BINNENLAND.
van Kunstnijverheid alhier, voor be
langstellende ter inzage.
Voor eenige der bovengenoemde vak
ken wo; den de volgende eischen ge
steld eenige stijlkennis, bekendheid
met ornamenten uit de verschillende
tijdperken, en met de voornaamste
meubelstijlen, onderscheiding der ken
merken van stijlen uit voorgelegde tee-
keningen of voorwerpen.
Teneinde de candidaten in de gele
genheid te stellen hieromtrent de noodige
kennis op te doen, zal gedurende deze
zomer door den conservator, den heer
E. von Saher, in het Museum van
Kunstnijverheid een cursus gegeven
worden, waarvan de dagen nadsr zullen
worden vastgesteld. Zij die dezen cur
sus, welken gratis gegeven wordt, wen-
schen te volgen, moeten zich daartoe
vooraf aan het Museum van Kunstnij
verheid aanmelden, waartoe des Zondags
gelegenheid bestaat.
Woensdag a s. zal des avonds ten 8
ure de heer mr. H. Ph. de Kanter
alhier op de bovenzaal van het café
Brinkmann voor de kiesvereeniging
„Vooruitgang" een rede houden over
de Belasting-ontwerpen, bij welke ge
legenheid niet-leden tegen eene kleine
vergoeding kunnen worden geïntrodu
ceerd.
Donderdagavond hield de heer jh.
mr- W. Elout van Soeterwoude, secre
taris van den Anti-Opium-Bond, zijn
aangekondigde voordracht over de
opiumpacht op Java. Spreker begon
met te vermelden het betreurenswaar
dig feit, dat men in ons land zoo wei
nig over Indie hoort spreken, vooral
waar het geldt de zoo belangrijke kwes
tie van dj opium, waarmee het wel en
wee van de Javanen in zoo nauw ver
band staat. Dat het gebruik van opium
hoogst nadeelig is, en den schuiver
naar lichaam en geest uitmergelt is al
gemeen bekend, vooral omdat gebruik
steeds tot misbruik leidt. De regeering
heeft dit ook erkend en bij het toepas
sen van het pachtstelsel het systeem
aangenomen van beperkte verstrekking
van opium, d. w. z. om aan de pachters
toetestaan niet meer dan een bepaald
qwantura te verkoopen. Nu is gebleken,
dat dit pachtstelsel zeer slecht werkt,
ten eerste omdat het met het oog op
den smokkelhandel lijdt tot vermeerde
ring van het gebruik van opium. De
pachters der districten zijn de Chineezen,
die dank zjj hunne sluwheid zich ten
koste der Inlanders weten te verrijken,
en door hun geld de inlandsche
politie en de inlandsche hoofden
aan zich ondergeschikt weten te maken,
en daardoor vrij opium kunnen binnen
smokkelen. Om dezelfde reden leidt het
pachtstelsel tot demoralisatie van de
europeesche ambtenaren, die dikwerf
zich op indirecte wijze door de chineesche
pachters laten orakoopen. De regeering,
tot de ontdekking komende dat ondanks
het ingevoerde stelsel van beperkte ver
strekking de pachtsom telken jare toe
nam, en dus ook het verbruik moest
toenemen, heeft in 1869 het stelsel van
onbeperkte verstrekking ingevoerd, maar
is hiervan zeer spoedig t.-ruggekomen,
toen bleek dat in 2 jaar tijd het ver
bruik was verdubbeld. Als een treurig
staaltje hoe groot de macht is der
opium pachters, vertelde spr. dat, wan
neer een schuiver om de een of andere
reden zijn opiumkit niet meer bezoekt,
hij door een zijner spionnen een stukje
onbewerkte opium in de woning van
den inlander doet binnensmokkelen, om
vervolgens door de politie een onder
zoek in het huis te laten instellen, waar
van het gevolg is, dat de ongelukkige
van smokkelarij beschuldigd voor een
jaar in de gevangenis wordt gezonden.
