NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
Een blik in den afgrond.
9e Jaargang.
Donderdag 28 April 1892.
2704.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIÊN:
Ddt nummer bestaat uit
twee bladen.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND,
FöLiTIEK OVERZICHT.
FEUILLET ON
DAGBL
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Geïllustreerd Zondagiblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummer» 0,05.
Dit blad eeracbflnt dagelijlu, behslva op Zon. en Feestdagen.
Harem.Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoewauner 132,
ran 15 regel» 50 Cents; leder» reg-.J meer lOCentt,
Gro.ie letters naai plaaterxiïrls
Bij AbenneKeni asnaler-.ijk -abat
Abonaenentai rx> Adrertextiëa word. doof
oase agenten door alia boskkandelm. .nor. «tiara
üireoteur-ültg.v.r 3. O. F31B2BOQI,
Hoofiagentn voor l*t BuiUnlaniComi>afxit Btnirvk it fullitllé itrvnfiri L. BAWBi 3 bo., J@Si I. JO&M, Ssee., far$t BW: ïmetoarp
EERSTE BLAD.
Haarlem, 27 April 1892
YaD de officieren van het garnizoen
te Haarlem werden op den Dinsdag
avond ten paleize te Amsterdam gehou
den raout door H. M. de Koningin-
Regentes aangesproken dé overste Hof
stede, majoor Lagerwerf, ritmeester
Slotboom, kapitein van der Koogh en
kapitein Mensing, directeur van de
Militaire School.
Bovendien onderhield H. M. zich
eenige oogenblikken zeer minzaam met
den majoor-kommandant der dd. schut
terij alhier Jager Gerlings en den kapi
tein der schutterij P. Piepenbrink.
Tevens sprak H. M. eenige leden
van de rechterlijke macht alhier aan.
Naar wij vernemeD, heeft H. M. bij
de audientië aan onzen Burgemeester
het plan te kennen gegeven, spoedig
met. de Koningin een bezoek aan Haar
lem te brengen.
D e g a 1 a-v oorstelling in het
-circus-Carré op Dinsdag namiddag ge-
geveD in tegenwoordigheid van HH. MM.
Koningin en Regentes mag ditmaal met
recht schitterend genoemd worden De
koninklijke ioge was vlak tegenover het
tooneel, en had den vorm van een
baldakijn, met de koningskroon bedekt.
Zij [was aan weerszijden open, doch
oveiigens met donker blauw fluweel
en satijn behangen. Zij werd geflankeerd
door twee loges bestemd voor de hooge
hofdignitarissen.
De arena was smaakvol getooid met
een drietal forsche wapens, nl. dat van
Nederland boven aan en daaronder
rechts dat van Amsterdam en links dat
van 1 Waldeck-Pyrraont. Deze wapens
waren smaakvol en kunstig uit gekleurd
zaagsel in het donkere zand afgedrukt,
en omgeven dooi een grooten groenen
rand waarin weder oranjekleurige bloeroen
prijkten. Aan weerszijden van het too
neel wat en tropeeën van vlaggen aan
gebracht, te midden waarvan de wapens
van Nederland en Amsterdam.
Het geheel maakte een aangeDamen
indeuk, die niet weinig verhoogd werd
door de kleur van toiletten en uniformen
alsmede door fraaie kleederdracht der
talrijke stalknechts: lange creme laken
jas met oranje omslagen. Het groote ge
bouw was tot den nok toe gevuld.
Precies te half drie verschenen de hooge
bezoeksters in de vestibule, waar zij
door den heer Carré werden opgewacht,
en waar het dochtertje en een zoontje
van den directeur HH. MM. fraaie
bouquetten aanboden. Zoodra HH. MM.
in de koninklijke loge verschenen,
speelde de muziek het Wilhelmus, en
rezen allen eerbiedig van hunne zetels
op, waarvoor de vorstinnen eene buiging
maakten. Een kort luid hoera, en de
voorstelling nam een aanvang. De jon
geheer Carré stelde met 8 kleine tijger-
hengsten de Roraeinsche post voor. Zij
die in de nabijheid der koninklijke loge
zaten, konden al dadelijk bemerken,
dat de j ugdige Koningin veel behagen
schepte in deze dieren en het onver
schrokken rijden van den jongen Carré.
Ofschoon dit nummer nu niet tot de
meest bewonderingswaardigste behoort,
klapte de jeugdige Koningin in de han-
deD, en de jonge Carré was haar daar
blijkbaar ten hoogste dankbaar voor.
De buitengewone sprongen van de clowns
Cavalini en later hunne komische spelen
aan een rek brachten telkens een glim
lach op het gelaat niet alleen van de
jeugdige Koningin maar ook van de
Regentes, en in dit blijk van ingeno
menheid mocht ook August de Domme
zich meermalen verheugen.
