WEDSTRIJDEN.
het eerst in werking worden gesteld. Er
wordt bij die gelegenheid door het be
stuur van het paleis aan de autoriteiten
en hen die het kapitaal hebben bijeen
gebracht, alsook aan de leden van de
Ver. tot bevordering van het Vreemde
lingenverkeer, een matinée aangeboden,
terwijl ter zelfder tijd de kapel van het
70 regiment, onder leiding van den heer
Zaagmans, eene openbare muziekuitvoe
ring zal geven op het groote balcon
van het Paleis, boven de peristyle,
Des avonds zal in de feestelijk ver
sierde zaal een promenade-concert wor
den geven; het Frederiksplein zal alsdan
met IJlicht worden verlicht.
Met het oog op detijdens
de studentenfeesten plaats gehad heb
bende opstootjes, liepen Donderdagavond
te Amsterdam de politie agenten twee
aan twee.
Te Purmerend viel Woens
dagnamiddag een treurig onheil voor.
De zoon van de Wed. Nieuwenhuis zou
zich met een zeilbootje naar Edam
begeven, om visch te halen. Een jongen
van 14 jaar zou het watertochtje mede
makers. Reeds bij de afvaart weid N.
gewaarschuwd, dat hij, wegens den he-
vigen wind, te groot zeil voerde. Hij
luisterde echter niet naar die opmerking,
Even voorbij de Purmerbrug sloeg het
schuitje eensklaps om, met het nood
lottig gevolg, dat N., hoewel geoefend
zwemmer, onmiddellijk in de diepte
verdween. Het ongeval werd opgemerkt
door den tuinman Bart van Braam en
diens zoon Adam, die op eenigen af
stand van daar aan het boomensnceien
waren. Laatstgenoemde snelde naar de
plaats des onheils en had het geluk nog
juist bij tijds den jongen te reddendie.
hoewel bewusteloos, spoedig weder bij
kwam. Een uur later werd het lijk van
Nieuwenhuis vlak bij den oever opge-
vischt.
In verband met de loopen-
de geruchten, dat het plan bestond
Donderdagavond in de galery van den
tuin van het Paleis voor Volks vlyt
wanorde te veroorzaken, was reeds in
den namiddag door het bestuur der
Galerij maatschappij aangeplakt, dat de
galerij van af 7 uur zou zijn gesloten.
Een vijftig politieagenten waren voor
mogelijke gebeurtenissen aan de vier
ingangen van het gebouw geplaatst,
maar er verschenen niet anders dan
nieuwsgierigen.
Ook in de Utrechtschestraat was het
vrij vol, op het Rokin daarentegen veel
leeger dan vorige avonden.
Het bleek echter dat de relletjes niet
uit maar alleen verplaatst waren.
Voor het Centraalstation kwamen in
den loop van den avond velen bijeen,
om de terugkomst van Geel at te
wachten, maar toen omstreeks kwart
voor tienen bekend werd dat de door
H. M. begenadigde niet kwam, trok
men onder het zingen van socialistische
liederen naar „Constantia" onderweg
ééns door de politie gestoord. In het
vergaderlokaal werd omstreeks kwart
over tienen een buitengewone open
bare vergadering geïmproviseerd.
De eerste spreker trachtte aan te
toonen dat het gemeentebestuur met
twee maten meet, en noemde het verder
een verblijdend teeken, dat de geest
van verzet en ontevredenheid levendig
blijft.
Nadat nog een ander het woord had
gevoerd, verzocht de secretaris van den
Centralen Raad zooveel mogelijk op
straat kalm te zijn. „Dat kan", zeide
hij. „Gaat niet naar de galerij, want er
staan ico agenten om er u uit te
slaan". Hij ontvouwde een programma
voor het afhalen van Geel, en gaf
daarna een les in de Zondag tegenover
de politie te volgen tactiek.
Omstreeks halt elf ging de vergadering
kalm uiteen.
Ondertusschen had zich op den Vij
gendam een af en toe talrijke menigte
verzameld om het den laatsten tijd
veelbesproken Volkskofftehnis, waar op
een bovenzaal een harmonie-orkest
speelde.
