politiek oygiuicar.
Nederlandsch-Indiéinfanterie 18, ar-,
tillerie 8, genie 2; te zaraen 28.
30. ouders of voogden, wier zonen of
pupillen aan het examen wenscben deel
te nemen, behooren daarvan de ken
nisgeving (ingericht op eene wijze als
bij het in de Staatscourant aangewezen
model wordt aangegeven) in dier voege
in te zenden, dat zij vóór 1 Mei a. s.
aan het departement van oorlog ont
vangen wordt.
Om aan het examen te kunnen deel
nemen, moet de adspirant op den ie»
September a. s. den vollen ouderdom
van vijitien jaren bereikt, doch dien
van achttien jaren niet overschreden
hebben.
De Staatscourant vermeldt de nadere
bepalingen ter inlichting.
De Staatscourant maakt tevens be-
kead dat
io. op 1 October als volontair kun
nen worden toegelaten
a. bij den aitiilerie-cursus te Delft
6 jongelieden
b. bij den voorbereidenden practi-
schen cursus der Militaire school te
Haarlem: 15 jongelieden
Voor de verdere bepaliagen zie men
alsmede de Staatscourant
Ter naturalisatie zijn voor
gedragen H. R. Leemhuis, landbouwer
te Blijham; R. Krtlger, stationchef te
Kertosono (Ned.-Indié)prof, dr. F. J.
P. van Calker, te GroningenF. C.
Hirschfeld, kantoorbediende te Amster
dam F. A. Erdmann, directeur van de
cultuurmaatschappij„Tjepper" te Amster
dam C. J. H. Müller, fabrikant te
Utrecht; E. H. Ruhl, pakhuismeester
te Batavia, enA. H. Hensen, verificateur
bij d§ dipecte belastingen enz. te Nij
megen.
Ondanks den scherpen
oostenwind was het Dinsdagmiddag aan
den kop van de Handelskade te Am
sterdam zeer vol. De walvisch, welke
in de stad reeds een zekere popu
lariteit heeft verkregen, zou „opge
hangen" en in de schuit gebracht wor
den. En van dat schouwspel wilden
velen ge'uigen zijn. Zelfs de bij elke
plechtigheid aanwezige militaire en bur
gerlijke autoriteiten ontbraken niet. Maar
ODgelukkig bleek het werk meer tijd-
roovend dan men had gedacht.
De amsterdamsche kaailieden zijn
met de behandeling van allerlei vracht
jes bekend, ma^r hoe men dit logge
gevaarte zou keeren, opdat het in eene
beho orlijke positie in de schuit gebracht
kon worden, dat was een vraag, welke
zooveel overleg vereischte, dat men
gisteren niet klaar kwam. Het „beestje"
is niet gekeerd. Nog steeds ligt het in
drie „stroppen" op den rug. Wel is
het een oogenblik even in. de hoogte
geweest, zoodat een paar vinnen zicht
baar werden, maar toen werd men be
vreesd, dat de stroppen zelfs op het
beestje aan de mogelijkheid van
welks dood niet te twijfelen viel
toch nog een slechten invloed zouden
hebben. Dit deed besluiten tot het
bevel „langzaam strijken". En zoo ligt
de walvisch, welke, ondanks zijne lengte
van 22 meter, toch nog maar een jonge
ling schijnt te zijn, weer in het water
zonder regenjas, zoodat men een goede
gelegenheid had de zwaar gegroefde
huid van het „buikje" van het beest
te zien. Echter niet allen, want de po
litie, die ditmaal precies wist in welke
sectie de jongeling zou worden opge
hangen, wist ook wat zij te doen had,
en hield de nieuwsgierigen op eerbie
digen afstand. De vrees, dat de touwen
h:t beestje kwaad zouden doen, was
niet overdreven; want toen het goed
boven de watervlakte verheven was,
barstte het en spoot een flinken straal
van het opgenomen water naar buiten.
Natuurlijk wel niet zulk een straal
als men, afgaande op plaatjes, van het
grootste zoogdier der schepping had
verwacht, maar toch was het een straaltje,
waa op de brandweer van menig dorp
jaloersch zou zijn.
