M. de Koningin-regentes, naar aanlei ding van het ontslag van den onder wijzer A. Smit, te Heiloo. Het verzoekschrift luidt aldus: ,/Daar de onderwijzers niet zonder bezorgdheid het volgende jaar kunnen tegemoet- gaan, een jaar, waarin verscheidene ge meentebesturen het voorbeeld van Hei loo zullen kunnen volgen, door ook al die onderwijzers te ontslaan, welke niet op den ren Januari 1893 in het bezit zijn der akte voor de vrije- en orde- oefeningen der gymnastiek, bedoeld bij artikel ógbis der wet op het lager on derwijs, wenden adressanten zich tot Uwe Majesteit, met het eerbiedig verzoek, het raadsbesluit der gemeente Heiloo dd. 1 October 1891 te vernietigen." De Neder ljandsche Maat schappij ter bevordering van Nijverheid heelt met 1892 haar orgaan als Weekblad uitgegeven, De heer F. W. van Eeden is door directeuren uitgenoodigd de redactie, gedurende het proeljaar 1892, op zich te willen nemen. Directeuren hebben tot vice president weder benoemd den heer S. J. graal Van Limburg Stirum. De nadere overweging omtrent de Internationale Arbeidswetgeving is op gedragen aan den directeur mr. J. Heemskerk Az-, met machtiging tot het samenstellen eener commissie. Tot deze commissie z:jn thans op zijne uitnoodiging toegetreden de heeren Armand Sassen, prol. mr. T. M. C. Asser, mr. D. Josephus Jitta en mr. H. J. A. Mulder. De heer Schleyer, uitvinder der wereldtaal, heeft het diploma van löpitidel (hoofdonderwijzeres) verleend aan mej K. W. Eek te 's Hage, het diplo ma van spodel (vertaler) aan den heer J. Ravenstein te Amsterdam en het diploma van titel (onderwijzer) aan den heer J. Wildeboer te Amsterdam. De oud-pedel van den sena tus veteranorum te Utrecht, Th. Phil lippi, is Zondagnacht in den ouderdom van 92 jaren overleden. Meer dan 50 jaren had hij den senaat en het korps gediend. Door desocialistischejon- gelingen in Friesland, die dit jaar aan de loting moeten deelnemen, zal 9 Februari te Heerenveen een meeting gehouden worden als protest tegen de „bloedwet". Deze meeting wordt geor ganiseerd door de socialistische Jonge- lings vereenigingen in Friesland en gesteund door den Centralen Raad van den Soc.-Dem. Bond in Nederland. Zondag is aan den oud-bur gemeester van Leeuwarden, den heer P. Lycklama iL Nyeholt door een commissie uit den raad dier gemeente de zilveren bokaal aangeboden, waarvan hij voor zijn vertrek naar Rotterdam reeds de teeke- ning had ontvangen. De bokaal is, evenals het deksel, uit de hand gemaakt, stijl Louis XV (ant- werpensche methode van werken, zonder voegen). Op de coupe zijn gedreven De Oldehove, het voormalig Waagge bouw (zooals het onlangs geheel is gerestaureerd), het wapen Lycklama Nyeholt en het wapen van Leeuwarden. Op het deksel is aangebracht een staande leeuw, houdende een wapen, waarop een gekroonde L. (de voorletter van Leeuwarden en van des burgemeesters naam). De bokaal is een waar kunstwerk. Het rijksmuseum te Amster dam werd in 1891 bezocht door 330 879 in het atgeloopen jaar 244 zeil- en 1684 stoomschepen binnen, terwijl 268 zeil en 1671 stoomschepen haar verlieten. Zoddag middag is, met den trein die om 4.2 van Uitgeest te Am sterdam aankomt, de stoker van den trein zwaar gekwetst aangebracht. Hij was onderweg van den trein geslingerd, Hij is per raderbaar naar het gasthuis vervoerd. In Leiden is Zaterdagavond door den heer Boyden, als vertegen woordiger van den heer Davenport (Sequah), als rhumatieklijder met gunstig gevolg behandeld geworden, Hendrik Riel, bediende in de sociëteit „Minerva". Het publiek was ook nu niet in grooten getale opgekomen. Maandagavond werd geen séance ge geven. doch heden (Dinsdag) avond te acht uren hoopt Sequah zelf weder op te treden. Hij" is zoo goed als geheel hersteld van de door hem ondergane operatie. Maandag was hij met zijne echtgenoote reeds aan het toeren in een open rijtuig. De typhus is te Schevenin- gen zoo goed als geweken. Omtrent de redding van den loods