Kolonel Dikhout's Engagement.
151 N E K L A D.
be-
Kolonel Dikhout was van zyn fijntje
opgestaan, en zyn laatste kleintje was
er een met vijl matadors prémières in
de ongenoemde geweesthij stak een
nieuwe manilla op en riep om een
whisky-sodaolijkbaar in zijn nopjes.
Kolonel," riep Snapper, die den ouwe
altyd aan den gaDg bracht, wat ia wel
het grootste gevaar, waarin u geweest is?
z/Mijn grootste gevaar" pipiaan
de manilla «dat zou ik zoo dadelijk
niet kunnen zeggen. Ik zat er te Boni
leelijk in, en in de Indische Zee was ik
ook niet op myn gemak, maar het
heetste vuur, waarvoor ik gestaan heb,
dat was hier te Batavia, nu al. ja, hoe
veel jaar geleden Het was in den tyd,
dat hier nog races waren, eu nog een
flinke atdeeling cavalerie. Wij waren met
vier jonge luitenants nieuw bij bet eska
dron, en wij hadden van den comman
dant de noodige terechtwijzingen en raad
gevingen al beet, waaronder in de eerste
plaats de formeele order, om to zorgen,
dat wij ons niet aan de meisjes ver
slingerden. In de laatste zeven jaar had
de cavalerie te Batavia geen een ge
trouwden luitenant gekend, en de kom
mandant was niet van plan daarin ver
andering toe te laten. Wie geëngageerd
wou raken, zou overgeplaatst worden.
Hij zei het ons vooruit.
Nu woonde er in dien tijd, niet heel
ver van het kampement, een kolonels
weduwe mevrouw Poekarofiski met zeven
dochters, in een donker ruim ouderwetsch
huis achter op een groot erf vol hooge
boomen. Vooral tegen dezen huize, in
de wandeling het Spinneweb genoemd,
was de waarschuwing van den komman-
dant bedoeld. Al de zeven Poekaroffs-
kietjes droegen een by naam. Mama heette
//De Spinnekop," de meisjes //Streepie,"
^Beursje," //Vliegenvanger," //Zuurtje,"
ffPoppie," //Grembertje" en //Joo."
Altemaal ouwe rotten, zei de kom-
mandant, waar jullie vlasbekken van
recruten het dadelijk tegenaflegtnoudt
je dus op een afstand 1 je hebt maar
driemaal in een week met een uit het
nest te praten en je bent er by.
Wij stelden den kommandant omtrent
onze voornemens gerust en verzekerden,
dat wy in allen gevalle wel beter terecht
konden dan io het Spinneweb.
Alles ging goed. In April werden de
Races gehouden. Ik reed mee, won den
gentlemen-race, en mijn opgewondenheid
was nog in vollen gang op het Race-bal,
waar ik de champagne de betamelijke
eer bewees, my dol amuseerde en op
een oogenblik met zekeren schrik tot
het bewustzijn kwam, dat ik midden in
een wals was met een van de Poeka-
roffski's. Al tweemaal, als wy mijn kom
mandant voorbytolden, had ik een van
zyn krachtigste uitdrukkingen meenen
te verstaan. De derde maal stampte hy
er nog by met zyn laars, waarop ik
begon te begrypen, wat er te doen was
Maar ik stak den neus in den wind,
lachte wat om mijn chef en begon hoe
langer hoe drukker tegen myn dame te
praten.
Toen de dans uit was, stelde zij mij
voor in een der byzalen wat te gaan uit
rusten zy vond een gezellig eenzaam
hoekje en, nadat ik nog een paar minu
ten doorgerateld had, hoorde ik op eens
mijn juffrouw iets op een zeer ernstigen
toon zeggen. Ik luisterde en verbleekte
haast by het hooren van de woorden
z/Dus, mijnheer Dikhout, nu ik dit dan
uit uw eigen mond gehoord heb, wil ik
niet weigeren aw vrouw te worden."
