NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Zaterdag 4 Juni 1892*
No. 2735.
ABONNEMENTSPRIJS:
FEUILLETON
Een blik in den afgrond.
9e Jaargang.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden]1,20.
Franeö door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummers0,G5(
Dit blsd versohflat dagel#ks, behalve op Zon. ea Feestdagen.
Karna: Kleine Hontetraat No. 9, Haarlem. Telefoenaammer 12S,
Diraoteur-üitgavar
ADYERTENTIËN:
ran 15 regels 50 Cents; ieders regsi meer 10 Cents.
Greets letters naar plaatsraimtei
Bij Abonnement aanzienlijk rabat,
Abonnementen sa Advertenties worden aangenomen doe)
oase agenten en door alle boekhandelaren ea oonraatieK.
FllIXBOOMs
Hoofdagenten voor kei Buitenland: Compagnie tUnérale de letklieiU Mtrangire t; L. HAW BI fr Ce„ J9XB JOXMt, Sn u, Farfs SlHi Inntanrg Meaimartre,
Het bijvoegsel van hel blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten:
VU Insulinde Opiumschuivers
Een Amcrikaansche Volkskeuken.
Binnenen Buitenlandsche berichten.
Varia. Kleine advertenliè'n uit „het
BlaadjeNo. XXI. Adverlentièn enz.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 3 Juni 1892.
Bij koninklijk besluit van 20 Mei jl,
zijn benoemd tot kapitein bij het 7e
regiment infanterie, de eerste luitenants
C. F. van den Hoff en F. E. H. Lie-
bert, beiden alhier in garnizoen; en is
in verband daarmede door den minister
van Oorlog bepaald
1. dat de kapitein van den Hoff, die
bestemd wordt voor speciale diensten
bij het 70 regiment infanterie tot 1
October a. s. bij de militair? scheel zal
gedetacheerd blijven, en
2, dat de kapitein Liebert ep 6 Juni
e. k. zijne nieuwe bestemming naar
Amsterdam zal volgen.
Heden is de tentoonstelling van
schilderijen in „Felix Favore" bezocht
door 67 personen.
In een buitengewoon politieblad be
richt de commipsaris van politie in de
derde afdeeling te Rotterdam, dat Wil
lem Cornelis Snijder, ruim 2d jaren,
kantoorbediende bij de rotterdamsche
tramweg-maatschappij, zich den 31 Mei
jl. heimelijk uit Rotterdam heeft ver
wijderd met een bedrag groot 900,
hem ter disponeering bij een baBkier
toevertrouwd, bestaande in een bank
biljet van 300, een bankbiljet van
ƒ200, twee bankbiljetten ieder van/60,
een bankbiljet van 40, twee bankbil
jetten ieder groot ƒ25, dertien munt
biljetten ieder van 10 en ƒ6o aan
rijksdaaldeis. Signalementniet groot,
aangezicht langwerpig, kleur gewoon,
haar, wenkbrauwen, oogen en kneveltje
donker, spreekt met noordbrabantschen
tongval en heeft de gewoonte dikwijls
„saprestie" te zeggenkleedinggrijs-
geruit jacquet, zwart vest dat laag open
is, blauwgestreepte broek waarin op de
rechterknie een scheur is dichtgemaakt
en donkerbruine phantasiehoed, plat
van bol. Genoemde commissaris van
politie verzoekt opzending.
Aangaande den brand veroorzaakt door
het inslaan van den bliksem, op de
woond door den landbouwer ten Hagen
te Haarlemmermeer, kan nog nader ge
meld worden, dat de brand sloeg in den
tweeden berg en spoedig tot den eersten
berg en eene schelf oversloeg, alles nog
gevuld met graan en stroo.
De schade is zeer aanzienlijk, wijl
aan blusschen niet viel te denken.
Alles was verzekerd bjj de Utrecht-
sche Maatsch.
Uit Heemstede meldt men
In de jaarlijksche vergadering, ge
houden in de inrichting „Meer-en-
Bösch" door het bestuur, leien enz.
van de Vereeniging tot christelijke ver
pleging van lijders aan vallende ziekte,
is o.a. uit de uitfebrackte verslagen ge
bleken dat in het afgeloepen vereeni-
gingsjaar, 1 April 189131 Maart
1892, het bestuur vele giften heeft
ontvangen, waaronder zeer aanzienlijke,
zoodat het tekort waarmede dat jaar is
begonnen en dat niet minder dan
ƒ13.000 bedroeg, is gedekt geworden,
terwijl bovendien 18 patiënten uit de
suppletietiokas, zonder bezwaar voor de
kas der Vereeniging, tegen verlaagd
tarief zijn verpleegd geworuen. Doch
hiertegenover staat, dat de exploitatie
kosten op verre na niet uit de opbrengst
der verpleeggelden kunnen worden be
streden, en dat de Vereeniging nog
altijd bezwaard is met eene rentelooze
leening, thans nog groot ƒ10.500, van
een renteloos voorschot van mej. J. te
"s Hage, waarvan nog 8500 moet
worden betaald vervolgens een voor
schot van 20.000 wegens aankoop
van terrein, zoodat de vereeniging
festelijk nog te zorgen heett voor het
aanzienlijke bedrag van 39.000. Voorts
doet zich op „Meer-en-Bosch" de be
hoefte aan een nieuw gebouw gevoelen,
daar het getal verpleegden voortdurend
toeneemt. Voor dit gebouw zal 30.000
noodig zjjn, waarvoor nog slechts/850
is ontvangen.
