NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
Volksbelang.
n
9e Jaargang.
Woensdag 30 December 1891.
No. *2603
A BONN EMENTSPRIJS
ADVERT ENTIÉN:
MEWfvRSWEMEN,
Ph. LOOTS,
STADSNIEUWS.
AnibAClitsexameiis.
FEUILLETON,
Een Wolf in Schaapsvacht.
HAARLEM
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,85.
Afzonderlijke nummer». 0,05.
Oft blad tersohtjat dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hurean Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. TelefooannMmer 123,.
▼an 15 regel* 50 Cent#; iedere regel meer 10 Cents.
Groste lettere naa? plaatiraiiatQ.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abo&Kementej» sfc Ad?©rfce»tfës word-ss A&ngesaaes dosr
oase »gast«a m, door sllfc iboekh&sdalaraa e® oonrênfcïerf.
Direoteur-Uitg®v©r J. C. PEEREE O OM.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Puhlicité Mirangbi ëg LJDdVBM §r Co.JOHN F. JCNM8, -Skcc., Parft SUis Jmlowg Uontnarire.
Meer en meer wordt het gebruikelijk,
zijne Nieuwjaarswenschen aan vrienden,
kennissen, begunstigers, uit te brengen
in den vorm van eene Advertentie in
de Courant. De voordeelen van deze
wijze van gelukwensching springen dui
delijk in het oog: ten eerste is het ge
makkelijk, ten tweede goedkoop en ten
derde ontkomt men aan de onaange
name mogelijkheid, om een zijner vrien
den of kennissen te vergeten.
Evenals vorige jaren zal ook thans
weder in „Haarlem's Dagbladdat
Donderdagavond verschijnt, gelegenheid
bestaan tot het plaatsen van
tot den prijs van
a 3 Cents.
Spoedige toezending wordt beleefd
verzocht. Na Donderdagmiddag twee
uur kan voor plaatsing niet meer wor
den ingestaan.
De Directeur Uiig ever.
De Directeur-Uitgever heeft de eer
en het genoegen, den Geabonneerden
te berichten, dat van i° Januari e. k.
af de verslagen van alle belangrijke
Muziek-uitvoeringen hier ter stede in
„Haarlem's Dagblad" zullen worden ge
geven door den heer
den bekenden toonkunstenaar en com
ponist alhier.
Ongetwijfeld zal deze Rubriek, toe
vertrouwd aan deze alleszins bevoegde
handen, de bizondere aandacht van el
ken muziekbeoefenaar en lief hebber te»
volle verdienen.
Be Directeur- Uitgever.
Haarlem, 29 December 1891.
Op den personeelen kegel wedstrijd
uitgeschreven door de kegelvereeniging
„la Force" te Leiden en gehouden al
daar op 24, 25, 26 en 27 December
werd de 30 prijs, zilveren medaille, be
haald door den heer J. Brinkmaun
alhier.
In de Maandagavond gehouden ver
gadering van de afd. Haarlem van de
Ned. Mij. tot bevordering der Nijver
heid, traden twee bestuursleden af, de
voorzitter de heer J. H. Krelage en de
heer J. J. F. Beijnes^eerstgenoemde
had bedankt, laatstgenoemde trad af
volgens rooster.
In hunne plaats werden tot bestuurs
leden henoemd de heeren G. A. A.
Middelberg en Ed. von Saher. Het be
stuur zal nu uit zijn midden een voor
zitter kiezen.
Maandagavond zou er vergadering
zijn van de kiesvereeniging „Vooruit
gang", om voort te gaan met de be
spreking van de wijzigingen in het
reglement. Daar er echter, met inbegrip
van vijf bestuursleden, slechts elf per
sonen aanwezig waren, besloot men de
vergadering tot de eerste dagen van
de volgende maand te verdagen.
In 1888, dus nu reeds 3 jaar geleden,
besloot de vereeniging „Arti et In-
dustriae" te 's Hage, in eene vergadering
met afgevaardigden van talrijke corpo
ration, om aankomende patroons en
werklieden in de gelegenheid te stellen
tot het afleggen van proeven van be
kwaamheid in hun vak.
Thans heeft zich eene commissie van
uitvoering gevormd, bestaande uit de
heeren J. F. W. Conrad, H. L. Boersma,
P. J. van Houten en J. J. van Nieu-
kerken, allen te 's Hage.
Voorloopig zal voor „meester" en
voor „gezel" gelegenheid tot proefaf
legging in vijf vakken worden gegeven,
d. i. in timmeren, meubelmaken, smeden,
koperwerken en huisschilderen.
