NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Een blik in den afgrond. 9e Jaargang. Vrijdag 20 Mei 1892. No. 27 SS. ABONNEMENTSPRIJS: ADYERTBNTIËN: „liet Blaadje" 8TAD8NIEÜWS. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 8 maasden)1,80. Franco door bet geheel. Bijk, per 3 «Maden 1,68. Gellluitreerd Zondegebled 3 0,34. Afzonderlijke nummer*0,03. Oit bied eenekQat degeigke, behalve op Zo»- HeretoKlei» Hoste*tel Ne. 9, Haarlna. Telefete» aer 181. ran 1—3 regel* 30 Cent*; ieder* regel meer 10Cento, Greet* letter* naar plaatcraimte. Bij Akennement aanzienlijk rabat) Aboaaeaeate» et Advertmti» worde, eufesoae» deer enet ageatea ea door alle beekhaadelaree eeareatten. Direoteur-UitgeTer 1. O. FMMMMBOOM, Boofif«eb» mr M Doiltmlmi: Oemtfnl* 01»drale de tailUU Jtraapdre 0 L. DA 911 (a, J»X* I. 10XM, hm Perfe tlMi leeW, Jf< _B(/ dit Jfutnmor it gtvttgd Kt» Otmttnitraadtvtrelaf van 18 Mei. Qadergeteekende brcagt beleeddelgk ia herianerisi, dat klciae AdrerteatiM' beetemd tot plaatsing in ea ia dt speciale rmbriek in h*t IaIm dagavondnummer tab HAAWJM'i DAGBLAD, k Cts per regel te xamen, uiterlijk tot Vrijdagmorgen x» uur aab het Bureau kunnen worden ingeleverd. J. C. PMÓtHBOOM. Haarlem, 19 Mei 1893 Tot 3<ieD klerk aan de Stads Bank van Leening, is door Commissarissen dier inrichting benoemd, de heer E. van Pellecem. Den i8« dezer is in tegenwoordigheid van het hospitaal personeel jdoor den chei van het Militair Hospitaal alhier, de Bronzen medaille van 12-jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den por tier van gemelde inrichting, H. B. Beekman. Werden voor eenige dagen in de couranten de kiezers aangespoord om hun stem uit *e brengen op de candi- daten voor de Provinciale Staten, nu zijn de maünen, die geld bezitten om dit op de een of andere wijze te kunnen beleggen, opgewekt om in te schrijven in de leening van ƒ335000 ten behoeve van de Naamlooze Vennootschap Maat schappij tot Exploitatie van Staalwater- bronnen, alkier gevestigd. Met spanning ongetwijfeld zal de uitslag van die in schrijving worden gewacht, want al zijn er vele gegevens voorhanden, die deze exp'.oitatie een schoone toekomst be loven, het is nog maar de vraag of de geldmannen hier en in den omtrek, waar uit den aard der zaak, de meeste be langstelling voor deze nieuwe maat schappij bestaat, genoeg ondernemings geest bezitten, om hun geld er in te willen stekeD, zoodat de leening vol- teekeDd wordt. Wij willen het hopen, want schoone illuri^s koestert men voor den bloei van Haarlem, wanneer het exploiteeren van de bron de gunstige resultaten èa voor de maatschappij zelve I I» voor Haarlem oplevert, die men kan •n ook mag verwachten, Reed* in den breede is er over ge sproken en geschreven, welke onderne mingen, takken van handel en industrie hier en in den omtrek er den weldadi- gan invloed van sullen ondervinden, wanneer Haarlem een Kurort wordt. Nu de saak reeds *00 ver gevorderd is, dunkt kat ons geen onvruchtbaar werk, om dit eens na te gaan voor eenige ondernemingen. Het eerst komt ons in de gedaehte ons Stedelijk Muziekkorps, daar dit juist deze maand weer is be gonnen met zijne muziekuitvoeringen in den Hout, waarheen het velen lederen Zondagmiddag en Woensdagavond lokt. Ons Stedelijk Muziekkorps, dat uit een financieel oogpunt cr voor eenigen tijd zeer zwak bijstond, is nu dank zij de jaarl^fksche gemeentelijke subsidie van fi0.000 weer voor twee jaar van zijn bestaan verzekerd. Ieder zou het ongetwijfeld toejuichen, wanneer tot het voortbestaan van ons muziekkorps deze gemeentelijke subsidie overbodig werd, daar dit ongetwijfeld èn in het voordeel van de gemeente èn van het muziekkorps zou zijn. Met het oog nn op het hier te bi uwen Kurhaus, dat de vreemdelingen van heinde en ver tot zich moet trekken, kunnen wij hopen, dat het muziekkorps eenmaal in dien wenschelijken toestand zal komen, en hare uitvoeringen ook voor de Kur- gasten een bron van genot zullen wor den. Is nu eenmaal het Frederikspark in een Kuranstalt herschapen, dan is dat de veilige haven, waar het korps een schuilplaats kan