NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Vrijdag 29 Januari 1892 No. 2628 A BONNEMENTSPRIJS ADYEETENTIÉK: STADSNIEUWS. Haarlemsche Bachvereeniging. Ken Wolf in Schaapsvacht. HAARLEM S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 tue-anden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad ver«ch(jnt dagelijks, behalve op Zoa- ea Feestdagen. Hurean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer IÏ2. ▼ac 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Grotte letters naar pia&isrshate. Bij Abonnement aaasienlijk rabat. Abosnemeatea es Adverteatiës wordes aangenomen door oase ngestea as door alle bcekhaadslarea es conrantisrs. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagente» voor het Buitenland-. Compagnie Bk Orale de Putlicüi Itrengire L. HAS SM 4 Oon JOMK I. JOBBS, Suce-, turf 81 Ml Imtour/ Hvntmartrn Haarlem, 28 Januari 1892. TWEEDE CONCERT der Het is voorzeker geen gemakkelijke taak den indruk weer te geven van eene muziekuitvoering, zooveel en zoovelerlei omvattend als het tweede Bach-concert. Al dadelijk dat woordje Z?«<r/j-concert vloeit ditmaal niet gemakkelijk uit de pen. Waarom niet? Laat ik 't maar zonder omwegen zeggenomdat de hoofdschotels van dit muzikaal gastmaal, Mozart's pianokwartet buiten rekening gelaten, mij toeschenen niet in overeen stemming te zijn met Bach's smaak en dien zijner vereerders. En toch bood het con cert veel, zeer veel degelijke kunst. Zelfs prijktë op het programma ook de naam welken de concertgeefster zich tot devies heeft gekozen, maar aan den drager werd slechts voor een kort ©ogenblik het woord vergund en de herinnering aan zijn eenvoudige, edele taal weer on middellijk weggevaagd door het somtijds geestig, somtijds geest-doos, bijwijlen oek triviale gekout van zoo menig muzikaal redenaar van meer of minder talent. Toch wil ik gaarne aannemen dat juist in die bonte afwisseling voor menigeen de groote aantrekkelijkheid van het concert schuilde. Ik heb ook volstrekt de pretentie niet mijne meening voor iets anders dan de mijne te geven. Den lezer verzoekende dit in het «og te houden, ga ik mij wagen aan eene be knopte beoordeeling van het gehoorde. Vooreerst dan de heldin van des avond. Mej. Louise Nikita, Primadonna van de keizerlijke opera te St Petersburg. Deze zangeres is buiten twijfel een niet alledaagsche verschijning. Het timbre van haar geluid is uit het oogpunt van schoonheid en kracht misschien slechts te vergelijken met dat van enkele be- j roemdheden, haar buitengewone stera- omvaEg veroorlooft haar minstens twee en een half octaaf welluidende tonen voort te brengen. Maar wat vooral het publiek aan hare lippen doet hangen dat is, meen ik, haar verbazende tech- pische ontwikkeling. 't Kan ook niet ontkend worden, 't heeft iets verbazends, snelle figuren van hoogliggende noten met zoo breede, stoute kracht te hooren uitjubelen, te I luisteren naar kristalheldereuiterst zachte tonen, die, vóór in de zaal mis- j schien nauwelijks opgevangen, toch tot in de uiterste hoeken doordringen. En dan die trillers 1't Is begrijpelijk dat ook die trillers eer goed deel van het publiek als in betoovering kunnen brengen, maar als ik voor mijn opinie uit mag komen, noem ik vlakweg die trillers ongenietbaar. Ze zijn altijd te laag, soms meer, soms minder, naar gelang ze met minder of meer kracht worden voorgedragen. En consequent hieraan zijnjze dan ook in het Crescendo stijgend, in het dimi nuendo dalend van toon. In aanmerking genomen, dat zij met deze soort van muzikale versiering niet karig is (vooral haar eerste bisnummer was een en al triller) geloof ik dat menig mu zikaal oor het nu en dan hard te ver antwoorden zal hebben gehad. Ook de hoogere tonen van het middenregister zijn niet altijd onberispelijk zuiver. Aan eene zangeres nu, die zooals Louise Ni kita geheel haar kracht zoekt in uiter lijk effect, mag men op het punt van techniek de hoagste eischen stellen. En m. i. beantwoordt zij hieraan niet vol komen. In die stukken waarin zij zichzelf een «ogenblik kon vergeten, gaf zij zeer veel te genietenzoo b. v. in de aria uit Don Juan