NIEUW S- EN ADV EK TEN TIEBLAD.
9 e Jaargang.
Zaterdag 9 April 1892,
1
No. 2689.
ABON NEMEN TSPRIJS
ADVERTENTIËN:
NABETRACHTIN Gr
STADSNIEUWS.
Kon- Liedertafel „Zang en
FEUILLETON
RUBY.
Voor Haarlem per 3 maandent 1,20
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,66.
Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad «irsohjjnt dagelijks, behalve op Zo»- ea Feestdagea.
J3oroon: Kleine Houtitrsat No. 9, Haarlem. Telefoons,amuse 182,
ras 15 reg*el* 50 Cest#; lede?» regel meer löCs$!«»
Groots letters aaa? plaatenriKte,
Bij Afcesmemcfit aansdealijk rabat®
AbtöSj&ö&RBtea Advwtc&ftSëfc werd®* ssMgeacsaem dö©?
o&aa $g©KteR 6$ door all© bftekhftsdeteraa ea cours afciaffc
Directeur-Uit*® et J. C. FX1B1B OQ 2ff,
Roof dag enten voor het BuitenlandCompagnie Gtnéralf de fublivi-> èim^fèrt T„ - J Cis JS, -8mc., /erft blUs Itmètwf Mstsimzrtrt
Het bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten:
De Moordenaar van dèn Poliue-com-
mis sar is t naar het fransch van
Maxims Audouin. Haarlemmer
Halletjes No. CXXX11 Binnen-
en Buitenlandsche berichten. Varia.
Kleine advertentiën uit „Het Blaad
je" No. XIII. Advertentiën enz.
uit den
GEMEENTERAAD.
XLI.
Dat er geen week voorbijgaat, zonder
dat de Nabetrachter de pen moet op
vatten, is volstrekt niet zijn schuld, ook
niet de schuld van den Gemeenteraad,
maar is enkel en alleen te wijten aan
de heeren, die ter eltder ure komen
vragen om hunne namen op de lijsten
van de kiezers te plaatseD. De wet
namelijk eischt, dat dergelijke aanvragen
niet behandeld worden door den Raad,
voordat minstens acht dagen zijn ver-
loopen en dit maakt, dat telkens daar
voor raadsvergadering moet worden
belegd. Moet men eenmaal vergaderen,
dan kunnen meteen wel andere zaken
worden behandeld, want zoo heel ge
makkelijk krijgt men anders elke week
de heeren niet bij elkander.
Bij de behandeling van de concessie
aanvrage van den heer h Comte voor
een paardentram Haarlem-Beverwijk,
heeft de Raad besloten op voorstel van
den heer 't Hooft, dat de concessionaris
ƒ2go.aan de gemeente zal betalen,
wanneer de concessie door hem niet
wordt uitgevoerd.
In den laatsten tijd zijn vele conces
sies aangevraagd, die nimmer tot uit
voering zijn gekomen en het is toch
wel wat dwaas, dat tal van gemeente
ambtenaren veel werk verrichten voor
eene concessie, die per slot in het riet
der vergetelheid loopt. Vooral is dat
ongewenscht, omdat zulke concessies
dikwijls worden aangevraagd door vreemz
delingen, die natuurlijk in de belastin
gen en dus ook in de traktementen
der gemeente ambtenaren, geen stuiver
bijdragen.
Nu de Raad in deze concessie eenmaal
de bepaling heeft gemaakt, zal hij allicht
bij volgende concessies die ook wel
opnemen. Al is men er niet geheel
mee gevrijwaard tegen lichtvaardige
concessie aanvragen, zeker is de bepa
ling een waarborg te meer dat de aan
vragen serieus bedoeld worden. In zoo
verre is er, dunkt mij, veel goeds in.
