NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Vrijdag 22 April 1892 No. 2699. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Eirooteur-Uitfeve? j. e. FSIBBEOOM, „Het Blaadje" STADSNIEUWS. PALEIS VAN JUSTITIE. BINNENLAND. FEUILLET ON. Een blik in den afgrond. DAGBL Voor Ha»rlem per 3 maanden1,20. Franeo door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bnrean: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. TeleCoeuonaer UI. va* 1—5 regels 50 Cents; ieders regel most 10Cents. Gros it letters sast piasters!»Je. Bij Abenne&est aanzienlijk rabat AboaasmeEtea *3 Advertenties words» asagenoBss deer oase agsatea sa door alle boekkasdclarva ea oourtatiarc Hoofdagenitn voor ktt SuitMlandCompafttii Gfr.tfreii ie tsiitoi.. lir»*ftri Z. DAVkM fr 0$., JCS}f 1. JMS, loet., ïarjji Sliil Inbarg Mnimtfirii Bij dit Nummer ia gevoegd het Gemeenterciadaverslag van 20 April. Qndergeteekende brengt beleefdelijk in herinnering, dat kleine Advertentien' beetemd tot plaatsing in en in de speciale rubriek in het Zater dagavondnummer van HAARLEM's DAGBLAD, a 5 Cts. per regel te zamen, uiterlijk tot Vrijdagmorgen 12 uur aan het Bureau kunnen worden ingeleverd. J. C. PEEREBOOM. Haarlem, 21 April 1892 De Dinsdag alhier gehouden collecte voor de gestichten der Vereeniging tot verpleging van laders en lijderessen aan vallende ziekte, heeft zuiver opgebracht eene som van 596.51. Naar wij vernemen, heeft de Wel dadigheidsdag, den i8den dezer hier ter stede gehouden door „Weldadigheid naar Vermogen", een totaal bedrag van 432.72V2 opleverd. Dinsdag ontving de Vereeniging bo vendien een bankbiljet van /ioe.— en uit Amsterdam een baal rijst. De broodfabriek „de Volharding" op de Nieuwe Groenmarkt alhier, ontving Woensdag het bezoek van dr. F. R. Allinson, den bekenden engelschen hygiënist en voorstander van het gebruik van biuin brood. De heer Allinson, die vergezeld werd door den heer Verschoor uit Rotterdam, toonde zich zeer ingenomen met de fabriek en gaf nog eenige wenken om trent de fabricage van zijn idea al-voed sel bruin brood. Volgens zijne mede- deeling vervaardigt men in Engeland van hetzelfde deeg een soort van be schuit, die veel overeenkomst heeft met onze cakes. Woensdagavond vergaderden in de bovenzaal van de sociëteit „Vereeni ging" een aantal winkeliers en nering doenden, tot bespreking van een door den heer H. J. van Deurzen Jr. ge opperd plan, om hier ter stede eene vereeniging op te richten, die zich ten doel stelt hare leden door wederkeerige opgave van slechte betalers, voor dezen te vrijwaren. Een der aanwezigen merkte te recht op, dat men wel moet toezien,dat niemand lichtvaardig op de lijst wordt gebracht en dat voorat degelijk onderzocht worde, of hij wel slechte betaler is. Het voor nemen bestaat, om een bezoldigd per soon aan te stellen, die zich o. a. met deze informatiëu zal belasten. Nadat nog verder van gedachten was gewisseld, werd besloten eene commis sie te benoemen, die met den heer Van Deurzen een reglement voor de nieuwe vereeniging zou ontwerpen. Ingevolge den wensch der vergadering wees de heer Van Deurzen deze aan het zijn de heeren J. Leupen, H. J, Visser, P. J. R. van Huizen, Joh. H. Albers, A. van der Laan Jr., F. C. Keeser J. G. SchtlrmaDn en de uitgever van dit blad. Al de aanwezigen (33 in getal) ver klaarden zich in beginsel bereid, ©m toe te treden tot de vereeniging. Zoo spoedig mogelijk zal de commissie het ontworpen reglement in de vergadering brengen. De contributie zal zeer laag zijn en ƒ1.59 per jaar niet overtreffen. Wanneer anderen, die zich tot dus verre terughielden, of verhi derd waren de vergadering bij te wonen, mochten willen toetreden, dan wordt hun ver zocht, zich op te geven bij een der commissieleden bovengenoemd. Deze toezeggingen zullen geheel als voor- loopig beschouwd worden. Nader vernemen wij, dat reeds 48 