NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Een blik in den afgrond.
9e Jaargang.
Donderdag 12 Mei 1892.
No. 2716.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
Haarlemsoh Gemengd Koor.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Direeteur-Wts«ver J, O. FIIllBOOMi
Voor Haarlem per 3 meenden;,f 1,80.
Franco door het geheel. Rijk, per 3 isaandea 1,65.
Geïllustreerd Zondagsblad 3' 0,30.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verscbtjnt dagelijks, behaln op Zon- es Feestdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoeaauaer lit
t»r 15 regels 50 Ces.tfieders regel meer 10 Cent».
Grasta letters asaï plantos laas
Bij Aheineaiext aamziaalijk rabat
AbMaeamtai sa AdT.rtestf.s worden tangeaomse deel
oase sgeatas ee door alle boekaandelaree ac oooMïtïsrs
Hoofdafcntt* voor Ut BuiUnlani-, Compapnit QUtrmlt it PtHlitiié Miratgbt L. BAD Bi f Ctn J9M* JQNM5t Sues. JParfft 813& Pazlêitrfs M»*£*wrtr*
Haarlem, ii Mei 1892
iDgekoraea stembriefjes van eenige
gemeenten in het hoofdkiesdistriet
Haarlem, ter verkiezing van vier leden
voor de Prov. Staten
Wit. Green.
Haarlem 1562 1558
Haarlemmermeer 734 733
Yelsen 317 3*5
Beverwijk 254 253
Haarlemmerliede 166 r66
Heemstede 154 *54
Wijk aan Zee 140 140
Bloemendaal 99 97
Zandvoort 56 56
Bennebroek 52 53
Schoten 39 39
Spaarndam 37 37
3610 3601
Van de uitvoering Binsdagavond door
bovengenoemde zangvereeniging ge
geven woonde ik het tweede deel bij.
Het spijt mij dat ik geen gelegenheid
had ook het eerste deel te hooren,
waaromtrent mij guüstige meéedeelingen
gewerden. Vooral het solokwartet werd
geroemd ook de beide eerste nummers
van het koor gaven stof tot prjjzen.
Het tweede deel bestond uit fragmenten
uit „Die Jahreszeiten" van Haijdn, af
gewisseld door een drietal nummers
voor piano, voorgedragen door den
heer S. Molenaar uit Utrecht. Hoewel
de omstandigheden den pianist niet be
paald gunstig waren, want het in
strument dat hem ten dienste stond
muntte noch door volheid van klank,
noch deer reinheid van stemming uit
wist hij zich toch te doen kennen
als een muzikaal spele die weliswaar
zich niet op schitterende eigenschappen
mag beroemen, maar uit wiens doen en
laten valt op te maken dat hij zijn
kunst een war» hart toedraagt. Ern
stige en voortgezette studie blijft echter
voer hem een eerste vereischte em op
zijn gebied zich met succès te doen
gelden.
Als ik nu, sprekende over de werk
zaamheden van het koor mij niet zoo
gunstig kan uitlaten als ik zoo gaarne
zou willen deen, worde dit niet toege
schreven aan gemis van sympathie jegens
muzikale vereenigingen van den tweeden
rang en nog minder aan te weinig be
sef van wat aan den bloei van dergelijke
vereenigingen op de eerste plaats be
vorderlijk is, B.l. aanmoediging en op
wekking.
Het zou mij een ware voldoening
zija te kunnen zeggen: „Ziet, de wer
ken, aan welker beoefening .men tijd
en moeite heeft ten koste gelegd, laten
in uitvoering wel 't een ;en ander te
wenschen over, maar daarom zijn die
tijd en moeite toch niet verspildJwant
alles wat ten gehoore wordt gebracht is
gevoeld en begrepen m. a. w. de blik
der uitvoerders is dieper doorgedrongen
in het zieleleven van merschen die
boven het alledaagsche staan, hun ge
voel en smaak zijn veredeld en die
veredeling zal zich na korter of langer
tijd openbaren niet enkel op artistiek
gebied, niet alleen b. v. in een wel-
luidender klankvorming, in een sympha
tieker samenwerken bij muzikale uit
voeringen maar ook buiten het terrein
der kunst, in de gewone samenleving
zal zij niet zonder invloed blijven,
want zij zal tot de erkenning leiden
dat 00k daar het bereiken van een
gezamenlijk doel slechts mogelijk is,
wanneer niemand buiten de hem ge
stelde perken treedt en ieder binnen
die perken met liefde en toewijding zich
van zijn plichten kwijt. Hiermede zou
dan tegelijk gezegd zijn dat de onder-
werpelijke vereeniging volkomen aan
haar doel beantwoort, en daarom vooral
zou mij een dergelijke verklaring zoo
aangenaam zijn.