Omstreeks kwart voor elven begon
nen de kwajongens uit dit publiek zich
te verzamelen en te fluiten. Langzaam
liepen zij op, telkens omkijkende ot het
publiek volgde. De nieuwsgierigen
gingen werkelijk mede, en wel in de
richting naar de Nieuwraarkt, waar men
partij hoopte te trekken van de eenigs
zins opgewonden stemming Jover de
aanstaande verplaatsing van de dag-
markt.
Bij het Oostindische Huis gingen de
jeugdige betoogers op den loop, daar
op den Kloveniersburgwal eenige hel
men zichtbaar werden. De nieuwsgier!
gen bleven een tamelijk flinken oploop
vormen.
Omstreeks denzelfden tijd ontstond
op het Rokin een oploop, daar tegen
over de studenten-sociëteit een donder
bus, volgens anderen een pistool werd
afgeschoten. Later had weder een op
loopje plaats waarvan een dronken man
het middelpunt vormde.
Bij een poging om den man te ar
resteeren, stuitte de politie op verzet,
iets wat bij de tegenwoordige oploopjes
nog niet was voorgekomen.
Toch was orer het algemeen de
nieuwsgierigheid van het publiek naar
de kwajongensstreken belangrijk minder
dan den vorigen avond. {Rbld.)
Twee stoomtrams, de kat-
wijksche (vertrek 7.45 van Leiden) eu
de haarlemsche (aankomst 7.50 te Lei
den) kwamen Woensdag in volle vaart
op dezelfde lijn elkander tegemoetrijden
en botsten op de hoogte van den tol
onder Oegstgeest schier tegen elkaar.
Door op het uiterste oogenblik op
/beide locomotieven met alle kracht te
remmen en stoom te laten schieten
werden de treinen op nog geen meter
afstands tusschenruimte tot staan ge
bracht en werd zoodoende een groot
onheil voorkomen.
De passagiers schenen over helderder
blik ot betere oogen te kunnen beschik
ken dan de machinisten (één hunner
was, naar men meedeelt in druk gesprek
met een conducteur); genen zagen het
gevaar, toch spoediger dan dezen en
enkelen hunner namen in allerijl voor
zorgsmaatregelen. Het was onder hen
een paar dames uitgezonderd, die, als
door den schrik verlamd, kalm bleven
zitten een algemeen „sauve qui peutr'
een pogen om het dreigende gevaar te
ontkomen. Zoo vloog o. a. een heer
uit een iste-klasse-rijtuig der haarlem
sche tram, terwijl eene dame, op het
balkon van een der rijtuigen staande,
er onmiddellijk afsprong, waardoor zij
wel viel, maar zich gelukkig niet be
zeerde.
Een woord van hulde en lof komt
toe aan een slagersbediende, die de
machinisten van den weg door wuiven
waarschuwde; aan een militair, die op
de haarlemsche tram de rem van een
der rijtuigen krachtig hanteerde, en aan
hen, die de gevallen dame bijstonden.
De persoon die zich Woens"
dag te Delft door middel van braak
meester maakte van de effecten zijns
vaders, is genaamd A. G., 32 jaren,
zonder beroep. De effecten hadden eene
geldswaarde van 641, voor welk bedrag
hij ze reeds had ingewisseld te 's Hage
daarbij had hij een bedrag van ƒ45
aan bankpapier en 100 aan goud geld
meegenomen. Een agent van politie,
onmiddellijk uit Delft ter opsposing
uitgezonden, trof hem te 's Hage aan
in een der wachtkamers van de H. IJ.
S. M., vanwaar hij juist naar Brussel
wilde vertrekken. Donderdag is hij naar
het huis van bewaring te 's Hage opge
zonden.
Yan de in bouw zijndeka-
tholieke kerk onder Voorburg, viel
Donderdag ochtend, omstreeks 5 uur
een metselaar van een aanzienlijke hoog
te. De ongelukkige, een 18 jarig oppas
sende jongen, was weinig oogenblikken
later overleden.
