgeslagen. Doch hij beweert, de klok niet gehoord te hebben. Proces-verbaal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 6