Nadat de aanvrage van Volksbelang
om grond voor een tweeden speeltuin
van de eene vergadering naar de andere
was gekegeld, werd zij Woensdag ein-
lijk behandeld. Het Dagelijksch Bestuur
had geen terrein kunnen vinden en
daarom vroeg Volksbelang nu ƒ300.
per jaar subsidie om een terrein te
kunnen huren.
En welk terrein Een gedeelte van
de Phoenix 1 Die arme Raad wordt
dan toch ook vervolgd met dien doorn
in zijn vleesch. Naar het schijnt, had
een deel van het college wel lust, om
subsidie te geven, mits men meerdere
inlichtingen verkreeg betreffende terrein,
huurprijs etc. Daarom werd het voorstel
tot eene volgende vergadering uitge
steld.
Over de waarde van den speeltuin
is men het over het algemeen nog niet
eens. Zijn werkelijk de resultaten van
dien aard dat men zeggen kan dat
balddadigheid en straatschenderij ver
minderen Mijn eigen ondervinding geeft
mij inderdaad den moed niet, daarop ja
te zeggen.
Ik heb het genoegen te wonen in de
nabijheid van den speeltuin in de Bak
kerstraat. Die tuin wordt natuurlijk den
kelijk wel het meest bezocht door de
jengd uit de aangrenzende straten, omdat
deze er dichtst bij woont.
Volgens de meening van de voorstanders
van den speeltuin, zou nu de lieve jeugd
uit mijn buurt zich moeten onderschei
den door bedaardheid en behoorlijk
gedrag op straat. En wat is nu inderdaad
de waarheid Dat de straatjeugd in die
buurten de schrik is van de omwonen
den. Mocht de heer de Clercq lust
hebben in het verzamelen van de grie
ven, die mijne buren en ik tegen velen
dier kinderen hebben, dan zal hij een
zeer lijvig dossier verkrijgen.
Daarom loop ik op dit oogenblik
met den speeltuin niet weg. Theoretisch
moge het denkbeeld aardig zijn, in de
praktijk heb ik er nog geen resultaat
van gezien.
En dat de kinderen zich in den
speeltuin amuseeren, is toch voor den
Gemeenteraad geen reden om een sub
sidie van 300.te geven. De Raad
kan dit, dunkt mij, alleen doen wanneer
vaststaat dat de speeltuin de jeugd er toe
brengt zich te onthouden van katte
kwaad en balddadigheden, m. a. w. als
de speeltuin werkzaam is in het algemeen
belang.
Dat de speeltuin in die richting nuttig
werkt, daarvan ben ik voorshands nog
niet overtuigd.
Haarlem, 8 April 18
I ZE. de minister heeft tot leerlingen
aan de Rijkskweekschool voor onder
wijzers alhier, onder het genot van eene
toelage benoemd
D. de Boer, van Grootebroek; J. H.
Broekhuijsen, van VoorburgH. Bur
gers van Alfen a/d. Rijn F. Goudriaan,
van Ouderkerk a/d. IJselW. van der
Hoeven, van SchiedamJ. J. Hoorn
stra, van Hilversum G. J. Kieviet, van
OosthuizenR. J. Klaren, van Oude
homeH. J. Kuiper, van Anna
Paulowna J. Lancée, van Wijk b Duur
stede C. T. Leenheer, van Heerjans-
damP. R. van Pelt, van Amsterdam
A. Roukema, van Oosterzee J. Tolk,
van Broek in Waterland; H. J. Ver
burg, van MoordrechtL. van Waas-
bergen, van St. Anthoniepoider A. H.
Warnaar, van Andijk F. J. Wegenaar,
van AmsterdamJ. C. van Zelm, van
Callantsoog en Ph. F. C. J. Sweerts,
van Scheveningen.
Zooder toelage zijn toegelaten
P. F. Bellaart en G. H. Möller, beide
alhier.
