NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Donderdag 3 Maart 1892
No. 2657.
A HON NEMENTSPRIJS
ADVERTENTIÉN:
Onze Veiliglteirt.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLE T O N
RUBY.
AARLENS DAGBL
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Geïlluatreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummer.0,05,
Dit blad ver»ch(Jnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Hontetraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123,
va» 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meerjj 10 Cenir.
Groete letter» n&.r plaatoaiiste.
Bij Abonnement aanxieilijk rabati
Abonnementen en Advertentie» worden aangeiontox doos
onae agenten ea door all. bokbandelarea en oonmtUf».
Directenr-Uitgever J. O. FEBBEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pnhlieité Mirenfirt 0, L. DiNl Cen J03LH t. JOJf&S, Stee., Pojfl Sliir leuhourf Mentuartri,
Een inzender, die zich C. A. noemt,
oppert het denkbeeld om nu wij hier
in onze goede stad voortdurend worden
opgeschrikt door berichten van inbraak
diefstal de stad beter dan door de
politie alleen kan worden gedaan, vooral
des nachts te laten bewaken en wel
door een honderdtal infanteristen te pos-
teeren in stille parken, wegen en lanen.
Er ligt o. i. wel iets goeds in het
denkbeeld en het is niet te verwon
deren, dat velen die op stille hoeken
wonen des avonds niet op hun gemak
zijn. Wij voer ©ns hebben reeds meer
dan eens in dit blad te kennen gegeven,
dat wij het niet wenschelijk vinden om
van het leger allerlei diensten te vergen,
waarvoor het niet bestemd is. Waar
evenwel bizondere omstandigheden voor
handen zijn (en daartoe kan zeker de
moord op den Raamsingel worden ge
rekend) daar zijn o. i. buitengewone
maatregelen gewettigd en daarom wil
len wij het denkbeeld van C. A. wat
nader uitwerken.
Zoolang niet voor elke woning eén,
liefst twee politieagenten kunnen wor
den geposteerdzoolang kan men
nooit geheel voor diefstallen en inbraken
gevrij vaard zijn. Rijke lieden kunnen
zich de weelde van een specialen nacht
waker veroorloven, maar behalve de
kosten is er in deze manier om zich
te laten bewaken, dit bezwaar, dat men
wel en deugdelijk moet overtuigd wezen
van de vertrouwbaarheid van den waker
zeiven. Anders haalt men zelf den wolf
de schaapskooi binnen. Nu is een
hond van flinke afmetingen een goede
verdediging tegen nachtroovers, maar
ook dat is een luxe, die den meesten
niet past.
Er zijn evenwel andere middelen,
om inbrekers en dieven schrik aan te
jagen. Toen ten vorige jare de inbreker
Koole den Hout en zijn omtrek door
zijn herhaalde inbraken schrik aanjoeg,
toen werd een groot gedeelte van de
politieagenten gebruikt, om den Hout
af te zetten en iedereen, die Da een zeker
uur passeerde, werd aangehouden en
moest opgeven wie hij was, vanwaar hij
kwam en waarheen hij ging. Maar op
zekeren avond brak Koole in het Kenau
park in, aan de andere zijde van de
stad. Een visscher, die uit een vijver
alles wil halen wat er inzit, zal veel
wijzer doen, door ineens met een groot
net de geheele oppervlakte langs te
gaan, dan met een kleiner netje hoekje
voor hoekje af te visschen.
Zou het nu niet mogelijk zijn, om
eens in een nacht, natuurlijk in diep
geheim, met de geheele politiemacht,
rijksveldwacht en infanterie voor zoover
die tot aanvulling noodig is, aldus de
geheele stad eens af te visschen, vol
gens een regelmatig plan deze macht
in troepjes van vijf man te verdeelen
en doer deze patrouilles iedereen te
laten aanhouden, die bijvoorbeeld van
12 tot 3 uur op straat is Men zou
zich dan niet moeten bepalen tot de
eenvoudige vragen „wie ben je waar
kom je vandaan en waar ga je
heen maar men zou legitimatie
bewijzen kunnen eischeneen brief-
adres een visitekaartje of iets derge
lijks. Kwam een of andere opgave der
patrouille vreemd of de hsuding van
den aangehoudene haar verdacht voor,
dan zou een verder onderzoek aan het
bureau van politie kunnen volgen.
Wij ontveinzen ons niet dat op deze
wijze de braafste mensch in de onaan
gename noodzakelijkheid zou kunnen
verkeeren, om zijne identiteit en vlek
keloosheid op het bureau vau politie te
gaan aantoonen, maar daartegeu over
staat de mogelijkheid dat men ook zoo
gelukkig zou kunnen wezen van de
zware hand der justitie te leggen op
personen die in het belang der maat
schappij, beter achter ijzeren tralies dan
in de straten van Haarlem op hun
plaats zijn.
