Lettsren ea Kunst. POLITIEK OVERZICHT. gen 18.3, Haarlem 20.2, *s Hertogen bosch 32,5, Leeuwarden 17.1, Leiden 20.4, Maastricht 23, Rotterdam 22.6 en Utrecht 22.6. Het totaal der overledenen en geborenen (met levenl. aangwas in die maand te Arasterdam 716 overl., 1179 geb.; te Arnhem 96 overl., 143 geb.te Dordrecht 58 overl., 111 geb. te 'sGravenhage 27 overl, 455 geb.; te Groningen 85 overl., 125 geb.; te Haarlem 86 overl., 136 geb.te 's Her togenbosch 73 overl., 85 geb.te Leeu warden 43 overl, 57 geb.; te Leiden 73 overl., 110 geb.; te Maastricht 61 overl, 104 geb.; te Rotterdam 380 'óvérl., 631 en te Utrecht 169I overl, 261 geb. Door deü bond van liberale kiesvereenigiugen in het hoofdkiesdis trict Alkmaar, is Donderdag als eenig candidaat op de groslijst geplaatst mr. W. van der Kaay, aftredend lid. Daar de aangesloten kiesvereenigingen ver plicht zijn uit de op deze lijst geplaat ste candidaten eene keuze te doen, zal mr. W. van der Kaay de candidaat zijn van de kiesvereenigingen Schagen Wieringerwaard, Haringkarspel en Dirkshorn. Naar men verneemt, bestaat bij enkele oud-officieren der rijdende artillerie het voornemen, om in het vol gend jaar het ioo-jarig bestaan van dat korps op feestelijk wijze te herdenken. Zooals men weet, deed de stadhou der Willem V bij brief van 9 Januari 1793 aan den Raad van State het voor stel tot het oprichten van twee brigaden rijdende artillerie. Dat voorstel werd door den Raad van State en door de Slaten Generaal goedgekeurd. De uit voering van het besluit, het oprichten van twee brigaden rijdende artil'erie, werd opgedragen aan den stadhouder, die dan ook reeds den 2ien Maart d. a. v. de bevelen daartoe schijnt te hebben gegeven. Elke brigade zou, vol gens resolutie, bestaan uit 2 compag nieën en elke compagnie sterk zijn 6 officieren, 102 onderofficieren en man schappen en 115 paardende kosten der beide brigaden zouden bedragen f143083: 6.81. Gelijk bekend is, nam gemeld corps met roem deel o. a. in den strijd bij Quatre Bras, Waterloo en in 1830. Thans is de rijdende artillerie het kleinste corps van onze Ned. krijgs macht en bestaat zij uit 2 veld-batte rijen en 1 instructie-batterij. Recht voor Allen meldt: Dinsdag 11. vervoegde zich de depu tatie, door de amsterdarascbe werk- liedenvereenigingen gekozen, aan het ministerie van justitie, om bij minister Smidt te pleiten voor de invrijheid stelling van Johan Herman Geel. Na mens de deputatie zette Helsdingen den minister de zaak uiteen en overhan digde hem de bekende motie. De mi nister gaf geen enkele bepaalde ver klaring. Er was iets in de geheele be weging voor Geels invrijheidsstelling, wat hij niet begrijpen kon. Over de vraag, of Geel volgens de bestaande wetten al of niet te zwaar gestraft was, kan men verschillen, maar hoe was het mogelijk dat, terwijl men in het land geheel gezwegen heeft onder zijn voorganger, men thans, nadat neg wel een jaar vermindering van straf gevolgd was, op eens in volksvergaderingen begon te ijveren. De tijd (K van de opgelegde straf) die een gevangene moet hebben doorgebracht in de ge vangenis, om voorwaardelijk in vrijheid te kunnen worden gesteld, is nog niet verloopen. Namens de deputatie werd natuurlijk geantwoord, dat de partijgenooten van Geel verwacht hadden, dat deze, nadat er 5 jaar verstreken waren, op vrije voeten zou worden gesteld. Ten slotte legde de minister de vol gende verklaring af„Wat ik u ver zoeken mag, maak