Evenwel ik moet mij vooralsnog be
palen tot de weinig beteekenende me-
dedeeling dat enkele door mij gehoorde
nummers stof tot tevredenheid gaven.
Als zoodanig noem ik het koor„komm,
h®lder Lenz" en het „Jagdchor". Van
de ©verige gedeelten kwamen mij
sneestal de tempo's te sleepend voor.
De heer Zalsman zong de voorko
mende bas solo's verdienstelijk. De so
praan-soliste heeft een goed geluid
haar voordracht had niets van het gui
tige en gezellige dat in de voorgedragen
scènes uit Haydn's werk zoo onmisbaar
U. Be tenor solopartij werd niet onver
dienstelijk (maar met een slechten
textuitspraak) vervuld door een lid van
het koor. Het strijkorkest van het
stedelijk muziekkorps droeg veel bij tot
het slagen der uitvoering.
PHILIP LOOTS.
In de Dinsdagavond in het lokaal
vanGebrs Brinkmann gehouden verga
dering werd tot de oprichting der
haarlemsehe Ha n delsver een igingwaar
toe het initiatief door den heer H. J. van
Deurzen, Jr. geDomen was, besloten.
De in de 20 April gehouden bijeen
komst benoemde voorloopige Commis
sie bracht een concept reglement ter
tafel, dat onder de leiding van den heer
/an Deurzen artikels gewijze behandeld,
geamendeerd en daarna door de ver
gadering bij acclamatie aangenomen
werd.
De vereeniging stelt zich ten doel,
door onderlinge samenwerking, de ge
meenschappelijke belangen der leden
te bevorderen, en hen door alle mo
gelijke inlichtingen voor schade te vrij
waren.
De leden zijn bevoegd aan het Be
stuur eene opgave te doen van hen, die
na herhaalde aanmaning voortdurend in
gebreke blijven, het door hen verschul
digde le betalen.
Onmiddellijk na de ontvangst eener
dergelijk opgave zendt het Bestuur eene
Keni-isgeving aan den nalatigen debi
teur om binnen 8 dagen het door hem
verschuldigde te voldoen of zijnen cre
diteur tevreden te stellen.
Maandelijks ontvangen de leden der
vereeniging eene lijst der onwillige
betalers.
Het vereenigingsjaar loopt van 1 Juni
tot 31 Mei, de jaariijksche contributie
is bepaald op ƒ1,30, ten einde het
velen handel- en neringdoenden alhier
e7i in de omliggende gemeenten mogelijk
te maken zich bij devereeniging, die nu
reeds ongeveer een honderdtal leden
telt, aan te sluiten.
Personen, welke nog tot de vereeni
ging wenschen toe te treden, kunnen
zich aanmelden bij den heer H. J. van
Deurzen Jr., Zijlstraat 53, bij wien
tevens het Huishoudelijk Reglement ter
inzage ligt.
Tot leden van het Bestuur werden
gekozen de heerenJ. Leupen, J. C.
Peereboom, P. J. R. van Huizen, II.
J. van Deurzen Jr., H. J. Visser, J. H.
Albers en Theod. Schtlrmann.
Door den uitgever van ons blad is
bericht, dat hij tot zijn leedwezen de
benoeming niet kan aannemen.
Adrianus Van Kleef, schipper te
Boskoop, verscheen den ioden Mei 1891
voor de brug over de nieuwe Hille-
gommerbeek bij de Hippelaarsbrug en
vond daar een tolboom, waar men hem
niet door wilde laten dan tegen beta
ling van 90 Cents. Hij betaalde onder
protest, nadat hij zich eerst had ge-
informeerd wie tolheffer was en ver
nomen, dat het R. C. Armbestuur te
Hillegom den tol hief.
Hieruit ontsproot een proces. Voor
schipper van Kleef trad mr. H. Ph. de
KaDter en voor het R. C. Armbestuur
(als gedaagde) op mr. J. A. Travaglino.
Nadat juist een jaar was verloopen met
wat men zou kunnen noemen de voor
bereidende werkzaamheden als som
maties, dagvaardingen, conclusies, werd
gisteren (Dinsdag 10 Mei) ter civiele
zitting van de Arrondissements-Recht-
bank alhier, in de zaak gepleit.
Beide pleiters waren in hun betoog
zeer uitvoerig. Laat ons volstaan met
een kort resumé.
De tol over de nieuwe Hillegommer-
beek, die aan de familie Six sinds tien
tallen van jaren toebehoorde, werd door
haar den 26*50 Sept. 1822 aan het R. C.
Armbestuur verkocht. Nu wordt door
den procureur des eischers betwist, dat
die verkoop behoorlijk was gelegaliseerd.