en ook in het hollandsche liedje, dat zij als toegift na de tweede voordracht zong. De tweede buitenlandsche solist, de heer Julius Klengel, professor aan het K. Conservatorium te Leipzig werd mede, en hier terecht met bewondering, aangehoord en gadegeslagen. Grooter virtuositeit dan waarop deze violoncellist zich mag beroemen is moei lijk denkbaar. Aan een heerlijk schoo- nen toon paart hij een ongelooflijke gemakkelijkheid in het voortbrengen van buitengewone, somtijds nog onge hoorde effecten. Vooral zijn spel in flageolettonen en dubbelgrepen zal wel onovertroffen zoo niet ongeëvenaard zijn. In de eigen composities welke hij voordroeg, die, terloops gezegd, hem als een zeer de gelijk zij, het ook niet diepzinnend mu sicus deden kennen, had hy alle gele genheid zijne schitterende gaven ten toon te spreiden. Nooit, zelfs in zijn gewaagdste ondernemingen stelt hij ge hoor en smaak vau zijn auditorium op een minder aangename proef zooals men zich dit dikwerf bij gunstig aangeschre-j ven virtuosen moet getroosten. Bij al zijn doen blijft hij kunstenaar, d. w. z. iemand wien het niet zoo zeer te doen is zich te doen bewonderen als wel de werken die hij voordraagt in hunne eigenaardigheid te doen kennen. Hoog stens zal hij er toe komen u attent te maken op een merkwaardig klankeffect dat hij aan zijn lievelingsinstrument, heeft weten te ontlokken. En gij kunt, voor het kijkje dat hij u gunt in de geheimen zijner kunst niet anders dan hem dankbaar zijn en hem bewonde ren, want inderdaad die man bergt in zijn violoncel een geheel orkest. Nog werkte bij dit concert mede |de heer Henri Tibbe, pianist uit Amster dam, en wel als solist en als accom- pagnateur. In deze laatste functie h d hij de niet al te benijdenswaardige taak de Primadonna in hare vaak moeilijk naspeurbaie vaart te volgen welke taak hij met veel geschiktheid ten einde bracht, als solist waren zijn plichten niet minder zwaar maar veel dankbaar der. Ik had nog niet het genoegen ge had den reeds veelgeroemden pianist te hooren en mag nu met voldoening over dezen vadeilandschen kunstenaar mijn gunstige meening uiten. In zijn samenspel met de heeren Steenman, Holmeester en Klengel leed zijn spel niet aan te groote bescheiden heid en zelfs ware in de bas wat meer duidelijkheid wenschelijk geweest, maar zijn opvatting is door en door muzi kaal en dit is toch tenslotte hoofdzaak. Dat het hem overigens ook aan teoh niek niet ontbreekt, bewees hij voldin gend door zijn „Aufforderung zum Tanz" van Weber-Tausig en niet minder in de opeenvolgende Etude van Rubinstein en Erlkönig van Schubert-Liszt. Gaarne zou ik den heer Tibbe eens in werken van een ander geDre hooren. Met een woord van lof aan de hee ren Steenman en Hofmeester voor hunne heogstverdienstelijke medewerking aan het Klavierkwartet, zou ik dit verslag kunnen sluiten, ware het niet dat bij nader inzien toch een welgemeende dankbetuiging toekomt aan het Bestuur der Haarl. Bachvereeniging voor de gelegenheid welke het ons schonk met eenige muzikale celebriteiten kennis te maken. PHILIP LOOTS. Hedenmorgen te halftwaalf had in de nieuwe zaal van Calé Brinkmaan plaats de 29ste algemeene vergadering van de schippersvereeniging Schuttevaer, onder voorzitterschap van den heer Mr.aH. Smeenge, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De voorzitter open de de vergadering met een hartelijk woord van welkom. Onder de aanwezigen merkt men 0. a. op - drie leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de heeren Lieftinc k,de Kanter en Ferf. Twintig afdeelingen waren vertegen woordigd. Niet minder dan 78 punten van behandeling (voorstellen) waren op de agenda gebracht, waarvan eenige ongeveer gelijkluidend. Wegens deze zeer groote uitvoerigheid nemen wij alleen de voorstellen op, die de provincie Noord-Holland gelden. Besloten worde op voorstel van de afd. Alkmaar te verzoeken aan het Ge meentebestuur van Alkmaar, om een licht op den hoek van Si imp te plaat sen; op voorstel van dezelfde afdeeling wordt besloten aan te dringen op het opheffen of verlagen der vuut- en baken gelden te Zaandam, tot afschaffing van