Bij het schooltijden van de dames
Graham en Louise alsmede van de jon
gejuffrouw Carré gaf H. M. de Regen
tes meermalen door handgeklap hare
hooge ingenomenheid te kennen.
In de pauze herhaalde H. M. den
heer Carré mondeling hare tevredenheid
over zijn dressuur en dankte hem voor
het genoegen der Koningin en ook haar
verschaft.
Een drietal, en wel de meest aan
trekkelijke passages uit het ballet Rem
brand, wekte in niet geringe mate de
bewondering der hooge bezoeksters. En
dat HH. MM. de voorstelling niet te
lang duurde, bleek uit het feit dat
HH. MM. ook de pauze de voor
stelling tot aan het slot bijwoonden.
Het hippologisch schouwspel met 40
paarden gelukte ditmaal bijzonder goed
en de heer Carré oogstte daarvoor luiden
bijval in. Te 4.45 eindigde dit schoone
equestrisch schouwspel. Een kleine rijtoer
werd gemaakt,en te4.10warenHH.MM.
aan het Paleis terug.
De raout die H. M. de Koningin-
Regentes Dinsdagavond hield, was zeer
druk bezocht. Vooral het getal officieren
van schutterij, leger en vloot was groot.
Zij ontvingen dan ook geen speciale
uitnoodiging, maar iedere korpscom
mandant kreeg een invitatie voor alle
zijne officieren. Ook vele civiele auto
riteiten maakten van de uitnoodiging
gebruik. Velen echter verschenen alleen,
zoodat het aantal dames betrekkelijk
klein was in verhouding tot dat der hee-
ren. Die dames echter die aan de uit
noodiging der Regentes gevolg gaven
wedijverden met elkander in keur van toi
let- en diamanteatooi.
De zaal leverde een ongemeen schoon
schouwspel op, meer echter door pracht
en rijkdom van toilet en schitterende
unitorrcen dan door decoratie en bloe
menpracht.
Het orkest van het concertgebouw,
onder leiding van den heer Kes en 70
artisten sterk, was in de zaal achter
hooge en dicht op elkander geplaatste
heesteis verborgen, en deze plek besloeg
niet minder dan 16 bij 5 meter. Niet
minder dan 550 antieke olielampen
verspreidden een overvloedig doch zacht
licht in het londe, en de rijen lampen
die meer dan 90 voet van den vloer
aan de kleine galerij waren aangebracht
gaven aan het geheel een phantastisch
aanzien.
Even vóór 9 uur kwamen honderden
rijtuigen waaronder tal van equipages,
voor aan de Damzijde en aan den
Voorburgwal aanrollen, waar een dikke
laag zand de straat achter het Paleis
bedekte, opdat de jeugdige Koningin, die
hier hare slaapkamer heeft, in hare rust
niet zou worden gestoord. Ten einde
het binnenkomen zoo gemakkelijk en
kort mogelijk te maken, werden de hee-
ren aan de voorzijde en zij die dames
vergezelden aan de achterzijde van het
Paleis ontvangen.
Precies te 9 uur wachtte H. M. de
genoodigden acl ter een volgens in de
troonzaal op en stond tot dat einde
veor den nieuwen troon Zoodra men
H. M. gepasseerd was, gingen allen naar
een aangrende zaal, waar het orkest het
reeds vermelde programma ten gehoore
bracht. Wel w^rd daaraan niet die aan
dacht geschonken, die het gewoonlijk in
het concertgebouw ondervindt, maar
het loopen van de groote menigte kon
niet hinde, lijk zijn, daar elke voetstap in
het mollige tapyt wegdook.
Onder het meer dan honderd voeten
hooge gewelf krioelde tusschen 9 en 11
alles dooreen. Gelegenheid om fce rusten
was onmogelijk, zoodat enkelen dan
ook na een kort bezoek vertrokken.
In de aangrenzenden groote galerij en
daaraan palende dienkamer waren buf
fetten opgericht, en de lange tafels
daarvan torsten een schat van zilver.
De keur van ververschingen gingen van
deze buffetten uit, en menigeen vond
hier lafenis en verfrissching.
Tegen 10 uur was de receptie geëin
digd en bewoog H. M. zich nu ook
onder de genoodigden en onderhield
zich met velen hunner. De feestavond
nam tegen 11.30 toen H. M. zich in
hare apartementen terugtrok, een einde.