Wel werd de justification die Jhr. Six
inzond van zijne rechten, door den
prelect van de monden van de Maas
goedgekeurd, maar dit besluit moest
worden bekrachtigd door den keizer
koning (Napoleon I) en diens goedkeu
ring is er nimmer op gevraagd.
Tegen deze beschouwing kwam plei
ter van den gedaagde op. In de goed
keuring van den prefect staat, dat de
bekrachtiging des keizers moest worden
gevraagd "'s il y a lieu," d. w. z. „zoo
de wetten het vereischten." In dit geval
nu vereischten de wetten het niet, de
justification, goedgekeurd door den
prefeGt, was dus voldoende en de koop
volkomen wettig.
Mr. de Kanter voerde voorts als bewijs
van zijne meer ing aan dat de autoriteiten
in 74—76 herhaaldelijk hebben gevraagd
aan het Armbestuur om toch zijne stuk
ken in te zenden tot regeling der tolheffing.
Uit dit verzoek waaraan nooit voldaan
is, leidt pleiter af dat ook de autori
teiten oordeelden dat de heffing niet
geregeld was. Spreker betwist voorts,
dat het tarief zooals dat bij de justifi
cation is ingeleverd en goedgekeurd,
wordt nageleefd door het armbestuur
en beweert, dat schipper van Kleef te
veel heeft moeten betalen.
Mr. Travaglino zijnerzijds ©ntkende
dit laatste uitdmkkelijker wordt vol
gens recht meer tol geheven van vreemde
dan van te Hillegom thuis behoorende
vaartuigen en schipper van Kleef is
zelfs dertig cents te weinig gevraagd.
Pleiter is van oordeel, dat Mr. de
Kanter twee kwesties dooreen wart
io is het armbestuur tot tolheffing ge
rechtigd? 20 heeft Van Kleef te veel
betaald Pleiter meende, dat de dis
cussie zou loopen over de eerste vraag.
Het is niet schipper van Kleef, die
pleithet zijn de heeren Van Waveren,
die reeds vroeger hun beklag over de
tolheffing bij den Minister ingediend,
en van dezen bericht ontvangen hebben
dat het Armbestuur in zijn recht was
en de RegeeriDg geen aanleiding vond
om tusschenbeide te treden.
Pleiter betwist, dat de Rechtbank de
tolheffing ooit zou kunnen verbieden,
zij kan alleen zich uitspreken over de
vraag of inderdaad Adrianus van Kleef
teveel zou hebben betaald.
De pleidooien, die te half elf waren
begonnen,duurden tot den namiddag.Dat
men in Hillegom in den uitslag der
zaak veel belang stelt, bleek wel hieruit
dat een tiental inwoners van die ge
meente de pleidooien bijwoonden. Vol
gens mr. de Kanter heeft de zaak
j helaas allengs de ingezetenen van Hille
gom in twee kampen verdeeld. Het ge
meentebestuur, daaraan een einde wil
lende maken, verzGcht het Armbestuur
te onderhandelen over een verkoop van
de tol aan de gemeente, maar volgens
mr. Travaglino heeft het Armbestuur
daaraan niet künnen voldoen, omdat in
die dagen herhaaldelijk door kwaadwil
ligen de tolboom werd beschadigd of
losgerukt en omdat toen het verzoek van
het gemeentebestuur inkwam, juist dit
proces was begonnen.
De Rechtbank zal over vier weken
uitspraak doen.
Alweder is het getal metalenkruis-
ridders met een verminderd. L. van
Leeuwen gepensioneerd oud gemeente
veldwachter, is op 8o-jarigen ouderdom
te Alkeraade overleden.
Door het bestuur der Zui-
derzee-vereeniging is de volgende mis
sive aan den Ministerraad gericht
„Nadat de Zuiderzee-vereeniging het
bij hare statuten voorgeschreven onder
zoek naar de afsluiting en drooglegging
voorloopig volbracht en de resultaten
daarvan ter kennis van H. M. de
Regentes, van de Regeering, van ver
schillende hooggeplaatste staatsambtena
ren, van besturen der provinciën, ge
meenten en waterschappen, en van hare
leden en begunstigers gebracht had,
nam de algeraeene vergadering op 22
April jl. bij acclamatie de volgende
motie aan
„De vergadering besluit bet machti
gen, zoowel bij de Hooge Regeering
als elders alle stappen te doen, die
leiden kunnen tot het verwezenlijken
der plannen, door de Vereeniging ont
worpen".
