BINNENLAND.
POLITIEK OVERZICHT.
GEMENGD NIEUWS.
De Begrafenis van den hertog;
van Clarence.
Te Koog aan de Zaan, is over
leden de heer H. Sweepe indertijd lid
van den raad B.j uitersten wil ver
maakte hij o a. aan de gemeente zijne
woning en eene som van ƒ20,000 om
die woning in te richten tot gemeente
huis. Aan de doopsgezinde gemeente
schonk hij een weeshuis, enz.
Zooals vroeger reeds ge
meld is, komt het gedeelte spoorweg
Almeloo - Silzbergen, tot heden in ge
bruik bij de Exploitatie maatschappij,
weldra bij de Hollandsche IJzeren
Spoorweg-maatschappij in exploitatie,
waarbij de kortste vei binding is verkregen
tusschen de lijn op Engeland (Harwich
booten) via Rotterdam, Gouda, Woerden,
Utrecht, Amersfoort enz op Berlijn.
Zooals men weet, gaat dit thans over
Vlissingen, Breda, Tilburg enz. via
Emmerik*
Door deze wijzigiug wordt het station
Apeldoorn van jde Hollandsche spoor
weg-maatschappij uit den aard der zaak
veel belangrijker en zijn ergrooteplan
nen in wording, die zeker reeds spoedig
tot uitvoering zullen komen.
Het thans bestaand enkel spoor tus
schen Amersfoort en Apeldoorn zal
dubbel spoor moeten wordentusschen
het 3a en 41 spoor op het station zal
een verhoogd perron met overkapping
worden gemaakt, zooals bij voorbeeld
te Baarn voor de treinen van beide
richtingen, terwijl de locaaltreinen aan
de kapeinden van dat perron zullen
aankomen, en vertrekkende goederen
treinen zullen daarom het zoogenaamde
ie en 2e spoor berijden. Ook de laad
plaatsen zullen verandering en verbete
ring ondergaan, en verscheidene rangeer
sporen en een groot getal wissels zullen
de bestaande vermeerderen.
De begrootiDg en plannen der uit
breiding moeten nog aan het ministerie
berustende zijn, doch worden met bij zon
deren spoed behandeld.
Wij lezen in de Avondpost
„Er vervoegde zich dezer dagen ten
onzen bureele een beschaafde dame,
die in hare manier van zich uit te
drukken de onmiskenbare blijken gaf van
een helder en zeer ontwikkeld verstand te
bezitten. Zij maakte zich bekend als
fee vrouw Johanna Te Gempt, weduwe
van den heer Arnold Anthonie Azweer
Stuten, in leven oud-Rijksontvanger.
„Aangetast door zware melancholie
zoo verklaarde zij ons ben ik een tijd
lang opgesloten geweest in een krank
zinnigengesticht. Wat ik d£ar gele
den heb, daarvan kunt gij u geen flauw
denkbeeld maken. Tijdens mijn
verblijf in die gevangenis voor krankzin
nigen, toen ik reeds voor langen tijd
volkomen hersteld was van mijn ziekte,
maar door brutale leugens en ergerlijke
intrigue uit de maatschappij werd terug
gehouden, heb ik mijn toenmaligen
lotgenooten plechtig beloofd, dat, voer
het geval ik nog heelhuids de maatschappij
zou bereiken, ik al de mij ten dienste
staande middelen zou aangrijpen, om
eenige verbetering te brengen in hun
troosteloos bestaan.Ik wist geen beter
middel dan openbaarheid te geven aan de
gruwelen, welke er dagelijks in dat
gesticht ongestraft worden gepleegd.
In een geschrift, dat bij J. Hoekstra
alhier het licht heeft gezien, geeft
mevrouw Stuten een uitvo.erig verhaal
van hare lijdensgeschiedenis.
Zelden hebben wij iets gelezen, dat
ons zóo aangreep, zóo diepe veront
waardiging bij ons wekte, als deze bro
chure.