Beursje had mij waarachtig aan den
haak. Ik was nog maar half bekomen,
en dacht nog te protesteeren toen zij
opsprong, ten afscheid mijn hand be-
teekenisvol drukkende en p een vrien
din toesnelde, met wie zy verdween. Ge
heel ontnuchterd sloop ik, als een aan
geschoten stuk wild den tuin in, waar
ik een van mijn kameraden, mijn besten
vriend vierkant tegen het lyf liep. Ik
nam hem by zyn arm, voerde hem in
een donker laantje en snikte: Karei ik
ben geruïneerd Hoeveel heb je ver
loren? 'tls geen geldkwestie, ik ben
geëngageerdDat 's ergervéél erger
en met wie? Met Beursje," bracht
ik zuchtend en beschaamd uit. Karei
floot zachtjes tusscheD zijn lippen.
Is het zoo erg? Daar kom je niet van
af! Maar wacht! Een idee! Waaraeh-
tig! Gauw naar binnen, en vraag de
rest! Vraag dadelyk de rest!
Vraag de rest? stotterde ik. Wat
bedoel-je? De rest?
Ik bedoel dit, dat je de andere
zes, één voor één, ook ten huwelyk
moet vragen. Zeven tegen ééo, dat je
dan in de verwarring nog vrykomt.
Ik klampte my aan die stroowisch
vast. Ik zag het balboekje in. Er waren
nog juist zes dansen. Tyd tot beraad
was er niet. Ik stoof naar binnen, vroeg
de zes zusters, en by iederen dans vroeg
ik behoorlyk myn partner ten huwelyk,
en werd, onnoodig het te zeggen, even
behoorlyk telkens geaccepteerd. De kracht
der wanhoop had zich van mij meester
gemaakten ik geloof, dat als er nög
een extra-dans geweest was, ik de oude
Spinnekop zelve ten Blotte ook tog ten
dans en ten huwelyk zou gevraagd
hebben. Myn zeven meisjes hielp ik by
het heengaan in haar twee wagens en
zag ze met een satanischen glimlach
onder een koor van //goeden nacht,
nacht, mynheer Dikhout" en een
scheiden gewuif van zeven
wegrijden, om daarna een gevoel te
krijgen, a'sof ik eigenlyk een pak slaag
verdiend had.
Den volgenden ochtend, wekte mijn
oppasser mij met zeven rooskleurige
kleine couverten, die ik eenvoudig onge
opend in de snippermand wierp. Ik weet
tot op den huldigen da^ niet, wat erin
stond, Pas had ik mijn koffie, of daar
kwam een groot wit couvert, met een
adres in groote hoekige letters. Mijn
plan was, ook dit denzelfden weg te
doen volgen maar hot diDg zag er zoo
uitdagend uit, het keek mij zoo nijdig
aan, dat ik het ten slotte, als onder
oen soort van biologischen invloed wel
moest openmaken.
//Mevrouw Poekarofiski verzocht mij
zoo spoedig mogelijk by haar aan te
komen voor eeo zaak vac het uiterste
gewicht."
Al die brieven waren blijkbaar nog
den vorigen nacht geschreven, want al
voor het ochteodschot waren zij naar
mij op weg. Ik zond den geopenden
brief aan Kare', myn raadsman, met de
vraag wat nu te doen, en kreeg hem
terug met in potlood er overheen ge
krabbeld //Zeg, datje een stuk io hadt."
Gemakkelijk gezegd, maar geen aange
name boodschap. Ik begon met een Wa-
terloopleintje om te rijden om wat op
te frisschen, en toen ik het boschachtig
erf van het Spinneweb opreed, kwam
ik Joo tegen op haar oGhtend-wandeling
uitgaande. //U is een net jong mensch,
dat moet ik zeggen," riep zij mij toe,
„om zeven arme onschuldige meisjes op
een avond te vragen, als of u de Sultan
van Turkije of de man in de Gelijkenis
waart." Welke //Gelijkenis" zij bedoelde,
weet ik niet. Misschien koning Salomo.
In den Bijbel zyn sommige indische meisjes
zoo precies Diet thuis.
z/Wil ik u wat zeggen, mijuheer Dik
hout," ging zy voort, „u verdient dat
u er duchtig van langs krijgt en u zult
er van lusten ook. Daar in het huis, ia
op het oogenblik alles zoo afschuwelijk
op stelten, dat ik u raden zou om maar
direkt om te keeron, en een eindje met
mij te gaan wandelen.
zyU is wel vriendelijk, zei ik," want
ik begreep niet waar zy heen wilde, en
waarom zy niet erger boos was//maar
ik moet naar binnen en uw mama spre
ken en de zaak uitmaken."