Dinsdag werden teBerlijn
de tweedaagsche beraadslagingen eener
conferentie over inrichtingen tot het wel
zijn van den werkman, aan welke de
grootste duitsehe industrieelen en ver
scheidene ministers deel namen, geslo
ten. Zeer de aandacht trokken, bij het
spreken over gezonde arbeiderswonin
gen, de mededeelingen van den heer
Van Marken, uit Delft. De leden der
conferentie, inzonderheid ook de minis
ter van arbeid Berlepsch, volgden met
groote oplettendheid en onder herhaal
den bijval deze mededeelingen van den
hollandschen industrieel, terwijl de voor
zitter, de gewezen minister Herzog, den
heer Van Marken uit naam der ver
gadering woorden van warme waardee-
riüg voor zijn philantropisch streven
toesprak. Ook mevrouw Van Marken,
die mede de vergadering bijwoonde,
ontving haar deel van dien lof. De
voorzitter uitte den wensch, dat ook
elders de idealen mochten worden na
gestreefd, welke het echtpaar Van
Marken op zoo schoone wijze trachtte
te bereiken.
Ta S t. A n n a-P aroehïe was
zekere v. d. L. j.l. Zaterdag naar
Leeuwarden vertrokken om gevange
nisstraf te ondergaan. Terwijl zijne
vrouw 's namiddags voor enkele oogen
blikken hare woning had verlaten, ge
raakten de kleederen van haar twee
jarig dochtertje in brand, vermoedelijk
doordien de kleine te dicht bij een test
met vuur kwam, die zich in het vertrek
bevond. Op het hulpgeschrei schoot
eene buurvrouw toe, die het kind ter
stond in het water dompelde. Daar
echter de rechterzijde van het lichaam
reeds geheel verkoold is, bestaat er
geen hoop ep behoud.
De dag van heden was in de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika een
feestdag. Overal werden optochten ge
houden, feestmaaltijden en concerten
gegeven ter eere van de eerste-steen
legging van een standbeeld voor generaal
Grant. Het was president Harrison, die
den steen legde.
In eene boodschap aan den SeDaat
I verklaarde Harrison, dat het thans niet
mogelijk is de correspondentie over te
leggen, welke met andere mogendheden
gewisseld werd omtrent eene interna-
1 tienale conferentie over de zilverkwestie.
Overtuigd echter, dat het gebruik van
zilver als betaalmiddel door de handel-
j drijvende natiën bevorderlijk zou zijn
tot de algemeene welvaart, zal de
president geene tot het bereiken van
dit doel gunstige gelegenheid ongebruikt
laten, ot voor het minst trachten, zoo
de vrije aanmunting van zilver thans
niet mogelijk mocht zijn, een ruimer
gebruik van dit metaal te doen ingang
vinden.
De New - York Herald publiceert de
tijding van een gevecht in Maracalbo
gehouden tusschen de troepen der
regeering en de opstandelingen. Het
schijnt, dat laatstgenoemden hebben ge
zegevierd, hoewel de juiste cijfers der
verliezen niet bekend zijn.
Zooals men weet is er in den iaat-
sten tijd in Engeland aangedrongen op
telefonische of telegrafische verbindingen
tusschen kustwachtersposten onderling
en tusschen vuurtorens in zee en den vas
ten wal. Nog onlangs toch strandde bij
een vuurtoren een groote stoomboot,
aan wie hulp verleend had kunnen wor
den wanneer de wachter op den toren
die aan den wal hadden kunnen vragen.
Daar evenwel de vereischte communi
catie ontbrak, verging het vaartuig
met mau en muis.
Het Lagerhuis heeft nu een voorstel
van Birkbeck aangenomen, om daarin
door het maken van gemeenschap' als
bovenbedoeld te voorzien.
De werkstaking van de arbeiders op
de werven aan de Tyne te Newcastle
is afgeloopen, doordat de stakers de
voorwaarden der patroons hebben aan
genomen. In de dertien weken dat zij
duurde, heeft de staking aan arbeiders
en patroons een groot verlies opgele
verd, dat met zes millioen gulden niet
te hoog is getaxeerd.
De belgische Kamer heeft een aanvang
gemaakt met de beraadslagingen over
de grondwetsherziening. De minister
president Beernaert ging in eene eerste
redevoering de geschiedenis van deze
zaak na, en verklaarde alle voorgestelde
stelsels te verwerpen, om te aanvaarden
het engelsche stelsel, hetwelk het kies
recht verbindt aan het bewonen van
een huis of een gedeelte daarvan.
Spreker bestreed levendig de denk
beelden der revolutionairen, voor wie
het algemeen stemrecht het middel is
om een afkeurenswaardig en ondeug
delijk programma te verwezenlijken en
verklaarde, dat hij geneigd is de ver
kiezing van den Senaat op te dragen
aan kiezers boven de 4o jaren. De
som, die, om voor den Senaat verkies
baar te zijn, vereischt wordt ia de
belasting te betalen, wil hij lager stellen
dan nu bepaald is. Ten aanzien van
het koninklijk referendum verklaarde
hij, dat inbreuken minder van de ko
ninklijke macht te duchten zijn, dan
van het Parlement.