Het bestuur der Vereeniging gelooft
het best aan de het daarin gegeven
opdracht te voldoen door zich ter be
schikking van de Regeering te stellen
tot het geven van al de inlichtingen,
welke door haar mochten worden ver
langd, en tot het nader ontvouwen zijner
wenschen en denkbeelden, voor zoover
die niet reeds in de gedrukte stukken
zijn neergelegd, welke als bijlagen bij
dit schrijven worden gevoegd.
Het bestuur vleit zich, dat uw raad
op de wijze, die het het meest ge
schikt zal voorkomen, hetzelve daartoe
in de gelegenheid zal willen stellen,
en spreekt de hoop uit, dat de Hooge
Eegeering het groote vraagstuk zal wil
len ter hand nemen, en in zijne op
lossing de bevordering van het haar
toevertrouwde Rijksbelang zal willen
zien".
21)
HOOFDSTUK IX.
De schaduw van de heg maakte die echter bijna onzichtbaar.
De detective knielde nu op het gras neer en ontdekte nieuwe
sporen van voetstappen.
„Dit is juist een weg, dien een dief nemen zal," mompelde hij bij
zichzelf. „Den geheelen tijd was hij door heggen beschut, behalve
dat kleine eind op het boonenveld."
Snel liep hij nu voort tot aan het einde van de overgang van
het spoor. In zijn haast om voort te komen, struikelde de detec
tive bij den greppel en viel met een schok op den bodem. Een
paar minuten was hij een weinig duizelig, maar hij herstelde
zich spoedig en begon op zijn gemak een sigaar te rooken.
Plotseling, juist toen hij zijne ongemakkelijke positie een weinig
wilde veranderen, trok een blinkend voorwerp zijn aandacht. Hij
bewoog zijn hoofd rechts en links om het weer in 't gezicht te
kgljgen en een blijde hoop, dat het licht op een der verloren
juweelen geschitterd mocht hebben, deed zijn bloed sneller
vloeien.
Opnieuw zag hij iets blinkends, hij boog zich voorover en
raapte het voorwerp op.
Hij stak nu een paar lucifers af en bekeek zijn vondst zoolang
tot hij zijne vingers brandde.
„Reuben, oude vriend," zeide hij zeer bedaard, „ik denk, dat
gij dit voorwerp wel zult kennen. Laat eens zien, hoe laat het
is, het is half elf, dan kan ik vanavond nog juist in Holborn
komen."
Met deze woorden richtte hij zich uit zijne gemakkelijke hou
ding op en ging snel op weg naar het dorp. Nu en dan kon
hij zich niet weerhouden om evenals een blij kind van vreugde
te dansen, maar dan liep hij daarna weer zooveel te sneller
voort.
Toen hij het logement, waarin hij zijn intrek had genomen,
naderde, kalmeerde hij wat en trad oogenschijnlijk bedaard de
gelagkamer binnen. De herbergier was aanwezig en Prickett sprak
hem dadelijk aan.
„Ik heb gehoord, dat gij zeer goede paarden in uw stal hebt;
ik moet dadelijk naar Londen vertrekken, misschien kom ik van
nacht nog terug, misschien ook niet, maar ik moet daar vóór
middernacht zijn. Denkt gij, dat het paard dien afstand zal kun
nen afleggen
„Het zal u een souverein kosten," zeide de waard.
„Goed," was het antwoord, „hier hebt gij er een. Korte on
derhandelingen maken goede vrienden. Zorg, dat het paard zoo
gauw mogeljjk is ingespannen, want ik mag geen minuut ver
liezen."
De herbergier nam den souverein aan en begaf zich naar den
stal. Na drie minuten stond een licht karretje voor de deur.
„Stap spoedig in," zeide de koetsier. „Waarheen wilt gij rijden
„Naar Holborn," zeide Prickett toen hij insteeg.
„Goed, dan zal ik u daar in een uur en tien minuten
brengen."
De detective had zijn vondst in zijn borstzak geborgen en zijn
jas stevig dichtgeknoopt. Onderweg voelde hij er verscheidene
keeren naar om er zich van te overtuigen, dat het voorwerp er
nog was. Eens zelfs haalde hij het te voorschijn en bekeek het
opnieuw in het maanlicht. Op dé eene of andere onverklaarbare
wijze was het nieuwtje van den diefstal in het dorp doorgedron
gen en iedereen wist reeds wat mijnheer Prickett daar kwam
uitvoeren.
„Hebt gij eene ontdekking gedaan, mijnheer?" vroeg de koet
sier, die hem van terzijde aankeek.
„Ja, jongmensch," zeide de aangesprokene droogweg, terwijl
hij het voorwerp weder in zijn zak borg; „ik heb ontdekt, dat
men geen dwazer ding kan doen, dan eene zaak te vertellen,
waarvan men zelf nog niet zeker is."
Wordt vervolgdIj)