NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Dinsdag 2 Februari 1892* No. 2631 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTEN TIÉN: STADSNIEUWS. Bevolkingsstatistiek Het Vliegend Wiel. BINNENLAND. FEUILLETON. Een Wolf in Schaapsvacht. AARLE DAGBL Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 tnannden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad versch^nt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12Z. ▼as 15 regels 50 Cents; ieders regel meer 10 Cents. Groste letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanxienlijk rabat, Abonnementen #s» Advertenties worden aangenomen door once agenten se door alle boekhandelaren en conrantier». Directeur-Uitgever J. C. FE EB EB O OM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Ghfrale ie Fuilieiti Mtrengire ff. L. BAVBM jr Co--, JOHM I. JOH HZ Sua., turft 31 Us tauhourg Hntmartm Haarlem, i Februari 1892. In den maand Januari is het museum van schilderijen en oudheden op het raad huis alhier bezocht door 63 personen tegen en door 238 personen zonder be taling. der gemeente Haarlem over 1891. De bevolking bedroeg op 31 Decem ber 1890 behalve de bevolking der ge bouwen, bedoeld bij Koninki. Besluit van 27 Juli 1887 {Staatsblad No. 142) 23963 m. 27625 v. tot. 51588. Zij vermeerderde in 1891 door ge boorte met: 891 m. 872 v, tot. 1763. Zij verminderde in 1891 door overlij den met: 485 m. 513 v. tot. 998, het geen eene vermeerdering geeft van 406 ra. 359 v. tot, 765. In de gemeente hebben zich in 1891 gevestigd 2063 m. 2375 v. tot. 4438. Uit de gemeente zijn in 1891 ver trokken 1448 m. 1658 v. tot 3106. Dientengevolge eene vermeerdering van 615 m. 717 v. tot, 1332. De bevolking is alzoo in 1891 vermeerderd met 1021 m. 1076 v. tot. 2097. Samen 24984 m. 28701 v. tot. 53685. De bevolking der gebouwen bedoeld bij Koninki. Besluit van 27 Juli (Si.bid. No. 142) bestond op 31 Dec. 1891 uit Sterkte in het garnizoen 554 m. 75 v. tot. 629. Bevolking der gevangenis 1 m. 1 v. tot. 2. Id. in het krankzinnigen gesticht aan de N. Gracht 29 v. tot. 29. 555 m. 105 v. tot. 660, zoodat de to tale bevolkiüg op 31 December 1891 bedraagt 25539 m. «8806 v. tot. 54345* Onder de geboorten zijn begrepen 25 tweeling geboorten (24 j. 26 m Er zijn gehuwd 351 Paren. fL Heden herdacht de heer Th. Hoyer, directeur van het postkantoor alhier zijn 40-jarig ambtsjubileum. Op uitdrukke lijk verlangen van den geachten jubilaris hebben geen feestelijkheden plaats ge had. De rekening en verantwoording van de Levensverzekering-Maatschappij „Haar lem" (directeur de heer J. Stoel, Wilsons- plein 13) over 1891 is door Commis sarissen goedgekeurd. Uit die rekening blijkt, dat in 1891 aan Contributie werd ontvangen f 25912,44 en aan rente 4588,26% dat de uitkeeringen wegens overlijden beliepen ƒ1258758 en dat de belegde som werd vergroot met ruim 11.000.Het kapitaal der Maatschappij beliep op 1 Januari j.l. ƒ114914,16, terwijl het getal leden in 1891 met 2219 vermeerderde en op 1 Januari j.l. 13701 bedroeg. De Kamer van koophandel alhier heeft zich tot den minister van water staat, handel en nijverheid gewend om nogmaals aan te dringen op staatsex ploitatie van de telephonie. In het adres wordt gewezen op de velerlei klachten, ^waartoe de tegen woordige toestand aanleiding geeft, zooalsdikwijls voorkomende storing in de bovengrondsche leidingen, on verstaanbaarheid der gevoerde gesprek ken tengevolge van slechte toestellen en verbindingen, alsmede van con tracten met andere draden, gebrekkige bediening op de telepheon-bureaux te hooge abonnementsprijs, zoowel voor het gemeentelijk als voor htt intercom munaal verkeer, dikwijls onvoldoende toestand der lijnen en toestellen ten gevolge van gebrekkig onderhoud en toezicht; storing