„'tls onmogelijk! 't Kèn nfct waar
zijnwas onze eerste gedachte. „Zou
den zij, die met hun geachten naam
en huni.e positie ia de maatschappij
de gruwelijke ongerechtigheden, welke
er, volgens mevrouw Stuten, in die
inrichting plaats hebben, dekken daar
van dan nooit iets bemerkt hebben
Maar het geschrift is [zoo helder, zoo
duidelijk, zoo logisch en daarbij met
zooveel kalmte geschrevcü, er worden
zooveel feiten in genoemd, dat er toch
eenige twijfel bij ons bleet bestaan.
In elk geval, na zóo zwaar een aan
klacht tegen eene inrichting, die voor
zoover wij weten, gunstig stond aan
geschreven, mag een gerechtelij k onder
zoek niet uitblijven.
Met een enkel woord op deze brochure
de aandacht te vestigen, achtten wij
plicht."
In het Album der Natuur
zesde aflevering van 1890 vindt men
een opstel geteekend D. L. en over
genomen uit het fransche tijdschrift La
Nature. Dat artikel heeft in deze da
gen bizondere actualiteit gekregen. Er
wordt nl. in medegedeeld, dat de heer
Tassinaxi bij een bactereologisch onder
zoek proeven had genomen met den
rook van sigaren en sigaretten als voor
behoedmiddel tegen besmetting. De
schrijver constateert, dat de rook van
sigaren de ontwikkeling der microben
vertraagt en zelfs die van de bacillen
der cholera en typhoïde-koorts doet
stilstaan. De rook van sigaretten ver
wekte slechts eene geriDge vertraging.
De berichtgever in La Nature brengt
dit in verband met de reeds door eeni
ge amerikaansche geneesheeren uitgespro
ken bewering, dat personen, die rook
ten, voor de gele koorts behoed bleven,
Het ware zeker niet onbelangrijk, na
te gaan, of het rooken ook invloed
heelt op de bacillen der influenza. Ver
moedelijk wel 1
Op den ieu Januari was de
sterkte der bevolking van do rijks
werkinrichtingen Veenhuizen 2793 man
ged rende 1891 zijn 1875 personen
opgenomen. 1772 ontslagen en 109
overleden.
Door het plotseling opko
men van het grondijs in de Zuiderzee,
aldus schrijft men uit Enkhuizen, had
den onze visschers geen gelegenheid
hun uitstaande haringnetten terug te
halen, Blijft de vorst aanhouden, dan is
het tejvreezen, dat veel vischwant ver
loren zal gaan, in welk geval de schade
zeer belangrijk zal zijn.
3ij de Vrydagavond door
SeqtiS.li te Leidén gehouden kwartjês-
vergadering, werd onder het publiek een
collecte gehouden, welke ruim f 38
opbracht. De séance onderscheidde zich
door een paar •pmerkelijke feiten. De
muziek klonk namelijk zóo valsch, dat
Sequah een der blazers wegzond en be
weerde, dat hij beschonken was. Zater
dag heeft deze muziek op de baander
„Leidsehe IJsclub" gespeeld. Ten tweede
vertelde Sequah, dat hij vernomen had
dat eenige studenten hem eens duchtig
onder handen zouden nemen, daar hij
een hunner op vrij scherpe wijze zijn
onbeleefdheid onder het oog bracht,
toen hij met gedekten hoofde het Ne-
derlaDdsche Volkslied aanhoorde. Voor
zulk een bedreiging, zeide Sequah, was
hij niet bang. Hij zou hen staan; hij
was wei klein, maar taai.
Zaterdagavond heeft hij zijn alscheids
séance gegeven.
Op twee villa's in het Van-
Stolk-park te Scheveningen heeft een
diefstal plaats gehad, die zeker wel
merkwaardig raag heeten. Men heeft er
namelijk de buizen der waterleiding, bij
de eene villa ter lengte van 40. bij de
andere van 60 meter, uit den grond
gegraven en medegenomen, zonder dat
iemand iets van de daad of van het
vervoer heeft bemerkt.