vinden, natuurlijk van de veronderstelling uitgaande, dat de bezoekers, die een gouden regen over Haarlem verwekker, niet wegblij ven. Niet alleen tot Haarlem zal zich echter die regen beperken. Voor vele vreemdelingen, die door het staalwater uit de Haarlemmermeer en door de schoone omstreken van Haarlem tot onze stad zich voelen aangetrokken, zal een staal water kuur niet voldoende zijn, maar zal de heilzame uitwerking daar van door een zeewaterkuur moeten wor den voltooid. Naar Zand voort dus de schreden gewend natuurlijk bij wijze van spreken, want allen zuilen gebruik maken van de nieuw aangelegde stoom tram, die hen van uit het hartje van Haarlem naar Zandvoort overbrengt, dat zjj tot nieuw leven zullen opwek ken, en het tot een der drukste, gezel ligste badplaatsen van ons land zullen maken. Nu wij daar toch van een nieuw aangelegde stoomtram naar Zandvoort hebben melding gemaakt, moet vooral niet worden vergeteD, dat ook alweer ten gevolge van het exploiteeren van de staalwaterbron, de aanleg van een locaaldienst van Amsterdam door de Haarlemmermeer naar Haarlem over het Zuider-Buitenspaarne tot verwezenlijking zal komen, en tusschen deze lijn en de Hall. IJ*. Spoor w.-Maatschy. een con currentie zal ontstaan, zich uitende in een tariefoorlog, die voor de reizende menschheid slechts voordeel kan op leveren. - Gaan wij in onze gedachten deae algemees© veordeelen nog -oens sa, daarbij niet vergetende, hoe alle nering doenden hunne vruchten zullon kunnen plukken van het vernieuwde leven, dat in Haarlem zal worden gebracht, dan komen wfl ongetwijfeld tot de overtui ging, dat de bloei van de Maatschappij tot Exploitatie van Staalwaterbronuen in het nauwste verband staat met den toekomstigen bloei van Haarlem. Bren gen wij haar dus onze beste wenschen voor het slagen harer pogingen Nadat hedenmorgen nog gelegenheid was gegeven tot vernissen, - werd de tentoonstelling van schilderijen van Nederlandsche meesters, gehouden door de vereeniging „Kunst zij ons -Doel," he dennamiddag te 2 uur geopend* De ingang van „Felix Favore" in de Morinnesteeg was met groen versierd. De groote zaal, waarin de schilderijen zich bevinden maakt een uitstekenden indruk. Op de wanden, donkerrood en afgezet met bruin satinet, doen de schil derijen zeer goed, terwijl het bovenlicht de zaal juist voor zulk eene tentoon stelling bij uitstek geschikt maakt. Tal van genoodigden maakten van de tot hen gerichte invitatie om de expositie in oogenschouv te nemen, gebruik. Genoodigd waren de Commis saris der Koningin in deze provincie, Jhr. Mr. Schorer, het Dagelijksch Be stuur van de gemeente, directeuren van Teylers Fundatie, het Bestuur van den Kunstenaarskring en de Oommissie van Uitvoering van do Vereeniging tot ver fraaiing van Haarlem en omliggende Ge meenten en tot bevordering van het Vreemdelingenverkeerallen, die in het waarborgfonds voor de tentoon stelling hebben bijgedragen en natuur lijk de eereleden en leden van „Kunst zij ons Doel", de inzenders en de ver slaggevers van de pers. De tentoonstelling zal, zooals wij reeds mededeelden, tot 12 Juni geopend blij ven, van 10 tot uur, des Zondags van 12 tot 5 uar* de week zal de toegangsprijs 25 cents zijn, op Donder dag 50 en op Zondag 10 cents. De gefixposeerde schilderijen zyn te koop, de prijzen zijn te bevragen bij den bureaulist. Lottn voor de schilderijenverlotiug zijn te bekomen tegen f 1. Binnen eenige dagen zal een speciale verslaggever in dit blad eent eenigzias «itvoerige beschouwing over deze expo sitie levereai De volgende week zallen de ver- eenigde rotterdamsche tooneelisten, on der directie van Le Gras en Haspels, in onzen schouwburg het blijspel „Stadslucht" opvoeren, dat onder den naam van „die Groszstadtlult" van Blumenthal en Kadelbnrg in Duitiek land grooten opgang h:eft gemaakt, en ook bij de vertooning door bovenge noemd gezelschap, in' verschillende ne derlandsche bladen zeer gunstig is be sproken. Uitvoering. van Oud-Hederland» sche meesterwerken. De aaogekondigde uitvoering door het koor è^capella onder leiding van den heer Dan. de