Kleine MraMiën.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
■Woensdag 27 Januari 1892
No. 2626
ABONNEMENTSPRIJS
ADVERTENTIËN:
„liet Blaadje"
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON,
Een Wolf in Schaapsvacht.
HAARLEM
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 'K.'tnden 1,65.
Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummers0,05.
Oit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 121,
ran 15 regels 50 Cents; iedere regel rce.-r 10 Cents.
Groet e letters naar plaatsrnia^s
Bij Abonnement aanzienlijk rat at
Abonnementen e» Advertenties worde», aangoaomon door
ons» agenten en door alle boekhandelaren ea courant;»».
Directeur-Uitgever J. C. PSEBÏBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Oh ér ale ie Puilieitt Mir* nghrt t I. BdVSM jr Cor JOM1f I. JOHMS, Snee., Bnrjft 31 hü lauhonrg Mentmaririi
Ondergeteekende brengt beleefdelijk
in herinnering, dat kleine Advertentiën,
bestemd tot plaatsing in
en in de speciale rubriek in het Zater
dagavondnummer van HAARLEM's
DAGBLAD, k 5 Cts. per regel te zamen,
uiterlijk tot Vrijdagmorgen 12 uur aan
het Bureau kunnen worden ingeleverd.
De Directeur- Uitgever.
J. C. PEEREBOOM.
Haarlem, 26 Januari 1892.
Bij de openbare aanbesteding aan
het ministerie van Koloniën, Maandag
gehouden, ten dienste der staatsspoorwe
gen op Java, was de minste inschrijver
voor perceel 18. Sajet, garens, passement
enz. de firma D Merens Co. alhier,
voor J 833.
Wij achten het niet ondienstig om de
jongelingen, geboren in 1873, die zich
in dit jaar voor de nationale militie
moeten doen inschrijven en hieraan nog
geen gevolg hebben gegeven, opmerk
zaam te maken, dat alsnog gelegenheid
tot inschrijving ten raadhuize bestaat,
doch dat het register op den 3 m dezer
maand wordt gesloten.
Jongstleden Zondag is in de R. K.
kerken afgekondigd, dat het krachtens
machtiging van Z. H. den Paus geoor
loofd zal zijn tijdens het heerschen der
influenza, op de vasten-en onthoudings-
dagen vleesch te eten doch voorloopig
slechts tot de a. s. groote vasten.
Aan de yereeniging van ilen H. Vincen-
tius van Paulo alhier zijn vermaakt de vol
gende legatenf 100 door wijlen J.
Roozekrans, ƒ1000 door wijlen H. Gieske
en 500 door wijlen A. H. Bierman.
Hier ter st^de is een wielrijdersver-
eeniging opgericht met den titel „Ken-
nemerland." Het getal leden bedraagt
reeds 25. Aan een commissie van vijf
leden is opgedragen een reglement te
ontwerpen.
Naar men verneemt, is de Operette
Yereeniging „Con Amore" voornemens
in 't midden der maand Februari hare
eerste uitvoering in dit jaar te geven.
Opgevoerd zullen dan worden de beide
veelbelovende operettes„de Gerechts
zitting van H. Kipper" en „de Lieder-
talel in China" van J. Otto, waarvan
de laatste in aantrekkelijkheid zal win
nen door een Chineesch ballet, dat er
in zal worden opgevoerd.
Op Donderdag a. s. 28 dezer des
voormiddags ten n ure zal iu de
nieuw gebouwde zaal van het Café
Brinkmann aan de Groote Markt alhier,
de jaarlijksche Algemeene Vergadering
worden gehouden der Schippersver-
eeniging „Schuttevaer", onder Voorzit
terschap van mr. H. Smeenge van
Hoogeveen, lid der Tweede Kamer.
De Vereeniging „Schuttevaer" stelt
zich ten doel, het behartigen der be
langen van de scheepvaart door ons
geheele rijk. Ten dien einde zijn io
alle provinciën verschillende afdeeliögen
gevestigd, waarvan de bestu en steeds
het hoofdbestuur opgave doen, van
toestanden die verbetering eischen, voor
zooverre dit in verband staat met de
scheepvaart
Op de nu Donderdag te houden
29 te algemeene vergadering (echter de
eerste in onze stad) zijn wederom door
19 afdeelingen voorstellen ingediend,
zoodat er 78 punten te behandelen zijn
die, na door de vergadering te zijn
aangenomen, door het hoofdbestuur aan
de verschillende betrokken autoriteiten
worden kenbaar gemaakt, om op die
wijze te trachten verbetering aan te
brengen, waar zulks gebleken isnoodig
te zijn.