tolgeld aan den Kooger polder en nog maals pogingen aan te wenden tot ver betering van het vaarwater van Alkmaar af tot den Huigendijk. Nogmaals zal (op voorstel der afd. Bolsward) worden gevraagd aan den Minister van Waterstaat om een mist- klok op het fort Panpus te plaatsen. Een eigenaardig voorstel van Dedems- vaart werd aangenomen om de betrok ken autoriteit te verzoeken, dat de vuur- aansteker van Kraggenburg het lamplicht in zijn huis onzichtbaar maakt. De wensch wordt uitgesproken en men is het daarmee eens, aan de be trokken autoriteiten te vragen om de spoorwegbruggen bij de Haarlemmer poort en Oosterdok te Amsterdam meermalen open te stellen, dan het tot heden is geschied. Op voorstel van de afd. Haarlem zal het Hoofdbestuur aan het bestuur van den polder de Schermer verzoeken, ver betering van het zuidelijk gedeelte van de Markervaart, van de Tochtsloot, en van het noordelijk gedeelte van de Nauernasche vaart tot het Moltjesveer; verder zal aan het gemeentebestuur van Haarlem worden verzocht om wijziging van art. 1 der verordening op het heffen van haven- en kaaigeld, voor zoover het betreft het gedeelte van uitkoop. De heer Peltenburg merkt op, dat het onbillijk is dat bij de berekening van tonnengeld, bij stoombooten de machinekamer wordt afgetrokken, ter wijl toch bedoeling is dat elk vaartuig betaalt voor de ruimte die het in het water beslaat. Voorts wordt op voorstel van de zelfde afdeeling besloten, pogingen aan te wenden om te verkrijgen uitbreiding aan de remmingwerken van de Nauer nasche sluis; opruiming van onderwa- tersche palen en steenen in de Nauer nasche vaartdoortrekking van het jaagpad onder de Hembrug aan de zuidzijde van het Noordzeekauaal, ver betering van het Noorder Spaarne door uitdieping van het aar water tusschen de oude en nieuwe geul. Een voorstel van Heerenveen om te bewerken dat ook de Zuiderzeeschippers „scheepsverklaring" mogen doen, wordt op voorstel van den voorzitter, uitgesteld tot eene volgende vergadering, ter over weging omdat aan het recht van scheeps verklaring te kunnen doen ook omslachtige plichten zijn verbonden. Op voorstel van de afd. Hoogeveen zal aan den gemeenteraad van Amsterdam worden verzocht een vasten brugwachter te plaatsen bij de Kalkraarktsluis, daar door onvoldoende bediening, voorsche pen met staande mast veel oponthoud is. Besloten wordt, naar aanleiding van een voorstel van de afd. Hoogenveen, om aan de autoriteiten te vragen of het mogelijk is ten vooideele der bin- nenschïpperij, verandering te brengen in de wijze waarop tegenwoordig het slepen op de rivieren plaats heeft. Men heeft n.l. er last van dat de ge sleepte schepen op te grooten afstand achter de sleepbooten volgen. Besloten wordt aan B. en W. te ver zoeken plaatsing van een groen licht aan den mond der houthaven aldaar Tot lid van het hoofdbestuur wordt herbenoemd Mr. H. Smeenge en in de plaats van het aftredende lïd B. Berends, wordt met groote meerderheid gekozen de heer A. Bouman te Nieuw Beierland. De afd, Sneek zcu wenschen, dat aan den Minister van Waterstaat werd verzocht, m atregelen te nemen, om bij invallende vorst de bruggen liggende over de interprovinciale vaarwaters in Friesland, niet te doen sluiten alleen op initiatief der betrokken gemeente besturen. Dit wordt goedgevonden. Het kwaad is in de wereld gekomen door de behartiging van de belangen van de ijsclubs. Aangehouden wordt een voorstel van Urk om nogmaals bij de Regeering pogingen aan te wenden tot vergrooting van de haven van Urk, daar men van de noodzakelijkheid hiervan nog niet recht overtuigd is. Men besluit, de regeering te verzoeken een vluchthaven te doen aanleggen aan de oostzijde van het eiland Wieringen. De afd. Zwolle stelt voor, de alge meene vergadering daar te houden. Wordt besloten dit aan net Hoofdbe stuur over te laten. Besloten wordt aan te dringen op verbetering der verzanding van de vlakte bij Enkhuizen. Men zal trachten verbetering te krij gen in den toestand te IJmuiden en te Yeisen, waar men 2 ets per ton steiger- geld moet betalen en 's avonds van den steiger weg moet, wat vaak haast ondoenlijk is. Bij den havenmeester te Edam zal een adres ter teekeniDg werden gelegd, om te klagen over den toestand van|de haven te Edam. {Slot in het volgen j nummer In den afgeloopen nacht zijn door middel van braak in een stal gelegen aan de Raaks, drie schrammen (jonge varkens) gestolen. Gisteren namiddag tusschen 6 en 6% ure is bij den winkelier S. in de Lange Begijnestraat ongeveer 15 gulden uitde ongesloten toonbanklade ontvreemd. FEUILLETON. 