NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Zaterdag 30 Januari 1892.
No. 2629.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTlEN:
STADSNIEUWS.
De Doofpot.
FEUILLETON.
Een Wolf in Schaapsvacht.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 meanden 1,65.
Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummer». 0,05.
Dit blad perschjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer IJS,
van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer lOCent».
Groete letter» neer plaatsrtsim'.".
Bij Abonnement aanzienlijk ratatj
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en oourentier».
Directeur-Uitgever J. C. PÏIHÏBOOI.
Hoofdagenten mor het BuitenlandCompagnie Ohirale ie Puhlieiti Mtrengire ff L. HAP SM fr Ctn JOMM 1. JOlfHt, Snee., fnrj/e 81Ui Innhonrg Mentmartrn
Hel bijvoegsel van het bladdat
Zaterdagavond verschijntsal bevatten
Kind of Tijger. Haarlemmer Hal
letjes No. CXX V. Binnen en Bui
tcHLandsJie berichten. Varia.
Kleine advertentiën uit hel Blaadie
No. IV. Advertentiën enz.
Haarlem, 29 Januari 1892.
De officier van gezondheid ie klasse
J. T. Noordijk, van het 2de regiment
huzaren alhier, is tijdelijk te Dordrecht
gedetacheerd om aldaar dienst te doen
tijdens de ongesteldheid der militaire
geneesheeren.
Door wijlen Mejuff. Deliana van der
Werff, Wed. Jan Dors, onlangs te Haar
lem overleden, is hare geheele nalaten
schap, behoudens eenige uitkeeringen,
vermaakt aan het Gereformeerde Wees
huis alhier.
Daar vele eigenaars van honden tot
nogtoe verzuimd hebben, de belasting
daarvoor te betalen, meenen wij hun
geene ondienst te doen, hen attent te
maken dat 31 Januari a. s. daartoe de
laatste dag isna dien datum is der
politie gelast tegen de nalatigen proces
verbaal op te maken.
Vereeniging Sehnttevaer.
{Slot.)
Nadat nog eenige voorstellen waren
behandeld, die niet op de agenda voor
kwamen, kwamen ter tafel voorstellen
van Rotterdam, die tot strekking hadden
dat voortaan elke afdeeling een af
schrift zou bekomen van ieder inge
komen adres en van het daarop ge
geven antwoord; en verder dat de be
langen van het noordelijk gedeelte van
ons land speciaal door afgevaardigden
uit het Noorden en die van het zuidelijk
deel door afgevaardigden uit het zuiden
zouden worden behandeld.
De bedoeling lag hierin, dat het blad
Schuttevaer niet meer, maar voortaan
de Scheepvaart zou worden gebezigd
als orgaan van de vereeniging. De dis
cussie die eenigszins persoonlijk ging
worden, werd ter juister tijd geëindigd
met een intrekking van Rotterdams
tweede voorstel.
Met een woord van dank aan de
recipieerende afdeeling, aan de aanwe
zige gasten-kameileden, aan de ver
tegenwoordigde afdeelingen en aan de
pers, sloot de voorz. de vergadering.
Een dier gasten, de heer F. Lieftinck,
lid van de Tweede Kamer der S. G.,
sprak de beste wenschen voor het heil
der vereeniging Schuttevaer uit.
Met een diner, waaraan velen deel
namen, is deze vergadering besloten.
Een onzer geabonneerden heeft toen
hij gisterenavond den schouwburg had
verlaten, naar de pen gegrepen om ons
zijne verontwaardiging over de opvoe
ring van „de Doofpot" te kennen te
geven.
Wij kunnen, zonder ons geweten
eenig geweld aan te doen, zooal niet
de verontwaardiging, dan toch de onte
vredenheid van dien lezer deelen. Nog
daargelaten dat de „Doofpot" volstrekt
geen aanspraak mag maken op iets
wat naar kunst zweemt (wat we allen
vooruit wel wisten) is de vertolking
zeer onvoldoende geweest.
De directie van den Salon des Va
riétés heeft, en terecht ingezien, dat
nu d? Doofpot eenmaal naam maakte,
er alles uit geslagen moest worden wat
er uit geslagen kon worden en dat wel
zoo vlug mogelijk, omdat de feiten die
in het stuk zijn gamemoreerd, al wat oud
bakken zijn. Daar»m verdeelde de
directie de artisten in tweëen, nam er
eenige waardelooze tooneelspelers bij
en vormde aldus twee treepen, die de
Doofpot konden spelen.