Op de plaats „De Vondeling'
onder de gemeente Pernis, is Zaterdag
het lijk van een onbekend manpersoon
aangedreven.
Zaterdag werd aan Jacob
Visser te Maassluis, schipper van het
visschersvaartuig Johanna Theodora
onder har'telijken gelukwensch, doot deü
burgemeester ten raadhuize uitgereikt
het geschenk, bestaande in eene sier
lijke binocle, welk geschenk hem door
de britsche regeering is toegekend ter
belooning van zijn raenschlievend ge
drag jegens de bemanning van het
britsche visschersvaartuig Süvex Dart
op 15 October.
Donderdagavond omstreeks
11 uren hebben vier dieven bij den
landbouwer J v. Dorst te Niepen, onder
Rozendaal, ingebroken en ruim 28,000
aan bankpapier en effecten ontvreemd,
Van Dorst en zijne nicht werden boven
dien ernstig mishandeld, zoodat beiden
thans gevaarlijk ziek zijn. De politie is
ijverig in de weer om de daders op te
sporen.
Volgens de dienstbode, die zich on
der het bed had verscholen, waren
de inbrekers Belgen en onder Esschen
woonachtig
De nummers der effecten zijn be
kend.
Door de antwerpsche politie werden
Vrijdag twee kerels ia arrest genomen,
als verdacht de daders van dezen dief
stal te zijn
Bg hunne arrestatie is echter niets
bij hen gevonden, en zij blijven alle
schuld ontkennen.
Zij zijn voorloopig te Antwerpen op
gesloten.
Eene dienstbode te Utrecht
M. de B., verdacht een aantal diefstal
len van ondergoederen en van gouden
en zilveren damessieraden te hebben
gepleegd ten nadeele van de winkelier
ster mejuffrouw v. B. in de Lijnmarkt,
bij wie zij in dienst was, ter beschik
king der justitie gesteld, Het gestolene
waarvan een gedeelte reeds buitenshuis
gebracht en in bewaring gegeven was,
is in beslag genomen.
M. de B. is eene oude bekende der
justitie.
In de nabijheid van de nieu
we R. K. kerk te Groningen is bij het
graven een ijzeren kanon gevonden.
Ofschoon met een dun laagje roest be
dekt, is het kanon ongeschonden en
afgestaan voor her spoedig te openen
Museum van Oudheden voor de pro
vincie en de stad Groningen. Soortge
lijke stukken, vroeger „bombarde" ge
heeten, werdén a. gebruikt in 1346
in den slag bij Ciécy. Meer dan 400
jaar heeft deze „bombardeaan beide
einden open en rondom met vijf zware
ringen versterkt, in het geheel ongeveer
110 c.M. lang, in den vestingwal ge
rust.
Bij Langweer kwamen tien
schapen van den veehouder v. d. Gaast
op het ijs. Alle zakten er door en slechts
twee konden gered worden.
Het ging in Portugal met het samen
stellen van een nieuw ministerie nog
niet al te vlot. De Graaf de Valbom,
die er door den koning mee belast was,
heeft de taak opgegeven en toen zou een
zekere heer Fereira de proef nemen.
Deze is ira geslaagd en heeft den
koning het navolgende ministerie voor
gesteld Fereira minister-president
Oliviera financiënMartino justitie
Fevroz Pontis openbare werken, burg
graaf Chancelleiros buitenlandsche zaken,
Costa Lobo oorlog, Pinheira Furtado,
marine, Amaral koloniën.
Een handelsovereenkomst is den
iSdoa gesloten tusschen Portugal
Brazilië. Brazilië staat aan Portugal
bizondere conditiën toe voor wijn,
waartegenover Brazilië gunstige voor
waarden ontvangt voor den invoer van
suiker.