//Uitmaken? lachte ze. Uit? U schijnt
er nogal licht over te denken. Eerst ons
allemaal vlagen, en dan even 's mor
gens aankomen met de boodschap van
't spyt my welniets dan een vergissing
Laat ik u zeggen mijnheer Dikhout, dan
kent u Mama en myn lieve zusjes niet.
Juffrouw Poekarofiski zei ik, op
as hoop vattende uit haar lachende
oogen. Ik zie wel, dat u de zaak be
grijpt, en my wilt helpen. Zegt u my,
geeft u my raad, hoe ik my uit deze
onaangename geschiedenis moet redden.
Zy stond een oogenblik tc denken, en
i: /,Nu dan zal ik u ten beste ra Jen.
Uw plan is zeker te zeggen, dat u gister
wat veel gedronken hadt. En ik geloof
zelf, dat daar wel wat van aan is. Maar
dat zal u daar binnen niet helpen.
//Beursje" en //Gembertje" Joo was de
eenige die haar eigen zusters ook bij
haar bijnameD noemde) hebben al om u
gekibbeld, de één zei, dat u haar het
eerst gevraagd hebt, en zy dus de oudste
rechten heeft, en de andere, dat zij het
laatst gevraagd is en dus die propositie
nog geldt. En daar kunt u op aan, dat
Mama geen ooren zal hebben naar
praatjes boven uw theewater geweest te
zijn, óf u moet zeggen, dat dit het geval
was met de andere zes, maar niet met
my. Dan zal zij zeker de grap aardig
vinden en de anderen uitlachen. Wees
maar niet baDg, dat ik u aan uw woord
zal houden. Na uw sehandelyk gedrag
zou ik u niet willen hebben, al vroegt u
mij honderd maal voor eens, u is met
my dus volmaakt veilig. Later, als de
herrie thuis weer bedaard is dan bedank
ik n weer kalm. Kan dat dienen
Belooft u, my te zullen bedanken,
juffrouw Poekarofiski?
Op mijn woord en zy stak haar
hand uit, die ik schuddeen zoo werd
ons verbond gesloten en stapte ik met
looden schoenen de voorgalerij in.
Ik was pas DegentieD, verbeet dat
niet, en het was geen kleinigheid op te
komen tegen zeven rechtmatig vertoorn
de dames, stak voor stuk, eeu eiud ouder
dan ik en tneindig radder van tong.
Ik werd in de binnengalerij een
poos aan myn gedachten overgelaten.
Een aantal hooge stemmen waren nog
een oogenblik achter de deur der achter
galerij hoorbaar, doch verstomden spoedig
en ik gevoelde, dat de aanval niet lang
uit kon blyven.
De deur vloog met een indrukwek
kende vaart open en naar binnen zweef
den de zes juffrouwen Poekarofiski met
mama aan het hoofd en streken neer op
de zeven klaargezette stoelen. Na een
plechtig //hmbegon de Spinnekop.
„Ik geloof mijnheer Dikhout, dat ik
spreek met een fatsoenlyk man en een
officier". Ik boog. //Een luitenant van de
dragonders." Ik boog weder. //Welnu,
dan verzoek ik u, mijnheer om een ver
klaring van uw ongehoord gedrag jegens
myne dochters, de dochters van wijlen
den gepensionneerden majoor Poekarofiski
uw hoogere in rang.
Ik vrees, mevrouw, dat ik moet
bekennen een jeugdige onbezonnenheid
//Jeugdige onbezonnenheidriep
mevrouw op tragischen toon uit, met
opgestoken handen als om den hemel
tot getuige te roepen. Myn dochters één
voor één te vragen, het reitje af, zoo
hard gij maar kunt, noemt gij dat jeug
dige onbezonnenheid
Ik moet u zeggen, mevrouw, ant
woordde ik, „en ik schaam mij het te
moeten zeggen, dat ik gisteravond wel
wat veel champagne gedronken had, en
ik ben hier gekomen om mijn nederige
excuse-, te maken aan uw dochters eu u
zelf.