Het C en tr u?n vertelt, dat er
in Amsterdam drie candidaat-schutters
waren, die besloten samen één pak
te koopen, daar de onkosten te hoog
liepen zoo zij zich elk een pak zouden
aanschaffen. Het verhaal luidt aldus
Drie aspirant dienstdoende schutters,
zitteade aan één lessenaar, op éénzelfde
kantoor, kochten voor gezamenlijke reke
ning één pak. Ofschoon dit reeds vijf
jaren dienst had gedaan, zag het er nog
keurig uit, zoo goed als nieuw. De voor
malige bezitter had veel handelsrelaties
gehad buiten de gemeente zijner inwo
ning en het trof meestal zoo, dat hij op
reis moest juist op een dag, dat hij
exerceeren moest of inspectie maken 1
Van de diie vennooten trok eerst
vriend A. met het pak ter keuring. Het
pak deugde niet, de kleur was veel
te donker. Vriend B. trof het al even
slecht. Ook hem werd verboden het pak
te dragen, het was iets te donker.
Vriend C. was gelukkiger en mocht erin
slagen het hart van den wreeden inspec
teur te vermurwen. Het pak was juist in
de kleur.
Doch het fraaist van alles is, dat A.,
voor de tweede maal zich met hetzelfde
pak aanmeldend, nu insgelijks fiat kreeg,
terwijl B. hardnekkig afgewezen en daar
door gedwongen werd de vennootschap
tot exploitatie van het schutterspak in
den steek te laten. De beide overigen
zitten er nu nog enkel over in, hoe zij het
zullen aanleggen, als in tijd van oorlog
hunne respectievelijke afdeelingen onder
de wapens moeten komen.
Dezer dagen kwam een
dame i ij eenige gegoede ingezetenen
van Amsterdam toegangskaarten te koop
bieden voor een uitvoering in „Odeon,"
waarop zich een zaugqua^tet zou doen
hooren en verder humoristische num
mers zouden ten beste worden gegeven.
Zij had zulk een goed praatje over
zich, dat velen een of meer van die
kaarten ƒ0.99 van ^iaar kochten.
Toen echter Maandagavond de be
zoekers in grooten getale voor „Odeon"
aankwamen, kouden zij onverrichter-
zake weder naar huis gaan. Hun werd
medegedeeld, dat voor de bewuste
voorstelling dien avond wel de zaal
was afgehuurd, maar de man, die dat
had gedaan, een Duitsch sprekend
„heer," had sedert nLts meer van zich
doen hooren.
In den ieeftijdvan94jaar
is Woensdag te 's^Gravenhage verleden
de gepensionneerde luit. kolonel der
artillerie A. C. den Beer Poortugal, een
der enkele overgeblevenen, die deelge
nomen hebben aau den roemrijken veld
slag bij Waterloo.
Den 22«» Januari 1814,16 jaren oud,
aangenomen als eadet der artillerie,
werd hij nog in datzelfde jaar benoemd
tot 20» luit, bij dat wapen.
De burgemeester van Den
Haag heeft afwijzend beschikt op de
aanvraag om Recht voor Allen teo mo
gen venten langs de straten.
Sedert eenige dagen heb
ben er 's avonds voor het krankzinni
gengesticht aan het Slijkeinde in Den
Haag volksverzamelingen plaats, meest
van nieuwsgierige menschen uit de buurt,
die meenen allerlei angstkreten binnen
het gebouw te hooren. Zoo was Dins
dagavond eene menigte van wel duizend
personen bijeen, die door de politie
moest uiteengedreven worden.
Een 8-jarig knaapje, dat
zich achter de Hoefkade te 's-Gravenhage
op het ijs van een der grachten had
gewaagd, zakte er door en geraakte
onder het ijs, met het noodlottig ge/olg,
dat de kleine waaghals eenige oogenblik -
ken later levenloos werd opgehaald.
De 90-jarige heer G. te
Arnhem had eene huishoudster, die ten
volle door hem werd vertrouwd. Sedert
een paar dagen heeft zij echter haren
dienst verlaten en den heer G. voor
ruim 150 aan bankpapier en geld,
goud en zilver en kleederen bestolen.
