NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Dinsdag 28 Juni 1892*
No. 2754.
ABONNEMENTSPRIJS:
pf
ADYESTENTIEN:
J. c.
STADSNIEUWS.
FEUILLET ONj
BI I1FIIIMI VAÏÏ BOSIGBOVI.
HAARLEM S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden,1,20,
Franco door het geheel* Bijk, per 3 maanden 1,65.
Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummers. 0,05,
Dit blad venchflat dagolflki, behal». op Zon- ea FeMtdagea.
Bor.anKlein. Hootatraat No. 9, Haarlem. Velererannaaer 123
Direoteur-üit*#T»r
ran 15 regsls 50 Gents; leder* regel me*r 10 Cents.
Greet* letters near plaatsruimte.
Bij Ahennament aanxlenlijk rabati
Abonasiaeatea aa AdTsrtmtiëit wsrdox eengentneen deer
oma ag«mt«a sa door all. boekhandelaren oonfsatters
FSllSBQOKi
Hoofianmtn voor lui BuiUnUutiComnfitlt Ghëralt it Pellinü* Xirmt/iri f| L, BJ9B3 ft 3 ê'M. 5 3 OM Li, Sute.. isrfl 81 Kt 3avbmt-f Maaimatlat.
Aan hen, die per week zijn ge
abonneerd wordt medegedeeld, dat
voortaan, indien zij ook het Geïllus
treerd Zondagsblad ontvangen, de kos
ten daarvan ook wekelijks zullen worden
geïncasseerd.
Voor HAARLEM'S DAGBLAD al
leen betaalt men dus evenals vroeger
10 Cents per week.
Voor HAARLEM'S DAGBLAD met
ZONDAGSBLAD 12% Ct. per week.
Deze maatregel treedt den eersten
Jali e.k, in werking.
De Directeur- Uitgever,
Haarlem, 27 Juni 1892.
Wij vestigen er vooral de aandacht
op, dat bet concert in den Hout van
ons stedelijk muziekkorps morgen Dins
dagavond in plaats van Woensdagavond
zal weiden gegeven.
Door wijlen den Hoogwaarden beer
J. F. Vregt is aan de R. K. parochiale
scholen alhier vermaakt een legaat groot
f 50®.—.
Zaterdagavond te halfacht vergaderde
1 de bovenzaal van het „Nut" in de
Zijlstraat het Comité tot Exploitatie van
de Staalwaterbron met de onlangs be
noemde sub-Commissie en met de in
schrijvers in de leening. Een groet aantal
van de laatsten waren aanwezig. Zooals
men weet, was totaal vaor ƒ152000.
1 ingeschreven.
De vergadering werd gepresideerd
door den voorz. van het Comité, den
heer dr. S. Posthuma. Deze begon met
de mededeeling, dat de vergadering
hoofdzakelijk op verzoek der sub-Cem-
missie was belegd. In den stand van
zaken is eenige wijziging gekemen sedert
Juni, dcch niet zooals het Comité
zich had voorgesteld.
Het cijfer van f 122.500.is nu ge
stegen tot ongeveer f 155000.—.
Het Comité staat nu voer dezelfde
moeilijkheidhet kapitaal is niet vol-
teekend, zoodat het de zaak niet kan
uitvoeren. Het zou kunnen gebeuren
dat er van de aanwezige heeren nog
waren die hun aandeel wilden ver-
grooten.
De heer jhr. E. Teding van Btrk-
hont deelt mede, ƒ1000 iu te schrijven
veor rekening van mr. A. J. W. Farn-
combe Sanders en evenveel voor den
heer van den Honert.
De Voorzvraagt of iemand het ont
brekende kapitaal nog wil aanvullen.
(Stilte) Das, gaat de voorz. voort, is de
zaak gekomen in deze phase, dat ik de
sub-commissie het woord wil geven, om
het plan toe'te lichten. Ik wil dat niet
doen, voor ik de sub-commissie dank heb
gezegd voor den ijver, de toegenegen
heid de verbazende werkkracht, waar
mede zij de zaak heeft bevorderd (ïp-
plaus).