Niemand kan zeggen, of de inbraak
bij mevrouw Reerink als een vervolg
van de treurige zaak op den Raamsin
gel moet worden beschouwd. Zeker is
het dat hier in onze stad boeven rond-
loopen, die hoe eerder hoe beter door
de daartoe geroepenen moeten worden
onschadelijk gemaakt.
Over den moord op de twee vrouwen
Stokman en Bekkers kan helaas nog
niets worden medegedeeld. Met niet
genoeg te prijzen ijver zet de ueer
rechter-commissaris het onderzoek voort
maar van een resultaat dat tot de ont
dekking van den dader zou kunnen
leiden, hebben wij tot heden nog niets
ervaren.
nieuw meer, maar ze is evenmin oud
geworden. Nog altijd is er aantrekke
lijkheid in de liedjes vaa Clairette en
in het Air des Conspirateurs, al ver-
liest de tekst niet weinig in de duitsche
overzetting.
j Er werd over 't algemeen zeer goed
gezongen en gespeeld. Zoowel de rol van
Madame Lange, als die van Clairette wa
ren in goede handen, die van de dames
Lidy Bodrowski en Rose Berthier. Ook
de heer Carl Wallner (Laiivaudière)
vervulde uitnemend zijn partij, beter dan
de heer Fabbiani de zijne. Deze tenor
zanger toch is weinig in het stuk, z o-
dra hij zelf niets te zingen ot te zeggen
heeft, neemt hij aan de omgeving geen
deel meer.
De schouwburg was Maandagavond
niet vol.
Tegen een 18-jarige broodbakkers-
knecht is proces-verbaal opgemaakt,
daar hij zijn baas had bestolen. Met
het geld dat hij bij de klanten had
ontvangen heeft hij zich uit de voeten
gemaakt.
Door middel van over-en inklimming
zijn in de achterkamer van den tapper
R. in de Groenendaalsteeg 50 gulden
gestolen, geborgen in een houten doosje
staande in een linnenkast. De diefstal
is gepleegd tijdens de vrouw alleen te
huis was en zich bevond in de gelag
kamer om de bezoekers te bedienen.
Haarlem, 2 Maart 1892.
Op de aardappelen- en botermarkten
zijn in de afgeloopen maand
aangev. verk. laagste hoogste pr
Aardappn. 95 HL. 95 HL. f 4.
Appelen 93 57
Peren.
18
18
f
f 6.—
p. KG.
Boter 287 kil. 237 kil. f 1.30
p. stuk.
Biggen 180 stuks 114 stuks f5.
f
f 8.—
f 8.—
p. KG.
t 1.60
p. stuk.
L 10. -
De operette „La fille de madame
ADgot", van Lecocq, is weliswaar niet
Binnen weinige dagen, zal er een
begin gemaakt worden, met het vol
tooien van den Slaperdijk door Haar
lemmermeer, alsmede het graven van
een inundatie en communicatie-kanaal.
Verlangend ziet men vooral het laatste
tegemoet, temeer nog daar de commu
nicatiesluizen te Haarlemmermeer reeds
klaar zijn, en door het Rijk en het be-
bestuur van den Haarlemmermeerpolder
zijn goedgekeurd.
Het inheien van de honderde palen
voor de damsluizen te Hoofddorp, gaat
zeer langzaam, door den harden zand
bodem. Met een heiblok, gedreven door
stoom, ter zwaarte van 700 kilogr. kan
men slechts hoogstens 8 palen op een
dag slaan.
De tooneelvoorstelling van
„De kleine Lord" zal a. s. Vrijdag ten
4 ure 's namiddags ten paleize voor
Hare Majesteiten gegeven worden. Hare
Majesteit heeft velen tot bijwoning der
voorstelling uitgenoodigd, o. a. tal van
kinderen.
Het tooneel is opgeslagen in de groote
balzaal.
Door 47ikleerbleekers, te
's-Graveland, Kortenhoef en Loosdrecht
woonachtig, is een verzoekschrift aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gericht, waarin de tusschenkomst der
volksvertegenwoordigers wordt verzocht,
om te verkrijgen dat de bleekerijen
worden vrijgesteld van de voor dat
bedrijf zoo belemmerend werkende wet
van s Mei 1889, houdende bepalingen
tot het tegengaan van overmatigen ar
beid van jeugdige personen en vrouwen.