31) HOOFDSTUK XXV. Plotseling trokken de rails, die in het maanlicht blonken, qe aandacht van juffrouw Scarlet. Nu scheen er een duivelsch plan bij haar op te komen. „Ha! nu weet ik het." Opspringende sloeg zij hare armen om de slanke leest van het hulpelooze meisje, tilde haar op en snelde met haar naar de rails- Midden tusschen twee spoorlijnen legde zij haar las': neer. „Wraakzoe'e wraakschreeuwde de vrouw op afgrijselij- ken toon. Weer bewoog het meisje zich al zuchtende, toch scheen zij haar houding niet te kunnen veranderen. „Rust nu maar heerlijk liefje; gij zult niet lang ljjden," mom pelde de slechte vrouw met een afschuwelijken grijnslach. Arme Nelly! Zij bleef stil tusschen de rails liggen en gaf slechts nu en dan door een zwakken zucht teeken van leven. Juffrouw Scarlet verborg zich achter het kreupelboschje om den uitslag af te wachten. Zij zag aan gene zijde van de rails eene boerderij, verder een houten schutting en een hoop brand hout, wat alles door de maan beschenen werd. Met eene glimlach van zelfvoldoening op de lippen wachtte de duivelin de komst van den sneltrein af, die niet ver meer af was. In het oosten begon het reeds te dagen. Er werd geen ge luid vernomen, dan het geraas van een voortstoomenden trein. Dit gerommel scheen ook op de zenuwen van Nelly Darrel te werken. Zij gevoelde eene vreemde en verschrikkelijke gevoelloosheid. Met eeue groote krachtsinspanning poogde het meisje tot het begrip van haar verschrikkelijken toestand te komen. De trein kwam al nader en nader. Hij was nu nog slechts een mijl van haar af en de weg was recht. Nelly hief haar hoofd op, en terwijl zij het met beide handen opdersteunde, keek zij de rails langs en zag het licht van de lótiRnbtiei naderen. „God helpe mijzuchtte het arme meisje. Toen beproefde zij van de rails weg te komen, maar zij kon niet. Hare lede maten schenen verlamd en weigerden haar den dienst. Een duivelsche lach weerklonk in hare nabijheid. Madge Scarlet sprong op en keek tusschen de struiken door naar haar slachtoffer. „ria! ha! Gij kunt niet ontsnappen. Dat mooie hoofdje zal verpletterd en verbrijzelden dat tengere lichaam van een gereten worden. Zoo zal ik je aan Dyke Darrel aanbieden» ha! ha!" Zij schreeuwde nu zoo luid, dat hare woorden zelfs de ooren van de verschrikte Nelly bereikten. Nergens hulp, nergens redding. Het ijzeren monster dreunde steeds voort; het komt Dader en nader, totdat de machinist iets op de rails ziet liggen. Spoedig wordt de machine door de rem tot stilstaan gebracht. Te laat! Een zucht van wanhoop ontsnapt aan de lippen van het half- doode meisje, dat nu geheel bewusteloos nederzinkt. Op het zelfde oogenblik kwam er hulp van een kant, vanwaar zij niet verwacht werd. Een man snelde toe en wierp een zwaren balk voor den trein, die in vertraging was. Een gerommel en een schok, en toen kwam de trein tot stil staan op ongeveer tien schreden afstands van het meisje. De man, die zoo plotseÜDg was komen opdageD, voerde Nelly van de plaats, waar hij haar gevonden had. De machinist en de stoker kwamen van de locomotief en wenschten den jongen man geluk met zijne daad. „Het remtoestel kon den trein niet geheel tot stilstand bren gen," zeide de machinist. „Die balk heeft het meisje gered, zonder den trein te beschadigen." „Het was een gelukkig toeval, dat mij juist op dit oogenblik hierheen voerde," zeide de jonge man, die Nelly aan den kant van den weg had neergelegd en nu de twee mannen hielp om den balk uit den weg te ruimen. „Ja, wie is zij?" „Dat weet ik niet." „Wij moeten nu weer op weg en den verloren tijd inhalen," zeide de machinist,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1