Hedenmorgen maakten van de uitdee-
ling van brood en koffie gebruik, 1132
kinderen en 327 volwassenen.
Hedenmorgen omstreeks 9 ure is een
7 jarige knaap onder de brug aan de
Amsterdamschepoort door het ijs gezakt
en is met veel moeite en levensgevaar
gered door J. Prinsen, werkman, wonende
K. Lakenstraat, door middel van een
dreg waarmede hij zich op het broze ijs
moest wagen.
Bij kon. besl. is de Commis
saris der Koningin in Noord-Holland
gemachtigd tot het bijeenroepen van
de Staten dier provincie in buitengewone
vergadering op Dinsdag 9 Februari, om
dan aan de orde te stellen de verkiezing
van een lid der Eerste Kamer van de
Staten Generaal, in plaats van wijlen jhr.
mr. D. van Akerlaken.
De gewone audiëntie van
den minister van Financiën zal op Don
derdag 28 Januari en die van den
minister van Marine op Vrijdag 28
Januari aanstaande niet plaats hebben.
De minister van Oorlog heeft
het voornemen, in het aanstaande voor
jaar, te doen beproeven of het veen-
slik uit de lage venen binnen de
stelling van Amsterdam ge
schikt is, op dezelfde of op soortgelijke
wijze en in denzeltden korten tijd van
4 of 5 weken, als zulks door de firma
J. Rahder Cz. te Nieweroord bij Hoo
geveen geschiedt met het veenslik uit
de hooge venen van Drenthe, te worden
verwerkt tot zoogenaamde gep erste
turf, hetgeen, volgens de meening van
daaromtrent geraadpleegde erkende des
kundigen, die ook hunne medewerking
voor bedoelde proef hebben toegezegd,
vermoedelijk zeer goed zal kunnen ge
schieden. Mocht bedoelde proef gelukken,
dan zal, in verband met de omstandig -
heid, dat de geperste turf zooals
gebleken is op verschillende plaatsen in
ons land, en o. a. ook in de Haarlemsche
broodfabriek bij het gebrek aan kolen
ten gevolge van de werkstakingen in de
steenkolenmijnen in Westfalen in Mei
1889 zeer geschikt is in vele gevallen
de steenkool te vervangen, binnen de
stelling een raiddel zijn gevonden, waar
door, in oorlogstijd, zonder overwegend
bezwaar, op ruimen voet in eventueel
gebrek aan steenkolen zal kunnen worden
voorzien.
Tot terechtwijzing van de
onjuiste mededeeÜDg van het Venloosch
Weekblad van mr. Hafftnans, dat dr.
A. L. Poelman een wetsontwerp tot
landnationalisatie uitgewerkt en aan alle
leden der Tweede Kamer toegezonden
zou hebben, schrijft dr. P. aan de Pr.
Groti. Ci.
„In 1889 heb ik bij den heer W.
Versluys te Amsterdam een brochure
uitgegeven onder den titel„Ontwerp
van wet tot regeling van het grondbe
zit met toelichting". Sedert heb ik dat
onderwerp niet aangeroerd. Op dit ge
schrift moet dus de re 'acteur van het
Veiiloosch Weekblad het oog hebben.
In dit stuk is echter van landnationa
lisatie geen sprake; de hier door mij
voorgeslagen regeling staat lijnrecht
tegen dit stelsel over. Het is algemeen
bekend, dat de landnationalisten het
privaat grondbezit willen afschaffen, om
het te verwisselen voor communaal be
zit, hetzij door de gemeente, hetzij door
den staat. Het door mij in bedoeld
geschrift ontwikkelde plan strekt daar
entegen tot bevestiging en uitbreiding
van hec privaat bezit. Hoe het V. W.
hier landnationalisatie kan hebben ge
zien, is voor mij en zal ook wel voor
hen, die van het boeksken kennis ge
nomen hebben, een raadsel zijn. Bij
het begrootingsdebat meende ik van
dit geschrift met een enkel woord mel
ding te moeten maken; daarna heb ik
er aan enkele leden der Kamer op hun
verlangen een exemplaar van toegezon
den. Hebben ook andere leden er een
ontvangen, dan is dit gebeurd zonder
mijn toedoen of medeweten."
Het stoffelijk overschot
van den heer De Roy van Zuidewijn,
voorzitter van de Algemeene Rekenka
mer, is heden voormiddag op de R. K.
begraafplaats te 's Hage ter aarde be
steld.