't Ongelukkigste nu is dat wij te Haar
lem den slechten treep hebben gekre
gen, de andere gaf het stuk terzelfdertijd te
Amsterdam. De heer Smith speelde voor
Lindeman en al was hij in deze rol
volstrekt niet bevredigend, in ieder
geval speelde hij beschaafd. Malherbe
zag er ook zoo verdwaald uit in zijn
nietsbeteekenende rol.
Maar er waren er onder, zoo onbe
schaafd en rauw, dat men, de oogen
even sluitende, zich gemakkelijk kon
voorstellen, dat zij een sinaasappelen -
wagen voortduwden.
Eigenlijk is de rel van den politie
agent de eenige, die aardig is. De heer
Blauw vervulde die voldoende. Zijn
liedje „pats, pats" is een van de weinige
goedgeslaagde momenten in het stuk en
nu wij toch over de muziek spreken,
willen wij een woord van lof aan den
componist, den heer Renard, niet ont
houden. De muziek is aardig, licht,
vroolijk en passend.
De dames waren de minsten niet van
het gezelschap. Mej. Anna Poolman, als
Amandine, zong heel aardig, mej. Beu
kers die „de Eendracht" voorstelde,
stond enzweeg bewonderenswaardig
lang stil. Aai dig waren de geïLustreerde
weekbladen.
Wie het vijfde bedrijf gezien beeft,
zal zeker begrepen hebben, dat men er
duchtig in heeft gesnoeid.
Onze verontwaardigde aboncé schrijft,
dat velen bij het verlaten van den
schouwburg spijt zullen hebben gevoeld
over het betaalde geld. Wij kuDnen dit
gevoel van spijt aan onze eigen ge
waarwordingen niet controleeren, daar
de poorten van den tempel der kunst
zich steeds zonder den tooverstaf van
het geld voor ons openen. Maar zeker
is het dat wij voor ons er niet aan
denken, de Doofpot ooit weer te gaan
zien.
De zaal was stampvol.
De afdeeling Haarlem van het Ned.
Werkliedenverbond „Patrimonium" hield
Donderdagavond in Felix Favore een
openbare vergadering, waarin als spreker
optrad de heer P. van Vliet Jr uit
Leeuwarden, met het onderwerp „De
beteekeüis van het Sociaal Congres voor
Patrimonium."
Na een woord tot inleiding en een
gebed, uitgesproken door den voorzitter
van de afdeeling, begon spreker met mede
te deelen, hoe de afdeelingen van Patri-
moiium, wier aantal in den laatsten tijd
vooral in Friesland, het Nederlandsch
Ierland, zooals men het wel eens noemt,
zeer is toegenomen, zijn gesticht ter
oplossing van de Sociale kwestie, ten
minste tot voorbereiding daarvan.
Sommige afdeelingen waren echter op
geen goeden grondslag gebouwd, daar zij
zich slechts de vraag stellenwat moe
ten wij doen tot christelijke opbeuring
onzer medemenschen en de bespre
king der sociale wanverhoudingen niet
in haar programma opnamen. Het
eerste bijeenroepen van het chris
telijk sociaal congres, was de eerste
stap in de goede richting om te komen
tot een sociaal programma.
Allen die aan den bijbel, aan Gods
wo:rd geloovenj) zegt spreker, zijn er
zich van bewust, dat de sociale kwestie
bestond zoolang er maatschappelijke
zonden waren, zoolang de heftige strijd
tusschen kapitaal en arbeid is gevoerd. Bij
de voorbereiding tot de oplossing daarna
moeten wij ens voor twee zaken, de
twee uitersten, hoeden, d. w. z. niet
luisteren naar de stem van het onver
anderd behoud, en naar de stem der
radicale vera 1 dering, omwenteling. Uit
statistieken, waaruit blijkt, dat bijv. in
Engeland 500 Engelschen der geheele
inkomsten van het rijk bezitten, en die
der middenklasse evenwel bedragen
als die van de in aantal vijftig maal
talrijker arbeidersklasse, moeten wij
opmaken, dat er iets aan hapert en de
sociale kwestie van groot gewicht is.