Te veel champagne!" kryschte de
dame schamper in dreigend crescendo,
„dan mijnheer behoort u voor een Raad
van Eeru behoort uit den dienst ontslagen
te wordea wegens een gedrag, een fat
soenlijk man eu officier onwaardig. Maar
dat moeten uw kommandant en uw chefs
wetenIk heb u Jiaar één ding te zeg
gen, eu dat iagelief my dadelijk, in
het bijzijn van haar allen, te doen weten
wie van myn a-me lieve meisjes, (hier
werd de stem door tranen haast verstikt)
u tot uw vrouw wilt maken.
Ik wilde zeggen: Geen 08ü. Maar
de blik der Spinnekop was zoo verstee
nend, en het volle dozyu mij aanstarende
grijze oogen maakte mij zoo verlegen,
dat ik die twee woorden niet uit kon
brengen.
Ik moest er aau gelooven.
Om ,u de waarheid te zeggen,
mevrouw, ofschoon ik al uw bekoorlijke
dochters bewonder, is mijn hart verpand
aan een van baar.
En wie is het? vroeg de Spinnekop
eenigszins minder uit de hoogte.
Ik aarzelde nog; ik durfde myn toe
komstig lot nog niet overleveren in
handen van een bewoonster vau het
Spinneweb.
Laat ik u al vast dit zeggen," viel
mevrouw in, //dat myn dochter Marie (dit
was de ware naam van Joo) al dadelijk
alle recht op u heett opgegeveD zy heeft
gezegd, dat niets ter wereld haar ooit
zou kunnen bewegen om een man te
trouwen, die een zoodanig
aan har t getoond heeftdus laat mij
hopen dat het niet Marie is.
Dit gaf den laatsten stoot.
Welk een noodlottig toeval, mevrouw"
mompelde ik, de grootste neerslachtig
heid veinzende. Het is uw dochter Marie,
die ik bemin.
Hierop rezen de zes jonge dames met
éèn enkele beweging op, en zonder mij
zelfs met één blik te verwaardigen,
zeilden zy, als beleedigde zwanen, de
galerij uit, my met mama alleen latende.
Nu, mijnheer Dikhout," zeide zij
iVu moet den mo©d niet dadelyk laten
zakken. De aanhouder wini1. Marie heeft
zeker in overijling gesproken. Ik zal zelf
uw voorspraak zijn, en ik moet u zeggen,
dat tot nog toe in gewichtige zaken,
mijn lieve Marie zich altijd door mij
heeft laten leideD.
Ik rilde, en nam afscheid.
Denzelfden namiddag kreeg ik van
mevrouw Poekarofiski een briefje vol van
de warmste gelukwenschen en of ik dien
avond kalm en familie wilde komen eten.
z/Mijn andere lieve dochters willen verge
ten en vergeven, en zullen u als een
broeder ontvangen."
Ik schreef dat ik ernstige hoofdpijn had,
en liet in geen week iets van my hoo-
reD, kwam nergens, en hoopte, dwaas
die ik was, op die wijze aan mijn lot te
ontkomen. Maar mevrouw Poekarofiski
had niet het stilzwijgen bewaard over de
vangst van haar eersten vrijer, ofschoon,
wat ik het meest vreesde, myo komman-
kant gelukkig nog van niets gehoord
had.
Maar op een avond op straat, daar
loop ik Joo tegen het lijf, die my staande
hield, en mij meenam, en zei, dat ik mij
niet mooi hield, na den dienst, dien zy
mij bewezen had met my uit de klem te
helpen. //NeeD," zei zy, //geëngageerd is
geëogageerd 't is waar, dat ik beloofd
heb,je in tyds weer te zullen bedanken,
maar tot zoolang moet van uw kant
eerlijk gespeeld worden anders bedank
ik je heelemaal niet. Het engagement
moet publiek zijn, of ik maak het niet
weer af, Ik moet een ring hebben. U
moet driemaal 's weeks my afhalen om
te wandelen of te rydeD. En u moet my
Marie noemen, en ik u Adalbertus.