Keert hij uit de gevangenis terug, dm
heeft hij geen woning meer en is zijn
huisgezin verstrooid. Is het dan te verwon
deren, dat hij dan maar liever een ge-
regelden afnemer wil blijven van den
pachter, oin dan steeds dieper en dieper
te zinken en eindelijk tot iedere mis
daad in staat te zijn? Dus nog twee
verderfelijke gevolgen, van het pacht
stelsel zijnde schending van het huis
recht der Javanen, en de schandelijke
visitatie op den lijve. Het pachtstelsel
leidt ook nog voor onze indische re
geeiiDg tot een groote moeielijkheid, dat
zij nml. moet zoig dragen dat er geen
smokkelhandel in opium geschiedt, het
geen in de gegeven omstandigheden
ondoenlijk is, terwijl bovendien de
chineesche pachters recht hebben op
bescherming van hun monopolie. Bo
vendien is het opvallend hoe onbekend
het bestuur is met de werking van de
pacht en van de opium zaken en der
halve de ambtenaren dikwijls in on
wetendheid verkeeren omtrent het groote
aantal geheime kitten in hun district.
Zulk een onkunde is misdaad.
In het tweede gedeelte van zijn rede
besprak de heer Elout van Soeterwoude
op welke wijze het pachtstelsel het best
te vervangen was. Om het stelsel onder
deze omstandigheden te verbeteren is
niet mogelijk, evenmin als om algeheel
verbod van opiumgebruik in te voeren.
Men zou het régie-stelsel moeten aan
nemen, zonder die verderfelijke tus-
saheDpersonen, wier eigenbelang hen
aanspoort om propaganda te maken
voor het opiumgebruik.
Spreker wees er nog ten slotte op,
hoe in onze volksvertegenwoordiging
reeds dikwjjls stemmen zijn opgegaan
om te wijzen op het onrechtvaardige
en zedelooze van het tegenwoordige
pachtstelsel, zonder dat dit veel heeft
uitgewerkt. Om nu de Nederlanders
hiervoor de oogen te openen is men er
toe gekomen tot het stichten van een
Anti-Opium-BoDd.
De vrij talrijk bezochte lezing werd
afgewisseld door het vertoonen van
lichtbeelden voorstellende natuurtafe-
reelen en volkstypes van Indië, zoodat
de aanwezigen bij het gadeslaan van
deze bizonder mooie reproducties zich
voor eenige minuten in onze indische
bezittingen als verplaatst zagen.
Aan den heer Elout van Soeterwoude
komt dan ook een woord van lof toe,
voor de wijze waarop hij tijd noch
moeite sparende, ons in de indische
toestanden eenigszins heeft ingewijd.
Op 19 Maart des namiddags te 5 uur
is op het postkantoor te Haarlemmer
meer bezorgd een van drie lakken voor
ziene brief, geadresseerd aan F. Oskam,
aan de Gou\fe te Waddingsveen waarin
jen bankbiljet van 25, IB 5637, en
een muntbiljet van ƒ10 O 9270, welke
brief niet aan den geadresseerde is be
zorgd. De officier van justitie alhier ver
zoekt opsporing.
berekend naar 't vermoedelijk inkomen.
Inkomen van 250.en daar be
neden, zijn vrijgesteld.
Donderdagmiddag werd een schip
door de Langebrug gelaten. Een 5-jarige
knaap, genaamd J. Molitor, had de on
voorzichtigheid bij het dichtdraaien der
brug een voet tusschen het afsluithek
te steken, met het noodlottig gevolg
dat die voet tusschen de brug beklemd
geraakte, waardoor vier teenen dier voet
werden verbrijzeld, twee zijn letterlijk
afgesneden.
HH. MM. de Koningin en de
Koningin -Regentes hebben Donderdag
ochtend te 10.5 de hoofdstad verlaten.
Reeds te 9 uur had zich voor het Pa
leis eene groote menigte nieuwsgierigen
verzameld, die er nog op vermeerderde
toen de muziek der schutterij van 9.15
tot 10 uur zich deedhooren. Wuivende
voor de luide hoera's verlieten de Vor
stinnen te 9.55 net Paleis naar het
station, waar de wethouders met den
secretaris Lejolle,alsmede de heeren mrs.
W. van der Vliet en Th. Westerwoudt
afscheid van HH MM. namen. In de
wachtkamer betuigde de Regentes aaa
den burgemeester HD. ingenomenheid
en tevredenheid over de ontvangst bij
haar verblijf in de hoofdstad en over
de houding van het publiek.