dik. Aan de vier hoeken staaa de sym
bolen der vier Evangelistenengel,
leeuw, os, arend. Het gothische rand
schrift luidt s „Hier leijt begraven Meester
Wouter Jonge Jacobs, zoen priester int
jaar onzes Heren MCCCCLXXX opten
sesten dach in marcio. Bid voor (zijne)
ziel.*
Op het middenvak van den grafsteen
staat een kelk met hostie, omringd van
kunstige arabesken, waaraan door mid
del van een vastgegespten riem een
schild met een merk hangt. De steen
schijnt tot de granietsoorten te be-
hooren.
Bezoek van onze Koninginnen
aan het Buitsche Kof.
BINNENLAND.
Na een langdurige onge
steldheid is Donderdag overleden de
heer J. H. J. Schreinemacher, genees
heer te Maastricht. De overledene, die
den leeftijd van 72 jaar mocht be
reiken, was sedert 10 Juli 1888 lid der
Tweede Kamer voor de plaats zijner
inwoning.
Naast den Grooten Lom
bard op den O.Z. Voorburgwal tej Amster
dam, op de plaats waar vroeger de kapel
van het St. Barbara-klooster stond, heeft
men een bijna ongeschonden grafzerk op
boederij van Baron Verschuur, be-gegraven, 0,98 breed, 2,02 lang en 0,12
Uit Berljjn wordt gemeld. De tooneel-
en muziekuitvoering ten hove heeft
Woensdagavond overeenkomst het me
degedeelde programma plaats gehad.
Alleen werd onder de muzikale num
mers nog opgenomen „Gruss aus der
Feme" van Verhulst en het „Wilhel
mus.* Aan het hoofd der programma's,
en van alles wat in deze dagen ge
drukt is en op de feesten betrekking
had, was zeer fijn het nederlandscbe
en het duitsche wapen gedrukt, door
kleine engelen omgeven, waarvan een
den palm des vredes boven de wapens
uitstrekt.
Het vertrek der koninginnen had
Woensdagochtend halt tien plaats, bij
heerlijk weder, in alle stilte, een half
uur vroeger dan in de bladen aange
kondigd was, zoodat er in het geheel
geen vijftig personen bij tegenwoordig
waren. De keizer en de keizerin met
hunne drie oudste zoontjes deden de
gasten uitgeleide. De m derlandsche ge
zant en mevrouw Van der Hoeven, en
de heeien Van Eys en Van Citters
waren aan het station. Allen werden
door de koningin-regentes toegesproken
en ook de keizer gaf den gezant nog
maals zijne groote ingenomenheid met
het bezoek te kennen. Toen hetoogen-
bük van vertrek daar was, omarmden
de vorstelijke personen elkander, en
zegden elkander vaarwel tot wederziens.
De keizer kuste nogmaals, ridderlijk
buigend, de hand der kleine koningin
maar met de prinsjes ging het zoo
deftig niet toe die staken hun vriendin
netje al pratende de handen toe, en
lachende en stoeiende ging het kleine
volkje ui., elkander.
Koningin Wilhelmina droeg een grijs
reispakje en een grooten stroohoed. In
de hand had zij een ruiker zeldzame
bloemen, en hare moeder eene van witte
rozen, beide eene persoonlijke beleefd
heid van den keizer.
Tot verbetering van een vroeger be
richt diene dat de gezelschaps-kanselier,
de heer Jamsma van der Ploeg, niet
benoemd is tot ridder der Kroonorde,
maar tot ridder van den Roodeü Ade
laar 4e klasse.
De nederlandsche koninginnen zijn
Woensdagevond te 7 u. 20 m. te Hon-
net aangekomen. De „Villa-Aéaras" is
met de meest mogelijke zorg vóórhaar
in orde gebracht, terwijl de maaltijden
voor de geheele hofhouding, uit 22 per
sonen bestaande, door het „hotel-Klein*
werden geleverd. Heden is er diner bij
de koningin van Zweden, waar zullen
aanzitten de beide koninginnen der Ne
derlanden, prins Eugenius van Zweden,
de vorstin van Wied met drie kinderen
en de vorstin van Waldeck.
