1 NIEUWS- EN AD VERTENTIEBLAD. Een blik in den afgrond. 9e Jaargang. Maandag 13 Juni 1892. No. 2741. ABONNEMENTSPRIJS ADVERTSNTIËN: Dit nummer bestaat uit twee bladen. STADSNIEUWS. HAARL. BACHVEREENI&IN&. BINNENLAND. De Koninginnen te Utrecht. FEUILLETON, DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden^. f 1,20, Fi-aneb door het geheele Sijk, per 3 ssaandea 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummers0,05s Die blad versob^Bt dagel^ke, behalrs op Zon- sa Feestdageü. {Bnr.aaKleiae Houtstraat No. 9, Haarlem. TelefMunuuur JSÏ, Direotour-UitgaTMr 3. Q. FXS31SOOH) is.n 1—5 regels 50 Cents; ieders regel saser 10 Gemis, G-Kwta letter» naar plaster*l«4ej Bij Afeoaaensnt sasadsalpc rabat- AttiisaessisBêMi ss Adeertwti., words® Magoaojaea doos ois» egsRte» e® door *11. beo&hasdalgna sa oonraBtio» HoofdagenUn voor iti Buitinlaxé: Comfafzie Qinirzlt éi feilki, StrmfSrt Si Z, BJW.S3 (a, J9MX 3. J Xt, £*ei., Ftrfi 81 lis ïezltarf EEESTE BLAD. Bij dit Nummer der Courant wordt aan hen, die op het Geïl. Zondagsblad inteekenden, No. 24 van dat tijdschrift toegezonden. De Directeur- Uitgever, J. C. PEEREBOOM. Haarlvm, 11 Juni 3892. Door vriendelijke tusschenkomst van den heer resident van Soerabaja ontving het Koloniaal Museum alhier drie mon sters mat vervaardigd te Grissee. Deze matten gemaakt van rottan, komen in alle opzichten overeen met de bekende palembangsche matten en munten niefc zoozeer uit door fraaiheid van patroon als door hunne buitengewone stevigheid. Volgens ingewonnen informatie gelden zij in Indië voor onverslijtbaar en nemen behandeld met was op den duur een fraai mahoniehouten tint aau. Zij kunnen gemaakt, worden op eene breedte van 4 M. en op iedere lengte. De prijs op Java is ƒ0.90 f 1.p. M2. De monsters zijn niet groot genoeg om aan alle belangstellenden gedeelten ter ken nisneming toe te zenden. Industiieelen worden dus opmerkzaam gemaakt dat de matten in het museum zijn tentoon gesteld. Ook uit Borneo en Sumatra ■weiden dergelijke matten aangevraagd. De belangrijke verzameling afbeel dingen, betrekking hebbende op de hoofdtijdperken der decoratieve schil derkunst, zal a. s. Zondag nog tentoon gesteld zijn. Zondags is de toegang viij. Heden is de tentoonstelling van schilderijen in „Felix Favore" bezocht door 69 personen. Wij brengen in herinnering, dat de tentoonstelling Maandagavond a. s. zal worden gesloten, zoodat morgen,Zondag, de laatste dag is, waarop men in de gelegenheid is gesteld de tentoonstel ling tegen entreé van 10 cents te be zichtigen. De heer G. L. van Lennep verzoekt ons mede te deelen, dat de lijsten om de door hem aan de Gemeente ten geschenke gegeven portretten van onze Koninginnen afkomstig zijn uit de fabriek van de firma Koch, Plantage Amsterdam. Den isn Juni is de Sociëteit „Een dracht" alhier, honderd iaar gevestigd in haar tegenwoordig gebouw in de Groote Houtstraat. De vereeniging zelve bestaat reeds sedert 1784, doch hield hare samen komsten tot 1792 in een ander lokaal. HaarlemZandvoort Spoorweg-Maat schappij. Gedurende het jaar 1S91. Aantal vervoerde reizigers 178117 Opbrengst reizigers f 40209.01 idem goederen 4782.13^ idem diversen 2346.371/ Te zamen 47337-52 Per dag en per kilometer 15,26. Gedurende de maand Januari 1892. Opbrengst reizigers 962.85 idem goederen 447-93 idem diversen 63.20 Te zamen 1473.98 Per dag en per kilometer f 5,59'i. De Arrondissements-Rechtbank alhier heeft de navolgende regeling der vacantie voor dit jaar vastgesteld Terechtzittingen zullen worden ge houden voor strafzaken, op Donderda gen 7 en 21 Juli, 4 en 18 Augustus. Voor burgerlijke zaken op Dinsdagen 12 en 26 Juli, 9 en 23 Augustus. Aanvang der terechtzittingen 's voor- middags 10 uur. Driedaagsch Muziekfeest ter gelegenheid van het twintigjarig Aan het verslag