Bij het verlaten van het Paleis had
H. M. den heer Steenkamp bedankt
voor de goede zorgen en de maatrege
len telkens bij het uitrijden voor be
zoeken genomen. Aan den burgemees
ter verstrekte H. M. de gewone gift van
ƒ2000 voor de algemeene armen der
stad.
Ia de koninklijke wachtkamer waren
aan de Koninginnen fraaie bouquettea
aangeboden, aan de Koningin eeue van
theerozen met oranje lint, aan de Re
gentes eene van cyclomen samenge
steld.
In den koninklijken salonwagen staan
de, onderhield de Regentes zich nog
eenige minuten met den burgemeester.
Bij het afluidea stak H. M. de Re
gentes den burgemeester de haud toe,
en na een „Nogmaals dank" zette de
trein zich in beweging, die door drie
hoofdambtenaren der H, IJ. Sp., de
heeren Nierstrasz, Lockhorst en Van
Swieten, vergezeld werd.
De gewone audiëntie van
den minister van Binnenlandsche Zaken
zal op 30 dezer niet plaats hebben.
Het bericht omtrent eene,
luidens nadere mededeeling gelukkig
vruchtelooze poging om een adres -bewe
ging ten gunste van de weder-invoering
der doodstraf uit te lokken, heeft de
Amstcrd. Courant op het denkbeeld
gebracht, om „aan onze meest bekende
juristen en doktoren" hunne meening
te vragen omtrent de „wenschelijkheid
en noodzakelijkheid dier wederin
voering zoowel van een „rechtskundig"
als van een „raenschkundig" standpunt.
Met den minister van Justitie, mr.
H. J. Smidt, meenen de heeren prof.
mr. S. Pols te Utrecht, mr. S. van
Houten te 's Gravenhage, mr. I. A. Levy,
mr. A. Greebe en mr. D. Simons te
Amsterdam, dat dezelfde argumenten,
die tot de afschaffing hebben geleid,
nog volkomen geldig zijn en „dat een
wederinvoeridg," om de woorden van
den Minister te bezigen, „niet noodza
kelijk, evenmin wenschelijk als gerecht
vaardigd kan zijn."
Het argument der mogelijkheid van
eene rechterlijke dwaling was voor den
heer mr. Kerdijk „zóa afdoende, dat
Frankrijk en Engeland, waar de dood
straf nog wordt toegepast.
Onze juristen zijn dus eenparig van;
oordeel, dat de doods .raf afgeschaft
moet blijven.
Dr. Eshuijs, politie-arts te Rotterdam,
meende daarentegen, dat „het afschaffen
van de doodstraf de moordzucht ook
als psychopathie heeft in de hand ge
werkt, al geeft de statistiek hieromtrent
niet het voor die overtuigiug noodig
licht." De doodstraf moet z. i. „op
ruime schaai en zonder de minste
kwelling van het slachtoffer worden
ingevoerd en toegepast."
Over het geheel, deelt de Amsi. Ct.
mede, verklaarden de mannen, aan wie
wij hunne meening vroegen omtrent
deze zaak, zich tegen weder-invoering;
over het geheel ook op gelijkluidende
argumenten.
„Al de moerden van de laatste we
ken," senrijft een der rechters in de
arrondissements-rechtbank te Araster
dam, „zijn op zich zelf staande gevallen,
voortvloeiende uit hebzucht, jaiouzij,
onbeschaafdheidin éen woord uit
zekere persoonlijke omstandigheden of
menschelijke hartstochten, die by elk
volk nu en dan voorkomen en wel
nooit zullen zijn uit te roeien. De sta
tistiek van Quetelet had reeds bewezen,
dat bij elk volk een zeker getal ge
pleegde misdrijven van dezelfde soort
als normaal moet worden aangenomen,
dat in de onderscheidene jaren met
geriage afwijking voorkomt.
Wat de vraag betreft, of bedreiging
der doodstraf zelve reeds voldoende is
antwoordt deze laatste „deskundige"
„Kortzichtigheid en niets anders 1 Leert
dan de ondervinding niet, dat in dè
meeste gevallen vau moord de misda
diger nLt denkt aan de daarop be
dreigde dooastraf, terwijl in andere
gevallen deze bedreiging geheel en al
hare kracht verliest, vermits de misda
diger slechts geleid wordt, hoe hij het
behoedzaam moet oanleggeD, om niet
ontdekt te worden.