Donderdagnaraiddag waren
in een in aanbouw zijnd pand te Rot
terdam werkzaam de metselaar J. H.
Eickmanoud 53 jaardiens zoon
L. Eickman, oud 15 jaar, en zekere
Schoemacher. Plotseling brak een
dwarslegger van de stelling, waarop zij
werkzaam waren en vielen allen, met
het gevolg dat de i5jarige joegen
achterover sloeg en met het hoofd zoo
danig op een steenen plaatsje aan de
achterzijde van het pand terechtkwam,
dat de hersenpan gespleten werd en hy
oamiddellijk een lijk was. Zijn vader
bekwam eene wonde aan het hoofd,
doch niet gevaarlijk. Schoemacher kwam
met eenige schrammen er af. Het lijk
van den jongen is onder politiegeleide
Daar de ouderlijke woning vervoeid.
Thans is gebleken, dat het
ongeluk op het station Kirchlengern
met den extratrein van Carré is toe te
schrijven aan een verzuim. Aan den
machin.st van den gewonen personen-
tiein was namelijk geen kennis gegeven,
dat hij op genoemd station met dien
extratrein moest kruisen.
De Pruisische minister voor de spoor
wegen heeft de noodige maatregelen
genomen, ter jvoorkoming, in het ver
volg, van soortgelijke ongevallen.
Woensdag middag werd
tusschen de halte Gasfabriek en het
station te Sliedrecht door den sneltrein
die om 11.50 aldaar passeert eene koe
overdeden. Hoewel de machinist met
kracht remde kon deze evenwel niet
beletten dat het beest onder de raderen
der locomotief nog ongeveer 100 meters
werd medegesleept. Het mag bijna als
een wonder beschouwd worden, dat de
locomotief hierdoor niet is ontspoord,
vooral omdat de trein op dat oogen
blik in volle vaart was. Een oponthoud
van circa 5 minuten was hiervan het
gevolg.
Te Wijk-Maastricht is een
gezin, bestaande uit acht personen, ver
giftigd, naar wordt gegist door het
gebruik van soep, die met het afge
scheiden email van den ketel vermengd
was. Reeds is een kind van 6 jaar aan
de gevolgen overleden, terwijl de overigen
en vooral de moeder in bedenkelijken
toestand verkeeren.
Een midddel om misschie
zijn geld te krijgen, maar zeker zijne
klanten te verliezen, wordt door een
schoenmaker te Zutphen aangewend.
Hij maakt op zijn winkelramen de namen
bekend van hen, die verzuimden hunne
rekening te voldoen.
Toen Dinsdagavond
hallnegen de badmeesters van het zwem
bad aan den Graaf Otto-Singel te Zut-
ten het bad wilden sluiten, ontdekten
ze dat de kleederen van een jongmensch
in een der kleedkamertjes nog aanwezig
waren, zoodat ze het vermoeden kregen,
dat iemand die zich te water begeven
had, een ongeluk moest zijn overkomen
Dadelijk werd een onderzoek met nog
eenige aanwezige bezoekers, die zich te
water begaven, ingesteld, dat tot resul
taat had, dat het lijk van een 17 jarig
jongeling door hen uit het tweede of
diepe gedeelte van het bad kenschet
send veelal „modderbad" genaamd,
werd opgehaald. De ongelukkige, die
niet zwemmen kon, moet uit het ondiepe
in het diape bad zijn geraakt, zich aan
een paai hebben vastgeklemd, en alzoo
zijn verdronken.
Te Renkum sloeg Woens
dag de bliksem in de woning van Th.
Aukes, zonder brand te veroorzaken.
Door het dak kwam de bliksem binnen,
baande zich eenen weg door een bin
nenmuur in het woonvertrek, sloeg een
klok van den muur en verbrijzelde
eenige kopjes. De drie en dertig jarige
▼rouw van A., die bezig was met het
opmaken van een bed, werd door den
bliksem gedood; twee kinderen die zich
hetzelfde vertrek bevonden, bleven
ongedeerd.
Woensdagochtend omstreeks 9 uur
sloeg te Tilburg de bliksem in de wo
ning van F. Smulders, in de Trouwlaan.