van het orgelconcert waarmede Vrijdagavond het driedaagsch muziekfeest der Haarlemsche Bachver- eeniging werd geopend moge een kort woord voorafgaan betreffende de ge sehiedenis dezer yereeniging, wier naam niet enkel in onze stad, niet enkel zelfs in Nederland, maar verre daarbuiten zoo'n bij uitstek goeden klank heeft. Het feestboekje, waaraan ik deze aanteekeoingen ontleen, wordt versierd door de beeltenissen der drie heeren die op 16 December 1871 te zamen kwamen, teneinde te beraadslagen over de oprichting eener vereeniging wier tweeledig doel zou bestaan in het or- ganiseeren van muzikale uitvoeringen en het stichten van een fonds uit welks renten aan de na te laten betrekkingen van verdienstelijke toohkunsteaaren zoo noodig geldelijke ondersteuning zou kunnen worden verstrekt. De namen van gezegde drie heeren luidenJohs. Bastiaans, D. L. van der Heide en E. A. Krusernan. Hunne beraadslaging leidde er toe dat werkelijk een ver eeniging in 't leven trad, die sedert 1876, het jaar waarin zij onder den naam van „Haarlemsche Bachvereeni- ging" haar eerste concert gaf, op den bloei der muzikale kunst in onze stad van zeer ingrijpenden invloed werd. De oorspronkelijke Bach vereeniging wier afdeeiingen gevestigd waren in de steden Rotterdam, 's Hage, Delft, Haar lem, Amsterdam en Utrecht zag zich in hare ontwikkeling belemmerd door de omstandigheid dat op hare concerten uitsluitend werken van Bach en diens tijdgenooten werden ten gehoore ge bracht. Dit had tengevolge dat te be ginnen met Utrecht en 's Hage succes sievelijk tot de opheffing der afdeeiingen moest worden overgegaan zoodat ook Haarlem zich ontslagen kon achten van het lidmaatschap der gewezen Vereeni ging. Men besloot nu tot de oprichting eener vereeniging in eigen kriDg, die den naam van Haarlemsche Bac'nver eeniging aannam en er zich vooral op toelegde hare leden te doen kennis maken met" de uitstekendste binnen- en buitenlandsche artisten. Dat dit streven succès had, bewijst de snelle aanwas van het aantal kunstlievende iecieu dat sedert 1876 gestegen is vau 59 tot 740, een cijfer dat, met het oog op de beschikbare ruimte in onze con certzaal het bestuur der Bachvereeniging noopte, tot beperking van het ledental de oorspronkelijk zeer geringe contribu tie te verhoogen. Om een antwoord te vinden op de vraag: vanwaar die buitengewone,,be langstelling behoeft men slechts een blik te werpen op de lange lijst van beroemde kunstenaars die bij de concer ten der Bachvereeniging hunne talenten ten toon spreidden, of beter nogzich te herinneren de talrijke avonden van edel kunstgenot aan de bemoeiingen der vereeniging verschuldigd. Ook het tegen woordige muziekfeest bewijst nogmaals hoe het bestuur kosten nog moeiten ontziet om van heinde en verre de kunstenaars saam te roepen wier talen ten den leden als eene kostbare feest gave zullen worden aangeboden. Het kan dan ook niet anders of eene ver eeniging die zooveel bijdraagt tot de vormiog van den kunstsmaak in onze stad moet de sympathie winnen van allen die het met de kunst wèl roeenen en die sympathie zal haar krachten lust geven om in haar verder bestaan dezelfde werkkracht te blijven ontwik kelen, waarvan zij in de afgeloopen 20 jaar heeft blijk gegeven. Het concert in de St. Bavo was wat het instrumentale gedeelte betrof, toe vertrouwd aan onzen jeugdigen stadge noot, den heer Louis Hoog, terwijl voor het vocale gedeelte mej. Z. Bakker van Amsterdam hare medewerking verleen de. Het programma bestond uit werken van Bach, Handel, Marcello en Men delssohn. Hoewel deze uitvoering mij niet tot volle kermis en waardeering heeft ge bracht van de beteekenis als organist die aan den heer Hoog moet worden toe gekend, heb ik toch in zijn spel veel ontdekt wat mij van zijn bekwaamheid een hoogen dunk geeft. Hij