De goederen zijn in de bank van lee
ning in beslag genomen. De daderes
wordt opgespoord.
De inspecteur van het ge-
neeskundig staats toezicht voor Gelder
land en Utrecht heeft de pokken epide
misch heerschende verklaard in de ge
meente Groesbeek. Voor zoover bekend
is, komen er in dertien woningen ge
vallen voor.
Ook de opvoering van „Ni-
niche, te 's Hertogenbosch aangekon
digd tegen aanstaauden Zondag, is door
den burgemeester a.daar verboden.
Bij de laatste zitting van
het kantongerecht te Breda moest eene
vrouw uit Priosenhage terecht staan
wegens dronkenschap. Zij verscheen
dronken en werd om uit te slapen
achter slot en grendel gebracht.
D. Smits, te Spijkenisse,
een oppassend werkman en huisvader,
is Maandag met een bootje met koop
waren naar de.: Hoek van Holland ge
varen en nog niet teruggekeerd. Daar
er eenige kisten uit zijne schuit drij
vende zijn gevonden, vermoedt men
dat het bootje omgeslagen en hij ver
dronken is.
Dinsdag had het zesjarig
zoontje van een bakker te Zevenbergen
het ongeluk, voorover ia een pot met
kokend water te geraken, dat op het
fornuis stond. Hoewel spoedig daaruit
gehaald, was het geheel met brand
wonden overdekt. Woensdagochtend is
het aan de gevolgen daarvan over
leden.
D insdag jl. is de zooveel
besproken klok van Oudehorne, die zoo
zeer tegen den zin der ingezetenen naar
Brongerga werd vervoerd en die men
getracht heeft bij nacht terug te halen, op
last van het gemeentebestuur, naar Oude
horne teruggebracht. Bij hare aankomst
stonden reeds mannen gereed, om den
gemeentearchitect en de timmerknechts
behulpzaam te zijn, oin de klok weer
in zijne oude positie te brengen. Zoo
dra dit was geschied, werd er dapper
geluid, waarop de ingezetenen kwamen
toesnellen, om hunne ou le kennis te be
groeten De onverwachte verplaatsing
dezer klok van Oudeborne naar Bron
gerga zal wellicht in den raad een
onderwerp van behandeling uitmaken,
omdat de verplaatsing is geschied zon
der voorkennis van den raad.
In de friese he gemeente
Ooststellingerwerf was het in den laatstea
tijd onveilig wegens deserteurs uit de
kolonie Veenhuizen, die wegliepen, om
naar Hoorn gezonden te wo den, waar
zij geen veldarbeid behoeven te ver
richten. Nu zijn er echter tegen desertie
strenge strafbepalingen gemaakt, want
in plaats van met opzending naar Hoorn
wordt de deserteur gestraft met 60 tot
120 dagen celstraf. Deze maatregel werkt
zeer gunstig in het belang der veilig
heid der omgelegen dorpen, daar de
desertie nu reeds belangrijk is afgeno
men.
In 1890 werd te Leeuwar-
den een huwelijk voltrokken tusschen
een jonkman van 18 en eene weduwe
van 47 jaren. Men begrijpt dat dit aan
leiding tot veel gepraat gaf, te meer
daar de weduwe reeds groote kinderen
had, een zoon van 21 jaar, thans mili
tair ia O.-Indië en een zoon van 18
jaar. Laatsgenoemde moest dezer dagen
voor de nationale militie loten, maar
tegelijk ook zijn stierfvader. De moeder
en echtgenoote behoeft echter niet be
vreesd te zijn, dat ,de lotelingen den
soldatenrok hebben aan te trekken, de
zoon is nl. vrij op grond van broeder-
dienst, de raau als eeaige wettige zoon
zijner nog levende moeder, ZZIZ
Naar aanleiding van het
onlangs te Leeuwarden plaats gehad
hebbend ongeluk wordt op last van
den inspecteur der infanterie een onder
zoek ingesteld naar dea toestand der
exercitie-patronen, die na kort gebruik
zoodanig op scherpe patronen gelijken,
dat ze er op het eerste gezicht moeilijk
van zijn te onderscheiden. De exercitie
patronen hebben vertinde hulsen, doch
het vertinsel blijkt zeer spoedig at te
slijten. In verband met een en ander
worden bij alle korpsen honderden
exercitie-patronen buiten gebruik ge
steld.