Hij schijnt een uitweg genomen te
hebben door den schoorsteen, die ge
heel van het dak geslingerd werd. In
de woning werd geen schade aangericht;
alleen werd het eten dat op het vuur
onder den schoorsteen stond door het
vertrek verspreid.
Uit Stiens wordt van 29 Juni ge
meld
Een hevig onweder, zooals men slechts
zelden waarnam, ontlastte zich heden
ochtend, vergezeld van zware slagregens,
boven ons dorp. Reeds vroeg in den
ochtend werd men door den ratelenden
donder gewekt en op den middag
onweerde het nog. Te Stiens is weinig
schade aangericht, aan de bebouwde
eigendommen ten mioste niet. Alleen
werden bij een landbouwer een voor
den ingang der boerderij staand hek
en eenige boomen getroffen. In het nabij
gelegen Britsum sloeg de bliksem in den
kerktoren, terwijl te Kirnium een paard
in de weide werd gedoad.
Het adres van de arbeiders,
uit de buurt van Jubbega, die bij de
Koningin-Regentes (tijdens haar verblijf
te Leeuwarden) op audiëntie zijn ge
weest, en wien verzocht werd H.M
schriftelijk op de hoogte van den toe
stand te brengen, is van den volgenden
inhoud:
Uwe Majesteit I
Wij zij U dankbaar voor de gelegen
heid, die U ons geeft, om U eenigszins
in te lichten omtrent den toestand in
Jubbega en Hoornsterzwaag. De groote
kwaal, waaraan wij hier lijden, is de
werkeloosheid. Het is hier een uitgeveen-
de streek, maar de gemeente kon wel
werk geven als er maar geld was. Wan
neer het rijk der4gemeente een renteloos
voorschot wou geven, zou de gemeente
veel van het land kunnen laten ontgin
nen. Dadelijk zou dat wel geen groote
voordeelen geven, maar met den tijd
wel. En wanneer er werk was, behoefde
de gemeente lang zooveel niet te bedee-
len. Maar nu er geen werk is, moeten
de arbeiders elders werk zoeken.
In 't voorjaar gaan zij meest naar
Beets en naar Drente, thans ook wel
naar Helenaveen en naar Pruisen. Daar
werken zij in de venen. De werktijd in
de venen duurt een week of acht. Die
naar Beets gaan, kunnen elke week een
rijksdaalder thuis brengen. Van de f
gulden, die zij verdienen, gaat het kost
geld at.
Dan komt het maaien in de omstre
ken van Joure en Sneek. De verdienste
is daar per week 5^6 gulden. Zoo kan
men dus in 14 weken 48 en 36 gulden,
dat is ie zamen 84 gulden, verdienen.
Wie dan bij den een of ander hier nog
wat werk kan vinden, verdient 80 cen
ten per dag tot aan 1 September, maar
na dien tijd wordt de daghuur 60 cen
ten.
Yele arbeiders hebben dus niet meer
dan 100 werkdagen in het jaar en ver
dienen niet meer dan 100. Die/1150
verdient is heel gelukkig, maar heel
enkelen verdienen f 200. U zal niet kun
nen begrijpen hoe een mensch daarvan
leeft. Het voedsel bestaat dan ook
grootendeels uit aardappelen. Vele men-
schen eten soms niet anders, daags
driemaal per dag.
En de bedeeling is zoo gering moge
lijk. Het hoogste dat gegeven wordt per
week is 125 centen. Daarvan moeten
soms 8 10 personen leven. De groot
ste helft van de arbeiders wordt bedeeld
en wanneer het zoo voortgaat, zullen
binnen weinige jaren alle arbeiders be
deeld worden.
Ook heeft er wel geene bedeeling
plaats, terwijl die hoog noodig zoude
zijn. Wij zouden U zeer dankbaar zijn
als U iets konde doen om een eind te
maken aan dezen treurigen toestanden
daartoe, zooals U ons beloofde, een
voorstel bij de Regeering wilde doen.
Uwe onderdanen,
H. VAN DAM.
YPE BRAAM.
JACOB DE JONG.