Volgens een particulier
telegram, in December jl. te Batavia
ontvangen, zou er een stuk van den
dom te Utrecht zijn afgewaaid.
Ingezetenen van Doezum
hebben een adres aan den Raad hunner
gemeente gericht, met het verzoek een
eervol ontslag te verleenen aan het
vier-en-zeventig jarig hoofd der
openbare school, als zijnde niet meer
geschikt voor die betrekking.
Uit Gent (O. B.) wordt ge
meld
De gemeenteraad heeft een waarne
mend secretaris der gemeente benoemd
in de plaats van den voortvluchtigen
burgemeester-secretaris J. F. A. van der
Goes In welk eene wanorde genoemde
burgemeester-secretaris de gemeente
administratie heeft gebracht, blijkt hieruit
dat de gemeente-begrooting voor 1892
thans nog niet aan Ged. Staten ter
goedkeuring is ingezonden.
Na eene kortstondige ziekte
is Zondag middag op 60-jarigen ouder
dom overleden de heer J. H. Meijer,
directeur van het Blinden-instituut te
Amsterdam. In hem verliest de hoofdstad
een zijner achtenswaardigste en Neder
land een zijner nuttigste burgers. Sinds
vele jaren toch was de heer Meijer niet
alleen directeur eener blinden-inrichting,
die den roem van haren tegenwoordigen
naam aan hem te danken heeft, maar
was hij tevens de ziel en de spil van
het blindenonderwijs en der blindenver
zorging in Nederland.
Maandagavond hield het
leger des heils in Odéon te Amsterdam
eene bijeenkomst, welke door de meer
gegoeden van Amsterdam werd be
zocht. De oefeningen werden geleid
door kolonel Oliphant en zijn vrouw.
Er werd een beroep gedaan op de lief
dadigheid der aanwezigen en naar men
vermoedt, moet voor een flink bedrag
zijn ingeteekend.
Te Naarden heelt alweder
een brutale diefstal plaats gehad bij den
logementhouder Streefkerk. Verschillende
voorwerpen van waarde en eenig lin
nengoed werden buit gemaakt. De dieven
zijn, vermoedelijk gestoord, overhaast
vertrokken, een briefje achterlatende,
waarin zij den wensch te kennen gaven,
bij een volgend bezoek meer van hunne
gading te zullen vinden.
Wederom had Zondagna
middag aan het station te Oegstgeest
nabij Leiden een ernstig ongeval plaats.
De goederentrein naar Rotterdam was
voor veitrek afgeluid en stelde zich in
beweging, toen onverwachts de remmer
G. alhier woonachtig, kwam aange-
loopen en op de trede van den voor
hem bestemden achtersten wagen sprong,
waarbij hij uitgleed en viel. Het ach
terste wiel ging hem over het lichaam,
tengevolge waarvan hij zwaar gewond
per draagbaar naar het academisch
ziekenhuis moest gebracht worden.
Aldaar behandeld, bleek het dat een
der beenen moest worden afgezet, ter
wijl het andere been, zoomede een der
armen, gebroken waren, welke laatste
lichaamsdeeleD gezet zvjn gewerden.
Be toestand van den ongelukkige is
niet zonder gevaar.
Alvorens hij per draagbaar naar het
ziekenhuis werd vervoerd, heeft de sta
tionschef het bijna afgereden been met
gutta-percha-s.angen doen afbinden,
ten einde de verdere bloedstrooming
te doen stuiten, tengevolge waarvan
doodbloeding werd voorkomen.
Sequah zal heden en Don
derdag aan 30 mannen en Woensdag
en Vrijdag aau 50 vrouwen een mid
dagmaal geven, bestaande uit, behalve
do gewone spijzen, soep, vleesch en voor
hen die het verkiezen, bier of melk.
Op Zaterdag zal aan 100 kinderen
dezelfde gunst ten deel vallen. Natuur
lek moeten allen behooren tot de be-
hoeftigen van Dordrecht.
Te Utrecht is een vrek
dood gevonden, wiens nalatenschap op
plus minus 95,000 wordt geschat. De
grijsaard, wonende op den Maliesingel
aldaar, bracht eiken nacht door op den
zolder van zijn tuinhuis, waar hij zijn
kapitaal, in effecten en bankpapier,
verborgen had. Een beroerte schijnt
een einde aan zijn leven te hebben
gemaakt.
Zondag werd een reiziger,
die aan de halte Spankeren uit den
locaaltrein stapte door den van Arnhem
komenden trein letterlijk in stukken
gesneden. Het ongeluk moet weder aan
eigen onvoorzichtigheid geweten worden
de overledene namelijk was aan de
verkeerde zijde uitgestapt.