Omtrent de ongeregeldhe
den Zondagnacht te Jubbega voorge
vallen meldt men nader;
Bij de weduwe Blauw, die eene her
berg hoodt, was een wedstrijd in zak-
loopen gehouden, en de burgemeester
had vergunning gegeven tot 's nachts
twee uur. Toen het zoo laat geworden
was, was men eerst niet gezind te ver
trekken; te ongeveer drie uur verliet
men de herberg, doch school samen
onder het zingen van socialistische lie
deren. De politie gebood rustig te blij
ven, doch zonder gevolg, zij werd uit
gejouwd enz. Men nam zulk eene hou
ding aan, dat de politie de sabel trok
en een deel der raaréchaussée de paar
den besteeg. Nog ging men niet uiteen^
en de politie dreef nu de saamgeschool-
deu uit elkaar. Er vielen klappen, som
migen kwameu in het water terecht,
anderen vluchtten achter huizen enz. De
politie bleef echter de baas.
RECH TSZAKEN.
Den 3ca Maart wordt voor het ho*
te 's Bosch iu hooger beroep de zaak
behandeld tegen J, Corbeij, burgemees
ter van Wessem.
Van het hem ten laste gelegde werd
hij door de rechtbank te Roermond
vrijgesproken. De officier van justitie
kwam daartegen in verzet.
VISSCHSR1J.
Scheveningen 17 Febr. Heden
kwamen aan de schuiten Cornells
Albertusscnipper K, G. de Jong, die
95 en 3 Gebro derst sch. J. de Jong,
die 82 van de visca maakten. Er werd
betaald voor tarbot 1 50 tot 4, tong
o 80 tot 1 20, bunschot 30 tot 65 c.,
per stuk; schol ƒ6 tot 8, Draad ƒ4 to:
6 en rog 4 tot 6.50 per mand.
Van Nieuwediep kwamen 21 manden
schol, die ƒ5 k 6 per mand in verkoop
opbrachten
De visch tier loggers Clasinat sch.
A. Bal, werd voor netto J 260 en die
der P. de Niet, sch. D. Bal, voor ƒ180
verkocht. De prijzen waren gelijk aan
die van heden ochtend. De booten
hadden 2 tot 3 mand garnalen waarvoor
7 8 per mand werd betaald.
Nieuwediep, 17 Febr. Heden
kwam hier van de groote visscherij
binnen de sloep Willem de Zwijger
(M D 8), sch. Van der Hoek, met 110
levende 90 doode kabelj., 3 levende
lengen en 1550 schelv., lev. kabelj. gold
ƒ245, doode id. ƒ1.70 1.25, leng
f 4 20 per stuk, schelv. ƒ33 het hoaderd_
Griekenland is uit den nood. Althans
zoo zegt de minister Delyannis. Deze
toch heeft in de Kamer meegedeeld,
dat door nieuwe bezuinigingen op de
begrooting, een overscnot zal worden
verkregen. Aanzie het rad van avon
tuur: watfgisteren onderjwas, is vandaag
boven. Het nadeelige saldo dat de
vorige week nog iederen politiseerenden
Griek schrik aanjoeg, is niet later dan
gisteren ©p de vlucht gegaan voor een
gezellig, rond batig saldo in het
verschiet, wel te verstaan.
Een minister die zulk een goochel
toer volbrengt, zou ook in Lissabon
niet onwelkom wezen en misschien zou
men hera op het hooge woord
moet er dan maar uit op ons
haagsche Binnenhof ook wel graag zien
komen.