Hoornsterzwaag, 22 Juni.
Begunstigd door een helderschijnend
zonnetje had Donderdag in de Malie-
baan te Utrecht de gewone jaarlijksche
harddraverij van de „Sneeuwpost*
plaats. Ingeschreven en op de baan
verschenen: „Smith Obrien" van A.
N. Wassenaer te Haren, een bruine
amerikaansche hengst; „Carl" van A.
A. v. d. Berg te Haarlem, bruine
hengst; „de Prins" van A. de Graaf,
zwarte ruin; „Rejected" van Th. J.
Dop te Hilversum; „Olga" van J. G.
de Boer te Rotterdam, bruine merrie;
Wildeman" van F. v. Niekerken
bruine blesruin„de Prins" van P, j',
Santen te Rotterdam, bruine ruin;
Marianne" van A. T. Witteveen t-
Rauwerd, de bekende bruine draafster
uit het Noorden; N. N. van H.
Wickevoort Crommelin; „Cateau" van
W, H. J. Brom te Rotterdam; de gunstig
bekende „Tabor II" van J. Roeie te
Buiksloot„Marie" van Rotteveel te
Leiden; „Augusta" van D. Vermaatte
Carlois„Tchernitske", zwarte merrie,
van Coets de Bosson te Amersfoort;
_,de Haas" van Brom te Rotterdam,
„Bonnie L", die ten vorigen jaren den
eersten prijs won, van Bultman uit de
Haarlemmermeer; „Geraldine" van A.
N. Wassenaar te Haren„Kenau Has
selaar" van A. A. v. d. Berg te öaar
lem„Koningin" van D. J. Florijn te
Rotterdam„Krylaty" van Coets
Bosson en „Baron" van W. v. d. Giezen
te Bodegraven. Inderdaad een verza
meling paarden, waaronder menige die
de attentie dubbel waardig bleek.
Er werd ten deele onder den man
(door 7) ten deele met de sulkey
reden. Het langst bleven aan „Ma
rianne", „Krylaty" en de „Jonge Ta
bor II"na heeten strijd won „Ma
rianne" de 10 prijs (ƒ150), de „Krjr*
laty" verkreeg de ie premie (/100),
de laatste de 20 premie 50.
Letteren en Kunst.
De Rumeniërs, die gedurende eenige
weken in het Panopticum te Amsterdam
als muzikanten waren geëngageerd, ga
ven Donderdagavond aldaar hunne laat
ste uitvoering. De verdienstelijke cellist
van het gezelschap ontving van e*
bezoekers een lauwerkrans.
Het gezelschap, dat zoowel nationale
als klassieke muziek uitvoert, is thans
geëngageerd voor Rotterdam.
Woensdag werd het oordeel me*
gedeeld, door eenen muzikalen mede
werk der Neue Ereie Pr esse te W eenen
over het eerste concert van het Neder-
lansch ct capella\&ox geveld. Ziehier de
uittingen nog van een paar Weener
bladen.
Het Vaterland-, Zelfs de stoutste
verwachtingen die men van dit koor
gekoesterd heeft zijn ver overtroffen,
Wat de vreemde zangers ons Donderdag
hebben laten hooren, behoort tot wat
op de meest ideëelc wijze bereikt kan
worden door eene kunst welke, laten
wij het maar gerust zeggen, men 1
nimmer in Weenen zóo schoon gehoord
heeft en die ver achter zich laat wat
wij hier anders te hooren krijgen,
De toehoorders waren overbluft doo:
de schoonheden der oud-NerieTandsche
betalen. Zoo gek ben ik niet."
„Waarom zijt gij dan in een derde gegaan?" vroeg Dick.
„Dat heb ik niet gedaan," was het antwoord. „Die twee laffe
portiers hebben mij hier in gestopt."
„Maar gij hadt het hun toch kunnen zeggen."
„Het hun zeggen I"'was het antwoord. „Het hun zeggen Man,
zij konden het toch zien."
„Wat zien?"
„Dat ik een heer ben. Een heer, die eerste klas rydt. Heeren
rijden nooit derde klas. Ik heb een jaarlijksch inkomen van tien
duizend pond."