„Indien de wetgever te onzent
voorshands maak ik me volstrekt niet
ongerust het onzalige besluit mocht
nemen om bedoelde straf weder in het
wetboek op te nemen, ik betwijfel zeer
of ze zou worden toegepast.'
Bij drie onderscheidene be-
sluiten van den burgemeester van Nij
megen van Donderdag, zijn, ingevolge
de wet, weer de bedden en andere
goederen van een drietal pokkenlijders
onteigent en verbrand. Sedert Zondag
zijn te Nijmegen een 4UI nieuwe geval-
ler vau pokken geconstateerd.
De netto opbrengst der
fancy-fair te Amsterdam gehouden ten
behoeve der kinder-vacantie-kolonies,
bedraagt 10,000. Eene groote voldoe
ning voor hen, die zich daarvoor zooveel
moeite getroost hebben.
Donderdagochtend is aan
de Hoogewoerd te Leiden door de
paardeatram overreden een 2jarig kind
van den aldaar wonenden smid H.
Hoewel de koetsier van de tram spoedig
remde, kon dit niet weerhouden dat het
wiel het kind over de borst ging, waar
door het terstond gedood werd. Het
ongeluk geschiedde als het ware voor
de oogen der ouders.
De
in de ie afdeeling te Rotterdam ver
zoekt opsporing en bericht van eene
witte enveloppe, geadresseerd aan de
heeren Milders en Gleichman aldaar.
boonen f 8.k ƒ9.25,
ƒ5.25 k ƒ8,—.
Groene erwten
het aanvoeren van andere overbodig
heeten mag."
Graan- en Zaadmarkt gehouden te Vele juristen meenen, dat de statis-
Hoofddorp Haarlemmermeer, 28 April j tiek hier heeft te beslissen en te be-
1892; Witte tarwe ƒ5.40, k f 8.45, j wijzen, dat het aantal misdaden door,
Rogge ƒ5.85 k ƒ6.15, Haver f 6.75 'de afschaffing zou vermeerderd zijn.1 inhoudende een brief en eene tweede.
ƒ7.45» Chevaliergerst ƒ4 80 k ƒ5.30, Prof. v. d. Vlugt te Leiden houdt zich enveloppe, vermoedelijk blauwe, en de uai4r ACI5CfcC, ia ae ocneiae gezomcen;
Wintergerst ƒ4.15 f 4 6o, Zomergerst het beantwoorden dezer vraag voor, j navolgende coupons: 6 coupons Fransch- het schip ts tegen den wal gezet en de
4.Duivenboonen 6.60 a f 7.zoolang „het niet-bestaan van een Oostenrijkse he Spoorwegmaatschappijen, j lading wordt gelost.
Paardenboonen ƒ5 55 k f6.Bruine- correcte recidivisten-statistiek ons erj 1 Maart, no. 782064, 782065, 782066,!
'slechts een slag in doet slaan." f782067, 782208 en 782209; 2 coupons'
Wat echter een statistiek van regee-cert. N. W. S. (Tjeenk) 3 pet. 1 Maart
ringswege niet kan, zegt de A. Ctf 1000, no. 1496 en 14972 coupons
Eu dan zal cert. N, W. S. (Ketwich) 3pet. 1
37460; 4 coupons N. W. S. oblig,
3% pet. i April 1000), no. 096508,
°955°9» °95510 o955°7; 1 coupon
Amortisatie-syndicaat 1000), no, 7840
1 coupon Ned. Iod. Spmij. (3 pet)
ƒ1000 1 April, no. 1250; 1 coupon
gemeente Rotterdam (1886) 3% pet.
1 April (ƒ1000) no. 06839; 5 (17)
coupons Zuid Ital. Spmij. 3 pet. 1
April, 1 k fr. 2500 serie D 004996,
no.^ 024976 en 024980, 1 k fr. 2500,
serie D C 007088, no. 035436 en
035440, 1 coupon k fr. 2500 serie G
C 4i567» n°- 236831 en 236835, 1 k
fr. 500 no. 22501, 1 k fr. 500 no.