Nader wordt gemeld
Onder hartelijke toejuichingen eener
ontzaglijke menigte, waarin de Hollan
ders zich onderscheidden door het dra
gen van Oranje en de nationale kleuren,
kwamen de Koninginnen Donderdag te
7,20 te Honnef aan. Aan het station
werden zij verwelkomd door de Koningin
van Zweden, de Vorstin von Wied, den
Erfgroothertog van Nassau en andere
vorstelijke personen, waarna zij terstond
naar de villa Adams reden. Het weder
is prachtig. De kleine Koniagin maakte
eenen allerliefsten indruk. Zij ontving
een bouquet van hollandsche jonge
dames uit Godesberg.
De Koningin-Regentes is nut, gelijk
aanvankelijk gemeld is, benoemd tot
chef van het vierde garde-regiment,
maar la suite daarvan gesteld. Wel
daarentegen is zij benoemd tot chef van
het 15e regiment infanterie, dat bij het
leven van prins Frederik der Nederlan
den gedurende meer dan 60 jaren diens
naam gedragen heeft, en dat behoort
tot die regimenten van het pruisische
leger, welke het roemrijkste verleden
hebben. Voor zoover bekend geworden
is, heeft Koningin Wilhelmina wegens
haie jeugd nog geen onderscheiding van
militairen aard naar pruisische be
grippen gekregen. Aan den neder
landsehen gezant, jhr. Van der Hoeveü,
heeft de Keizer, als blijk van waardee-
ring van hetgeen de gezant gedurende
vele jaren heeft gedaan tot instand
houding en bevordering der vriend
schappelijke betrekkingen tusschen Ne
derland en Duitschland, zijn portret
geschonken, terwijl hij tevens last heeft
gegeven, dat de buste, door mevrouw
Van der Hoeven, naar onlangs reeds
gemeld werd, van den Keizer gemaakt,
in marmer zal worden uitgevoerd om
steeds in des Keizers bezit te blijven.
Ten einde te groote vermoeienis voor
de jeugdige Koningin te vermijden,
woonde zij Woensdag de theater-voor
stelling in het nieuwe paleis niet meer
bij. Koningin Wilhelmina heeft, in strijd
met hetgeen wel beweerd wordt, geen
voet te Berlijn zelf gezet. Aan alle
meisjes die Dinsdag j.l. in hei nieuwe
paleis bij het Koninginnetje ten bezoek
geweest zijn, is, ter herinnering, een
gouden ring met edelsteen en met den
datum er op gegraveerd, alsmede een
dichtwerk geschonken. Toen te 7 uren
het diner, dat een uur geduurd had,
voor de kleine dames afgeloopen was,
werd er gedanst. Den eersten dans deed
de jeugdige Koningin, die een wit kleed
met zwarte sjerp droeg, met den oud
sten zoon van prins Albrecht van Prui
senden tweeden dans met den twee
den zoon van dien prins.
Tot besluit van haar verslag van het
bezoek der Koninginnen schrijft de
Post o. a.
„Dit bezoek heeft bij het publiek
veel sympathie gewekt. Men bleef niét
ongevoelig voor de vriendelijke, ja har
telijke wijze waarop de Koningin-regen
ter de eerbiedige begroeting van het
publiek beantwoordde. Levendige be
langstelling betoonden alle toeschouwers
in het Majestatchenzooals het pu
bliek het Koninklijk kind noemde. Zij
werden aangenaam getroffen door den
ernst, en het waardigheidsgevoel, welke
uit het jeugdige gelaat spraken zonder
afbreuk te doen aan de kinderlijke
goede natuur, die telkens bovenkwam".
Woensdag is een ingezetene
van Scheveningen de dupe geworden
van een der meest beruchte kwartjes
vinders, bijgenaamd „de scheele," een
sujet, dat door de talrijke malen dat
hij met de politie reeds in aanraking
kwam, een zeker soort van vermaard
heid heeft verkregen.
De Scheveninger kwam op de wan
deling in kennis met „dat heer"in
een café langs het strand werd een
potje bier gedronken, een beetje ge
praat over koetjes en kalfjes, een par
tijtje kaart gespeeld, en weinig tijds
later was de Scheveninger door het
kaartspelen pl. m. 120 minder rijk,
met welke som zijn amsterdarasche
speelmakker zich natuurlijk zoo spoedig
mogelijk uit de voeten maakte.
Een i8jarige jongeling
van middelmatige lengte, tenger postuur,
met langwerpig aangezicht, donker haar,
donkere oogen, hoog voorhoofd, gewone
neus en mond, is 11. Dinsdagochtend
met eene roeiboot van de Prins Hen
drikkade te Rotterdam vertrokken om
melk langs de schepen te venten en
niet teruggekeerd. Daar zijne roeiboot
met zijne onder- en bovenkleediiig den
namiddag van dien dag onbeheerd op
de rivier de Maas is opgevischt, bestaat
het vermoeden dat hij zich om te
zwemmen të water heeft begeven en
40*
HOOFDSTUK XIV.