De vereeniging ,,A' en I." stelt zich
van deze poging, die eigenlijk een stap
is in de richting van de vroeger opge
heven gilden, veel voor. Zij meent, dat
de tusschenpersonen er door zullen ver
dwijnen, de nederlandsche kunstnijver
heid weer in bloei zal toenemen en dat
het publiek zelf meer vertrouwen in het
nederlandsche ambacht krijgen zal en
't Diet meer zooveel in het buitenland
zal laten maken voorts, dat het am
bacht in eere zal stijgen en velen, die
er thans een vooroordeel tegen hebben,
om standsbegrippen ais anderszins, zich
erbij zullen aansluiten en ten slotte, dat
de gebreken in het vakonderwijs dui
delijk aan het licht zullen komen.
De voordeelen voor „meesters" 'en
„gezellen" gelegen in het afgelegd heb
ben van de proef, springen in het oog.
Natuurlijk wegen zij het meest voor
den gezel.
De eerste proet-aflegging zal geschie-
den in de maand December van het
volgend jaar, in de ambachtsschool te
's Hage en om velen op te wekken,
z:ch daartoe voor te bereiden, wordt
dit thans reeds aangekondigd.
Hieraan zullen voor degenen, die de
proef willen afleggen, geen kosten zijn
verbonden. Misschien zelfs zou de com
missie instaat zijn, minder gegoeden
een gedeelte van de reis^ en verblijf
kosten te vergoeden, doch daar haar
kas niet omvangrijk is, kan dit niet met
zekerheid worden toegezegd.
Tot zoover de commissie.
Het spreekt vanzelf, dat het welsla
gen van de zaak voor het 'grootste deel
afhangt van de samenstelling der com
missie, die zich met het onderzoek van
de bekwaamheid der candidaten belast.
Arti et Industriae zal te zorgen hebben
voor mannen, aan wier capaciteiten in
hun vak niemand twijfelt. Kan zij
daarin slagen, dan zeer zeker heeft de
zaak kans op succes.
Landnationalisatie en socialisme was
het onderwerp dat mr. D. A. van Eek
zich gekozen had voor den voordracht
van Woensdagavond.
Hij wenschte in hoofdzaak te betoo-
gen dat hoe men zich eene toekomstige
maatschappij van samenwerkende gelijk
berechtigde burgers ook moge voor
stellen, Landnationalisatie d. w. z. het
breDgen van den grond aan de gemeen
schap vooraf zal moeten gaanallen
dus die de ontwikkeling onzer samen
leving in de economische richting ons
door het socialisme aangeduid, wenschen
moeten krachtig medewerken tot het
vei krijgen van den grond aan allen.
Wat is de hoofdgrief tegen onze hui
dige maatschappij, vraagt spreker? Deze
dat ze zoo gruwelijk onbillijk en on
rechtvaardig is. Door al de voorrechten
van „het bezit" wordt de een rijk zon
der arbeid te verrichten en blijft de
ander arm niettegenstaande hij boven-
menschelijk arbeidt.
Landnationalisatie, wenscht den grond
en alle monopolies, d. i. onze woonplaats
en ons arbeidsveld, de voorraadschuur
van al wat is, wat was en komen zal,
de bron van alle rijkdom, te brengen
in gemeenschappelijk bezit.
Veel kans dat de voorgestelde maat
regel eenigszins in het groot zal worden
toegepast is er niet, zoolang niet alge
meen kiesrecht is ingevoerd en dit is
maar goed ook omdat anders tegroote
macht in de handen van enkelen zou
de worden gelegd. Ware de grond
„gemeentebezit" dan zoude het natuur
lijk aller belang medebrengen, de op
brengst zoo groot mogelijk te doen zijn j
de uitgeveende plassen, die in Friesland
100 bij 100 H. A. tellen, zouden wor
den drooggelegd (men berekent dat van
de opbrengst van deze H. A. alleen,
alle Friezen zouden kunnen gevoed
worden.)
De grootlandbóusv zou hoe laüger
hoe meer verdwijnen en door tuinbouw,
waarbij het dus meer op hooge intel-
lectueele ontwikkeling aankomt, ver
vangen worden, de sterkst bevolkte ge
deelten van ons land behoorden te zijn
een reusachtige Warmoezerij van vruch
ten, groenten en bloemen. 2/ó van ons
land ligt nog onontgonnen, vergeten wij
dit niet.
Waarom ontmoeten onze plannen
zooveel tegenstand vraagt spreker. Om
dat de menschen zoo vast in het keurs
lijf van conservatisme en de hooge
boorden van verkeerd begrepen „eigen
belang" zitten, dat de vrije werking der
nekspieren en van de ademhalings werk
tuigen geheel belemmerd is, ze dus niet
tot „frissche lucht en vrij inzicht" ko -
men kunnen. Maar „Biliton" geeft weer
moed.