Lange had een groot aantal belangstellenden onder de hooge gewelven der St. Bavokerk doen samen stroom en. De namen oer meerendeels zeer gunstig, bekende zangeressen en zangers die het koor vormen zoowel als die van den erainenten leider moes ten dan ook wel iets buitengewoons doen verwachten, afgezien nog van de werxen, waaruit het programma was samengesteld. Deze werken waren alle toonscheppingen van eenige uitstekende meesters mit den tijd waarin het alleen heerschap op het gebied der toonkunst hij de Nederlanders berustte en die in de muziekgeschiedenis dan ook wordt aangeduid als het tijdvak der Neder landers. Dit tijdperk begint met Willem Dufay die omstreeks 1400 in Hene gouwen werd geboren en eindigt met Philips de Mcnte wiens overlijden valt in het jaar 1603. De groote verdiensten der toonkunstenaars uit dien tijd zijn hoofdzakelijk daarin gelegen dat zij Ce kunstregels, in den loop der tijden door muziekgeleerden van verschillende nati onaliteit opgesteld tot practische aan wending brachten, zij het ook dat hun kunst nog verre was van wat wij in onze dagen onder dit woord verstaan. Van het uitdrukken van gemoedsstem mingen en zielsaandoeningen was bij hen veelai geen sprake. Hunne werken verraadden meer scherpzinnigheid dan fijn gevoel; dit kan trouwens niet \er- wonderen wanneer men bedenkt dat hun aanvankelijk streven vooral daarop gericht moest zijn de ruwe, weerbarstige stof in de gewenschte vormen te kneden m. a. w. zich meesterschap te verwerven in bet samenvoegen van meerdere zelf standige melodienen al wordt onze ver schuldigde eerbied eenigzins in gevaar gebracht wanneer wij ons b. v. oen door zfn tijdgenootea bizonier heeggeachten Jehannes Oskeghem voorstellen, zoonis bij daar zijn kostbaren tijd zit zoek te maken met het in elkaar passen van de moeilijkst oplosbare raadstlcaaons, welker ontcijfering straks [aan vrienden en vereerders nog dubbol zooveel «is en hoofdbrekens sal kosten, toch mogen we niet vergeten dat hij dusdoende kot veld ontgint waarop roeds het genie van Lassus en Palestriaa en later dat van lach, Mozart, Beethoven, Wagner de heerlijkste vrachten zou doen grijpen. Want nooit zouden genoemde meesters Werken hebben tot stand gebracht, die aan tijd en zeden het hoofd kunnen bieden, zoo de middeleenwsche ver standsarbeiders hun daartoe niet het solide materiaal hadden aan de hand gedaan. Uit het kier gezegde zal men gereedelijk tot de gevolgtrekking kernen dat vele, misschien wel de meeste wer ken der oude nederlanders voor onzen kunstsmaak weinig bevredigends heb ben deze gevolgtrekking kan, dunkt mij, niet anders dan juist zijn. Wanneer men zelfs in die werken welke voor het verre nageslacht bewaard bleven, menig maal harmonische hardheden aantreft, en contrapunctische samenweefsels, die ik voor my sterk geneigd zou zijn „knutselarij" te noemen, zal het op dit punt met de verloren geraakte wel niet beter gesteld zijn geweest. Maar die bewaard gebleven composities onder scheiden zich dan ook meestal door inniger uitdrukking en doen hun ver vaardigers behalve als toot mees iers ook als toonkunstenaars kennen. Onder de werken waaruit het programma der betreffende uitvoering was samengesteld waren er onderscheidene, die óf als geheel óf in onderdeden een groote uitdrukkingskracht ontwikkelden. Tot de eerste reken ik de psalmen en de „Cantio saora" van Sweelinekt het „motet" van Orlandvs Lassus en het „Gebet" van Christ, Hollander In het „kyrie" van Oskeghem, trof mij bizonder het middengedeelte, dat op aangrijpende wijze het bidden van een schuld beseffend hart weêrgeeit. O k uit het Agnus Dei" van Obrechtvooral uit het,„miserere nobis" spreekt meer, veel meer dan enkel contrapunctische kunst. Hier voelt men rijne bewondering voor de ontzagwekkende meesterschap des schrijvers plaats maken voor een warmer gevoel, een gevoel van geestdrift volle liefde voor onze heerlijke kunst van warme sympathie voor die meesters der oudheid, die vaak in kin derlijk eenvoudige taal van verheven dingen wisten te spreken. Over de uitvoering zelf zijn wciaige woorden voldoende. Behalve