van het fransche barkschip Iquique wordt nog gemeld: Schipper L. Nieman, die voor zijne flinke redding van de bemanning yan de Yoxford broeder der orde van den Nederlandschen Leeuw werd, besloot op 1 Januari te trachten de Iquique te bereiken om den achtergelatene te red den, en vertrok 's namiddags door Neptunus gesleept naar den Hoek van Holland Daar zoude eene grootere boot hem naar de strandingsplaats sleepen. Door omstandigheden, onafhankelijk van zij nen wil, vertrok hij 2 Januari, 's mor gens 2% uur gesleept door Zuid Holland van den sleepdienst L. Smit en Co., naar de strandingsplaats. Op de hoogte gekomen, gaf hij eerst zijn bij hem aan boord varenden zoon op de sleepboot over, en zeilde met gereefde zeilen door de branding naar het schip. Noch reddingsboot, noch blazers konden van uit Brouwershaven of Goeree het schip genaken, doch zooals altijd onbewust van gevaar en bij voorkeur de elementen trotseerende, bereikie hij met veel gevaar voor zich en zijne manschappen J. Brandenburg, J. van Drimmelen, W. O vervoorde en blazer het schip, waarover de zeeén heen- braken, zoodat de loods dan ook 's avonds 10 uur van Nieuwjaarsdag zich in het want begaf, en daarin bleef tot 's morgens pk uur 2 Januari, toen het aan Nieman gelukte den ge heel verstijfden man met zijn blazer te redden. Daarop zeilde hij naar de Zuid holland terug en kwam te iij£ uur voormiddags 2 Januari te Brouwershaven aan. Dat deze dankbaar is, behoeft wel geen betoog, maar dat de benoeming van L. Nieman tot broeder van den Ned. Leeuw voor zijn manmoedig op treden eenewelverdiendebelooningwasen tot edele daden aanspoort, daarvan le\ert deze nieuwe moedige redding het be wijs. Bolders van den blazer werden bij de redding afgerukt als glas en het ankerspil werd tijdens het sleepen naar het schip over den kop getrokken, zoodat men den sleeptros aan den mast vastmaakte. Deze feiten alleen zeggen meer dan grootsche beschrijvingen van verbolgen personen. zee, woédende branding en hemelhooge Gedurende het jaar 1891 z ij n golven, te Amsterdam aangekomen van de j Ook aan den kapitein J. van Rees verschillende buitenlandsche havens 158 en verdere bemanning van de sleepboot zeil- en 1498 stoomschepen, te zamen j Zuid-Holland komt een woord van lof uitmakende 1656, tegen 182 zeil- en', toe voor hun bedaard en omzichtig ma- 1412 stoomschepen, totaal 1594 m 1890. j noeuvreeren bij het tot op 4 vaam van Een vooruitgang dus met slechts 62 j het vaste strand sleepen van den blazer bodems. door de hevige branding. In de haven van IJmuiden kwamen Een van de jachtopzieners der Koningin, Blom genaamd, is door een strooper vrij ernstig aan hals en hand verwond. De vermoedelijke dader is geen on bekende bij de justitie, daar hij vroeger reeds straf heeft ondergaan wegens moedwilligen manslag. Uit 's Bosch wordt gemeld: De influenza neemt vooral in de laatste dagen hier steeds toe, en het sterftecijfer heeft eene onrustbarende hoogte bereikt. Het bedraagt ongeveer het vierdubbele van het gewone cijfer; in de laatste 14 dagen stierven 121 personen, meest ouden van dagen en kinderen. Het zieken-gasthuis is zóo met lijders gevuld, dat een gedeelte verpleegd moet worden in de zalen, die anders uitsluitend voor de militairen worden gebruikt. De bisschop van 's- Bosch, mgr. A Godschalk is Zondagnamiddag overleden. De overledene was huispre laat van Z. H. den Paus, assissent bij den Pauselijken Stoel, en ridder der orde van den Nederl. Leeuw. Hoewel de beschikkingen omtrent de plechtigheid der begrafenis van wijlen Z. D. H. Mgr. Godschalk nog niet zijn vastgesteld, zullen die waarschijnlijk plaats hebben aanstaanden Vrijdag 's voormiddags 9 uur. Het stoffelijk overschot van wijlen den ZEw. heer pastoor Spieriugs zal vermoedelijk aanstaanden Donderdag worden ter aarde besteld. Bij het onderzoek van ge droogde champignons, die in Italië in het groot te koop werden aangeboden, vond prof. P. E. Alessandri, dat 