Na de pauze bespreekt de heer Van
Eek de bezwaren door tegenstanders
tegen het socialisme aangevoerd.
Spreker meent in de toekomst een
communistische staat te mogen voor
spellen. Men zal moeten in gaan zien,
dat elkeen die leeft ook recht op eten
heeft en aangezien men zich door wer
ken eten verschaft, ook elkeen die werkt
recht op voeding, kleeding en genot
heeft. De bevoorrechting van sterken
boven zwakken die tbans plaats heeft,
is een gruwelijke onbillijkheid, juist de
zwakken behoorden recht op bescher-
Hïiug en hulp te hebben, dit geschiedt
dan ook in de socialistische samenleving
omdat allen voor allen werken.
Na gedachtewisseling omtrent enkele
onderdeelen werd de vergadering te 11
uur gesloten.
Maandag 4 Jan. zal de heer P. v. d.
Meulen spreken over „drankwetgeving"
en Dinsdag 5 Jan. dr. P. Heringa over
Jupiter."
Wij vernemen nader dat de heer.fr.
Lieftinckalhier, het verzoek om het
eere-voorzitterschap van den kegel wed
strijd, uitgeschreven door de Phoenix,
op zich te nemen, niet heeft ingewil
ligd.
„Giroflé-Girofla" werd Maandagavond
door het nu hier welbekende oosten-
rijksche Operettengezelschap, directie
Julius Laska, opgevoerd. Ondanks den
goeden naam, die dit gezelschap hier
heeft gevestigd, was de opkomst weer
niet schitterend te noemen.
De operette voldeed goed. Mej. Rosa
Berthier, die de dubbele rol van Giroflé
en Girofla vervulde, was zeer goed,
zoowel in haar actie als in haar zang
hare solo's werden nu en dan flink toe
gejuicht evenals die van den heer Edm.
Fabbiani (Marasquin) en van den heer
Carl Mailler (Mourzouk). Don Boléro
en Aurora, zijne zachtzinnige gemalin,
waren uitstekend in hun actie en wekten
dikwerf den lachlust op, daar zij het
komische gedeelte vormden van dit,
wat den inhoud betreft, niet veel beteeke-
nend stuk. Een vorigen keer meenen
wij er reeds op gewezen te hebben, hoe
het gemis van tekstboekjes zeer gevoeld
werdbij deze gelegenheid zou de aan
wezigheid daarvan bij velen waarschijn
lijk ook niet onwelkom zijn geweest,
daar men naar de beteekenis van het
gezongene, vooral bij de koren, maar
raden moest.
POSTER IJ EN.
De directeur van het postkantoor te
Haarlem verzoekt de ingezetenen, in het
belang van den openbaren dienst, ge
durende de eerste drie dagen van het
jaar geen fooien uit te reiken aan de
brievenbestellers.
Het vragen van fooien is aan die
beambten ten strengste verboden, in
strijd daarmede handelende, zullen zij
ernstig worden gestraft.
De direbfeur voornoemd,
HDYER.
Haarlem29 Dec. 1891.
De 78jarige vrquw H., woonachtig in
het Krom, die bij een brand ten haren
huize deerlijk werd verwond, is aan de
gevolgen in het St. Eljzabeths of Groote
Gasthuis overleden.
Heden morgen ongeveer 5 uur strandde
te Zandvoort tegenover Café Zuid-Zand-
voort de Nederlandsche schoener Rust
en Werkkapitein Raad.
Het schip kwam van Paramaribo met
bestemmicg naar Amsterdam en was
geladen met hout.
De Zandvoortsche reddingboot, die
spoedig ter plaatse aanwezig was, heeft
5 man van de bemanning aan wal gebracht.
De kapitein, de stuurman en een matroos
zijn op het schip gebleven.
Het schip staat tusschen de tweede
en derde bank.
Letteren en Kunst.
In het begin van Januari zal in het
Panorama in de Plantage te Amsterdam,
j Derkinderen's wandschildering voor het
Stadhuis te 's Hertogenbosch, ter be-
zichtiging worden gesteld. Zij bestaat
j uit verschillende composities de Stich
ting van Den Bosch verbeeldende, en
'werd op kosten van het Depart, van
1 het Nut aldaar vervaardigd, en aan de
stad ten geschenke gegeven. Tegelij-
HOOFDSTUK V.
„Waar is Dyke," vroeg de bezoeker, zoodra hij gezeten was.