De 47 bleekers verzoeken gelijkgesteld
te worden met landbouwers en schip
pers zoodat de wet op hun bedrijf niet
worde toegepast, daar hun bedrijf
evenals de hier genoemde, meestal in
de open lucht geschiedt. In eene toe
lichting, die het verzoekschrift vergezelt,
wordt breedvoerig uiteengezet de wijze
waarop de wet voor hen zoo belem
merend werkt en hun zoo groote gel
delijke verliezen toebrengt. Daar reeds
voor het uiteengaan der Kamer de heer
mr. B. M. Bahlmann een dergelijk
verzoek aan den minister deed, om
ontheffing van dezen druk voor schoen
makerijen en bleekerijen, koesteren on
derteekenaars de hoop, dat ook in
dezen de volksvertegenwoordigers hun
belangen bij de regeering zullen be
pleiten en zij uit de voor hen zoo las
tige positie zullen worden verlost.
Volgens den regenmeter
der rijkslandbouwschool te Wageningen
is over de maand Febr. gevallen 23V3
m.M. regen, tegen 10% m.M. over de
zelfde maand van 1891.
Met omfloerst vaandel
volgde Maandagmiddag de liedertafel
„Sappho" te Hoorn de begrafenis van
haar oprichter en oud-voorzitter, den
heer P. Messchaert Kz., oud-lid van
den gemeenteraad.
Door ds. Pottinga, Doopsgez. predi
kant, en door de heeren Heidenrijk en
dr. Aghina werd bij de groeve de over
ledene herdacht.
Door de zangvereeniging werden twee
liederen gezongen. Onder de prachtige
kransen, die de lijkkist dekten, was er
ook een van de Federtafel „Euterpe"
te Amsterdam.
De heer N. A. Messchaert uit Voor
burg, oudste zoon des overledenen,
dankte voor de betoonde deelneming.
Een talrijke schare van belangstellenden
was op den doodenakker aanwezig.
Met het oog op de invoering
van de nieuwe postwet zal het personeel
aan het postkantoor te Amsterdam met
40 personen versterkt worden.
Een dwergje niet veel groo-
ter dan de poot van een stoel zal te
Amsterdam in het Café Stroetmann een
paar voorstellingen geven, onder den
naam van „prins Mignon". De achttien
jarige „prins" is niet alleen klein van
stuk, maar hij laat zich ook als violist
en acrobaat bewonderen.
Uit Amsterdam meldt men:
Den ganschen dag werd Dinsdag in
tegenwoordigheid van een groot aantal
nieuwsgierigen gedregd in de Keizers
gracht bij de Utrechtschestraat. Twee
knapen van 6 en 11 jaar, welke dien
ochtend te half negen van de ouderlijke
woning in de bocht der Heerengracht
naar de bizondere school op de Kei
zersgracht bij de Utrechtschestraat waren
gebracht, zijn na schooltijd niet thuis
gekomen en worden nog steeds ver
mist. Eene belangrijke som voor eenig
naricht is uitgeloofd. Bij navraag bleek
dat zij de school niet hadden bezocht,
waar juist het 25 jarig jubileum van
den onderwijzer Roest feestelijk werd
herdacht.
Nader wordt echter gemeld, dat zij
gevonden zijn. Zij hadden gebruik ge
maakt van den feestdag op school, om
met hun beiden een wandeltocht naar
de duinen te ondernemen Zij hebben
van nacht bij de bittere koude in de
open lucht geslapen, en zijn van ochtend
dicht bij Haarlem gevonden, van waar
ze hongerig en koud maar wel terug
zijn gekeerd.
De ©nlangs te Arasterdam
aangevoerde bevroren schelvisch is ge
heel opgeruimd. Een duizendtal visschen
werden naar België gezonden.
Dinsdagochtend omstreeks
uur waren te Rotterdam eenige
jongens bezig met een goederenwagen
van de Schiedamsche stoomtram, die
los stond, voort te duwen, De 73 jarige
weduwe E. de Jong, die tusscheD de
rails liep, kreeg den wagen in den rug,
viel en werd overreden. Naar het Zie
kenhuis gebracht, bleek het dat beide
hare beenen gebroken waren. Beide
beenen zijn reeds geamputeerd.
Dinsdagavond is er door
het omvallen van een petroleumlamp
brand uitgebroken aan booid van het
stoomschip Eugalia van Antwerpen,
Tiggende te Rotterdam. Dank zij het
krachtig optreden van de brandweer en
j de havenpolitie was men den brand
spoedig meester. Het schip was geladen
met 560 balen hooi en 362 balen turf.
Naar men uit Maas en Waal
schrijft, werden in die streek gedurende
het geheele jachtseizoen zeer weinig
wilde eendvogels gezien, zoodat de vangst
in de bekende kooien gering was. De
eigenaars dier kooien hebben dan ook
alle reden tot klageD, te eer nog daar
spoedig de jacht gesloten zal worden.