Welnu op de roepstem van de ar
beiders van Patrimonium werd het
eerste christelijke congres gehou-
houden. Dr. Kuyper besprak als in
leider de vraag„Wat staat ons
Christenen te doen tot verbetering
der sociale nooden God wil niet, dat
er gebrek wordt geleden. Aan de ge
rechtigheid behoort het, het groote en
algemeene vraagstuk op te lossen. Wij
moeten niet slechts werken aan de voor
bereiding voor het toekomstig leven,
maar ook tot verbetering van het aard-
sche leven. De Zondag als rustdag
moet streng gehandhaafd worden. De
cpeenhooping van kapitaal en grondbezit
moet krachtig worden bestreden. Wij
moeten allen een menschwaardig be
staan kunnen leidende overheid als
dienaresse Gods moet het belang van
allen behartigen. De overmatige onze
delijke arbeid moet worden bestreden,
daar de arbeid een weldaad moet blij
ven, dus moet de kwestie van den
normalen arbeidsdag met ernst worden
besproken, en vrouwen- en kinderen
arbeid zooveel mogelijk worden be
streden. De strijd tegen alcohol en
prostitutie moet sterk worden aange
bonden. Ook werd in het Congres het
recht van werkstaking besproken. Dit
recht wordt niet miskend, mits alle
andere middelen tot verbetering zijn
uitgeput. De accijns op zout, zeep en
suiker moet worden afgeschaft. Ziedaar
de besluiten, welke op het Congres zijn
genomen. En wat moet nu voor Pa
trimonium hieruit voortvloeien Evenals
Mozes, als een der gunstigst bedeelden
van zijn volk, de aangewezen persoon
was om dit volk te leiden, zoo moeten
de arbeiders zich door de meer ont
wikkelden laten leiden. Laat ons van
goeden wille zijn, en uit allerlei rang
en stand tegen de wanverhoudingen
opkomen. Een gezonde en krachtige
actie moet van Patrimonium uitgaan.
Na nog het algemeen kiesrecht te heb
ben besproken, als een der verbeteringen
om tot het doel te geraken, en de op
wekking, dat Patrimonium het goede
moet zoeken voor land en volk daar
God het wil, eindigde de spreker. Na
eenig debat en het zingen van een
psalm ging de vergadering uiteen.
Reeds eenige malen hebben wij een
beroep gedaan op de liefdadigheid yan
onze stadgenooten om de Commissie tot
kostelooze brood- en koffie uitdeeling
te steunen in haar werk, en haar in
staat te stellen de behoeltigen nog
eenige weken voor honger te vrijwaren,
daar haar kas op 't oogenblik totaal
is uitgeput. Wellicht zijn sommigen die
bij den strengen vorst van het vorige
jaar hunne liefdegaven voor de armen
wilden offeren, nu van meening, dat
hunne giften niet zoo zeer noodig zijn.
Dit is zeer zeker niet het geval,
hunne gaven vinden dezen winter een
even nuttige bestemming, getuige het
groot aantal dergenen, aan wie voed
sel wordt verstrekt.
Zet uwe beurzen dan nog eens open,
om op die wijze de commissie inslaat
te stellen, haar werk voor dezen winter
te voleindigen.
Gisteren maakten van de uitdeeling
gebruik, 1192 kinderen en 397 volwas
senen. en hedenmorgen n 15 kinderen
en 373 volwassenen.
Als eigenaardigheid wordt ons door een
onzer abonné's gemeld dat den 2QFeb.
1842 alhier zijn aangeteekend drie paren,
welke allen nog in leven zijn, zoodat zij
in Februari gelijktijdig hun gouden huwe
lijksfeest zullen vieren.
Het zijn J. H. Ruysen en A. Smit,
(Jansstraat)A. de Vries en S.Mok (Wijde
Appelaarsteeg) en J. H. Wesseling en A'
M. Bouwmeester (thans wonende te
Overveen.)
Naar men ons mededeelt bevindt zich
het tweede paar A. de Vries en S. Mok in
niet zeer gunstige financieele omstandig
heden, zoodat een ieder, die iets wil
bijdragen om deze oudjes genoegelijke
feestdagen te verschaffen, ongetwijfeld
een goed werk zal verrichten.
Als verdacht van den diefstal der 3
schrammen (jonge varkens) uit een stal
aan de Raaks, is door de politie aan
gehouden en naar het huis van bewa
ring overgebracht Pieter de la Rie, oud
2i jaren, die reeds meermalen gevan
genisstraf heeft ondergaan.
De arbeiders aan de inmodatiewer-
ken te Kudelstaart (gem. Aalsmeer) heb
ben den arbeid gestaakt, omdat zij, bij
hard werken, niet meer dan 65 centen
per dag konden verdienen.
Graan- en zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp, Haarlemmermeer, 28 Jan.
1892, oude tarwe o.k ƒ0.—Witte
tarwe ƒ6 k f8.65.—, jarige /o.
ristarwe o.—rogge 7.20, k ƒ7.50,
haver ƒ7.25, k ƒ7.55.— chevaliergerst
5 5°) f 5-7°-wintergerst 5 25, i
ƒ5.40, zomergerst o.—k o.—dui-
venboonen 7., k ƒ7.30, paarden-
boonen ƒ6.15, ƒ6.40bruineboonen
10 k f 11.40, groene erwten 7.80—,
k ƒ9.75, grauwe erwten o.k
f o.capucijners o.k fo.
kanariezaad f o.k f o.