op de telepheonlqnen tengevolge van vorst en ijzel en on voldoende regeling der voorwaarden, waaronder verschillende exploitanten van telephoonnetten verplicht zijn eene intercommunale aansluiting aan die netten toe te staan. De Kamer heeft hier o. a. het oog op de moeielijkheden welke voor eenigen tijd hieromtrent tusschen de Neder- landsche Bell-Telephoonmaatschappij en de heeren Ribbink, Van Bork en Co. c. s. gerezen zijn, -waaruit duidelijk is gebleken, dat die voorwaarden onder ling zeer bezwaarlijk, zoo niet onmo gelijk te regelen zijn, terwijl onder de tegenwoordige omstandigheden de Bell- Maatschappij dientengevolge feitelijk monopolie geniet, dat voor de alge- meene belangen nadeelïg werkt en waarop bij de behandeling van dit onderwerp in de vergadering der Tweede Kamer van de Staten-Generaal reeds door een der leden breedvoerig gewe zen werd. Eindelijk wijst de Kamer er op, dat exploitatie door den staat te verkiezen is, omdat de beambten, met de bediening belast, steeds in de gele genheid en soms wellicht in het belang van den dienst verplicht zijn de ge sprekken mede aan te hooren. Het ge heim van de telephoon acht men alleen veilig bij door den staat aangestelde beeedigde ambtenaren. Woensdag 3 Februari zal alhier gevierd worden het 25-jarig bestaan van de volkszangvereemging van de Maatschap pij tot Nut van 't Algemeen met eene openbare uitvoering, welke des namid dags 2 uur in de kerk der Vereenigde Doopsgezinde Gemeente zal worden gegeven. Als vervolg op de muziekschool uitvoering van verleden week, was j. 1. Zaterdag de beurt aan de leerlingen der solo-klasseD,proeven van vorderingen en bekwaamheid at te leggen. Die proeven vielen meerendeels zeer gunstig uit. Ook hier spanden de pianisten de kroon, hoezeer ook van de leerlingen der viool- en zangklassen veel goeds zou zijn te zeggen. Evenwel, gesteld dat dit wenschelijk of nuttig kon zijn, laten de uitgebreidheid van het pro gramma en het groote aantal der optre denden geen bespreking in bizonder- heden toe. Ik wensch daarom te vol staan met eene betuiging van hooge waardeering der onderwijskrachten, aan de muziekschool werkzaam en een ge- lukwensch aan de heeren Schlegel, Robert en mej. Bastiaans, met het in hunne leerlingen behaalde succès. PHILIP LOOTS. Zaterdagavond hield de schietclub Willem III hare halfjaarlijksche huis houdelijke vergadering. Voorioopig werd 0. a. bepaald in 1893 bij gelegen heid van het tienjarig bestaan der club eene groote algemeene wedstrijd te houden, later te beslissen of die zal zijn provinciaal of nationaal. Verder werd besloten door het bestuur maat regelen te doen nemen om van over heidswege verbetering te doen verkrij gen in den onvoldoenden toestand der schietbanen in de duinen. Nadat de rekening en verantwoording van den penningmeester was goedgekeurd werd het bestuur en bloc herkozen en de vergadering door den president, den heer J. Droste, gesloten. Zaterdagavond gaf de vereeniging „Het Vliegend Wiel" eene tooneel- vocrstelling in de zaal van de Sociëteit „de Kroon". Voordat de uitvoering begon, trad de vice-president voor het voetlicht en heette de aanwezigen welkom, terwijl hij tevens aan de aanwezige verslagge vers verzocht om eene opbouwende niet om een afbrekende kritiek. Wat is eigenlijk eene „opbouwende kritiek" Zeker niet een goedhartig mooivinden van alles en alles, maar eene beoordeeling, die met waardeering van het goede, dat te hooren werd gegeven niet nalaat kalm en bescheiden te wij zen op wat ODjuist was, of verkeerd. Wij zullen het er wel allen over eens zijn, dat een beoordeelaar niet moet verkeeren in de positie van den hoveling, aan wien door zijn koning werd ge vraagd „zeg mij nu eens ronduit, wat gij van mij denkt, maar... iets onaange naams kan ik