„Ik hoop, dat gij uw groot inkomen goed zult besteden,"
zeide Dick, al zijn toorn uitsprekende in dat woord „goed".
Dit ging evenwel voor zijn beschonken reismakker verloren.
„Of ik het goed besteed. Dat zou ik denken I Ja ik besteed
het zeer goed en besteed het alles. Kijk maar eens hier,
beste vriend."
Dick keek toe en zag Mark een tamelijk groote portemonnaie
openen, en haar omkeeren om te toonen dat ze leeg was.
„Ziet gij dat?" vroeg hij.
„Ja, ik zie dat uw beurs leeg is."
„Juist, ze is leegGeen cent er meer in. Geheel schoon. Toen
ik vandaag Waterberough verliet, waren er twintig sovereigns
twintig gouden sovereigns in. Zij rijn alle weg I verteerd 1 in
drank omgezet, mijn vriendIk heb ze alle verdronken."
Dit dacht Mark ongetwijfeld, maar Bessy Boosey had het hem
wel anders kunnen vertellen. Zy wist wel, dat minstens de helft
van die som niet in vloeibaren vorm was omgezet, en voor zoo
ver zij nu macht over dat geld had, wist zij tevens, dat dit niet
zou gebeuren ook.
„Wanneer dat het geval is, dan zult gij ongetwijfeld wel in
staat zijn om per jaar tienduizendj pond te verteren."
„Juist, mynheer; ik zal dat geld van dien ouden Honeyman
wel laten vloeien."
„Ik begrijp u niet," zeide Dick.
„Ja, ja, het is alles van dien goeden Honeyman."
Dick werd tot het uiterste gedreven, nu hij op deze wijze van
het geld van zijn oom hoorde spreken, en bedacht, dat het geld,
dat hem zoo gelukkig had kunnen maken, zoo roekeloos werd
weggesmeten. De herinnering aan hetgeen hij dien namid
dag had genoten, scheen Mark door het hoofd te spelen, want
hij neuriede hetzelfde liedje, dat hij in de herberg had gezongen,
en dat eindigde met de woorden „brandy met water".
„Brandy met water," herhaalde hij. „Heeren drinken brandy
met champagne en reizen eerste klasse."
Op dat oogenblik begon de trein haar snelheid te verminde
ren. Zij naderden Waterborough. De laatste halt voor dit station
was Rosegrove. Daar werden de kaartjes verzameld. Onze dron
ken vriend krabbelde zoo goed en kwaad als het ging weer op
den been.
„Vaarwel, beste vriend, ik ga nu naar een eerste klas coupé,"
zeide hij.
„Dit is Rosegrove," antwoordde Dick.
„Rosegrove!" riep Mark uit, en stak zijn hoofd buiten het
raam. „Conducteur? conducteur, laat mij er uit."
„Gij hebt nog tijd genoeg. Hier worden de kaartjes opgehaald,*?
zeide Dick.
„Tijd genoeg! altijd nog tijd genoeg, om er uit te tuimelen.
Komt gg mij eens opzoeken, beste vriend. Rosegrove behoor;
mij. Het zal mij genoegen doen u eens op Rosegrove te zien.'
„Goedenavond," zeide Dick op bitteren toon. „Ik zal u stel
lig eens komen opzoeken."
„Met genoegen, goedenavond/'
De kaartjes waren nu opgehaald, en men hielp Mark bij hff
uitstijgen op het perron.
„Kom mij eens op Rosegrove opzoeken," waren de laatsu
woorden, die Dick hoorde, toen de trein zich weer in bewegiü;
zette.
„Ja," mompelde Dick, „ik zal hem wel eens op Rosegrovi
komen opzoeken, maar dan om den schelm er vandaan t;
jagen."
HOOFDSTUK XV.
Een kostbare vondst.
Vijf minuten na het oponthoud te Rosegrove reeds de treis
het station binnen. Dick stak zijn hand uit om zijn stok tt
grijpen, die hij op de bank had neergelegd, toen hij was in*
gestapt.
{Wordt vervolgd)