30 pet. van deze, in schijfjes gesneden, een ineengeschrompeld uiterlijk vertoonden, terwijl de kanten bruinachtig geel van kleur (geen kastanjebruin) waren. Zij hadden niet de rimpels, uithollingen en golvende lijnen van echte champignons Zij werden met jodium blauw gekleurd, en bleken bij microscopisch onderzoek stukken van gedroogde rapen te zijn, waarvan de gedroogde schijfjes dezelfde kenmerken vertoonden. Men zij dus op zijne hoede tegen deze waardelooze stof, die ook wel weder, als zoovele andere vervalschte artikelen, den weg naar Nederland zal vinden. [Maandbl. tegen vervalschingen) Men meldtvan Maas en Waai dd. 4 Januari Waal en Maas zijn beide nog wassen de terwijl de Maas uiterwaarden reeds overstroomd zijn, loopen thans ook de hoogst gelegene buitenpolders langs de Waal in, zoodat het water van dijk tot dijk komt te staan en het kwelwater de binnenpolders onder water zet. De drie paardendieven uit M. Gladbach, die te Venloo aangehou den werden, zijn door de lechtbank te Roermond gehoord.Zij zullen aan Pruisen worden uitgeleverd. Uit den sittardschen meenteraad (naar den Katholieken Waarheidsvriend) De heer Kamps. Hoe is het met het gas? De voorzitter. Dat gaat my aan, ik doe wat ik wil. De heer Kamps. Dat is ktas. De heer Dols. U hebt ons beloofd van het met den heer Laudy daarom trent te regelen en tot heden hebben wij nog niets gehoord. De voorzitter. Wat wilt u rege- len, ik ben niet bang, kom maar op. De heer Schreij. Ik moet u op merken, mijnheeer de voorzitter, dat het gas in de laatste 8 dagen veel te wenschen overlaat, en dat het eene onrechtvaardige zaak is, dat de on dernemers niet leveren wat zij verplicht zijn. De heer Kamps. Die ondernemers lachen ons uitomdat de burge meester hun de hand boven het hoofd houdt. De voorzitter, (opspringende en zich in de positie stellende). Kerel wat wilt u? De heer Kamps. Kerels gelijken op u. De v o o r z i 11 e r. Mij ligt aan het gas en alles niets gelegen. De voorzitter. Nu benoeming van leden van het armbestuur. De heer Kamps. Wie moet lid van de bende worden De voorzitter (springt op, draait eens rond, pakt met 2 handen een stoel, zet hem weer neer, draait zich weer rond balt de vuisten en zegt) Verd... kerel, wat durft u zeggen. Wij bestaan uit geen bende. De heer Kamps. Bedaar, mijnheer de voorzitter. Gebruik verstand. Als u hetbestuurvoor een bende uitmaakt, dan bent u toch zeker de chef er van. De voorzitter balt een vuist en fluistert den heer Dols iets in het oor. De heer Dols. Schaarü u, burge meester van Sittardzeg dat eens hardop, wat u mij daar toegefluisterd hebt. De voorzitter. Wat ligt mij aan die schaamte. Vooruit maar met dat ding. De heer Kamps. U naoogt als voor zitter van het armbestuur toch geen deel aan die stemming nemen. De voorzitter. Ik houd mij met niet op en doe wat ik wil. Ik raag zoowel stemmen als u, en ga over tot de benoeming. De heer Rutten, burgemeester, wordt herkozen. De heer Dols. Wat is nu aan de beurt De heer Kamps. De chef van de bende, zooals hij zich zelf noemt, en ik onthoud mij van stemming, op grond, dat gij in strijd met het reglement handelt. De voorzitter. Doe wat u wilt. Ik ben baas en dat hebt u gehoord, heeren, wat die kerel mij daar zegt, en ik neem u allen tot getuigen. Z»u die mij durven voor een chef van een bende aanzien. De heer Dols. Ik onthoud mij van stemmen, op grond, dat het dagelijksch bestuur geene voordiac'nt van 2 perso nen voer het armbcsiuur hectc opge maakt, De voorzitter. Maak mij niet „laam," Kusters moet gekozen worden, anders niemand. De heer Kamps. En ik verklaar dat die stemming onwettig is. De voorzitter. Stemmen 1 Voor uit De heer Kusters wordt gekozen. Men schrijft uit Eibergen: Op 23 December hoorde men hier den geheelen dag eene soort van kanon gebulder in de richting van de daitsche grens, en volgens gerucht zouden dit feestschoten zijn geweest tengevolge van het vinden eener aanzienlijke kolenlaag