Alleen op die condities houd is myn be
lofte om u weer te ontslaan van uw
woord.
Ik was verloren. Binnen een week was
ik het praatje van heel Batavia. Een
boodschap om by den kommandant te
komen bleef niet uitdie, altyd krachtig
in zyn uitdrukkingen, ditmaal zoo woedend
losbarste dat ik mij nog verwonder, hoe
de pannen niet van het dak vlogen. Je
hebt maar je overplaatsing te vragen was
al wat ik mij, weer buitengekomen, van
bet geheele woorden-onweer herinnerde.
En sedert had ik geen leven meer in
den dienst. Gedonderd by de oefeningen,
gezocht door den kommandant, het voor
werp van zijn aardigheden op de sociëteit
en van zijn steken onder water in deftig
gezelschap.
Ik vroeg myn overplaatsing, wandelde
met Marie, at by de oude Spinneweb en
haar zes dochters, gaf eindelijk den moed
op, en mij aan mijn noodlot over.
Toen arriveerde er een assistent-resi
dent met verlof te Batavia, die in het
Spinneweb visites maakte, die een kennis
van de familie was, een ongetrouwd
assistent-resident, die met mijn meisje
ee.i jaar geleden op Sindanglaja samen
geweest was.
Op zekeren ochtend kreeg ik een
brieljö „Ik kan vaodaag niet wandelen 1"
Een anderen dag weer dezelfde bood
schap. De derde maal met //Waarde
Dikhout," in plaats van //Adalbertus
lief." En eindelijk, wat was dat een
brief van Mama, met myn ringetje er
en met de mededeeling, dat zy tot
ontdekking gekomen was, dat het
verschil in onzen leeftyd en ons karakter
blijkbaar aan ons toekomstig geluk in
den weg stond, en ik dus myn woord
terugkreeg. Eo of ik ook lust had dien
middag kalm en familie te komen eteD."
Hieronder had Joo met potlood in de
haast geschreven. //Blyf uit den radius
daaronder blijkbaar achterna nog //Zeg
nu eens, dat ik mijn woord niet houd."
"Nu, was u er uit, kolonel," zei
Snapper.
z/Nu dat zeg ]e zoo; maar wil je
gelooven, dat ik integendeel myn bendy
liet inspannen en myn zondagsche four-
ragères aandeed, en op staanden voet
het Spinneweb in wilde rennen, om te
verklaren, dat ik zóo niet met mij liet
sollen en doen dat ik mijn meisje niet
op wilde geven of aan een ander afstaan
en dadelijk den trouwdag wilde bepalen.
Nu ik haar kwyt was, voelde ik op
eens, dat ik van Joo waa gaan houden,
Maar wat wèl een bof mag heeten was,
dat, juist toen ik het erf af zou rij en.
Vcrlinden en een paar andere kame
raads opkwamen om mij mee te Demen
naar de varkensjacht op een der chi
neesche landen in het Tangerangsche;
verlof en alles was in orde; dadelijk
meeEn wat ook nog een bof mag
heeteD, is dat ik daar met mijn paard
over een kuil struikelde en stortte en
op myn hoofd neerkwam, zoodat ik twee
dagen buiten kennis en zes weken in
bed kwam te liggen en toen buiten ko
mende, hoorde, dat Joo al assistent-
residents vrouw geworden was.
Maar tot op dezen dag is het voor
mij nog niet uit gemaakt, of Joo inldie
zaak eerlyk spel speelde, of mij van den
beginne af aan 't lyntje heeft willeD
liouden.
Op een voorstel van den
voorzitter der Algemeene Rekenkamer
tot het vaststellen van eeo hofkostuum
voor de referendarissen van dat college,
evenals voor die van den Raad van
State, is door H. M. do Koningin-
Regentes goedgunstig beschikt.
Het kostuum zal geheel overeenkomen
met dat, hetwelk voorgeschreven is voor
de leden der Rekenkamer, met dit on
derscheid, dat het minder rijk zal gega
lonneerd zijn op de opslagen der mouwen
en op de tasschen van den rok.