jelui het de regee ring nu met te lastig. Toen Helsdingen den minister vroeg, of deze woorden in dien zin moesten worden opgevat, dat hij, de minister, bereid was nog iets meer te .doen voor Geel, luidde het antwoord„Ik heb de heeren niets meer te zeggen, wij hebben nu de zaak besproken." De beruchte Barnekow, die met achterlating van vrouw en kind, dezer dagen naar Amerika vertrok en op wiens verwijdering uit de partij door vele socialisten was aangedrongen, schrijft thans doodleuk brieven uit Amerika in Recht voor A lien. Reeds te tien uur Woens lagmorgen was weder een groot aantal nieuwsgierigen aan den kop der Han delskade te Amsterdam te hoop geloopen, om den walvisch uit het water te zien hijschen. Eerst te halfeen echter was men met de voorbereidende werkzaam heden gereed en werd de machine van den grooten bok aangezet. Spoedig was toen het zeemonster in zijne volle lengte zichtbaar. Het gevaarte hing met 9 breede zeelen aan een samenstel van balken en kettingen en met de buik zijde naar boven. Door den wijd ge- openden bek ontlastte het lichaam zich van een groote hoeveelheid water en kwalijk riekende geuren. Het moei lijkste werk kwam toen pas aan, want, nadat de aak, waarop het dier tentoon gesteld zal worden, onder den bok was gebracht, zou beproefd worden het beest door middel van een glooiende stelling onder het strijken te keereD. Dit gelukte maar ten deele, zoodat de walvisch thans op de zijde licht. Nu het water uit het lichaam is weg- geloopen, is het beest aanmerkelijk geslonken en bovendien door het op- hijschen hier en daar zeer beschadigd. Een zware harpoen sfeekt nog in den rug, waar bovendien nog meer wonden zichtbaar zijn De staartvinnen hebben een gezamenlijke lengte vau 4 Meter en de opgesperde kaken geven ruimschoots gelegenheid den baard, de baleinen en den haringzak te bewonderen. Een photograaf bewerkstelligde een opname van deu visch, terwijl deze aan de takels tusschen hemel en aarde zweefde. heeren 1 mogen wij een woord van lof niet onthouden, hoewel de Majoor wel wat te stijf was voor een flink militair. Het bal na de voorstelling gegeven, werd tot aller genoegen afgewisseld door eenige zangnummers en voordrachten. Het bootje van den aan den Hoek van Holland verongelukten D. Smits, van Spijkenisse, is zeer bescha digd onder een der baggermachines ge vonden. Het lijk is vermoedelijk door de eb mee naar zee gedreven. Door dén hoofd van den werkman A. Boeree, die oogenblikktlijk stierf. De duitsche bladen erkennen met broedeilijke eenstemmigheid, dat Wil- denbruch, in weerwil der keizerlijke bescherming, met het „Heilige Lachen" de tooneelletterkunde een prul rijker heeft inspecteur vaü! gemaakt. De commssaris van portie ingde ie sectie (voormalige St. Pieters- hal) te Amsterdam verzoekt opsporing en, zoo daartoe termen zijn, aanhouding van een persoon, Van Embden ge naamd, met bizondere of oostersche type, voorheen tagrijn te Rotterdam in eenen dwarsstraat nabij de Leuvehaven, die zich ónder bedriegelijke voorgevens door den winkelier J. J. Allebee, Nieuwendijk no. 6, heeft doen afgeven een donkerblauw kamgaren kostuum. Men schrijft ons uit Hille- gom Donderdag 11 Februari 1.1. gaf de Haarlemsche Tooneelvereeniging „door vriendschap verbonden", in vereeniging met het Haarlemsch mannenquartet „Onderlinge oefening", in de zaal van den heer J. Koning een uitvoering, die men als zeer goed geslaagd kan be schouwen. Het mannenquartet