te Luntern in Westfalen, zooals wij reeds meldden. Sedert een paar jaar is men daar aan het boren op steenkool, en dag en nacht wordt er met 30 man gewerkt. Ver schillende boorgaten zijn reeds gemaakt en men vernam van tijd tot tijd ge ruchten dat er kolen gevonden zouden zijn; maar aan de arbeiders werd onder eede opgelegd dat zij niets mochten verklappen, zoodat men op die geruch ten weinig bouwen kon. Nu blijkt ech ter uit betrouwbaie berichten, dat wer kelijk te Luntern op eene diepte van 500 voet eene kolenlaag van 3 voet 2 daim is gevonden, nadat men 100 voet geworsteld had in eene steenlaag. Boven de steenlaag was er reeds eene dunne laag steenkolen gevonden. De grondbezitters in den omtrek zijn bijeengeroepen om over den verkoop van gronden te onderhandelener is geboden 100 mark per pruissischen morgen voor heide en 150 mark voor ontgonnen en boschgrond, wat gelijk staat met J 240 en ƒ360 per hectare. Men was echter ongenegen tot dien prijs te verkoopen. Men verwachtte binnenkort het bestuur van de Bergbau-Gesellsohaft uit Essen, dat de boringen laat doen, en 11 Januari zullen de arbeiders een groot feest hebben. Men berekent dat de boring ongeveer 100 mark per dag kost, zonder nog de kosten van machinerie, toezicht en de storting voor het recht van boren te rekenen. In sommige boorputten heeft men over de 200 voet aan één stuk door leem geboord, welke leemlaag zich uit strekt tot over de hollandsche grenzen in de gemeente Eibergen. Eene boriag heeft plaats gehad onmiddellijk op de hollandsche grens. Luntern ligt op uur afstand van de hollandsche grens in Westfalen jin de richting Haaksber genAhaus. Te Meppel is bericht ont- vangen van een moordaanslag, dien de schipper P., aldaar gedomicilieerd, ge pleegd zou hebben op zijoe vrouw. Hij ligt met zijn vaartuig onder Kampen en moet te Meppel, naar verhaald wordt, arsenicum bij chemisten hebben gehaald. De politie uit Kampen heeft te Meppel een onderzoek ingesteld en P. achter slot en grendel gezet. De vrouw is overleden. Volgens de verhalen is eene vrouw, met wie P. vroeger gehuwd was, mede onder bizondere omstandigheden over leden, en is hij van eene andere ge scheiden. Van de 100 arbeiders te Tjalleberd (Fr.) die het werk tegen het oude loon hervatten, zijn ongeveer 60 opnieuw tot staking overgegaan, daar zij gemiddeld per dag niet meer dan 40 &45 cent kenden verdienen. Op het heden gehouden appél is besloten de staking vol te houden. RECHTSZAKEN. Een viertal personen in de gemeente Bietum werden voor de rechtbank te 3 Groningen gedagvaard wegens opzette lijke brandstichting. I)e rechtbwk nam evenwel aan dat nel opz~t om brandJj te stichten niet aanwezig was, zoodat niet art. 157 maar art. 429 van het strafwetboek toepasselijk was, nml. dat door het aanleggen van een vnur op zoo korten afstand van gebouwen of goederen brandgevaar kan ontstaan. Miisdien verklaarde de rechtbank zich onbevoegd ora van de zaak kennis te nemen en verwees de zaak naar den kantonrechter. Tegen deze beslissing t voorzag het Openbaar Ministerie zich in hooger beroep en hierop werd het vonnis der rechtbank te Groningen dooi het hof te Leeuwarden vernietigd en werd de ziak naar de rechtbank te Assen verwezen teneinde op de oorspronke- dagvaarding te werden bereikt. Van de uitspraak van het Hof voor zagen de beklaagden zich in cassatie. Hun zaak werd dientengevolge heden voor den Hoogen Raad behandeld. Mr. S L. Outs, advocaat te Groningen, verdedigde de meening van de recht bank aldaar en bestreed voorts 'het arrest van het Hof te Leeuwarden we gens onvoldoende motiveering. Het O. M. zal op 18 Januari con clusie nemen in deze zaak. Het gerechtshof te 's Hage be vestigde bij arrest van Maandag het vonnis der rotterdamsche rechtbank, waarbij de berging Maatschappij te Rotterdam in het gelijk werd gesteld tegenover den schipper de Geuns, in zake het voor het binnen brengen vac de in de Maas gestrande stoomboot Yoxford