personen voorloopig als leden zijn toe getreden. Gedurende de afgeloopen maand zijn door de politie alhier 25 personen ver volgd wegens dronkenschap op straat. In de maand Maart van het vorig jaar was dit getal 31, dus 6 meer. Voor de Arrondissement s*Rechtbank stond heden terecht Evert Knaap, blik slager te Amsterdam, die in hooger be roep is gekomen van een vonnis van den kantonrechter, waarbij hij tot 50 cts. boete werd veroordeeld wegens het met een hengel in de hand visschen in zijkanaal F. zonder vergunning van den pachter van het vischwater. De kantonrechter grondde dit vonnis op de uit de zaak-Verkes welbekende overweging, dat het water waarin ge- vischt is, geen rivier of stroom is. Evenals in bovengenoemde zaak requireert de subs. off. van just. mr. Joh. P. van Outeren, bevestiging van het door den kantonrechter gewezen vonnis. De verdediger van beklaagde, aar. J. Krus-man te Amsterdam merkte op, dat reeds Hugo de Groot van meening was dat het visschen vrijstond in alle bevaren wateren, die publiek domein waren. In de jachtwet van 1814 werd die opinie door den wetgever eveneens neergelegd, en in die van 1852 en 1857 bevestigd. Men was van oordeel, dat mag worden gevischt in alle wateren, waarover iedereen zich bewegen en die geen persoon voor het verkeer afslui ten kaD. Nu zegt de kantonrechter, dat alleen in rivieren en stroomen mag worden gevischt met den hengel in de h md en geeft daarbij eene definitie van eene rivier, om aan te toonen dat bedoeld water daaraan niet voldoet. Met die definitie kan ik mij volkomen vereenigen, maar daarmede is m. i. de kwestie nog niet beslist. Art. 578 van het Burgerl. Wetboek rekent onder de publieke staatsdomeinen niet enkel rivieren en stroomen, maar ook meren. Op grond van een en ander conclu deert pleiter tot vrijspraak. De subs. off. v. just., repliceerende, persisteert bij zijn genomen requisitoir. Zooals bekend is, is de heer Verkes teen de rechtbank alhier het vonnis van den kantonrechter bevestigde, in cas satie gegaan. Uit het pleidooi van den advekaat van Knaap, mag worden op gemaakt dat ook deze voornemens is, de zaak in hoogste ressort te doen uit maken, wanneer de Rechtbank ook in zyn geval bevestiging van het vonnis van den kantonrechter mocht vragen. Dinsdagavond kwam te Hoofddorp ten huize van den herlogemaker J. Kalmthout, een als werkman gekleed persoon, die een horloge wenschte te zien, aan welk verzoek werd voldaan. Nauwelijks was het uurwerk in zijne handen, ©f hij deed de buitendeur open en zette het op een loopen,. het hor loge in zijn bezit houdende, terwijl het den eigenaar niet gelukte hem te ach terhalen, Bij de politie is aangifte ge daan. In 't horloge staat de naam van den verkooper A. Kalmthout. Aan de betaalmeesters van 's Rijks schatkist is voor een beurag van ƒ45,000 aan kwartjes en dubbeltjes verzonden, te Utrecht vervaardigd met de beeltenis, of, zooals de technische term luidt, met den „beeldenaar" van onze jonge koningin. De traditie getrouw, is aan Koningin Wilhelmina een beurs overhandigd waarin zich een bedrag van de nieuw geslagen munten bevindt. Naar aanleiding van het bezoek, ia de vorige week door den minister van Justitie gebracht aan het Rijksgesticht te Ommerschans, verneemt men thans, dat aan het derde Rijksop- veedingsgesticht voor jongens, daar te stichten, de naam gegeven zal worden van „Gesticht Avereest". Er zal een geheel nieuw gesticht worden gebouwd, ingericht voor 160 jongens in het hoofd gebouw en voor 80 in zijgebouwen, met alcoven voor slaapzalen. Verder zal het gebouw bevatten eene ziekenzaal en woningen voor directeur, adjunct-directeur en ien bewaarder. De G em e ent e-S tem bevat een artikel omtrent de plaatselijke, tijd- regeling, naar aanleiding van den strijd over de verschillende zonetijden. Het blad wenscht aan de gemeenten vrijheid te zien voorbehouden