Geldgebrek en studenten zijn twee
niet al te heterogene onderwerpen, om
ze onmiddellijk achter elkaar te be
spreken. Ia Italië is men aan den
sukxel met de heeren studenten en
de weerbarstigheid van de hope des
vaderlands is al zoovaak medegedeeld,
dat verdere beschouwingen wel over
bodig mogen heeten. In de Kamer
van Afgevaardigden had eenige dis
cussie over de zaak plaats. Toen
de minister president di Rudini
zijn leedwezen te kennen gaf, dat
men in deze zaak de politiek, die er
niets mee te maken had, niet buiten
het debat had gehouden, nam de Kamer
met groote meerderheid een motie aan,
waarbij zij verklaart nota te nemen van
's ministers mededeelingen.
De klacht van den raimster is overi
gens niet zeer juist In welk debat heeft
tegenwoordig de politiek niet mee te
praten, al wordt zij er ook met de haren
bijgesleept I Het is fin-de-siècle, evenals
de vertooning van prof. Gauthier.
In den Rijksdag is Woensdag de beraad
slaging geëindigd over de begrooting
van het militaire ree itswezen, met de
daarop voorgestelde resolutien. Het eer
ste deel van een voorstel des heeren
Buhl omtrent de herziening van eene
uitspraak en inzonderheid aangaande
de verplichting om mishandelde soldaten
in de gelegeuheid te stellen hunne be
zwareu kenbaar te maken, werd verwor
pen met 122 stemmen tegen 120. Het
tweede deel van het voorstel omtrent
eene herziening der militaire strafpro
cesorde met betrekking tot de zelfstan
digheid van het gerecht en de openbare
on mondelinge behandeling der zaak,
werd aa ogenomen n et 143 stemmen
tegen 100 Het voorstel der commissie
betreffende het vergemakkelijken van het
recht 0111 bezwaren in te brengen, werd
aangenomen en dat aangaande het aan-
kweeken van godsdienstigen zin bij de
soldaten verworpen.
De spaansche regeering schijnt niet
van plan te zijn concessie te geven
voor den aanleg van een spoorweg naar
Gibraltar.
Uit St. Petersburg ODtvangt de engel-
sche „Standard" een weiwat duister
bericht Het ministerie van verkeersmid
delen namelijk zou weden opgeheven,
tenzij nog in den loop dezer week de
afgetreden minister werd vervangen*
Men zou dus denken, dat er g„en
naensch te vinden is, die in dat ministers
baantje lust heeft en dat de Czaar heeft
gezegd„als ik van deze week nóg
geen sterveling vinddie verkeers-
middelearainister wezen wil, dan schal
ik het heele departement maar af."
Als dat waar is, daa is Rusland wel
een zeldzaam land, waar geen menschen
genoeg zijn om de betrekkingen te
vervullen. Elders zijn er geen betrek
kingen genoeg, wel menschen te veel.
President Harrison en de Staats
secretaris Blaine zijn zeer boos op de
ministers, gezonden door Canada, tot
het aangaan van een handelstractaat,
volgens het beginsel v n reciprociteit.
Het bleek toch, dat die ministers aUeen
mochten onderhandelen en niet ge
machtigd waren om een tractait te
sluiten.
Laat ons eindigen met ds mededee-
ling, dat het eiland Sheppey, wegens
een in een stal voorgekomen geval van
een kind.
Maar ofschoon Jack Dake hera op den schouder klopte en
hem verzekerde, dat hij wel geweten had, dat Clive altijd denzellden
Clive zou blijven, en hoewel Bert zqn vertrouwen had herkregen
en hem stilzwijgend de hand drukte, daar hij te aangedaan was
om te spreken, Clive Dake was niet meer of minder dan vol
slagen arm geworden.
Toen hij dus naar Colchester terugging om zijn boeltje daar
te pakken, daar hij, toen hij bevond, dat hij geheel geruïneerd
was, zijn ontslag had ingediend, schreef hij weer aan Joan. Dezen
keer aarzelde hij niet om met „mijne liefste Joan" te beginnen.
„Gij zult mij wel toestaan," zo© ging hij verder, „mij bij
den naam te noemen, dien ik vond, dat eens zoo goed bij
den mijne zou passen. Ik schrijf u voor den laatsten keer.