beschikt over een goed ontwikkelde techniek en is niet misdeeld van Bmaak voor kleurrijke en afwisselende klankcombinaties. Eerst genoemde eigenschap bleek vooral uit de werken van Bach, laatstgenoemde uit het concert van Handel, het Andante van Mendelssohn en de begeleiding der zangnummers. Ware de heer Hoog beter vertrouwd geweest met de acoustiek van het kerkgebouw, dan had hij ongetwij feld het tempo van Bach's fuga in d iets langzamer genomen. Ook zou hij dan, geloof ik, met 16-en 32 voetsstera- men wat spaarzamer zijn omgegaan. Hiermede is tegelijk aangegeven waarom het kerkconcert mij geen gelegenheid schonk de talenten van denj heer Hoog naar juiste waarde te schatten. Moge die gelegenheid zich spoedig opdoen. Mej. Z.$ Bakker is hier ter stede geen onbekende. De door haar ter voor dracht gekozen nummers leenden zich voor treffelijk voor een kerkuitvoering, te meer daar het karakter van haar orgaan en haar edele, ongeaffecteerde wijze van voordragen krachtig samenwerkten tot het teweegbrengen der in de composi tie neergelegde stemming. De verheven ernst van haar zang zal niet nagelaten hebben indruk te maken op de talrijke aanwezigen. PHILIP LOOTS. Op de buitengewone ver gadering van de ArnhemscheSchaakclub, Donderdagavond in het Hotel Bellevue gehouden, speelde jhr. A. E. van Foreest uit Amsterdam eene simultaan-party van zes -en-twintig borden.De simultaanspe- ler was dien avond bijzonder gelukkig en goed gedisponeerd, want niettegenstaan de talrijke en gedeeltelijk zeer geoefen de tegenstanders, verloor hij slechts één van de 26 partijen en speelde er één remise. Een daverend applaudisse- ment bedankte den koenen strijder, na dat de] president hem een woord van hulde gebracht had. Donderdag ochtend had een ^jarige jongeling, in de houtza gerij van de heeren S. te Zwammerdam werkzaam, het ongeluk uit te glijden, waardoor hij in aanraking kwam met een zaagrad, dat hem het hoofd van de romp sneed. Een groote veestal van den heer T. Haan te Sappemeer, waarin zich 36 koeien bevonden, is een prooi der vlammen geworden. Met buiten gewoon veel moeite werden 29 dieren gered. Twee spuiten, waaronder een van Zuidbroek, bewezen uitstekende diensten. Hoe de brand ontstaan is, is niet bekend. Onder de gunstigste voorteekenen ving Vrijdag de dag aan, waarop Utrecht de beide Koninginnen binnen de veste zou zien. Door heerlijk zonlicht be schenen, leverde de versierde stad een recht feestelijken aanblik. Huis aan huis was de vaderlandsche driekleur ©f de oranjevlag uitgestoken en tal van gevels waren roet groene slingers getooid. Reeds vroeg in den morgen heerschte allerwege ongewone drukte. Terwijl op het Domplein de laatste repetitie der cantate plaats vond, verschenen reeds hier en daar personages van den histo- rischen optocht op de straat, die zich naar de verzamelplaatsen begaven en weldra was de stad in de nabijheid van het oude station van het Staatsspoor, waar de stoet zou worden opgesteld, overstroomd vau ridders, edellieden en magistraten uit vroegere eeuwen, lans knechten en hoplieden, kozakken en ScheveniDgsche visschers, sommigen te paard, anderen te voet. Men kan zich denken, dat een blik in de verschil lende straten de moeite waard was. De kleurige kleeding bracht een vroolijken tint in het geheele taferaal en de lansen en hellebaarden flikkerden in de stralen der zon. Te halftwee ongeveer verkondigde het gebulder der kanonnen van het fort aan de Biltstraat der burgerij, dat de Koninginnnen in aantocht waren, en kort daarna was de stoet tot bij de eerepoort genaderd, waar de burge meester in naam der burgerij de hooge bezoeksters welkom heette. Begeleid door Burgemeester en wethouders en een eerewacht te paard van het utrecht- scbe studentenkorps, reed de stoet, voorafgegaan door een escorte huzaren