In Tacger gaan de zaken nog niet
vooruit. De stad wordt nog door de
oproerige stammen bedreigd en als
leeuwen liggen de schepen van de
mogendheden voor de haven, gereed
om op het eerste alarm de klauwe.. uit
te slaan. Naar een van de voornaamste
bladen uit Madrid verzekert, heeft de
fransche regeering officieel verklaard, dat
zij zich er niet tegen zal verzetten, wan
neer Spanje eene expeditie naar Ma
rokko mocht willen zenden.
In de italiaansche Kamer is dezelfde
kwestie het onderwerp van eene ge-
dachtenwisseling geweest. Markies di
Rudini heeft, in antwoord op eene des
betreffende vraag, verklaard dat er geen
aanleiding bestaat om te meenen, dat
de beweging in Marokko zou teweeg
gebracht zijn door een der europeesche
mogendheden, die eens in troebel water
dacht te gaan visschen. Het geldt hier
niets anders dan een binnenlandschen
opstand tegen de overheid.
De stoomboot Ferdinando Massimi-
liano, den nieuwen Khedive en zijn broe
der, benevens twee hen vergezellende oos-
tenrijksche officieren aan boord hebbende,
is Zaterdagochtend acht ure de haven van
Alexandrië binnengekomen, gevolgd door
een êngelsch oorlogsschip. De nabijgele
gen forten en de schepen in de haven heb
ben saluutschoten gelost. Prins Hussein,
de ministers, de generaal Grenfell en
de Oosten rij ksche consul generaal be
gaven zich aan board ter begroeting
van den Khedive, die onder groote
geestdrift van de zijde der bevolking
bij zijn paleis aan land stapte. Daar
werd hij door de geestelijkheid, de
consuls en andere autoriteiten en eene
eerewacht ontvangen. De Khedive begaf
zich ten tien ure uaar Cairo, zwam daar
des middags aan en begaf zich onmid
dellijk naar het paleis Abdiü, vóór het
welk ia tegenwoordigheid eener aanzien
lijke troepenmacht de brief van den
groot vizier voorgelezen werd, die de
benoeming van Abbas behelsde Daarna
had er receptie van het diplomatieke
korps en van de ministers plaats. Er
was eene groote massa volks op de
been.
De engelsche kwakers zitten tegen
over den nood ia Rusland niet stil.
Het genootschap vraagt in eene circu
laire om geld voor de boeren, die ver
hongeren. Hunne oproeping steunt op
een goeden grondslag, want om zeker
te zya dat de hulp iioodig was, hebben
zij agenten gezonden naar de districten
waar de nood heerscht en deze bevesti
gen in elk opzicht dat de nood ontzag
lijk groot is. Millioenen lijden daar
gebrek en velen zijn tengevolge van het
gebrek aan voedsel reeds omgekomen.
Bij de verdere beraadslaging over de
handelstractaten in de oostenrijksche
Kamer zeide de minister van koophan -
del, dat de regeering doordrongen is van
de groote belangrijkheid der oostersche
markten voor de oostenrij ksche voort
brengselen. De regeering is vastbeslo
ten hare verplichtingen ten volle na te
komen. Het staatkundige verbond der
midden-europeesehe mogendheden, aan
gegaan met het doel den vrede te hand
haven, is aangevuld door een verbond
tot verzekering van den staathuishoud
kundigen vrede, en dit laatste is even
oprecht en krachtig als het andere. Beide
versterken en ver- volledigen elkaar.
liortog van Clarence:
Rouwhoeden ziet men reeds overal
dragen, en de modewinkels worden
overstelpt met orders voor rouwgoed.
De gedaanteverwisseling, welke onze
vornaamste modemagazijnen Donderdag
binnen een paar uren ondergingen, was
wèl geschikt den oppervlakkigsten vreem
deling te treffen. Waren de winkelramen
te negen uur nog overladen met de
veelkleurigste stoffen, twee uren later
hadden de fijnste nuanceeiiDgen van
zwart die alle vervangen. Portretten des
overledenen lagen omfloersd overal te
kijk en bijna geen winkelier, althans in
de deftige buurten, of hij had op de
eene of andere uiterlijke manier van
zijne deelneming doen blijken.