Het woord wordt gevraagd door den
heer C. Prins Szn.
In de eerste plaats moet ik U, M. de
V. het Comité en de vergadering dank
zeggen voor de wijze, waarop U ons
heelt toegesproken, wij stellen die ap
preciatie op grooten prijs. Jammer dat
onze pogingen niet geleid hebben tot
volslagen volteekening.
Ik wensch toe te lichten het voorstel
in de circulaire. Het ingeschreven be
drag is niet volgens prospectus voldoende.
Het oorspronkelijk Comité stond nu
voor de vraag: willen we de zaak op
geven, of (en dat is ons voorstel) met
de middelen die we hebben, de zaak
doorzetten. De sub-commissie meent dat
haar voorstel het meest praktische en
voorzichtige is.
De sub-commissie neemt geheel over
de plannen van het comité, ook zij
wenscht Haarlem te maken tot eene bad
plaats. De omstandigheden gebieden ech
ter dat wen op andere middelen bedacht
moet ziju. Het prospectus stelde zich
voor, de bron dadelijk naar Haarlem
te brengen; de sub-commissie wil eerst
het water exploiteeren, het water, dat
de basis is van de onderneming. Het
heeft zich reeds baan gebroken en reeds
is de heilkracht bewezen, maar het is
een maatregel van voorzichtigheid te
trachten het water een k twee jaar ingang
te doen vinden in geheel Europa. Wij
voor ons rekenen ©p zeer gunstige re
sultaten, maar als bij eene nadeelige
exploitatie bleek, dat het water niet aan
de verwachting voldeed, meenden wij
dat het al genoeg is dat mevrouw Dy-
serinck 40000 gulden ontvaDgen had.
Werd het water naar Haarlem geleid
en gaf het geen resultaten, dan was ook
de leiding verloren. Ik meen dat een
cijfer van 80 k 90 mille voldoende zou
wezen om de bron aanvankelijk te ex
ploiteeren en 1 of 2 jaar at te wachten.
Als het dan goed gaat is er geld ge
noeg te krijgen.
De vraag is nuIs er geld genoeg
Er is voor 155000 gulden ingeschreven.
Mocht het heele kapitaal gehandhaafd
worden, dan kon met 40 percent te
storten voorloopig worden volstaan. Ik
hoop mijnheeren, dat deze zaak door
uwe medewerking tot stand komt.
Het woord is thans aan Dr. S. By an.
Het doet mij leed, dat de geboorte der
badplaats Haarlem zoo moeilijk is. Ik
heb mij afgevraagd, wat daar de reden
van kan zijn. Ik kom bij veel menschen
en heb daar mijn licht opgestoken. De
een beweert, dat de bron zou uitdro
gen, de ander, dat Haarlem onmogelijk
als badplaats te transformeeren is. Als
men bekend is met het leven op een
badplaats, weet men dat er misschien
wel 5 maal 3 ton voor noodig zou
wezen. Anderen zeidener zijn in het
Comité en in de Commisie mannen met
ruggen, die kunnen dat wel doen. Een
bezwaar dat ik zelf heb, is dat Haar
lem geen gelegenheid heeft om de bad
gasten te ontvangen. Men komt hier
niet in onze pneumatische inrichting,
hoewel die minstens eveügoed is als eene
buitenlandsche, want men kan hier niet
6 of 8 weken verblijven. Ik heb moeite
gedaan om pensions te krjjgen op alle
manieren, maar het lukte niet. De
hotels zijn wel geschikt voor nacht
feesten, Maar daardoor voor badgasten
die kurge»ass 's avonds 10 uur naar
bed moeten, ongeschikt. Men moest
dus in de prospectus hebben opgeno
men een Pension, op te richten in
1893. Mijn besluit is, om wanneer de
zaak niet volgens prospectus wordt uitge
voerd, mijne inschrijving niet gestand
te doen. Het water aan de bron af
te tappen kan zichzelve wel bediuipen.