voldeed uitste kend. In het blijspel „de verwarring" waren alle leden goed op hunne plaats en volkomen thuis in hunne rollen. Het spel van den land edelman „van Langhalm" en mevr. van Langhalm was uitstekend. Ook komt een woord van lof toe aan hem, welke de moeilijke rol van „Frits" neef van den heer van Langhalm, welke enkele malen iets ge dwongen, maar overigens kranig af speelde. Ook de beide dames „Babet" en „Doris" hebben getoond hunne rol len meester te zijn, waarvan „Babet" uitmuntte door haar ongedwongene en bevallige bewegingen. Ook de heer Selicour, en de Majoor, en de andeie het geneeskundig staatstoezicht is de typhus („febris typhoidea") te Katwijk aan Zee epidemisch heerschende ver klaard. Er kwamen nogal eenige ge vallen met dooJelijken afloop voor. Het gebruik van onzuiver drinkwater, als mede het dikwijls zonder noodzaak bezoeken van lijders werkte de uitbrei ding der ziekte in de hand. Hedenavond zal Sequah ziju- eerste seance ten 8 uur in het Casino gebouw te 's Hage geven. De wrijfdokter zal gedurende zijn verblijf aldaar intrek nemen in het particulier pension in de Rijnstraat. De beruchte inbreker en dief A. G. Koffieberg, te ^Rotterdam ouder zijne kornuiten beter bekend als de „Groo e Peperbus" (in tegenstelling met zijn broeder den „Kleine Peperbus", die Donderdag voor de rechtbank aldaar verdacht vau diefstal met braak is vrij gesproken), die den 4 Februari jl. aan de bewaking der rijks veld wacht uit de arrestanten kamer van het gerechtsge bouw aan het Haagscheveer ontsnapte en sedert door de justitie gesignaleerd was, is Donderdagochtend ten uur door de agenten van politie 2® klasse D. van der Ploeg en J. Nieuwenhuijzen op de Verlengde Kruiskade, op weg naar zijne, aan de Goevernestraat wo nende, moeder, aangehouden en naar het politie-bureau aan de Witte de Withstraat overgebracht, van waar hij, onder behoorlijk geleide, per celwagen naar de strafgevangenis aan den Noord singel is getransporteerd. Volgens zijne verklaring is hij na zyne ontvluchting naar Delft gewandeld heeft zich vervolgens naar 's Hage en Leiden begeven, en is van daar naar Arnhem vertrokken, waar hij eenigen t;d vertoefde, om vervolgens naar Rot terdam terug te keereo, in den omtrek waarvan hij zich schuil zoude gehouden hebbenthans verneemt men, dat hij reeds Woensdag i.: Boompjes gezien zoude zijn. Woensdag is te Vollenhove gearresteerd G. J. R. Jz., landbouwer, die ongunstig bekend staat ea wegens misbruik van sterken di aak reeds met de justitie heeft kennis gemaakt. Hij wordt verdacht ziju sukkelenden zoon een slag op het hoofd te hebben toegebracht, waardoor na eenige dagen de dood zou gevolgd zijn. Bij gebreke aan een ge schikt cachot zit R sedert Woensdag avond ond :r toezicht van een veldwach ter op de secretarie. Men meldt uit' sHertogen- bosch Alhier is, bij het graven op het ter- rei-" tot uitbreiding der stad, eenige meters onder den beganen grond, eene nog in vrij goeden staat verkeerende brug ontdekt, hoogstwaarschijnlijk een overblijfsel uit den Spaanschen tijd, die, als zij geheel zal zijn blootgelegd, ver scheidene meters laag belooft te zijn. Te Hilvarenbeek (N.