In de N. Bred. Ct. leest men
de volgende advertentie
„Ik ondergeteekende verzoek vrien
delijk mij niet den titel van „Mevrouw"
toe te voegen, daar ik niets liever ver-
291
HOOFDSTUK XXIII»
Dyke Darrel vreesde, dat het lot van zijne zuster, als zij
leëfde, nog vreeselijker zou zijn dan de dood, en deze gedachte
spoorde hem aan om hoe eer h©e beter hem, die haar ontvoerd
had, uit te vinden
Madge Scariet kreeg, na een kort verhoor voor de rechtbank,
haar vrijheid terug, maar Nick Brower en zijn medeplichtige
bleven in de gevangenis om de uitspraak van het gerecht af te
wachten.
Eens op een morgen deed de bleeke man met zijn bruine
jas, die de verschillende stations in de omstreken van Chicago
bezocht om inlichtingen in te win ren, eene ontdekking. In een
van de treinen, die vroeg in den morgen naar het Oosten wa
ren vertrokken, hadden een man en eene gesluierde dame plaats-
geromen.
Dyke beef tie van ontroering toen een politie agent aan he
sta-ion hem dat vertelde.
„Dus dezen morgen eerst?"
„Ja, ik gelooi, dat ik ze io een van de vroegtreinen heb zien
stappen."
„Ging de trein naar Chicago
„Dat weet ik niet zeker; ik zie zooveel menschen. Maar dat
kunt gij wel aan het loketje onderzoeken."
Darrel deed dit.
Dien morgen was er echter geeD kaartje naar New-York ge
nomen. Toen veronderstelde de politie agent, dat hij zich een
dag vergist had, en dat hij den man met zijne zieke zuster den
vorigen dag had gezien.
„Weet gij ook ot zij in den trein naar New-York stapten,"
vroeg Dyke.
„Neen, zeker weet ik dat niet. Maar gij kunt telegrafeeren en
dan vernemen of er zulk een tweetal in den trein is."
Dit was eene verstandige raad. Dyke volgde dien oogenblik-
kelijk op, maar moeht er geene voldoening van hebben. Dat
was ook geen wonder daar Nelly in Chicago door een man ver
gezeld was geweest, die een baardeloos gezicht en peper- en
zoutkleurig haar had, terwijl de plaats van dezen man door een
ander met jooden baard, een blauwe bril en versleten vilten
hoed was ingenomen, toen zij dichter l ij New-York waren.
Deze verandering maakte de opsporing dus zeer moeilijk. Zij
was tot stand gebracht in een klein station, zonder de opmerk
zaamheid le trekken van de mede-reizigers, die voor het mee-
rendeel niet tot New York doorgingen.
Als New Yo k den schelm eenmaal binnen zijne muren had,
dan wist de detective, dat de arme Nelly voor goed voor hem
verloren zou blijven.
Dyke Darrel had een vermoeden bij zich voelen opkomen, dat
hij nauwelijks aan iemand had durven bekennen, nl., dat Har
per Elliston een hand had in de ontvoering van Nelly. Eindelijk
werden de cogen van den detective voor het ware karakter van
dien man geopend en hg moest erkenneD, dat zijn new-yorker
vriend niet was wat hij scheen. Dit feit bracht Darrel er toe om
te gelooven, dat de ontvoerder van Nelly naar de hoofdstad zou
zijn gegaan. Dadelijk trachtte hij nu Harry Bernard en Paul op
te sporen.
Hij kon evenwel geen van beiden vinden.
Dyke liet nu aan zijn hotel het bericht achter, dat hij naar
New-York was gegaan en spoedde zich naar het station, waar
hij juist bijtijds kwam om den trein, die naar de stad vertrok,
te halen.
De trein, die het station vier uur vroeger had verlaten, ging
bijna met evenveel spoed als die, waarin de detective zich be
vond, zoodat zonder ongeval van den eersten trein hij niet kon
hopen den schelm te snappen vóór de hoofdstad was bereikt.
Toch bleef Dyke de hoop van zijne zuster te vinden nog be
houden, niettegenstaande de geringe kans om haar ontvoerde r
te achterhalen.
De vrouw, die slechts eenige dagen te voren de gevangenis
had verlaten was, zooals het vervolg zal aantoonen, bestemd om
onverwachte ontmoetingen tot stand te brengen.
Toen de nacht viel was Dyke Darrel evenwel nog even ver
van zijn doel verwijderd, als een korten tijd te voren.