22502'; welke enveloppe met inhoud,
die aan iemand ter bezorging is toe
vertrouwd, wardt vermist.
De officier van justitie te
Rotterdam verzoekt aanhouding en op
zending van C. van Weelde, 31 jaren,
koopman, en C. van Oosterhout, 3c
jaren, koopman, beiden laatst wonende
te Rotterdam, tha-js voortvluchtig.
Tegeu hen is door de rottordarasche
rechtbank rechtsingang verleend met
bevel tot gevangenneming, ter zake van
bedriegelijke bankbreuk.
Te Harder w ij k brak Dins-
dagavond wederom brand uit, thans in
het perceel bewoond door den lood
gieter L. von Munching in de Vijhestraat,
Dit perceel brandde geheel uit, terwijl
het de brandweer, versterkt door de
militaire spuit, eerst gelukte em de
vlammen meester te worden, toen van
het nevenliggen 1 perceel, bewoond door
den logementhouder W. Bult, de boven
verdieping was uitgebrand. De beide
perceelen waren tegen brandschade ver
zekerd, evenals de inboedel.
UitGoedereede meldt men:
Door dea eer B. ter Cock, genees
heer te Stellendam en aldaar waarne
mend gemeente-geneesheer, is bij den
burgemeester dezer gemeente eene klacht
ingediend tegen den persoon van C. J.,
wonende aan het Havenhoofd onder die
gemeente, wegeus afpersing met bedrei
ging. De geneesheer moet zich n. 1 op
Zaterdag 23 dezer, des voormiddags
omstreeks half elf uur tén huize van J.
bevonden hebben, tot het verleenen van
geneeskundige hulp aan diens huis
vrouw, toen J. te kennen gaf, dat zijne
vrouw bij zijne medische hu'.p geen
baat vond en hij verkoos met hem af
te rekenen. Nadat de heer Ter Cock
te kennen had gegeven, dat hij op dat
oogenblik het juiste bedrag zijner vor
dering niet koa opgeven, moet J. hem,
na eerst de kinter cp slot gedaan te
hebben, als een woesteling met een
mes en door hem bij zija baard te
grijpen hebben genoodzaakt eeue kwi
tantie af te geven wegens geneeskundige
behandeling, zonder dat daarop eenige
betaling volgde.
Bij het inladen van vee aan
de haven te EUewoulsdijk (Z.) had
Woensdag een vreeselijk ongeluk plaats.
De 65jarige veekoopman J. v. B. aldaar,
behulpzaam bij dit inladen, werd, door
het plotseling naar beneden en in een
vaartuig loopen van een rund, zoodanig
aangeloopen dat hij over de verschan
sing van net vaartuig in het water ge
worpen werd en met het hoofd in den
modder terecht kwam, terwijl hij door
het rund werd nagesprongen en dit hem
commissaris van p o 1 i t i e zoodanige verwondingen moet hebben
toegebracht dat hij, hoewel spoedig op
het droge gebracht, na een paar uren
van smartelijk lijden, overleed.
Het schip J 0 n g e Henri.
schipper J. van Haven, met pannen
naar Ierseke, is in de Schelde gezonken;
listtere a es K'inst.
Over 1892 wordt te Aalsmeer ge
heven, een hoofdelijke omslag van
100o.—. De aanslagen geschiedenbetoog behoeven, dat de meeste moor
doen o. i. de couranten,
het voor een courantenlezer wel geen April 200), no.
coupons N.
inhoud van den Hieuwen Gids 7e
en 5365i 4 jrg. 7de aflev.Harold, Ary Prins; Van
ambtshalve en wordt percentsgewijze den voorkomen in landen als Amerika,1 1000) no
6113
W. S 3* pet. 1 April het Tooneel, C. F. van der Horst
17086, 14006, 11447 en'Brugge, Jac. van Looy; Anaxagoras I
digen, „het zou verschrikkelijk voor mij zijn om die som te
moeten betalen. Ik heb zes meisjes, die allen gezond zijn en een
flinken eetlust bezitten. Dan is mevrouw P. (zijne echtgenoote
scheen evenals hij zich niet de weelde te veroorloven van haa
naam voluit te dragen) zeer zwak en ziekelijk, zoodat wij eene
huishoudster hebben moeten nemen voor de kinderen, en ten
slotte hebben wij hooge doktersrekeningen. Ik moet haar natuur
lijk de beste geneeskundige hulp geven, die er te krijgen is, en
een goede dokter is zeer duur."