Door de onderwyzers in hot
arrondissement Maastricht is aan H. M,
de Koningin-Regentes een adres gericht,
houdende het verzoek om de in de
tegenwoordige wet vastgestelde minima
van 700, 600 en 400 gulden als jaar
wedden van de hoofden van sctiolea,
hoofdonderwijzers en onderwijzers bedoeld
in art. 24 al. 3 der schoolwet, te willen
verhoogen.
Met klemmende redenen wordt in dit
adres aangetoond, dat bedoelde jaarwed
den geheel onvoldoende zyn om in de
meest bescheiden levensbehoeften te voor
zien dat de te geringe bezoldiging een
toestand in het leven roept, welke niet
alleen den stryd om het bestaan ver
scherpt, de levenszorgen vermeerdert,
maar bovenal de voor het onderwijs hoog
noodige opgewektheid doet verflauwen
en een noodlottigen invloed uitoefent op
het maatschappelijk leven.
Adressanten zijn overtuigd, dat een
afdoende maatregel alleen te wachten is
van eene wettelijke regeling, waarbij
naar hunne meeniDg, de bovengenoemde
minima bepaald dienen te worden op
900, 700 en 500 guldeD, met vooruit
zicht op de verhooging naar het aantal
dienstjaren en de verkregen akten of
aanteekeningen.
Op de op Maandag gehouden
huishoudelijke vergadering van den
Chriatelijken Volksbond werd door een
der leden inlichting gevraagd aangaande
zekere mededeelingen, in Recht voor Allen
geplaatst, als zonden de heeren bestuur
ders zelf groote traktementen voor zich
nemen, die dan eerst van //de liefdegif
ten* af moesten. De voorzitter deelde in
woorden, die aan duidelijkheid niets te
wenschen overlieten, mede, dat dit be
richt in Recht voor AlUn een verzinsel
is, en dat hy persoonlyk den redacteur
heeft uitgenoodigd, zyn beweren te be
wijzen. Het lid van den Bond, dat de
zaak ter sprake bracht, werd dank ge
zegd, dat hy de gelegenheid opende om
dnidelyk te zeggen, dat er van dit praatje
geen woord waar was, en nog eens ten
overvloede te doen uitkomen, dat de
heeren, die zich geheel belangloos en
met zoo grooten yver aan de zaak des
volks wyden, wel wat anders verdienen
dan te worden belasterd.
Ook een brigadier van politie te Am
sterdam heeft een aanklacht ingediend
tegen Reehi voor Allen wegens laster.
SeQ.ua li.
Een uitvoerig debat ontspon zich in
de Diusdag gehouden vergadering van
den geneeskundigen Raad van Noord-
Holland, met betrekking tot de weinig
doeltreffende vervolging van Sequah (Da
venport) door de amsterdamsche recht
bank veroordeeld tot f 25 boete wegens
onbevoegde uitoefening der geneeskunde,
maar een dergelijk vonüis is alleen in
staat onze wet in een belachelijk dag
licht te stellen. Prof. Van Hamei, die
het gestreken vonnis toelichtte, was van
oordeel, dat de vervolging tegen Sequah
onoordeelkundig is ingesteld. De aanklacht
immers steunt op het feit, dat Sequah
terwijl de dokter, die hem ter zijde
heette te staan, zich eenige minuten had
verwijderd zelf een patient inwreef.
Daardoor zeide men maakte hij
zich schuldig aan onbevoegde uitoefe
ning der geneeskunde. Beter geen ver
volging, dan op zoo'd gezochten grond,
Men had eene loyale vervolging tegen
Sequah moeten instelleo, waarbij uitge
maakt kon zijn ge worde o of werkel;ik
een kwakzalver die zoogenaamd werkt
onder toezie ;t van een dokter, de wet feite
lijk mag overtreden.Indien aan spreker,als
rechter, eene dergelijke zaak te beoor-
deelen werd gegevsn, zou hij ongetwy-
feld een kwakzalver veroordeelen, indien
h,i de overtuiging had, dat de dokter
niet bonafide maar malijide naast hem
optrad. Het is, ten opzichte van Sequah,
een feit, dat de dokter is het instrument
Sequah de medicus.