een onbe duidend 1 opmerking, betieff nde de bassen die nu en d .n neiging toonden 28j HOOFDSTUK XI. „Wel?" zeide Prickett, bij wijze van vraag. „Mijnheer Gale," antwoordde White, eenigzins sneller spre kende dan hij in zijn noordelijk dialect gewoon was, „heeft mij een flinke wandeling buiten Londen laten maken. Het zal mis- sthien maar het beste zijn, mijnheer Prickett, dat ik u mijne bevindingen van dezen d?g in goede volgorde mededeel." Prickett knikte t*t antwoord. White haalde een smal zakboekje v«or de» dag en sloeg de blaadjes om met zijn duim, die hij voortdurend vochtig maakte, totdat hij de plaats had gevonden, die hij hebben moest. Zijn chef leunde legen den schoorsteenmantel met zijne handen in zijne zakken en luisterde zonder de minste belangstelling te toonen. „Ik vertrok om zeven uur," zeide White, nu en dan zijne no. teeringen raadplegende. „Drie minuten daarna verlaat Gale zijn buis en begeeft zich naar nummer negen Elm Court. Hij loopt de trap op en klopt een paar maal aan. Daarna daalt hy weer naar beneden en vraagt aan een oude vrouw met een muts op en een emmer water dragende, of mijnheer Wyncott Esden in de stad is. Op de deur stond de naam Wyncott Esden ver meld." „Ga voort," zeide Prickett. Hij haalde een pennemesje uit een zijner vestzakken te voorschijn en begon zijne nagels schoon te maken, waaraan hy al zijn aandacht wijdde. „Daarna," vervolgde onze vriend uit het noorden, „begeeft hij zich naar Charing Cross en vertrekt met den trein naar Wootton Hill." Wanneer Prickett in iets belang begon te stellen, dan vertoonde zijn gelaat steeds onverschilligheid. Dit was ook nu het geval, en hij zag zjjn metgezel a?n met een gelaat, zoo stijf als een masker. „Te Wootton Hill," aldus ging White voort, „hield Gale een gesprek met den stationschef, dat vijf minuten duurde, en begaf zich daarna naar buiten. Ik dacht toen bij mijzelf, dat het wel goed voor mij zou zijn om te weten te komen, wat ook hij was te weten gekomen, zoodat ik op mijn beurt ook een gesprek met deir stationschef aanknoopte. In den beginne was hij wel wat kortaf, zoodat ik hem moest vertellen, dat ik in naam der ko ningin handelde. Dat maakte hem gedwee en hij vertelde mij, dat Gale inlichtingen had gevraagd betreffende mijnheer W yncott Esden." „O I" zeide Prickett. „Wat wilde hij omtrent mijnheer Wyncott Esden te weten komen „Hij wilde weten met welken trein deze gisteren naar Londen was gegaan en wanneer hij was teruggekeerd. De stations, chef zeide hem om een uur vijf en twintig minuten heen en om acht uur drie minuten terug. Daarna vroeg Gale hoe het vol gende station aan die lijn heette, waarop hem was geantwoord, dat dit Hemsleigh was, waarna hij toen in de richting daarvan was vertrokken. Ik wandel hem achterna een zeer aardige wandeling in de schaduw van de boomen en nu heeft Gale weer een onderhoud met den stationschef te Hemsleigh." „Waarover nu?" vroeg Prickett, een gebaar makende, alsof hij achter zijn hand geeuwde. „Gale had hem gevraagd naar een mijnheer met een gladge schoren gelaat, een monocle en een knap uiterlijk. Waarschijn lijk met een witten hoed, een wit vest en gele handschoenen, zeide hij. De stationschei zeide hem, dat er gisteren met den trein van vier uur zeven en twintig minuten zoo iemand was uitgestapt. Hij droeg een zwart taschje en betaalde de extra- vracht eerste klasse van Wootton Hill." „Weêt gij wel," zeide Prickett, en liep naar den schoorsteen mantel om zijn pijp te vullen, terwijl hij tegelijkertijd over zijn schouder een blik wierp naar White, „dat dit een allerzonder lingste ontdekking is. Het doet er evenwel niets toe. Ik zal het u later wel eens vertellen. Ga vooxt." „Gale veraam tevens, dat dezelfde manheer des avonda te Hemsleigh was teruggekeerd, teiwijl hy vroeg, of er niets bizon- ders was voorgevallen met een pakje." „James White," zeide Prickett, terwijl hij ziek om- - keerde en de tabak in de kop van aijn pijp duwde, langzaam etr* wel ,wat te stijf, „gij zijt iemand, die ieis gezien hebt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1