„Dat weet ik, oude kerel," zeide Esden.
Op dat oogenblik was zijn ziel met medelijden en berouw
vervuld.
„Gij zult geen schade lijden, J.P. Het zou een hardvochtig mensch
moeten zijn, die u zou benadeelen."
„Nu, ik kan dus op u vertrouwen?"
„Ja, dat kunt gij," antwoordde Esden.
Hij bracht zijn bezoeker naar het station en deed zich onder
weg zeer luchthartig en opgeruimd voor. De arme J. P. vertrok
zeer gerustgesteld en Esdtn slenterde met onaangename gedach
ten bezield terug. Hij had éen zin in alle waarheid gesproken.
Het was inderdaad laag om zulk een onschadelijk pessoon te
benadeelen. Maar wat kon hij er aan doen? hij wist niet hoe hij
aan de ongenade zou ontkomen, die hij zich door dit geval op
den hals zou halen.
HOOFDSTUK VI.
Mevrouw Wyncott bemerkte met groote voldoening, hoezeer haar
neef in den gunst van de erfgename steeg. Zij was een van die
menschen, die gelooven dat bekeerde losbollen de beste echt-
genooten zijn, een stelling, die even onwaar is ais die, dat
zakkenrollers, die hun beroep vaarwel hebben gezegd, de meest
vertrouwbare schatbewaarders zijn. Esden was in zijn tijd een
losbol geweest. Eens had een oude tante zijne schulden betaald
doch was na dien tijd zoo koel jegens hem geweest, dat Esden,
die bij haar in de gunst wilde blijven, zich verplicht had ge
voeld een finantieelen welstand te veinzen, dien hij niet genoot. Hij
was zelfs zoo ver gegaan om, toen hij zeker was van de verge
vensgezindheid van zijne tante, haar terugbetaling voor te stel
len. De oude dame was bij die gelegenheid zeer vriendelijk voor
hem geweest en had tranen vergoten over den teruggevonden
verloren zoon. Volgens haar meening, moest een jonge man de
eerste drift der jeugd laten uitrazen. Van haar twee neven placht
zij Arnold het liefst te hebben, maar deze was predikant geworden.
Een man van Arnold's gestalte, had meende zij, officier moeten
worden. Zij was wel eenigszins gierig, maar had toch genoeg
van hem gehouden om hem gaarne het geld voor deze kostbare
loopbaan te hebben willen verschaffen. Arnold werd, ondanks
haar, predikant en haer liefde bekoelde, tot zij [den losbol meer
ging liefhebben dan den predikant.
Mevrouw Wyncott en haar dochter Edith verschilden op dit
punt. Edith was nl. zeer vroom en kerksch en keurde de vrije
denkwijze vao haar mama ten zeerste af. Bovendien had de oude
vrijster met de scherpzinnigheid aan ongetrouwde vrouwen eigen,
een geheim doorgrond, waarvoor haar moeder blind was. Arnold
was verliefd op juffrouw Pharr, maar werd door haar geld weer
houden tot de verklaring van zijne liefde.
Zij raadde verder een ander geheim, dat gemakkelijk was te
doorgronden. Het geld, dat den degelijken en waard:gen man
afschrikte, was het lokaas, dat zijn lichtzinnigen en minder fijn*
gevoeligen neef aantrok. Zij hield van Wyncott Esden, wat trou
wens het geval was met de meeste menschen en zij beoordeelde
hem niet al te gestreng; maar toch aohtte zij den anderen
oneindig hooger.
Terwijl dus mama den advokaat wilde helpen om bij de rijke
erfgename in de gunst te komen, deed zij dat „voor haar neef,
den predikant.
Juffrouw Pharr, Esden en de oude dokter waren nu te zamen
uit photografeeren en de oude dame was er zeer over verheugd,
dat de twee jongelieden zooveel in elkanders bijzijn zouden zijn.
(Wordt vervolgdf)