niet verdragen." Dan, ter zake. De vereeniging gaf een tooneelspel van Broekhoff „Ont- eerd" en een blijspel van A. S. Reule „Eene Huishoudster" getiteld. De op merking is meer gemaakt, dat eene liefhebberij-vereeniging gewoonlijk be ter een blijspel, dan een tooneel- of treurspel vertolkt. Dit was ook hier het geval. Het aardige stukje van Reule werd zeer verdienstelijk ten gehoore gebracht en wanneer wij geene be paalde personen noemen, dan is dat omdat al de spelers zich uitmuntend van hunne taak kweten. Dit wil evenwel Diet zeggen, dat er ook niet in de vertolking van „Onteerd" veel te loven viel. In dit zeer eenvou dige stuk is de rol van den schelm Krags zeker de dankbaarste en die was in goede handen. Ook Anton Vleer- man" komt een woord van lof toe. De drie andere rollen waren van minder beteekenis. Laat ons, nu wij onze waardeering hebben getoond, een enkele opmerking maken. Geen tooneelspeler gebruike toch het boekenwoord „gij." „Weet gij waar hij zich op dit oogenblik bevindt hoorden wij een der acteurs aan den ander vragen. Het zal wel zoo in het boekje hebben gestaan, maar te verde digen is het niet. In het dagelijks leven zegt men: „Weet u (weet je)ook,waar hij tegenwoordig is (woont) Men be hoort zeker op het tooneel alles wat grof of plat is, te vermijden, maar alles wat gezegd wordt, moet natuurlijk zijn en ongedwongen. Is niet het tooneel het spiegelbeeld der natuur? Met deze opmerking wenschen wij der vereeniging toe, dat zij met lusten ijver voort studeere het succes zal dan niet uitblijven. Een klein orkest, onder directie van den heer Wagner, eenigszins uitgebrei der dan gewoonlijk, kweet zich goed van zijn taak. Een bal besloot den avond. Door de anti-revolutionaire kiesver- eeniging „Nederland en Oranje", te Haarlemmermeer, zijn, met het oog op de groote afstanden, afdeelingen opge richt. In den Grooten IJpolder, onder de gemeente Sloten, wordt vanwege de Marine, een magazijn gebouwd, tot berging van buskruitde voorberei dende werkzaamheden zijn reeds aan gevangen. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op 4 Fe bruari niet plaats hebben. Door het hoofdbestuur van den Nederlandschen bond ter bestrijding van overdreven Zondagsrust op het gebied van post- en telegraafverkeer is aan dan minister van waterstaat, handel en nijverheid een adres gericht, waarin wordt gewezen op de groote belemme ring en storing, die de dienstbeperking op de 3 Kerstdagen van 1891 in het post en telegraafverkeer heeft teweeg gebracht, en hoe, uit bijna alle oorden des lands, klachten over het schadelijke, het onhoudbare van zulk een toestand zijn gerezen en openbaar gemaakt. De bond verzoekt den minister ten slotte, het daarheen te willen leiden, dat er voor taan onderscheid worde gemaakt tusschen Zon- en feestdagen, in dien zin name lijk, dat de dienst op feestdagen, uitbrei ding erlange, vooral op die christelijke feestdagen, waarbij op de algemeene erkenning en viering valt af te dingen, alsook dó£v, waar Zon- en feestdagen elkaar onmiddellijk of in eene zeer korte tijdsruimte opvolgeneene wijziging, waarbij naar de meening van den bond het algemeen belang zeer gebaat zou zijn. Wederom is door een be kwamen werktuigkundige, jhr. H. Rap- pard, ingenieur bij de marine, eene nieuwe uitvinding gedaan. Hij heeft nj. een toestel ontworpen en samengesteld, een z. g. magnetische electro-roerver- klikker, waardoor de stand van het roer aan boord van schepen gemakkelijker dan tot nu toe geschiedde kan worden bepaald. Van veel belang zal deze uit vinding voor onze oorlogsbodems zijn. Het krankzinnigengesticht te Loosduinen, op te richten door de Vereeniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders in Nederland, gevestigd te Utrecht, zal be staan uit tien paviljoenen