Door den minister van Oorlog is
machtigiDg verleend om, in verband
met de gezondheid van den troep, het
bataljon infanterie alhier wanneer
het op het zeestrand ten Noorden van
Zandvooit schietoefeningen gaat houden,
per spoortrein van Haarlem naar Zand-
voort te doen vervoeren. De terugmarsch
zal echter te voet worden afgelegd, ter
wijl voorheen zoowel naar als vin
Zandvoort moest worden gemarcheerd.
Door ongesteldheid van den luit.-
koloDel Hofstede, en het niet aanwezig
zijn van den majoor Lagerwerf, kon
heden de gouden medaille niet aan
Delcambre worden uitgereikt, doch zal
dit geschieden op een nader te bepalen
datum.
Op de heden alhier gehouden paar
denmarkt werden aangevoerd 67 paar
den, voor het meerendeel werkpaarden
van inlandsch en gekruist ras. De prijzen
beliepen van f 400.tot 45.De
handel was matig.
De afd. Haarlem van de Nederl.
Maatschappij van Tuinbouw en plant
kunde zal, ter viering van haar 12% ja
rig bestaan, op 16, 17, 18 en 19 Sept.
e. k- eene tentoonstelling van begonia's
houden op „Bosch en Hoven", het
welbekende buiten van den heer J. D*
Onderwater te Heemstede, voorzitter
der afdeeling'
Men heeft de tentoonstelling verdeeld
in twee afdeelingen, eene voor bloemis
ten en eene voor liefhebbers. In beide
afdeelingen worden gouden, zilveren,
verguld zilveren en bronzen medailles
uitgereikt. Commissiën uit minstens 5
leden bestaande, zullen de inzendingen
beoordeelen.
Het bestuur van de afd. bestaat uit
de heeren J. D. Onderwater, L. E.
Geraessen, J. K. Budde, P. W. Voet,
secretaris en Leonard A. Springer, ad
junct-secretaris
Aan laatsgenoemde (wonende te
Haarlem) moet voor of op 2 September
mededeeling van inzending geschieden.
De regelingscommissie bestaat uit de
heeren Joh. de Breuk, C. van Dijk, L.
Zurendonk en den heer Springer boven
genoemd.
In de Donderdag gehouden alge-
meene vergadernig der Commanditaire
Vennootschap Hollandsche Crediet en
Deposito Bank firma Mees en Ritsema
werd door beheerende Vennooten ver
slag over 1891 uitgebracht. Balans en
winst- en verlies rekening werden door
de vergadering goedgekeurd en tot eene
uitkeering van f 47 per volgestort aan
deel besloten. Verliezen werden niet
geleden.
TWEEDE CONCERT
der
De kon. liedertafel „Zang en Vriend
schap" is met haar tweede concert zeer
gelukkig geweest. Gelukkig zoowel wat
de uitvoering zelf, als wat betreft de
opkomst van het publiek. De aantrek
kingskracht die van de concerten dezer
mannenzangvereeniging uitgaat, werd
ditmaal op bizondere wijze verhoogd
door de medewerking van het oosten-
rijksche dameskwartet Tschampa. Ook
was, bij de samenstelling van het pro
gramma het elk wat wile niet uit het
oog verloren. Ernst en luim, kracht en
teêrheid deden beurtelngs hunnen in
vloed gelden en zoo grillig kan iemands
muzikale smaak niet gevormd zijn,
dat hij zich aan dien invloed geheel zou
hebben kunnen onttrekken. Het koor
had zes nummers voor zijn rekening
genomen, waarbij één nieuw, namelijk
Psalm 8 van Rich. Rol. Hoezeer een
aanmerking betreffende het toonhouden
niet ongegrond zou zijn, werd dit werk
prijzenswaardig gezongen, zoodat deze
uitvoering een helder licht wierp op,al
het grootsche, het lieflijke, het schilder
achtige waardoor Rol in dit opus ge
tuigenis aflegt van zijn groot en immer
jeugdig talent. Minder als compositie,
maar beter als uitvoering beviel mij
Hegar's Rudolph von Werdenberg. Deze
vertolking onderscheidde zich door een
heid, schoonen klank en levendige
voordracht. Zeer goed begrepen was
ook het bekoorlijk-mysterieuse karakter
van Kremser's Altniederlandisches Lied.