ten opzichte van de regeling der gemeenteklokken. Aan het slot bespreekt het eene kwestie die reeds meermalen op 't tapijt is gebracht, nl. de vraagmoet het uurwerk van den toren beschouwd worden te zijn van de gemeente of van het kerkbestuur, eigenaar der kerk De Gemeente Stem zegt: „Er zijn ons verschillende plaatsen bekend, waar de toren met zijn uurwerk nog altijd beschouwd wordt al in onder houd en beheer aan de kerkelijke ge meente te behooren, en ook de Min. sprak van uitzonderingen. Hierdoor is het verschijnsel te verklaren, dat in onderscheidene dorpen van dezelfde bur gerlijke gemeenten het tijdsverschil soms tamelijk groot kan zijn. Dit nu achten wij, met het oog op verkiezingen en soortgelijke handelingen, wel aan beden king onderhevig. Wanneer de toren niet is het eigendom der gemeente, dan kan o. i. het bestuur der gemeente ook aan geen enkele bepaling de bevoegd heid ontleenen om het uurwerk van dien toren te regelen. Misschien komt daarbij dat er gemeenten zijn, waar in het geheel geen openbaar uurwerk wordt aangetroffen. Wat ons dus wenschelijk schijnt is, dat, voor zoover noodig, aan de gemeenten de verplichting worde opgelegd, zoodanig uurwerk te hebben en in stand te houden. Thans kan noch uit art. 205 der gem.wet noch uit eenig ander wetsvoorschrift die verplichting worden afgeleid. En dat het ontbreken van een officieelen tijdwijzer tot moei lijkheden bij de toepassing van wetten en verordeningen aanleiding kan geven, behoeft zeker geen betoog". De Commissie, welke zich onlangs voorloopig constitueerde, om tot de wederinvoering van de doodstraf te geraken, is, naar de Amst, Ci. ver neemt weder ontbonden. De omstan digheid, dat die voorstanders van de doodstraf weinig medewerking onder vonden, zoowel als het feit, dat een nauwgezet onderzoek duidelijk aan het licht heeft gebracht, dat het aantal ge vallen van moord niet is toegenomen, sedert men de doodstraf afschafte, moeten tot de ontbinding van het voorloopig comité hebben geleid. Zondag 1 Mei zal te Zaan dam, op het land tegenover D. van Orden, eene meeting worden gehouden. Als sprekers zullen optreden Jb. Leguit te Krommenie, F. van der Goes te Amsterdam en D. de Cleicq te Haarlem. In de pauken zal muziek gemaakt worden. (JV. R. Ct De te Amsterdam verschij- nende Ochtendbode bevat het facsimile van een door het blad ontvangen brief van Sara. De brief is van den volgen den inhoud Amsterdam18 April 1892. Mijnheer. Bij toeval las ik heden de ochtend- bode van vrijdag. Neen mijn heer Sara wreekt zich niet uit nijd. Wat Sara zegt is zoo waar als dat er een God leeft. Ik wil U hier de volle waarheit zeggen met verzoek dit in uwe krant te vermelden. Nooit zal een ander aangewezen kun nen worden als de moordenaar want de dader is reeds bekent Al duurt het ook zestig Jaar nooit kan men wat ander hooren. vroeger het had ik kennis aan (1) en ik heb een kind van hem. Ik ben een christen meisje en mijn naam is Anna maar hij noemde mij altijd Sara. Ik heb niemand op de wereld dan alleen mijn moeder en mijn kind en ik bezweer u bij beider dat ik u de volle waarheid schrijf. ....kreeg kennis in de kat aan.... Ik heb nu uit de kranten vernomen dat heur echte naam is Die meid is een door en door slechte meid en daar ging hij mede leven. Voor eenige weken hoorde ik dat het af was en toen achtervolgde ik zoo ook op den avond van de moord. Anna ver hoeven was heel groot met die meid, op die dinsdag avond liep ik... weer na en zag dat hij weer met die meid was om half negen belde de meid aan en ging... met haar naar binnen bij Anna ver hoeven over een kwa tier kwamen zij er weer uit en gingen naar een kelder op de 41 ;,Dat ben ik, mijnheer," was het openhartige antwoord. „Nu goed, laat ik dan uwe dankbaarheid rnaar eens op de proef stellen." „Van ganscher harte, mijnheer." „Goed," zeide Esden glimlachende. „Gij