Een dame vertelde, dat men nu
veertig shilling verlangt veor eenen
zwarten dameshoed, die Woensdag voor
25 shilling te koop was.
Delondensche correspon
dent van de Fr ank f. Zeitung steekt op
de volgende wijze den draak met de
overdreven waarde, die door de En-
gelschen aau sport wordt gehecht. Hij
schrijft
„Engeland is in diepen rouw, eene na
tionale rouw, waarvan men zich in
Duitschland raoei'ijk een begrip kan
vormen. Sedert vele jaren is het een
gewoonte, dat de elf beste cricket-spelers
van Engeland zich meten met de voor
naamste vertegenwoord gers van het
cricket-spelende Australië.
Daar komt nu plotseling het bericht,]
dat zij (de Engelschen) volkomen ge-]
slagen zijn, met vier en twintig „runs";
geslagen I "1
Menigeen zal nauwelijks begrijpen,
wat deze nederlaag beteekent, maar te
oordeelen naar de jammerklachten in
alle kringen en de ellendige artikelen
de dagbladen, moet Engeland een
slag getroffen hebben, waarvan het
niet zoo heel gemakkelijk weer zal 00
opstaan."
Det inkomen der fingelsche Konink
lijke familie.
Uit de engelsche schatkist worden
jaarlijks niet minder dan 573 000 pond
sterling betaald aan de koninklijke fa
milie verdeeld als volgt:
De koaingin 385 000 p. st. (1 p. st.
gl. 12 gulden) keize in van Duitschland
8,000 p. st.
40,000
10,000
(kon. prinses)
Prins van Wales
Prinses van Wales
Hertog van Edimbug.
Prinses Christian
Prinses Louise (markiezin
"Van Lome)
Hertog van Connaught
Hertogin van Albany
Prinses Beatrice
Kinderen van den prins
van Wales
Hertogin van Mecklen-
burg-Strelitz
Hertog van Cambridge
Prinses van Teek
25,000
6.000
6,000
25.000
6,000
6,000
36 OOO
3,OOO
12,000
5,°oo
Totaal 573.000
of ƒ6 876,000
Van deze som wordt nagenoeg Va
(180,000 pd. sterling) uitgekeerd aan
de leden van het kon. huis builen de
koningin zelve, o. a. 86,000 pd. sterling
aan den prins en de prinses van Wales,
en kinderen, en 20,000 pd. sterling aan
den tak-Cambridge.
Sommige geleerden bewe
ren, dat het klimaat overal kouder
wordt. In Nederland geeft de praktijk
ons het recht niet, dat tegen te spreken
en nu is er zelfs te Santander sneeuw
geaallen. De bewoners van die stad j
werden Vrijdag verbaasd door
sneeuwlaag van 40 cenitmeter.
Uit Londen wordt gemeld,! te Windsor,
naar aanleiding van den dood van den I Op dit oogenblik ligt het lijk in het
Woensdagmorgen te 12 uur zal de
eenbegrafenis van den overleden prins
'plaats hebben in de koninklijke kapel
Scarlet woedend aansprak
„Gij en die roodharige professor hebben mg daar een mooie
poets gespeeld, dat moet ik zeggen, oude heks, maar dat kan ik
je wel verteilen, dat je nu geen cent van mij zult zien."
„Wat? Ik begrijp u niet," zeide juffrouw Scarlet.
„Dan zal ik het je eens duidelijk maken," zeide Elliston,
terwijl hij woedend naderbij kwam en zijne hand tegen de vrouw
ophief.
„Sla mij eens, als je durft," gilde de vrouw.
Zij zag er afschuwelijk uit op dat oogenblik.