Die false he Pepiia liet niet na het pu
bliek in een opgewekte stemming te
brengen. Het werkje werd los en geestig
voorgedragen. Alleen vond ik het jam
mer, dat eenige eerste tenoren maar
noode tot het gebruik van het falset-
register schijnen over te gaan hierdoor
kwamen de lichte achtste-passages tegen
het einde van 't werk niet geheel tot
haar recht. In Bede van Heinzei waar
van de uitvoering door het koor mede
zeer te roemen valt, werd de baryton-
solo voorgedragen door den heer
Zalsman. Dat deze heer in 't bezit is
van een schoon geluid, wist ik reeds
van vroegere kennismaking, maar 't
verraste mij dat zijn stem draagkracht
genoeg heeft, om zelfs naar mijne ver
wijderde plaats woord voor woord ver
staanbaar over te brengen. De heer
Zalsman kan in de toekomst van zijn
stem alle voldoening hebben, althans
wanneer hij geen moeite spaart om ze
geheel naar eisch te leeren gebruiken
maar ook nu reeds mag hem een
woord van lof niet worden onthouden
voor de wijze waarop hij zich van zijn
taak heeft gekweten. Als slotnummer
gaf het koor De uitwijkelingen van
Gevaert, een niet gemakkelijk, maar
gloedrijk en dankbaar fwerk. Een en
kelen keer hinderde mij in de uitvoering
hiervan een minder beschaafde uitspraak,
ook zou door de voordracht kunnen
worden goedgemaakt of althans verzacht
wat door den componist op enkele
plaatsen is misdreven tegen de decla
matie. Overigens heeft dit werk op mij
veel indruk gemaakt, dank zq de waar
heid van opvatting en den gloed die
van de voordracht uitging.
Aan den heer Eobert komt voorzeker
hulde toe voor den ernst waarmede hij
blijkbaar steeds voortgaat zijn koor meer
en meer te beschaven, en tot volko
menheid te brengen. Uit het succès
van dit coucert zal hij de ervaring
hebben opgedaan dat zijne zorgen en
moeiten niet vruchteloos zijn gebleven.
Het dameskwartet deed zich hooren
in een twaalftal liederen, waarbij twee
als bisnummer. Wanneer men dit kwar
tet niet heeft gehoord, is het moeilijk
zich een denkbeeld te vormen van den
hoogen trapjvan volmaaktheid, dien deze
dames in den samenzang hebben be
reikt. De vier stemmen vormen te
zamen één instrument van idealen klank
want welk instrument kan in klank met
de menschelijke stem wedijveren De
lezer zal begrijpen dat ik hiermede vol
strekt niet wil te kennen geven, dat
I ieder der vier kwartetzangeressen over
een buitengewone stem beschikt. Iedere
stem is volkomen voor haar taak be-
i rekend, of wellicht juister gezegdde
I nummers van het jrepertoire worden zóó
gekozen, dat geen der stemmen buiten
haar kader behoeft te treden. Te oor-
331
HOOFDSTUK XXI.
„Weet gij zeker, dat hij aan boord was?" vroeg Ruby.
„Denkt gij, dat Mat Shapland zijn logger aan die schelmen
zal overlaten, die zijne bemanning uitmaken? Het is jammei,
zijn getuigenis kon uwe onschuld duidelijker maken en hij weet
zeer goed, dat hem geen leed zou geschieden, al zeide hij dat
hij bezig was smokkelwaar te vervoereD, als het tot eene gevan
genneming met hem kwam, dan zou men hem toch binnen een
paar dagen weer vrijlaten."
„Misschien is hij wel terug voor de gerechtszitting," bracht
Ruby hoopvol in het midden.