„Ik heb hem niet gezien, nadat hij naar Chicago is gegaan
ter zake van dien m®ord in den trein. Hebt gij ook niets van
hem vernomen?"
„Neen. Het is vreemd, dat hij niet geschreven heeft als hij
van plan was om lang uit te blijven," merkte Elliston op. „Gij
waart juist van plan aan tafel te gaan, zie ik."
„Ja. Wilt gij mij gezelschap houden?"
„Met genoegen
„Ik had gedacht, dat Dyke nu al lang terug zou zijn," ging
Nelly voort. „Als hij geruimen tijd uitblijft schrijft hij mij
gewoonlijk wel een klein briefje."
Na het middagmaal stond mijnheer Elliston van zijn stoel op
en ging aan het venster naar buiten staan kijken. Hij trok telkens
aan zijn baard, als iemand, die wat zenuwachtig is.
Neilv wilde juist de tafel afnemen, toen mijnheer Elliston zich
plotseling omkeerde en weer ging zitten.
„Ga ook nog eens zitten, Nelly, ik wenschte wel eens een
woordje met je te spreken."
Het meisje ging zeer verwonderd zitten.
Harper Elliston legde zijn beide handen op haar schouders,
keek haar diep in de oogen en zeide
„Nelly Darrel, gij hebt zeker het doel van mijn bezoek van
van daag wel begrepen?"
Zij bloosde onder zijn doordringenden blik en keek onrustig
om zich heen.
„Neen, neen, dat weet ik niet; ik denk, dat gij mijn broeder
kwaarat bezoeken."
„Dat is het geval niet. Ik wenschte u te zien, Nelly. Waarom
ben ik hier den laatsten tijd 7.00 vaak gekomen? Gij hebt dat
natuurlijk wel geraden. Ik heb u innig lief en wilde, dat gij de
mijne zoudt worden, en...."
Hij kon niets meer zeggeD, want Nelly Darrel sprong geheel
ontsteld op, terwijl zij haar gloeiend gelaat met hare beide
handen bedekte, mompelde zij
„Neen, neen, dat kan niet, onmogelijk. Dat had ik nooit ver
moed, mijnheer Elliston."
„Maar luister naar mij, Nelly," smeekte hij, terwijl hij traehtte
haar naar zich toe te trekken Ik kan u een mooi huis in New-
Yoik aanbieden. Als gij mijne vrouw wilt worden, wil ik dadelijk
daarheen vertrekken."
Zij rukte zich uit zijne armen los en haar verlegenheid had
plaats gemaakt voor verontwaardiging, toen zij antwoordde
„Mijnheer Elliston, ik zeg u, dat ik u niet liefheb, en dat
nooit zal kunnen doen. Ik ben nooit meer verwonderd geweest
dan nu. Gij zijt oud genoeg om mijn vader te zijn, mijnheer."
Hij stond ook op en leunde met zijne hand tegen de stoel.
Hij fronste zijne wenkbrauwen en zijne oogen kregen eene on
aangename uitdrukking.
„Moet ik u voor een coquette houden," zeide hij op zachten
toon. „Gij hebt mij toch aangemoedigd."
„Dat heb ik nooit gedaan, mijnheer," was het verontwaardigde
antwoord.
„Dan zullen onze wegen zich van nu at scheiden, denk ik,
juffrouw Darrel."
„Zooals gij wilt," antwoordde zij. „Als mijn broeders vriend
heb ik u geduld, en dat zal ik voortaan blijven doen."
„Zoo. Dus gij hebt mij alleen geduld. Dat had ik nooit van
u gedacht, Nelly Darrel. Weet gij wel, dat vele van de rijkste
en mooiste meisjes van Gotham van vreugde zouden opspringen
bij het voorstel, dat gij zoo lichtvaardig van de hand wijst?"
„Dat wil ik niet ontkennen."
„Ik had reeds lang eene levensgezellin kunnen zoeken, die
mijn prachtig huis in de stad met mij kon deelen, maar weet
gij waarom ik het niet deed Ik had nog nooit een meisje naar
mijn smaak ontmoet, en tot dat ik hier kwam, had ik stellig gedacht
niet te zullen trouwen. Maar reeds het eerste oögenblik, dat ik
u zag, veranderde ik. U te zien was u te beminnen, en...."
„Als het u belieft, mijnheer, houd toch op," smeekte Nelly
Darrel, terwijl zij haar handen vouwde. „Dit is een zeer pijnlijk
onderwerp voor mij."
„2eer goed."
Zuchtende liep hij de kamer door en ging opnieuw bij het