„Gij zijt juist iemand om eene vrouw te slaan," grijnsde Madge
Scarlet. „Ik heb wel meer zulke schelmen gezien."
Mijnheer Elliston liet zijne hand zakken, daar hij wel inzag,
dat hij een verkeerden weg met de vrouw had ingeslagen.
„Vergeef mij, juffrouw Scarlet," zeide hij op zachten toon. „Ik
was buiten mijzelf van woede en ik had er reden toe. Weet gij,
dat Nelly Darrel gewapend is?"
„Neen."
„Zij heeft een pistool bij zich en is eene echte tijgerin, die
stellig zou neerschieten. Ik laat het aan u over haar het wapen
te ontnemen."
„Dat zal gemakkelijk genoeg gaan."
„Dat hoop ik. Vanavond zal ik mijne plannen vastgesteld
hebben. Misschien besluit ik dan wel het meisje weg te voeren."
Mijnheer Elliston ging heen. Pas was hij vertrokken of Nick
Brower, de vriend en helper van juffrouw Scarlet en den pro
fessor trad binnen.
„Wel, wat voor nieuws is er, Nick? Zit mijn neef nog in de
gevangenis
„Ja," antwoordde de man, „en wat meer is, Dyke Darrel, de
detective, is in Chicago."
HOOFDSTUK XIX.
De detective loopt in den val.
In een hotel in Chicago had op denzelfden dag, dat het hier
boven vermelde gebeurde eene ontmoeting plaats tusschen twee
mannen.
„Hoe vaart gij, Dyke?"
„En hoe staat jou het leven, Harry? wanneer ben je uit St.
Louis vertrokken?"
„Ik ben pas terug, want ik geloof, dat wij onzen slag hier
moeten slaan, daarom heb ik naar Woodbury getelegrafeerd om
er er met u over te beraadslagen, doch kreeg geen antwoord
terug."
„Ik was niet thuis en ontving het telegram niet voor gisteren."
„En zijt gij daarom hierheen gekomen?"
„Niet geheel."
Er lag eene uitdrukking van somberheid over het gelaat van
den detective, die er gewoonlijk niet op lag en de jonge Bernard
besloot daaruit, dat zijn vriend een of ander verdriet had.
„Ja, ik ben doodelijk ongerust over Nelly," zeide Dyke
Darrel, toen Harry hem naar de oorzaak van zijne verslagen
heid vroeg. „Gisterenavond is zij naar Chicago vertrokken in
antwoord op een telegram, dat met mijn naam was onderteekend.
Het was stellig een valstrik, dien de een of andere schelm haar
had gespannen, en ik vrees, dat Nelly een groot ongeluk over
komen is."
Een diepe zucht besloot de woorden van den detective,.
Harry Bernard's gelaat verbleekte en ook hij scheen zeer-ont
steld. De ontroering van den jongen man ontgiüg Dyke's scher
pen blik niet en hij gevoelde een hevig wantrouwen jegens hem
in zijne ziel ontwaken.
„Wat I is Nelly in de stad in een val gelokt I" riep Harry ein
delijk uit. „Groote Hemel! maar Dyke, dat is verschrikkelijk."
„Ja, dat is het."
Toen legde de detective zijne hand op den schouder van den
jongen man, keek hem diep in de oogen en zeide op een akelig
somberen toon „Harry Bernard, zeg mij op uw eerewoord wat
gij van de ontvoering van Nelly weet."
„Wat ik weet
„Ja, alles wat gij er van weet," zeide de detective op strengen
toon.
„Ik weet alleen, wat gij mij zooeven verteld hebt, Dyke."
„Is dit de waarheid
„Groote Hemel 1 Dyke Darrel, dacht gij, dat ik medeplichtig
was aan de ontvoering van uwe zuster. Begrijpt gij dan niet,
welke gevoelens ik voor Nelly koester Ik hoop, dat gij mij
nooit meer door zulk een afschuwelijk vermoeden zult be-
leedigen."
Wordt vervolgd