enz. te Maassluis, gevorderde loon. HOOFDSTUK X. Black Hallow „Wat is er? Wie was het?" riep Harper Elliston uit, terwijl hij zijn vriend bij den arm greep en zijn oogen zoo scherp op hem vestigde alsof zij tot in het binnenste van zijn hart moesten doordringen. „Dat kan u niet schelen." „Dat kan het wel, want ik had een vermoeden." „Wien verdacht gij dan?" Elliston noemde nu den naam van Harry Bernard. „Hoe kondet gij dat vermoeden?" „Omdat ik het gevoelde," antwoordde de New-Yorker. „Harry Bernard was zeer zonderling voor hij Woodbury den laatsten keer verliet, en ik ben daardoor tot de gevolgtrekking gekomen, dat hij een ot andere slechte daad in 't hoofd had." „Wel, ik had het nooit van hem gedacht," antwoordde de detective. Toen wendde hij zijn blik naar den man op den grond en zeide: „Kijk, de kerel sterft." Het was waarheid. Sam Swart, de misdadiger, worstelde met den dood. Een half uur later, toen Elliston en zijn vriend naar hun rijtuig terugkeerden, lag de man, die Dyke Darrel had wil len vermoorden, dood in de schuur van een boer. Er kwam eene ernstige uitdrukking op het gelaat van den detective en hij sprak bijna geen enkel woord gedurende den terugrit. „Hebt gij den man, dien gij zocht, gevonden," vroeg de waard, toen onze vrienden terugkeerden. Elliston verhaalde de geheele zaak, terwijl Darrel naar zijne kamer ging en daar in diep gepeins terneerzat. Hij fronste zijne wenkbrauwen en zijn geheele gelaat drukte groote verlegen heid uit. „De man moet geijld hebben," zeide de detective bij zich- zeiven. „Ik kan natuurlijk niet voor waarheid aannemen, wat een bijna stervende man zegt. Hij sprak van Nick en den jongen. Dat kan wel waar zijn. Die jongen, wel, dat kan niemand anders wezen dan Martin Skid way. Dien verdenk ik sterk; hij is, wat misdaden betreft, tot alles in staat. Ik zal, als ik weer in Chicago kom, zijne tante Scarlet eens opzoeken. Wat haat die vrouw mij, alleen omdat ik het middel ben geweest om die bende valsche munters te ontdekken, waarvan de oude Daan Scarlet het opper hoofd was. De wegen van de Voorzienigheid zijn toch ondoorgron delijk. Maar propos, daar heb ik geheel nog niet aan Nelly geschreven. Wat zal het arme kind in onrust over mij zitten." Dyke haalde nu een briefkaart uit zijne zak en schreef er eenige regels met potlood op, die hij adresseerde aan „Mejuf frouw Nelly Darrel, Woodbury." Op dit oogenblik kwam Elliston binnen. „Wanneer vertrekt de volgende trein, Harper," vroeg Dyke* „Over twintig minuten. Gaat gij weer naar Chicago?" „Neen, niet zoover. Ik was van plan om op omstreeks 100 mijlen afstand van deze plaats uit te stappen en op nieuwe ont dekkingen uit te gaan." „Gelooft gij niet, dat het waar is, wat Swart zeide?" Neen, niet geheel." „Zou een stervende dan eene onwaarheid kunnen zeggen?" „Dat weet ik niet. Wat denkt gij er van De oogen van Dyke Darrel hadden eene bizondere uitdrukking toen hij zijn vriend deze vraag deed. „Ik voor mij geloof, dat deze zaak aan geen twijfel onderi hevig is." „Zoo; dus gij denkt, dat de man, wiens naam deor Sam Swart stervende lippen werd geuit, schuldig is aan den moord in der trein „Zeker, dat is mijne meening." „Ik ben er nog niet zoo zeker van als gij, Harper. Gaat gi met mij mee „Ik moet naar Chicago." „Dus gij wilt mij liever niet langer vergezellen." Dyke Darrel keek zijn vriend doordringend aan. „Gij zijt vergeten, dat ik dringende zaken heb laten vare: om u gisterenavond gezelschap te kunnen houden," antwoordde mijnheer Elliston met een zweem van verwijt in zijne stem. „Dat heb ik niet; ik dank je nog van harte voor je belange looze vriendschap, Harper," antwoordde Dyke Darrel. „Als he oponthoud u op kosten gejaagd heeft, dan...." „Kom, kerel, beleedig mij nu niet," riep Elliston, terwijl hi een goedgevulde portefeuille voor den dag haalde. Ik ben ge lukkig in staat mijne eigen rekeningen te betalen." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2