Gij weet, dat ik u liefheb, zooals ik vóór u geen enkele
vrouw heb bemind ot ooit zal beminnen. Mijn plan was uw
hand te vragen, als ik uw majoor Stewart had gesproken,
maar het noodlot heeft het verhinderd. Den laatsten keer,
dat ik in Dovercourt was, had ik drieduizend pond inkomen
per jaar, nu heb ik niets, zelfs mijn traktement niet, want
ik heb mijn ontslag ingediend. Had ik drie of vierhonderd
pond per jaar, dan ken ik u nog vragen het met mij te
willen deelen, maar ik kan u niet vragen niets met mij
te willen deelen.
„Ik heb u immers verteld, dat mijn vader bankier was?
Al mijn geld was in de firma gestoken, wier chef mijn oom
een week geleden nog was. Wij zqn allen totaal geruïneerd,
en ofschoon ik u innig liefheb, is mijne liefde te groot om
u aan armoede bloot te stellen. Gij zijt gelukkig, waar gij
zijt, gij hebt een goed tehuis en zij zijn goed voor u, niet
waar? Maar gij moet beproeven mij te vergeteD, lieve, of
schoon ik het nimmer zal doen.
„Ik wilde u niet geheel in onzekerheid laten, daarom
schrijf ik. Gij hadt mijn wegblijven uit Dovercourt welaan
eene and ere reden kunnen toeschrijven. Nu weet gij de waar
heid mijne lieveling.
„Groet mijne jonge vrienden van mij. En nu vaarwel voor
altijd. Ik hoop, dat gij, vóór gij mij vergeet, nog eens zult
denken aan uw ongelukkigen, maar trouwen
Clive Dake.
P.S. Ik heb mijn oppasser belast u mijn hond te brengen, die
drie jaar lang mijn trouwe metgezel is geweest. Ik hoop,
dat gij hem bij u wilt houden als gij kunt, dit is de laatste
dienst, dien ik u vraag. Kan het niet, zeg het dan aan mijn
oppasser, dan moet hij den hond verdrinken. Als hij van u
terugkomt, ben ik reeds uit Colchester vertrokken.
C. D."
HOOFDSTUK IX.
Toen Clive Dake in Londen aankwam, nadat hij het let van
zijn hond „Victoria" had vernomen, was hij ongeveer 50 pond
rijk, daar hij het geld, dat de verkoop van zijne paarden had
opgebracht, gebruikt had om eenige kleine rekeningen te betalen.
Hij was niet lang in twijfel over hetgeen hem te doen stond
Hij wist, dat het wel een jaar ot anderhalf jaar zou duren voor
de zaak van Clive, Walton en Dake geheel in orde was gebracht
en wat er dan zou gebeuren wist niemand. Misschien zou de
oude firma weer opnieuw beginnen, en in elk geval zou er nog
wel eenige honderden of zelfs duizend pond overblijven, als alle
schuld zou zijn afbetaald. Maar onre vriend moest voor het
zoover was den kost voor zich verdienen. Hoe zuinig men ook
leven moge, 50 pond duren niet lang, vooral niet in handen
van een man, die vroeger over een inkomen van 3000 pond
'sjaars kon beschixken. Gelukkig hield Dake niet van een lui
leventje en wilde hij nu het verleden trachten te vergeten, en
hij wist dat er geen heilzamer geneesmiddel tegen droefheid is
dan arbeid. Dake was nu vier en twintig jaar oud, en een goed
soldaad, maar zeoals hij zelf zeide, voor niets anders geschikt.
Van zijn tracteraent leven was eenvoudig onmogelijk, hij zag het
nut er niet van in, om in Oost- of West-Indie bij het leger te
gaan, en dus besloot hij. na een paar dagen overdenken, naar
York te vertrekken en zich bij de garde der dragonders, die
daar toen ingekwartierd waren, te doen inschrijven.
Nu begon Dake pas te begrijpen, wat het woord geruïneerd
beteekende. Voor dien tijd was het slechts een holle klank voor
hem geweest, maar daarna werd het koude werkelijkheid. Het
eerste gevoelde hij dat, toen hij naar den adjudant vroeg op
denzelfden toon, als ware deze een vriend van hem, dien hij een
gewoon bezoek bracht.
Wordt vervolgd.