-B r.) i s een hulptelephonist benoemd op een jaar wedde van tien gulden. Te Akkrum is een elfjarig knaapje door het ijs gezakt en ver dronken. Te Oudepekela viel aan de fabriek „De Aastroom" een pak stroo naar beneden en kwam op het De nieuwe roman van Zola, La Débdcleis gereed; de openbaarmaking, een tijdschrift, wordt aangekondigd. In De Portefeuille deelt de heer J. van Santen Kolff mede, hoe deze roman over den oorlog van 1870 is ontstaan, Toen de toekomstige schrijver der Rougon - Macquarf s reeds bq het vroegste ontwerpen eener reeks romans tien deelen (winter '68 - 69) aan eene studie van den oorlog een vak inruimde, had hij slecht de keus tus schen den Krimoorlog en dien van 1859 iu Noord-Italië. Ongeveer een jaar na de voltooiïag van het eerste, voor den uitgever Albert Lacroix ter orienteering opgesteld, uit voerig schema, weid het schandaal be leefd, dat Richard Warner's oude pa rijsche vriend en gastheer van '60 en 61, zijn latere zwager van vrouwskant, de voormalige advocaattoenmaals minister van Buiten landsche Zaken, Emile Oilivier; aaa Pruisen (Tun coeur léger den oorlog verklaarde. En juist zes weken later liep deze onvergeetelijke streek op de gevangennemiug van „Badinguet" met 80,000 soldaten uit. Bijna een ja-,r daarna, den io« Juli'71, schreef Zola in de voorrede van het eerste série deel„La chflte des Bona parte, dont j'avais besoin comme artiste, et que toujours je trouvais fatalement au bout du drame, sans oser l'espérer si prochaine, est venue me donner le dénouement terrible et nécessaire de mon oeuvre". Iu de laatste jaren zijns levens was Gustave Flaubert van de gedachte ver vuld, een grooten roman over het tweede keizerrijk te schrijven. Daarin wilde hij schilderen, hoe Napoleon III bij Sedan, op weg naar het slot Bellevue, waar hij als krijgsgevangene zijnen degen aan koning Wilhelm van Pruisen ging over reiken, in zijne kales gezeten, met ge bogen hoofd tusschen drommen soldaten heenrijdt, die hem hunne verwenschingen toeschreeuwen Een ironisch tafereel, dat, beweerde hij, een prachtig slot van zijn boek zou vormen. Zola moet zie' nu deze gedachte ten nutte hebben gemaakt. De heer Paul Giaisty verzekert in een fransen blad, dat Zola zijn boek begint met de beschrijving der toestan den, daags na den slag van Woerth, vervolgens in een achttal hoofdstukken Sédan beschrijit en eindigt met Parijs in de dagen der commune. Hij heeft verscheidene reizen naar oostelijk Frank rijk gemaakt, alle bescheiden over deu oorlog doorgesnuffeld en herhaaldelijk een onderhoud gehad met legerhoofden. Bovendien werkte het publiek mede. Zoodra de couranten hadden aange kondigd, dat hij bezig was aan zijnen oorlogsroman, ontving hij een groot aantal brieven met raededeelingen van ooggetuigen. Ook tal van bezoeken, gedurende welke hq aanteekening hield van al wat de oud strijders merkwaar digs wisten te verhalen. Ongelukkig bepaalden deze getuigen zich in den regel niet tot eea verhaal waaruit Zola nut kon trekken, maar kwamen zij al spoedig met hunne belangen voor den dag, voor welke zij den steun van de. vermogenden en invloedrijken roman cier inriepen I RECHTSZAKEN. De kantonrechter te Aken veroor deelde deze week baron T. W. V., te Nijmegen, wegens beleediging van een spoorwegbeambte, dien hij voor een stuk vee had uitgescholden, tot eene geldboete van 100 mark. Voor de arrondissements rechtbank, te Amsterdam is Donderdag een aan vang gemaakt met de zitting in zake valschheden in geschrift en verduis tering door den directeur voor Neder» land mr. W. F. Schimmel van de Trans vaalsche Land-exploitatiemaat» schappij. De beklaagde Willem Frederik Schim mel, oud 34 jaar geboren te Amsterdam, zonder beroep (als advocaat heeft hij. zich doen