De miliciens van de lichtingen 1887
en 88 voor de inianterie en die van
1888 voor de karabiers zijn plotseling
onder de wapenen geroepen, ten einde
dienst te doen bij de Meibeweging.
91
HOOFDSTUK III.
De eetbel wekte hem eindelijk uit zijne overpeinzingen open
hij ging vroolijk naar beneden om den strijd te beginnen.
HOOFDSTUK IV.
Esden was minder spraakzaam en onderhoudend, dan hij had
willen zijn, daar het gesprek grootendeels liep over zaken, die
hem onbekend waren. Daar hij echter zeer terecht op
merkte, dat een goede hoorder even aangenaam is voor andere
menschen als een gezellig prater, bewaarde hij gedurende den
maaltijd een behoorlijk stilzwijgen.
Natuurlijk liep het gesprek na de aankomst van juffrouw Pharr's
photografle-toestellen, voornamelijk over de kunst van photogra-
leeren. Er bevonden zich aan tafel twee deskundigen, die het
voor hunne liefhebberij deden, benevens een leerling in de edele
kunst. Juffrouw Edith Wyncott, de eenige dochter des huizes, eene
statige dame van omstreeks 35 jaar, legde evenveel liefde en
hartstocht voor dit vermaak aan den dag als andere ongetrouwde
dames gewoonlijk voor hun hond en papegaai betoonen. Dr.
Elphinstone, de oudachtige heer, die bij Esden's aankomst met
zijne gastvrouw in den tuin wandelde, was oud genoeg om zich
het begin van deze kunst te herinneren en had haar vorderingen
met levendige belangstelling gadegeslagen.
De wetenschap was hem dank verschuldigd voor een belang
rijk aantal vergrootingen van mikroskopische voorwerpen.
Door de gesprekken van deze twee personen was juffrouw
Pharr er toe gekomen om haar vrijen tijd met photografeeren te
willen doorbrengen en het gesprek liep nu over allerlei techni
sche bizonderheden dezer kunst. Eindelijk werd het te geleerd
voor de nieuwelinge, die daarom voor de twee geleerden het veld
ruimde en Esden de genoegens van deze liefhebberij opsomde.
Niet iedereen kan in een onderwerp als dit zijn teergevoelig
karakter doen uitkomen, maar Esden slaagde hierin. Het moet
wezenlijk verrukkelijk zijn,4* zeide hij, „om een beeldtenis van
menschen, die wij liefhebben, en plaatsen, die wij kennen, te
hebben, niet van den eenen of anderen rondreizend koopman,
voor een paar stuivers gekocht, raaar verkregen door eigen werk.
Hoe genoeglijk om, als men ouder is geworden, en dikwijls alleen
is, die portretten, die het werk onzer eigen handen waren, te
bekijken. Hoe aardig zou het zijn om b. v. een kind elke maand
te photografeeren, en zoo de vorderingen naar lichaam en ge
laatsuitdrukking gade te slaan.
Zelfs juffrouw Wyncott, die hevig met dr. Elphinstone over
sommige geleerde zaken betreffende deze schoone kunst aan het
disputeeren wasstaakte haar redetwist om naar hem te
luisteren.
„Als ik een photograaf was," zeide Esden, „dan zou ik al
mijn werk met een datum willen voorzien, niet om de vorderin
gen te willen gadeslaan, maar om zuiver sentimenteele redenen.
Bedenk eens welk een dagboek men op deze wijze zou ver
krijgen."
„Dat is waarlijk een nuttige wenk, mijnheer Esden," zeide de
erfgename. „Ik zal hem opvolgen en wel om de genoemde
reden."
Mevrouw Wyncott wierp Esden van haar plaats aan het hoo-
ger einde der tafel een veelbeteekenenden blik toe, die zooveel
wilde zeggen als; „gij maakt uitmuntende vorderingen.g Esden
zette een vergenoegd gezicht; de erfgename keek hem ernstig en
met klaarblijketyke ingenomenheid aan. Zij beschouwde hem als
een man, die een bizonder goed hart had, en hij begon haar
eveneens hoe langer hoe bekoorlijker te vinden.
Elphinstone was een Schot en had een gelaat, waarop eene
uitdrukking van bizonder groote welwillendheid lag. Hij zag er
ernstig uit, en dat was hij inderdaad ook in de meest gewone
zaken.
„Gij zijt zeer gelukkig, juffrouw Janet," zeide hij deftig, „dat
gij uwe studiën juist begint op een oogenblik, dat de kunst van
het photografeeren zoo ver is gevorderd. Ik begon er mij op toe
te leggen, teen ik nog zeer jong was, en ik herinner mij nog
zeer goed, dat wijlen uw oom eens op een dag eene wonder
volle verzameling werktuigen, kettingen, munten en doekspelden