weet zeker wel wat van die zaakjes af, nietwaar, mijnheer Gale? Kennis is macht, weet gij. Ik ben advokaat en het zou mij in mijn ambt niet schaden, als ik er zooveel van wist als gij." De werktuigmaker antwoordde„Mijne eerlijkste collega's komen door hun beroep soms in aanraking met slechte lieden en doen zaken met hen." „Natuurlijk. Vertel mij nu maar, wat een eerlijk man van uw beroep zoo al van inbreken en het gebruik der gereedschappen weet." Gale aarzelde. „Eigenlijk gezegd zijn er geene inbrekers gereedschappen, mijnheer, en aan den anderen kant is er bijna geen stuk gereedschap in mijn winkel, dat een inbreker niet zou kunnen gebrmikeD. Daar heb je nu "bijv. de drilboor, de beitel, een breekijzer enz. Deze werktuigen worden dagelijks in eerlijken arbeid gebruikt en eveneens door dieven en ander slecht volk, ofschoon deze laatsten ze gewoonlijk veel beter en fijner hebben dan de gewone werkman." „Zeker uit trots over hun beroep, nietwaar „Och ja, wel een weinig, maar meestal om er meer partij van te trekken. Zulk werk moet natuurlijk vlug en stil gedaan wor den. Er komt b. v. een man bij mij om een hamer te koopen. Als hij dien voor nachtelijk werk gebruiken moet, dan moet hij met dik leder overtrokken zijn, dat vóór hij aan den arbeid gaat een paar uur in 't water heeft moeten liggen, zoodat men bijna niets hoort als men hem gebruikt. Sommigen hebben al hun ge reedschappen met leer overtrokken, dan hoort men ze niet rin kelen, als ze er mee loopen. Breekijzers, die te lang zijn om in den zak te dragen, worden aan stukken gemaakt, die men in elkaar kan zetten, zoodat ze weinig plaats innemen. Wel," riep hij na eenige oegenblikken uit, alsof hij zich iets herinnerde; „daar zou ik bijna vergeten, dat ik zulk een voorwerp juist thuis heb; als gij hier een paar minuten wilt wachten, zal ik het voor u zseken." Gale verliet den winkel, maar keerde weldra weer terug met een klein met leder overtrokken breekijzer, welks uiteinden als zilver blonken. „Ik ben op een vreemde wijze in het bezit van dat voorwerp gekomen, dat moet ik u eens vertellen. Eens op een dag omstreeks zeven maanden geleden, kwam een netgekleed heer mijn winkel bin nen en bestelde een aantal gereedschappen. „Ik moet ze van het beste staal hebben," zeide hij, „een stel goede breekijzers van verschillende grootte en twee of drie andere voorwerpen." Het was een spraakzaam heer, die mij vertelde, dat hij veel hield van timmeren. „Ik heb drie jaar noodig gehad om mijn huis te meubelen," zeide hij, „maar er is dan ook geen enkfel voorwerp in te vinden van den kelder tot den zolder, dat ik zelf niet ge maakt heb." Nu, ik vond dat natuurlijk zeer bizonder, want de meeste mannen, die geld hebben, verluieren hun tijd en besteden dien lang zoo nuttig niet als mijn bezoeker. Ik was echter zeer nieuwsgierig om te weten, waar hij de breekijzers voor noodig had en waarom die alle met leder bekleed moesten zijn. Hij vertelde het mij echter niet, endaar ik er ook niets mee te ma ken had, nam ik de bestelling aan en hij betaalde mij twee pond vooruit. Daarna vertrok hij en na dien tijd heb ik niets meer van hem gehoord." „Is hij dan nooit gekomen om zijne gereedschappen in ont vangst te nemen „Neen, mijnheer. Dit is er een van, en als er ooit in Londen inbraak wordt gepleegd, dan kunnen de dieven geen betere ge reedschappen hebben, dan die, welke hij bij mij had besteld. Zie eens, mijnheer." Met de vlugheid van een werktuigmaker schroefde hij het breekijzer los, dat in twee stukken in zijne hand scheen te vallen; „zie eens, de stukken passen in elkaar als de radertje van een horloge, en daar het voorwerp zoo dun is, gaat het ge makkelijk door alle deuren heen." Gale was opgetogen van bewondering over zijn eigen werk. Met zijne vingers, die bizonder krachtig waren voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1