De heer Fr. Lieftinck merkt op, dat
het plan is van de geheele sub-commis
sie.
Het eerste gedeelte van de rede van
den heerFijan zal spreker buiten beschou
wing laten, dat was een idealistische rede
en ik wil wel meegaan, maar alleen als
sprekende over een ideaal, waar het
debat over deze zaak buiten blijft.
Het programma van het Comité be
staat uit: 10. tappen aan de bron; 20.
leidiDg naar Haarlem en 30. stichting
Kurhaus etc, in den Koekamp.
Ik geloof ook dat hier meer rust en
kalmte voor de kurgasten moest wezen,
maar ik geloof tevens dat de hotels zich
naar de kurgasten zouden richten zoo-
als ze nu doen naar de nachtfeesten,
wanneer het maar winstgevend was.
Ons advies is dit geweest. Er is geen
geld genoeg het plan, in het prospectus
uit elkander gezet, uit te voeren.
De leiding van de bron naar hier zal,
als het water niet genoeg aftrek vindt,
weggegooidj geld wezen, ciica 70.000
guldende pijpen in den grond zijn de
kosten van opgraven niet waard. Als het
waar is, dat we geen geld hebben om
een kurhaus te bouwen, dat hoogst
gewaagd is, en eene leiding van 70.000
gulden te leggen, dan blijft over ons
voorstel, of de zaak laten echoueeren.
De sub commissie kon het laatste niet
over zich verkrijgen en heeft daarin
steun gevonden bij het comité. Daar
voor dachten we, is het water, is de
zaak te goed. We willen het kleine
doen omdat we het groote niet kunnen.
Als we nu in 2 jaar hebben bereikt
dat het water aftrek heeft, dan zeggen
wedie populariteit geelt ons zooveel
als we willen. Als de opgaande zon
komt, geeft elke Hollander zijn pen
ningen.
De correcte vraag iswilt ge mee
doen om langs geleidelijken weg te
komen tot het groote? Met het doel
dat in de Koekamp een kurhaus zal
komen. Maar in 3 stappen, inplaats van
in een. Moet men nu k\ te rood wezen
zooals dr. Fijan en zeggenik neem
mijn geld terug, als ik niet alles krijg
Ik ben wat kalmer en zeg„laat ons
zien wat de bren geeft en kanWie
die exploitatie leiden moet, zullen we
later zien,
De heer Fijan vraagtGaat wat
de Commissie wil, niet met een groot
kapitaal gepaard en hoeveel tijd is er
om de proef te nemen
De Voorz. antwoordt dat een kapitaal
van 90 duizend k 10® duizend
gulden voldoende zal wezen, en men
zou 2% jaar tijd hebben, vóór de bui
zen en de Trinkhalle er zijn moesten,
althans als de Raad verlenging wil
geven, waartegen hij wel geen bezwaar
zal hebben.
De heer Prins antwoordt den heer
Pyan, dat ook Blankenberghe en Ostende
z\jn ingericht voor badplaats, toen het
noodig was voor de badgasten die er
kwamen. Zoo zal het ook met de
pensions in Haarlem gaan.
Spreker heeft een engelschen dokter
bij zich gehad die het water uitstekend
vond, beter dan welk water ter wereld
ook.
De heer S. Graaf van Lim
burg Stirum zegt, dat voor hen die
winsten wenschen, het voorstel van de
sub-commissie het meest prachtische is.
Tot nu toe heeft spreker nog niet hoo-
ren wijzen op verschillende andere
redenen en bijbelangen. Het voordeel
dat aandeelhouders krijgen is al heel
luttel, ze krijgen maar 30 percent, wat
weinig is in verhouding tot wat op
richters en Commissarissen krijgen. Mis
schien zal dat nader geregeld worden.