„Gij kent den inhoud van de eDgelsche wet, nl., dat gij uzelf
moet verdedigen, want ofschoon een advokaat u, zooals 't heet,
ten dienste staat, mag hij geen woord ten gunste van u spreken."
„Dat is mij bekend," antwoordde Karl.
„Nu, ik raad u aan ge eel geen advokaat te raadplegen, maar
üzelt te verdedigen. Ik zal uw geval aan het oordeel van een
zeer knap, jong advokaat onderwerpen en hem verzoeken een
schets van uwe verdediging voor u te maken en dan kan het
dunkt mij niet missen of gij wordt vrijgesproken."
„Gij vergeet, dat ik een vreemdeling ben en dat iedereen mij
daarom reeds vijandig gestemd is. Daarvan heb ik reeds de
meest bittere ondervinding opgedaan, want al degenen, die ik als
mijne vrienden beschouwde, houden zich nu op een afstand,"
antwoordde Karl met een treurigen glimlach.
„Gesteld, dat gij eens veroordeeld werd, welke gevangenis zou
dan en man tusschen hare muren kunnen houden, die over
millioenen beschikken kan Welke cipier zou de aanbiedingen
van groote sommen gelds kunnen weerstaan?"
„Maar ik heb geen millioenen te mijner beschikking," bracht
Karl hiertegen in.
„Neen, gij niet, maar mijne vrienden en ik wel; bovendien
bezit gij een geheim, waarvan wij allen weten en waardoor gij
weldra weer groote rijkdommen bij elkander zoudt kunnen
krijgen en in elk land, waar gij maar wilt, geëerd kunt leven.
Ik spreek hierover als iets, dat kon gebeuren; mijne vaste over
weging is echter, dat uwe onschuld weldra aan 't licht zal
komen."
„Gave God, dat uwe overtuiging bewaarheid mocht worden,"
zeide Ruby.
„Dat moet gebeuren, mijne lieveling. Maar stilik hoor het
gerammel van borden, ons avondeten is in aantocht. Opnieuw
zeg ik, geen droevige gezichten, laat ods vanavond vroolijk zijn,
morgen zal ik mijne pogingen, om Shapland te vinden, begin
nen. Wanhoop niet Karl, als mijne vrienden en ik u te hulp
komen is er geen macht, die u langer tusschen de gevangenis
muren zal houden."
HOOFDSTUK XXII.
De Raad van drieën.
Drie weken waren er sedert Karl's inhechtenisneming verloo-
pen; de gerechtszitting zou spoedig plaats hebben en Jozef van
Grootz verdubbelde zijne pogingen om Landsberg van dienst te
zijn en liet vele zijner handelskennissen overkomen, die Karl in
tijd van nood met hun rijkdom zouden bijstaan. De advokaat,
waarvan van Grootz gesproken had, nam voor eenige dagen zijn
intrek in Maidstone en door de prachtige aanbieding, die deze
hem had gedaan, ging hij met hart en ziel aan de hem opge
dragen taak. Na eenige gesprekken met den gevangene, kwam
hij echter tot de overtuiging, dat de verdediging slechts een
ontkenning van schuld kon zijn en men niet kon bewijzen, dat
het pistool niet op de barones gelost was, als de gewonde smok
kelaar niet als getuige optrad. Dit laatste scheen echter eene
onmogelijkheid, want ondanks alle nasporingen naar Shapland en
de groote belooningen, die voor zijne aanhouding werden uitge
loofd, kon men geen bericht van zijn verblijfplaats krijgen.
Ruby werd zeer moedeloos, maar als eene echte vrouw ver
borg zij haar gevoelens zooveel mogelijk voor haar echtgenoo
en slechts wanneer zij met van Grootz zamen was, gaf zij aan
haar verkropten boezem lucht.
„Zal hij gered worden?" zuchtte zij in eene van haar neer-