voor mannen, tien paviljoenen voor vrouwen en de noodige dienstgebouwen. Er mogen niet meer dan 500 krankzinnigen, 250 man nen en 250 vrouwen, verpleegd worden. De geneeskundige behandeling der verpleegden wordt aan ten minste drie geneeskundigen opgedragen. Zoolang het aantal verpleegden niet meer dan 200 bedraagt, moet aan ten minste één, zoo- 341 HOOFDSTUK XXVIII. Wat een reistasch aan het licht bracht „Hoor eens, oudje 1" „Wat blieft je?" De oude man bleet staan, keek Harry Bernard met open mond aan en begon te glimlachen. „Ik wou u wel eens spreken.'' „Goed, ga je gaDg." „Wie zijt gij „Ik? wel Sam Wigg uit York. Wat kan ik voor u doen, mijnhéer De oude man scheen een eerlijk man te zijn, en toen Harry naar de vuile handen keek, kon hij niets verdachts ontdekken. „Zijt gij familie van den boer, die hier woont?" Neen, zoover ik weet niet," zeide de boer op teraerigen toon, terwijl hij lachte, alsof zijn hoofd van zijne schouders moest vallen. „De broer van den man van de tante van mijn vrouws neet was een neef van de vrouw van den boer, die hier woont, die, als ik mij niet vergis, ook eenigszins familie is van de zuster van Isacker Pete's vrouw, mijne grootmoeder, maar wij zijn toch niet zeer verwant." „Neen, dat denk ik ook niet," antwoordde Harry, die nu weer na_r de boerr'erij terugkeerde, terwijl de man ongehinderd zijn weg vervolgde. „Wel, wat hebt gij te vertellen, Harry vroeg Darrel, die het tweetal van uit het venster had gadegeslagen. „Het was eene zonderlinge gelijkenis," antwoordde de jonge man lachende. „Ik dacht zeker, dat ik den man had gevonden, maar het bleek eene vergissing te zyn." „Weet gij dat zeker?" „Ja." Dyke Darrel beschouwde de zich verwijderende gedaante van den ouden man met niet weinig belangstelling, totdat hij hem geheel uit het oog had verloren. De detective, die van nature achterdochtig was, geloofde dat de voorgewende oude man niet met een goed doel naar de boerderij was gekomen. „Ik kan niet nalaten te denken, dat die zoogenaamde Wiggs ons nog in ongelegenheid zal brengen, Harry," zeide de detec tive eindelijk. „Hij is een onschadelijke oude man," verzekerde Bernard. Hij was echter in zijn hart niet gerust en wilde de zaak hier niet bij laten. „Het zou toch in elk geval wel raadzaam zijn om den ouden kerel te bespieden," zeide Dyke Darrel, terwijl hij opstond, in de kamer heen en weer liep en nu en dan door het venster keek in de richting, waar Wiggs verdwenen was. „Houd je toch bedaard," zeide Bernard. „Ik zal den ouden man volgen en zien of hij is, wie hij schijnt." Bernard was op het punt de kamer te verlaten, toen er een jonge man snel op de boerdery kwam toeloopen. Dadelijk her kenden zij den jongen Paul Ender. „Zoo, is Paul bij u?" vroeg de detective. „Ja, hy volgt mij als mijne schaduw en ik heb bevonden,dat hij een trouw en dapper vriend is," zeide Harry, terwijl hij Nelly van ter zijde aankeek, die hem had verteld, hoe dejongê man haar tegen Elliston had beschermd. „Ja, ik kan van zijn moed getuigen," antwoordde het meisje. „Paul en ik zijn groote vrienden geworden." Een oogenblik later verscheen de joDge Ender in de kamer, waar het drietal zich bevond en legde eene groote, zwarte reis tasch in het midden op den grond neer. „Ik heb diefstal gepleegd," zeide de jonge man lachend, „en hen hier gekomen om mij aan de genade van het gerecht over te geven." „Gij spreekt in raadsels," zeide Bernard. „Ik heb op den loer gelegen en ik heb eene ontdekking ge daan, die ons misschien van groot nut zal zijn." „Ga voort." „Ik heb den man met den rooden baard gezien." „Waar?" „Ginds bij, het station. Ik zag hem in een oud schuurtje gaan met deze reistasch in de hand." „Kom, vertel verder."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1