afschrijven), wonende te Wageningen, thans in voorloopige hech tenis, had zich na een langdurig on derzoek ter terechtzitting te verant woorden, omtrent een zeer uitvoerige dagvaarding welke hem in hoofdzaak de volgende misdrijven ten laste legt: a valsche boeking in 3 boeken telkens van 4 posten, met het doel om zich weder rechtelijk de bedragen in geld, uitma kende het verschil tusschen de in die boeken en posten als aan mr. Posthu mus Meyjes, zijn mededirecteur in Z. Afrika en aldaar gestorven, in Transvaal ten behoeve der vennoot schap geremitteerd geboekt, en de feite lijk aan dien persoon geremitteerde bijdragen te kunnen toeë'genen, althans met de bedoeling aie gelden te kunnen boeken als stortingen op aandeelen te zijnen behoeve, b valsche boeking van stortingen op aandeelen van genoemde vennootschap ten zijnen name, waardoor hij zich 79 aandeelen (of minder) op zettelij k wederrechtelijk heeft toegeëigend. c. Verduistering in Januari 1891 van vijf-en dertig bewijzen van aandeel, welke hij als directeur der vennootschap onder zich had, door deze aandeelen uit de brandkast eener andeie maat schappij, welke zich te zijnen huize bevond, in zijne eigen brandkast over te brengen zonder dat daarop door hem eenige storting, althans niet de volle storting van 600 op ieder aandeel was gedaan. Ea d. het teekenen op i5 Juli 1890, ter décharge voor genoemden Posthumus Meyjes, van een door dezen ingediend verslag van de rektniDgcou- rant tusschen P. M. en beklaagde be treffende de zaken der maatschappij Er zijn 15 getuigen opgeroepen. VISS3HSRIJ. Scheveningen, 18 Februari. Van Nieuwediep waren heden 36 mand schol, kabeljauw en tong aangevoerd, die tot volgende prijzen werden ver kocht. Schol 7 50 tot 11 per mand, bunschol, 50 tot 60 et. per s'ukka beljauw ƒ3 tot 6 per stuk, toug zeer klein, 25 tot 40 ct. per stuk. 18 Febr. Heden waren ter markt van Lowestoft (Engeland) niet minder dan 200,000 (zegge tweemaal honderd duizend) stuks haringen die dooreen 7,80 per 1000 stuks bedongen De schuit 3 Gebroederssch. A. Baak, markte hare vangst aldaar en maakte een besomming van f 135; tongen wa ren weder hoog in prijs, 0,80 a r, tarbot f 2 a ƒ5, bunschol ƒ0,50 0,6584 tongen in een koep atge slagen, groot en klein, brachten 84 op Het voorval tusschen den mi uister Constans en den afgevaardigde Laur heeft eene motie van orde van le Hé- rissé in de fransche Kamer uitgelokt. Laatstgenoemde namelijk interpelleerde „Ik dank u voor deze woorden," zeide Dake. De formaliteiten, die Clive's indiensttreding vereischte, waren spoedig afgeloopen en nu brak de moeilijke tijd voor Dake aan. Het was niet zoo'n ondragelijk, moeilijk leven, want de adjudant die vriendschap voor hem had opgevat, maakte, dat hij veel voor administratief werk werd gebruikt, inplaats van voor den ge wonen ruwen arbeid der soldateD, maar niemand kon hem ont trekken aan den groven kost, het ruwe leven en het gemis aan een hoekje, dat hij het zijne kon noemen, en waar hij zijn vrije uren kon doorbrengen. Deze moest hij nu op straat en in de cantine dooden, die in de kazerne het begin en het einde van alle kwaad is. Het moet evenwel gezegd worden, dat onze vriend gemakke lijker aan deze verandering gewende, dan hij ooit had gedacht. Hij gevoelde zich niet ongelukkig en betreude slechts éen deel van zijn verleden met weemoed, nl. den korten tijd, waarin hij Joan Douglas had leeren beminnen met al de onstuimigheid van