De voorzitter r. Dozy (Inspecteur)
deelde mede, dat hij tevergeefs èn
den officier van justitie te Alkmaar èn
dien te Amsterdam heeft uitgenoodigd,
op den door prof. Van Hamel bedoelden
grond tegen Sequah eene vervolging in
te stellen.
Op voorstel van prof. Gunning werd
eene commissie benoemd, waarin de voor
steller zelf en de heeren Van Hamel en
Hulsebosch werden gekozen, om een
adres aan den minister van Justitie te
ontwerpee, waarin bovengenoemde be
zwaren tegen de opvatting der wet door
ODze rechtsgeleerden, zullen worden ge
formuleerd en toegelicht.
Of het adres succes zal hebben Zoo
ja, dan zullen wy spoedig onze rechts
geleerden aanmerking zien maken op de
//opvattingen" der medici.
Iemand heeft de lief hebberij gehad, in
den laatsten tyd te noteeren, hoe yvorig
in Limburg geadverteerd wordt om
onderwyzers op het minimum-trakte
ment van 400 gulden te verkrijgen. Men
schynt daar toe t© passen het oudeDe
nhouder wint.
Beegdeu bijv, vroeg een onderwyzor
op 12 September, 26 Sept., 3, 10 en 17
OctoberMargraten op 26 Sept., 2»
Sept., 1, 3, 6, 8 October, 3, 6 en 8
December; Urmond op 26 Sept., 21 en
29 November, 6 en 12 DecemberStein
op 19 en 27 September, 24 October, 1,
14, 21 en 29 November, 6 en 12 De
cember Horst op 3, 6, 8, 10, 13, 17,
20, 22, 24, 27 en 30 October en vele
maleu in NovemberBocheltz 10, 14,
21, 29 November en 6 DecemberNeer
op 14, 21, 29 November en 6 en 12
DecemberNieuwstadt op 3, 10, 17, 24
October en 1 en 14 November Kerk-
rade op 15, 17, 20 October, 14, 17,21,
24 November, 8 en 12 December, enz.
In al deze plaatsen bedroeg de oe-
zoldiging de som van vier honderd
g u 1 d en 'sjaars.
Men adverteert nog voort.
IJs. De flinke vorst der
laatste dagen heeft reeds op verscheidene
plaatsen de kanalen en vaarten gesloten.
De drentsche hoofd vaarten, alsook die
tusschen Steenwyk, Blokzijl en Zwolle,
en van Deventer Daar Alineloo, zyn
dichtgevroren. In bet noorden van
Noord-Holland wordt hier en daar met
moeite een slop in het ijs opengehouden.
Op het Spaarne met de zijkanalen en
de ringvaart is de zeilvaart gestremd.
Door het ijs in de friescho wateren
heeft de Groningen-Lemmer Stoomboot-
dienst Dinsdag den dienst moeten staken.
Het Monnikeodammergat is geheel
dichtgevroren. Geen rimpel of scheur is
er te ontwaren. Al de vorst aanhoudt
en de Gouwzee dichtgaat op dezelfde
wijze, dan zal de baan naar Marken
aanmerkelijk beter zijn dan het vorige
jaar. De vereeniging //Olympia" is reeds
bezig met het ontwerpen van plannen.
Omtrent het ongeluk, Dins
dag door eene aanrijding op de spoor
baan onder Oegstgeest voorgevallen,
wordt Dader aan de If. R. Ct. berieht:
De commissaris van rijkspolitie te Lei
den, die aan den Stationsweg zijne wo
ning verliet, hoorde den slag en snelde
onmiddellijk naar de plaats des onheils,
waarop door hem, na het nemen van de
noodige politiemaatregelen, het onderzoek
Daar de oorzaak van het ongeval werd
geleid.
Daarby is gebleken, dat de overweg
wachter der Hollandsche Spoorwegmaat
schappij onachtzaam hoeft gehandeld,
door den afsluitboom voor de stoomtram
te openen, niettegenstaande de seinen op
de spoorbaan veilig stonden, ten bewyze
dat er nit de iarichting van het station
een trein moest aankomen. Bovendien
was van het station de vertrekkende
trein aaa het blokhuis van dian wachter
afgeslagen. Doch hij beweert, de klok
niet gehoord te hebben. Proces-verbaal