De bron kan voor veel menschen hier,
die geen lid zijn van „Trou moet
Blijcken", een plaats zijD, waar men
genoeglijk kan zitten en muziek hooren.
De Koekamp is daarvoor zeer geschikt,
ook omdat de mindere man daarvan
kan genieten. Spreker gaat geheel mee
met het idee van de heeren der sub
commissie, maar zou genoemd idee in
overweging willen geven, als het water
naar Haarlem kan worden gebracht.
De heer J. Scholtens zou, voor hij
den heer Fyan hoorde, niet ge
dacht hebben, dat iemand zich zou
hebben teruggetrokken. Wat is het
verschil tusschen het nieuwe en het
oude plan Wij wenschen alleen de
leiding nog een paar jaar uit te stellén.
Dat is het kleine onderscheid. Wil men
het water aan de markt, dan zullen -wij
de eersten zijn om het naar Haarlem te
leiden.
De heer Oolgaardt is het met Dr.
Fyan eens, en meent dat vele winkeliers
hunne inschrijving zullen terugtrekken,
als het water niet dadelijk naar Haarlem
geleid wordt; verscheidene althans aan
sprekers kantoor, zullen zich terug
trekken.
De heer Mr. F. Willekes McDonald
merkt eveneens op, dat men steeds,
ook bij het prospectus, de zaak geleidelik
heeft willen ten uitvoer brengen. Dat
is Kaufmannschatt. Een koopman zal
wat hij wenscht niet dadelijk, niet on
middellijk, willen. Als de Commissie
de leiding niet naar Hkarlem wilde
brengen, zou spreker het eens zijn met
den heer Oolgaardt. Spreker deelt mede,
dat zijn broeder te Warschau gemach
tigd heeft, voor ƒ2000 in te schrijven
als het beperkte plan van de Commissie
totstand komt.
De heer Fijan repliceert.
Ook de heer Scholtens beveelt de plan
nen der sub-commissie nog eens aan.
De heer mr. Joh. Enschedé doet do
vraagkan het voorloopig comité ons
zekerheid geven, dat de zaak kan mar-
cheeren zooals de sub commissie voor
stelt, met het oog op de contracten met
mevrouw Dyserinck en den Raad?Zou
de badplaats niet overbodig worden, als
we de menschen er aan gewennen, het
water zoo gemakkelijk in flesschen thuis
te krijgen.
De Voorz. antwoordt. De heer Lief
tinck merkt den heer Enschedé op, dat
het comité het plan van de sub-commissie
heeft geaccepteerd en dat er tusschen
beide volslagen harmonie is.
De heer P. B. J. F erf vraagt of de
kosten van overbrenging van het water
naar Haarlem, anders dan doer de lei
ding, lager zullen zijn dan de leiding
zelve.
De heer J. J. Snelt/es zou gaarne een
juiste opgave der exploitatierekening
wenschen, volgens de plannen van de
sub-commissie.
De heer Lodewijks antwoordt, dat dit
minstens ioeooo gulden zal zijn, waarbij
47000 gulden 'voor reclame. Het plan
is, het water af te tappen in de Meer
en van daaruit te verzenden, zoodat er
geen meerdere kosten op komen, nu de
leiding niet komen zal.
De heer Ld de Lanoy acht het plan,
nu voorgesteld, een wijs plan. De ver
koop van het water is hoofdzaak,
en de voordeelen voor de gemeente
iu
HOOFDSTUK IX.
„Gij hebt gelijk, mijn jongen, houd de nagedachtenis van den
ouden Christopher in eere. Hij heeft mij eens uit benarde om
standigheden gered alvorens ik in Lowchester ben komen wonen
en dat zal ik nooit vergeten. Maar spreek niet van een oplichterij
alvorens wij bewijzen hebben. Het is een leelijk woord en het
kon u in ongelegenheid brengen."