„Wilt ge niet bij mij komen, lieveling?"
Had zij werkelijk gesproken Zij kon het niet zeggen. Met
den ernst van een Oosterling zag het kind haar aan, maar ant
woordde niet.
„Beste jongen, kom eens hier. Kom dan Wilt ge niet
„Neen I* zeide het kind, „'k wil niet."
Zjj sprong op en vouwde de handen.
„Goddank zeide zij, „Goddank I"
Het kind liep kalm verder, alsof hij er niets bizonders in vond.
Zij durfde nu haar schreden een weinig te versnellen, en terwijl
zij in de richting van het station voortliep, zag zij in de verte
den rook van een naderende locomotief. Vreesachtig zag zij om
zich heen, en daar zij niemand zag, die haar kende, of dien zij
kende, begon zij nog sneller te loepen. Het loket was open, en
zij was zoo doodsbenauwd, dat zg haar spraak weer zou hebben
verloren, dat zij niet in staat was ®m te zeggen, wat zg wilde
zeggen. Een landbouwer duwde haar opzij en vroeg een retour
derde klasse naar Londen. Dat waren de woorden die zij noodig
had. Zij vreesde ze weer te zullen vergeten, zoodat zij ze nog
eens binnensmond herhaalde, terwijl de man langzaam het geld,
dat hij terug ontviDg, opstreek. Zij vroeg een kaartje en werd
verstaan en geholpen.
Daarna wachtte zij op het perron, totdat de trein kwam bin"
nenstoomen; vervolgens trad zij een coupé derde klasse binnen, waar
alleen een oude, netgekleede boerenvrouw zat.
De locaaltrein zette zich langzaam weer in beweging in de
richting van Londen, en spoedde zich met niet bizonder groote
snelheid door de open velden, hier en daar met bloemen be
strooid. Telkens en telkens wendde zich het meisje om als wilde
zij haar mede-passagier aanspreken, en telkens weer beklemde
haar de angst, dat zij niets dan onsamenhangende klanken zou
kunnen uiten.
Eindelijk overwon zij haar angst, en zeide aarzelend
„Wat is dat mooi weer, vindt u niet?"
Een blik van de ander was het eenige antwoord, en Grainger
liet zich achterover tegen de bank vallen, met saamgevouwen
handen en angstig gelaat.
„Wat?" zeide de oude vrouw.
„Zulk mooi weer," herhaalde Grainger wanhopend, in het on
zekere verzekerende, of zij goed sprak of niet.
„Spreek wat luider," antwoordde de oude vrouw, „ik ben
wat doof."
Grainger zeide de woorden nog eens en nu wat luider, en de
oude vrouw joeg haar weer een doodschrik aan, daar zij haar
zoo zonderling aanstaarde.
„Mooi weer!" zeide de oude vrouw, „moet gij nu alleen voor
zooiets zulk een drukte maken?" mompelde zij en trok zich in
haar hoekje terug, terwijl zij een argwanenden blik richtte op haar
reisgezellin.
„Wees als 't u blieft niet bang voor mij," zeide Grainger, zich
tot haar buigende. „Kunt gij mij verstaan?"
„Of ik u kan verstaan? Ja zeker."
„Ik heb een oDgeluk gehad," zeide het meisje met nadruk
„waardoor ik mijn spraak heb verloren. Ik weet niet zeker, of
ik die nu weer heb teruggekregen. Ik heb iets belangrijks o
zoo belangrijks in Londen mede te deelen, en ik vrees, dat
ik niet in staat zal zijn om het te zeggen."
„Is dat het, arm kind?" zeide de oude vrouw gerustgesteld,
op een toon van moederlijke bezorgdheid. „Wees maar niet bang.
Gij spreekt zoo goed en duidelijk als het maar kan. Houd u
maar kalm en alles zal wel weer terechtkomen."
Het meisje ging nu achterovergeleund liggen, terwijl plotseling
tranen in hare oogen opwelden, waarna zij tot Londen met tus-
schenpoozen met het oude vrouwtje sprak.
Te Ludgate Hill stapte zij uit, en begaf zich haastig naar the
Temple. Zij klom de hooge trappen op, die naar Esden's kamers
voerden, en na aangeklopt te hebbeD, bleef zij bevende staan
met beide handen op haar hart.
Esden opende de deur en bekeek haar van het hoofd tot de
voeten met verwonderden blik.
Zijn linker oog was nog geheel ontkleurd tengevolge van zjjn
kiespijn en zenmwp^n, en behalve dit en dien zonderlingen blik,