uit Amersfoort, de stad binnen en langs een omweg naar het Domplein. De Vorstinnen waren van groot gevolg 46) HOOFDSTUK XVH. Hij wees met zijn hand in de richting van het geld, dat op de tafel lag en begon daarna nog geheel verbijsterd in de kamer op en neer loopen. „Zult gij gaan?" vroeg Janet smeekend aan Arnold. „Ja," antwoordde hij. „Ik dank u uit den grond van mijn hart en ik zal gaan. Zijt gij gereed, mijnheer Prickett?" Prickett antwoordde slechts met een toestemmend knikken, deed de zakjes met geld weer in de tasch, zeide miss Pharr op eerbiedigen toon vaarwel en volgde Arnold uit de kamer. De predikant zette in de gang zijn hoed op en trok zijne hand schoenen aaD, terwijl hij hem onc^er een diep stilzwijgen voorging Jiaar buiten. „Het is vriendelijk gemeend, mijnheer," zeide Prickett, toen ■zij op den straatweg in de eenzaamheid voortliepen. „Het is zeer goed gemeend, maar mijnheer Wyncott zal nu niet het minste van zijn trots vergen, en ik denk niet, dat hij het geld aanneemt." „Hij zal het moeten aannemen," antwoordde Arnold stroef. Stilzwijgend zetten zij hunne wandeling voort, en na zonder een woord te hebben gesproken, het station te hebben bereikt, wachtten zij op den trein en reisden zonder een woord te wis selen naar Londen en reden vervolgens naar de kamers van WyDCott. De misdadiger, die zelf zijn daad had bekend, deed open op Prickett's kloppen, en liet zijn hoofd zinken, toen hij zijn neef aanschouwde. Hij werd vuurrood en toen plotseling weer bleek, trad voor zijne bezoekers zijn kamer binnen, en ging in een leuningstoel zitten. Op een wenk van Arnold sloot Prickett de deur. „Het was onze wensch," zeide Arnold, „om de waarheid na uwe bekentenis voor miss Pharr geheim te houden, maar zij heeft de waarheid ontdekt. Het geheim zal onder ons bewaard blijven. Zij zendt u het geld terug en smeekt u om van hier te gaan, en ons nooit meer lastig te vallen." „Ik zal u niet meer lastig vallen," antwoordde Esden, „het geld wil ik evenwel niet aannemen. Zoo diep ben ik nog niet gezonken." „Gij zult de straf en de vernedering, die men u oplegt, moe ten dragen," zeide Arnold koel en toornig. „Gij moet dit geld aannemen en dan vertrekken. Luister als 't u blieft naar mij en begrijp mij goed. Gij hebt ons zulk een groote schande aange daan, dat er geen hoop op is om deze te vergeten, en wij zijn niet van plan om nog langer op die wijze aan schande bloot te staan. Wij willen de schande niet op ons nemen, die een langer verblijf van u hier ons zou berokkenen. Wij willen de schande niet op ons nemen van uw maatschappelïyken ondergang na dit voorval, of van uw armoede in een ander land. Het wordt u niet aangeboden als een middel tot wraak. Wij beschermen ons slechts tegen u, dat is alles. Gij hebt het recht gegeven om ons tegen u te beschermen, en van dit recht zullen wij gebruik maken." „Gij kunt mij bij de politie aangeven," zeide Wyncott. „Ik ben reeds besloten om het zelf te doen," „Zijt gij dan nog niet voldaan vroeg Arnold, over de schande en ellende, die gij reeds over ons hebt gebracht „Ja," antwoordde Wyncot, met bittere zelfverachting, „ik ben voldaan, wanneer gij het zijt." Hij stond op, en begaf zich naar zijn slaapkamer, terwijl de blik van Prickett hem bespiedenden in spanning volgde. Er heerschte een oogenblik van stilte, waarna zij Wyncott's stem hoorde, toen hij op luiden, bevenden toon zeide „vaarwel I" Daarna hoorde men een lichten knal, alsof een kinderpistool werd afgeschoten, daarna nog een en nog een. Prickett snelde het slaapvertrek binnen, gevolgd door Arnold. Een oogenblik duurde de hevige worsteling, welke in het hall- donker plaats had, waarna de beide mannen Wyncott weer me t geweld naar het licht voerden. Wordt vervol§d\)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1