Zij hadden nu het station bereikt. Alvorens afscheid te nemen
beloofde dokter Wilson ora het spoor te zoeken va* den man,
aan wien Mark hem zoo levendig had doen herinneren. Hij zeide
ook, dat hy Dick in Lowchester zou willen ontvangen, om met
hem de middelen te bespreken om helderheid in deze zaak te
brengen.
HOOFDSTUK X.
Weduwe Green.
Deze gelukkige ontmoeting met dokter Wilson werd gevolgd
door een bezoek aan notaris Riggs. Het deed den rechtsgeleerde
genoegen te vernemen, dat Dick weer een spoor had gevonden.
Het zou hem ongetwijfeld veel helpen wanneer hij het een en
ander omtrent Marks vroeger leven te weten kon komen.
„Ik zal met dokter Wilson afspreken om hem Zaterdagnamid
dag te komen bezoeken," zeide Dick.
„Doe dat," zeide de notaris, „op een anderen dag zult gij ten
minste niet kunnen zonder voorkennis van mijnheer Murray. Het
zou jammer zijn wanneer er een week verloren giDg."
Dick schreef dienzelfden dag aan zijn vriend, waarop hij het
antwoord ontving, dat dokter Wilson Zaterdag niet thuis was,
maar den daaropvolgenden Zaterdag tot zijne beschikking was.
Daar hij in dien tusschentijd niets kon doen, besloot Dick om
dien Zaterdag maar weer een bezoek af te leggen in Leadmoor.
Bij ziju eerste bezoek had hij slechts den koster, den ouden
Marlow gesproken, en hij bedacht nu, dat het wel de moeite
waard kon zijn om de weduwe Green eens te ondervragen, om
te zien of haar verhaal omtrent die huwelijksplechtigheid ook een
ander licht op die gebeurtenis zou doen werpen, en hem iets
naders kon doen vernemen omtrent dien onbekenden man.
Het witte huisje nabij de woning van den smid in de Four
Lane Ends zag er zeer net en goed onderhouden uit. Dit be
dacht Dick des Zaterdagnamiddags, toen hij het houten hek bin
nentrad, dat den tuin van de weduwe scheidde van den open
baren weg. Hij klopte aan de deur en weldra verscheen een
vrouw van ongeveer veertig jaar.
„Woont hier de weduwe Green?" vroeg hij.
„Ja, mijnheer," zeide de vrouw.
„Gij zijt misschien de weduwe Green?"
„Neen, mijnheer, ik ben haar dochter."
„Neem mij niet kwalijk, u kunt natuurlijk niet de weduwe
Green zijn. Het is immers al meer dan dertig jaar geleden,"
voegde hij er half tot zichzelf bij.
„Zoo lang geleden hebt gij toch zeker mijne moeder niet ge
kend," zeide de vrouw, die zijne opmerking had gehoord.
Dick dacht aan zijne twee en twintig jaren en baarde-
looze kin.
„Neen," zeide hij, „zoo lang geleden heb ik de weduwe Green
niet gekend. Ik heb haar zelfs nooit gezien, maar wanneer gij
het toestaat zou ik gaarne kennis met haar willen maken."
„Zeker, mijnheer," zeide de vrouw. „Dezen weg, als 't u blieft.
Moeder is niet meer zoo vlug als vroeger, maar zij is toch anders
nog kras genoeg."
Dick werd binnengelaten in het kleine spreekkamertje, dat uit
zicht gat op den tuin, hetzelfde kamertje waarin een onbekende
man op zekeren morgen in de maand Juni, nu reeds langer dan
dertig jaar geleden, het pasgehuwde paar had afgewacht, en hea
voor altijd alè man en vrouw had gescheiden. Zelfs dit kleine
vertrek, de spreekkamer van dit huisje, had zijn geschiedenis en
was getuige geweest van een droevig tooneel, dat binnen rijn
wande* had plaats gehad.