Het Noordzeekanaal is vrij van ijs
de Rij ks-o verzet veeren hebben den
dienst per pont hervat.
In Spaar ne en zij kanaal zijn stoom-
en zeilvaart en in de ringvaart van den
Haarlemmermeerpolder, de stoomvaart
hersteld.
321
HOOFDSTUK XXVI.
„Toen de gevangenbewaarder een oogeoblik bij andere gevan
genen was en mij in dien tijd in de gaüg liet staan, heb ik
mijn slag geslagen. Ik klom op een stoel, kroop door het ven
ster en ontvluchtte onder begunstiging van het maanlicht. Na
tuurlijk werd er dadelijk een onderzoek naar mij ingesteld, maar
ik hield mij verborgen in een kelder onder een oud, onbewoond
huisje, dat midden in een bosch stond. Na daar een paar dagen
doorgebracht te hebben, ben ik uit de Staat ontvlucht."
„En wat gaat gij nu doen?"
„Nu ben ik van pl m de zee tusschen mij en mijne vervolgers
te stellen."
Dyke Darrel keek den spreker aan. Verscheidene gedachten
doorkruisten zijn brein. Hij moest erkennen, dat deze jonge man
veel talent had, dat als het ten goede was aangewend, Martin
Skidway een eervolle plaats in de maatschappij verzekerd zou
hebben.
„Ik ben niet in staat om u nu in de volvoering van uwe plan
nen tegen te gaan," zuchtte de detective.
„Zoudt gij dat nog doen, na wat er gebeurd is, als gij het
kondet doen?" vroeg de vluchteling, terwijl hij den man op den
groDd dreigend aankeek.
„Onze plicht gebiedt ons dikwijls iets te doen wat wij onaan
genaam vinden," antwoordde Dyke Darrel.
S'ridway fronste zijne wenkbrauwen en antwoordde
„Ik zie, dat mijn genade misplaatst was. Het schijnt wel, dat
ik uw leven heb gered om u een kans te geven mij opnieuw
in de gevangenis te brengen. Denkt gij, dat ik dwaas genoeg
ben om u die kans te laten?"
Er lag eene bedreiging in de stem van den man, die Dyke
met angst vervulde.
„Ik ben nu hulpeloos," zeide hij, „maar ik veronderstel niet, dat
gij een man kwaad zult doen, die niet in staat is zich te ver
dedigen."
„Maar gij kunt spreken. De eerste de beste man, die hier
voorbijkomt, zal van u hooren, dat er in de buurt van New-York
een ontsnapte gevangene rondzwerft, en een telegram zal maken,
dat tienduizend politie-agenten op mij zullen loeren. Zonder deze
inlichtii gen van u zou ik hier niet herkend worden. Ik ben een
wanhopig man, Dyke Darrel, maar ben echter niet van plan mij
voor u op te offeren."
„Wat wilt gij dat ik doe?"
„Gij kunt kiezen uit twee voorstellen."
„En die zijn?"
„Gij moet mij plechtig beloven niet aan een ander te vertel
len, dat ik hier in deze buurt ben en bovendien, dat gij de eerste
maand geen poging in het werk zult stellen om mij op te sporen
zweert gij dat niet, dan moet ik mijn plicht doen."
„Ga voort."
„Wilt gij den vereischten eed afleggen?"
„Neen, volstrekt niet."
„Dan moet ik tot het laatste middel mijn toevlucht nemen,
Dyke Darrel?"
„En dat is?"
„U te dooden."
Terwijl hij zich in zijne volle lengte ophief, zwaaide hjj onder
het uiten dezer woorden een zware, ijzeren staaf boven het hoofd
van den hulpeloozen Dyke Darrel.
„Martin Skidway, houd op."
De detective uitte deze woorden op angstigen toon.
Een oogenblik hield de schelm op.
„Wilt gij zweren
„Neen, maar..."
„Maar, dan moet gij sterven. Uw dood zal aan een ongeluk
toegeschreven worden en niemand zal eenig vermoeden hebben,
dat ik een hand hierin heb gehad."
Opnieuw nam de jonge boef de staaf voor zijn moordend werk
op. Op d'tzelfde oogenblik vernam Martin Skidway het geratel
van wielen.
Een rijtuig, waarin twee mannen gezeten waren, kwam recht
op het tweetal aanrijden. De inzittenden hadden Skidway onge
twijfeld gezien. Hij achtte het dus niet geraden nu den detec
tive den doodelijken slag toe te brengen, daar het zijn schuld
slechts verzwaren kon.Met een vloek liet hij de staaf vallen en keerde