Uit het Eng elsch,
VAN
SIR GILBERT CAMPBELL BART.
HOOFDSTUK I.
Het was de Patste dag van het jaar 1792. Het hagelde en
sneeuwde en een hevige wind, die uit het noorden blies, deed
de weinige voorbijgangers van koude rillen. Het was geen weer
om zich zonder noodzaak buiten te wagen en zoo schenen de
burgers van Antwerpen er o©k over te denken, want bijna geen
enkele sterveling was in de verlaten straten zichtbaar.
Er zijn weinig steden, waar het inwendige der huizen zulk een
contrast oplevert met hun uitwendige. Antwerpen is voor het
grootste gedeelte gebouwd in een tijd, toen eene smaakvolle
bouworde het comfort niet uitsloot en stevigheid aan bevallig
heid gepaard ging. De vlaamsche bouwmeesters verdienden den
roem, die van hun uitging, ten volle, wat de oude gebouwen
trouwens nog getuigen.
In eene nauwe, sombere straat in Antwerpen, die zelfs in 1792
niet eene van de beste standen was, stond een oud, vervallen
hnis, dat ongetwijfeld in vroeger dagen iemand uit den aanzien
lijken stand tot woning had verstrekt; waarschijnlijk den een of
anderen burgemeester, die sinds langen tijd in het kille graf rustte.
Nu werd het gebouw bij verdiepingen verhuurd, evenals zoovele
huizen in het oude Edinburg, die ock mensch en van allerlei
rangen onder hun dak herbergen.
Eene van de mooiste kamers was bewoond door een jong-
mensch, Karl Landsberg genaamd; hij was flink van gestalte en
had mooi blond haar, dat in natuurlijke krullen over zijn voor
hoofd golfde. Landsbeig was 28 jaar oud, van goeden huize en
had met goed gevolg het artsexamen afgelegd. Toen hij zijne
studiën voltooid had, vestigde hij zich in Parijs, doch na een
kort verblijf gevoelde hij zich door de bloedbaden en misdaden,
die daar plaatsgrepen, gedrongen, zich in de stille stad Antwer
pen te vestigen.
Onze vriend had zich voorgenomen, zich alleen te wijden aan
de ziekten en krankheden der aanzienlijken, daar hij dit voor-
deeliger en aangenamer vond, dan zijn vak bij de minder be
deelden uit te oefenen.
Ongelukkig echter hadden de onbarmhartige Sans-Culottes en
de vreeselijke guillotine de adel en de rijken weggevaagd en de
middelstand, die als paddestoelen uit den grond was verrezen,
had nog geen voldoende macht gekregen. Frankrijk herstelde zich
niet zoo spoedig van zijne beroeringen als Landsberg had ver
wacht, en daar hij letterlijk niets te doen had, volgde hij de
gewoonte van de meeste jonge menschen van zijn leeftijd en
stand, en viel in den strik, dien Cupido zoo behendig gespannen
had. Op een bal in Brussel, waarvoor hij een uitnoodiging had
ontvangen, maakte hij kennis met eene jonge italiaansche dame,
Paula Savelli, de afstammelinge van een edel, maar verarmd ge
slacht. Het paleis van haar vader, in de nabijheid van Rome,
was in een treurigen, vervallen toestand en de opbrengst van de
bunders land, waardoor het omringd was, was nauwelijks toerei
kend voor de noodigste uitgaven van den Signor en zijne doch
ter. Daar Paula's schoonheid indertijd zeer betooverend was,
hoewel de italiaansche jongelingen staaltjes van haar trotsch en
opbruischend karakter konden vertellen, achtte haar vader het
heilzaam eenigen tijd met zijne dochter buitenslands te gaan,
om te bepreeven of Paula's bekoorlijkheden haar geen rijken
echtgenoot konden verschaffen.
Paula werd op het bal dadelijk getroffen door het knappe
uiterlijk van Karl en hoorde spoedig bij geruchte, dat hij een
groot fortuin te wachten had.
De kennismaking werd na het bal aangehouden en leidde
weldra tot eene groote vertrouwelijkheid tusschen de beide jon
gelieden. De knappe Karl en de beeldschoone Paula werden nu
zoo dikwijls met elkander gezien, dat de buitenwereld hunne
namen reeds te zamen noemde en eene spoedige verbintenis
van het donkere, koude noorden met het zonnige zuiden proie-
teerde.
Plotseling echter verdween Karl Landsberg uit Brussel en be
groef zich in de oude stad Antwerpen, waar wij hem nu op den
Jaatsten dag van het jaar in een grooten armstoel zien zitten. H