eene eerste en laatste liefde. Onze Clive dacht dikwijls aan haar en placht soms tegen den avond alleen buiten het dorp te gaan wandelen om zich des te vrijer aan die gedachten over te geven en zich dien gelukkigen tijd telkens weer te herinneren. Dan bedacht hij, hoe hij haar dien laatsteD avond bijna zijne liefde had bekend, maar hoe het noodlot het had verhinderd, en ook kwam hem het verhaal van Kitty hem in de gedachte en vroeg hij zich at of Charlie West haar nog zou krijgen. Gewoonlijk, als deze sombere gedachte bij hem opkwam, troostte hij zich met het bericht, dat zijn oppasser Parkes hem had meegedeeld, toen hij zijn hond „Victoria" naar Dovercourt had gebracht. „Hebt gij juffrouw Douglas gesproken Wat zeide zij had hij hem gevraagd. „Ik heb," had Parkes geantwoord, „de juffrouw te spreken gevraagd, gaf haar toen den brief en hield „Victoria" onder mijn arm. Nadat de dame het briefje had gelezen, nam zij den hond en zeideik houd dien braven hond natuurlijk. Gij moest nu maar naar de keuken gaan, dan zal ik ondertusschen een briefje aan uw meester schrijven." „Neem mij niet kwalijk, juffrouw," zeide ik, „maar het is nutteloos om te schrijven, want mijnheer Dake heeft mij gelast u te zeggen, dat hij het regiment reeds verlaten heeft en naar Londen is vertrokken. Daarna gaf de jonge dame mij een hal ven kroon en kon ik heengaan." En dat was alles. Hij had haar geen gelegenheid gegeven zijn brief te beantwoorden, want hij had Parkes bevolen niets terug te brengen. En toch was hij teleurgesteld, dat hij het niet had gedaan. Maar de eerste plicht van den soldaat is te doen, wat hem bevolen wordt, en dien plicht had Parkes niet verzaakt. HOOFDSTUK X. Dake ziel weer vroegere vrienden Een jaar was er ongeveer na Dake's verlies verloopen. De zaken van de eens zoo groote firma Clive, Walton en Dake waren door een anderen bankier overgenomen en werden lang zamerhand geheel in orde gebracht. Er scheen een vooruitzicht te zijn, dat de firma niet zoo geheel van alles beroofd was als men eerst gevreesd had. Het was evenwel nog maar een onzeker vooruitzicht, dat misschien nooit verwezenlijkt zou worden, zoo- dat de tc ekomst voor Clive Dake niet bizonder rooskleurig was. Toch was hij buitengewoon goed aan zijn nieuw leven gewend, en behalve de gedachte aan de gelukkige dagen, die hij met Joan had gesleten, had hij getracht zoo weinig mogelijk aan zijn gelukkig verleden denken. Van Joan had hij nooit iets vernomen. Hij wist niet eens of zij leefde of gestorven was en of zij nog bij de familie Stephenson Stewai t inwoonde. Ofschoon zij nog steeds de voornaamste plaats in zijn hart bekleedde, had hij nooit gepoogd inlichtingen omtrent haar in te winnen. Nu gebeurde er iets, dat hem uit zijne kalme rust deed opschrik ken, iets, dat hem weer nauwer met het verleden verbond. De bevel voerende officier had zijn vijf jaar uitgediend en in zijne plaats werd benoemd luitenant kolonel Robert Stephenson—Stewart van het ioe regiment dragonders. Kolonel Stewart nam natuurlijk het bevel op zich, toen kolonel Cox vertrok, wat een paar dagen na de benoeming plaats had. Clive Dake herkende hem dadelijk, maar de oogen van den kolonel gleden over hem heen, zonder dat hij er eenig denkbeeld van scheen te hebben, dat hij hem reeds vroeger gezien had en zelfs zonder zijne gelijkenis met lord Charlie West op te merken, {Wordt vervolgd f)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2